Spelt-/Gerstbrood versie 1

In het kader van ‘Weet wat je eet’ experimenteer ik dit keer met het bakken van brood met uitsluitend bio-producten. Speltmeel is minder belastend voor het lichaam en de spijsverteringsonderdelen. Gerst heeft een aantal voordelen voor het fysieke gestel van de mens. Deze meelsoorten gecombineerd zal minder belastend zijn dan fabrieksbrood of zelfs van de bakker. Dus een experiment van spelt-/gerstbrood bakken.

Ingrediënten: 170 gram gerstemeel; 170 gram speltmeel; 170 gram speltbloem, 350 gram water (37 graden Celsius); 5 gram zout; 7 gram bakkersgist; 2 gram (kokosbloesem-)suiker; 30 gram roomboter;

Meng het gerstemeel en 250 gram water in een kom en laat een half uur staan op kamertemperatuur. Doe de bakkersgist en 2 gram suiker in een half kopje lauw water even roeren en na 10 minuten nogmaals goed doorroeren.

Kneed gedurende 15 minuten met een mixer tot een soepel deeg dat loslaat van de kom.

Voeg speltbloem, speltmeel en zout toe aan de geweekte gerstmeel en roer goed door; Voeg de gist toe en roer nog eens goed door. Tot slot roomboter en eventueel water toevoegen;

Doe het deeg in een licht ingevette kom en zet gedurende ongeveer 1 uur weg op een tochtvrije plek van ongeveer 25 graden Celsius.

Haal het deeg uit de kom en druk met de vlakke hand plat tot een rechthoek. Nu kun je –als je het leuk vindt- rechter- en linker- boven- en ondervlappen gaan vouwen, maar ook met de hand kneden, plat maken en weer kneden tot er een mooie bol ontstaat.

Leg het deeg in met bloem bestoven kom of rijsmandje met de gladde kant naar onderen; Laat nog eens ongeveer 1 uur rijzen op een vochtige, tochtvrije plek bij ongeveer 30 graden Celsius.

(tip: plaats de kom met het deeg met een kommetje heet water er naast onder een plastic box of gebruik een rijskast) Verwarm de oven voor op 230 graden.

Het deeg is klaar als je er voorzichtig met je vinger in drukt en het deeg langzaam weer terug veert; Leg het deeg voorzichtig om op een met bakpapier beklede bakplaat.

Zet een kopje water in de oven. Bak het brood 10 minuten op 230 graden. Daarna verder bakken op 200 graden voor ongeveer 20 minuten.

Het brood is goed op het moment dat als je er op klopt hol linkt of als de kerntemperatuur meer dan 95 graden Celsius is.

Laat het brood op een rooster afkoelen. Ik heb het brood na een paar minuten in een schone theedoek gewikkeld om verder af te laten koelen. Ook bewaar ik het brood in de theedoek gewikkeld in de broodtrommel.

Volgende keer een poging om Spelt-/Gerst-/Hennepzaadmeel om te toveren in eetbaar brood.

Spelt-/Gerstbrood versie 1

Basisrecept tomatensoep

Slowcooken is zo simpel dat het weer moeilijk wordt. basis.

De tekst wordt binnenkort aangevuld met het basisrecept tomatensoep.

Ingrediënten: 1 kg rijpe tomaten, 2 uien, 100-150 ml groentebouillon, 170 gr tomatenpuree, 1 bol soloknoflook

De tomaten, knoflook en uien in vieren snijden. Deze partje samen met de groentenbouillon en de tomatenpuree in de slowcooker doen. De slowcooker instellen op ‘Laag’ voor 8 uur. Na deze 8 uren de soep pureren met de staafmixer.
Eventueel de soep op smaak brengen met room, zout en peper.

Chioggia bietjes, een experiment

Steeds vaker liggen er Chioggia bietjes bij de groentenboer. Vanwege hun uiterlijk maar zeker ook de smaak vallen deze bieten op. De smaak is verfijnder dat de rode biet en wat zoet. Het rood/wit gestreepte verflauwd wat bij het koken.

Voedsel bereiden is experimenteren, een beetje creatief denken en vooral lol hebben in het leven en wat je maakt. Bieten koken en roosteren kan iedereen wel, dus dat laat ik over gaan. Mijn experiment behelst het drogen van de bieten.

De eerste bieten worden 30 minuten gekookt. Na dat de bieten afgekoeld zijn worden ze geschild en met de mandoline in dunne plakjes gesneden. Een deel van de bietenschijfjes (1) worden 40 minuten gedompeld in olijfolie. Een ander deel (2) wordt licht bestrooid met rieksuiker om eveneens 40 minuten in te laten trekken. Het derde deel (3) van de gekookte gaan zonder toevoegingen in de voedseldroger.

Een grote biet (4) wordt ongekookt geschild en in dunnen plakjes gesneden. Ben je vast van hand én je hebt een scherp mes, kan je het snijden uit de hand doen. Ik gebruik de mandoline vandaag. Komt hij ook een keer uit de kast. De dunne plakjes gaan op de vierde tray en in de voedseldroger (Belgen zeggen ook wel ‘de uitdroger’.) De overige plakjes worden per soort verdeeld over de resterende tray’s. de voedsel droger stel ik in op 50 graden voor 7 uur.

Inmiddels zijn er 8 uren voorbij en het resultaat bekend. De met suiker bestrooide schijfjes (2) zijn uiteraard te zoet. De schijfjes zonder toevoegingen zijn hard en taai. De schijfjes nummer 4 zijn ook hard en taai. De inolie gedompelde schijfjes (1) smaken nog het best. De volgende keer besprenkelen we de bietenschijfjes met olie en langzaam garen in de oven op 175 graden. Op die manier vinden we de Chioggia biet het smakelijkst. En de kleur blijft redelijk behouden. Het oog wil ook wat.

Chioggia biet is in 1840 voor het eerst gebruikt in het plaatsje Chioggia in de buurt van Venetië.

Franse uiensoep, of toch niet

Het afgelopen jaar zijn we regelmatig uit eten geweest. Regelmatig kwam dan ook een uiensoep als voorgerecht langs en op tafel. Steeds was de bestelde uiensoep een variatie op Franse uiensoep, donker en redelijk gevuld. En steeds een stuk brood met kaas. Een kruid meer of minder, al dan geen wijn toegevoegd; het bleef steeds Franse uiensoep.

Nu heb ik niets tegen Franse uiensoep of uiensoep in het algemeen. Toch kan het anders, lichter, meer zomers. Dus experimenteren met verschillende uiensoorten. Rode ui, gele ui, witte ui, sjalotten, zoete ui, bosuitjes, lente-uitjes. Laatst kwam ik een zakje Borretana’s tegen, een lichte zomerui sinds 1400 in Italië gekweekt rond de stad Boretto. Borretane zijn kleine zoete uitjes die bij langzaam bakken of grillen nog zoeter worden. Heerlijk bij gegrild vlees en vis. Heerlijk door salades, pasta en risotto. Tot zo ver de aanprijzing. Nu dan het experiment uiensoep met Borretane; licht en zomers.

Een waarschuwing is op zijn plaats. De uitjes zijn klein en moeten geschild worden. Dat neemt even wat tijd. Om de uitjes te laten karamelliseren moeten ze langzaam, heel langzaam lichtbruin worden. Omdat we toch slowcookeren hebben we geen haast. Mijn geduld wordt echter zeer op de proef gesteld met het bakken van de uien. Daar gaan we, we haasten ons langzaam.

Na een half uurtje zijn de uitjessnippers en de knoflook voldoende gebruind om in de slowcooker te deponeren. Het fijne van deze anderhalf liter slowcooker is dat hij op Hoog start en eenmaal op temperatuur zelf overschakelt naar Laag. Omdat het geen timer heeft wel zelf de tijd bij houden.

Ingrediënten
500 gram Borretane’s, Italiaanse kruiden naar eigen inzicht en smaak (maar wel ruim), een scheut olijfolie, een paar snippers rode peper, 1 liter groentebouillon, 2 bollen solo-knoflook.

500 gram uitjes bestaat uit ongeveer zo’n 20 platte uitjes. Vrij omslachtig om te pellen/schillen. Met een zeer scherp mes snij ik het kontje weg. De schil is wat perkamentachtig en dun, dat wordt dus pielen. Boven op de ui zit een ‘slurfje’ een restant waar het blad aan heeft gezeten. Dat mag er af. Om het lastig te maken ligt de aanhechting van het slurfje in een kuiltje. De uitjes gepeld en geschild worden gesneden; hier ben je vrij in de vormen; sliertjes, blokjes, schijfjes. Waar je voorkeur naar uitgaat. Ik snij sliertjes, blokje én schijfjes vanwege de afwisseling. In ieder geval zijn ringen niet mogelijk.

Dan is de knoflook aan de beurt. De regelmatige lezer van mijn blogs weten dat ik een grote voorkeur heb voor soloknoflook. Dus nu ook een bescheiden twee bollen solo snipperen. (Wat ben ik blij met mijn nieuwe Japanse keukenmessen; super scherp en heerlijk om mee te snijden) In een hapjespan stort ik één seconde olijfolie en laat die op hoog vuur op temperatuur komen. Eenm stukje ui in de pan tot die gaat spetteren. Dan de lading ui en knoflook in de pan en het vuur op laag. Nu moeten we het mengsel tijd gunnen om te kleuren. Dus niet als een bezetene steeds de uien omscheppen, maar rustig laten spetteren en om de vijf minuten omscheppen. Lekker slow.

Ondertussen komt de bouillon in de slowcooker (ons kleintje) op temperatuur. De bouillon is gemaakt met een paar eetlepels (zelf) gedroogde tuinkruiden soepgroenten en (eveneens zelf) gedroogde Italiaanse kruiden. De snippertjes rode peper komen ook uit onze voedseldroger. Zo weten we wat we eten.

Na zes uur vind ik (en VL) dat de soep gegeten kan worden. Een vleugje zout er bij is aan bevelen. Voor de kinderen maken we een ‘supermarktsoepje’. Zij gruwen van uiensoep.

Stoofappeltjes

We gaan op vakantie en nemen mee….. In ieder geval onze keukenmessen, de slowcooker, een goede wok, een goede koekenpan en meer van die spullen. Weliswaar is op ons vakanteiadres keukengerei aanwezig maar toch, eigen spullen werken lekkerder en vertrouwder. O ja, niet te vergeten onze zelfgedroogde kruiden. Dan hoeven we de voedseldroger ook niet nog eens mee te nemen.

Dan komt het moment dat we een maaltijd gaan bereiden. Onderhandelen met de kinderen wat te eten, inkopen gedaan, nog een keer met de honden gewandeld dan is het tijd om te gaan koken. Ik doe het snijwerk, VL heeft het overzicht, het recept (in haar hoofd) en doet het uiteindelijke koken. ‘Mag ik van je de tijm, rozemarijn en meer van de kruiden?’ Natuurlijk, maar waar zijn die verrekte kruiden. We hebben ze uitgezocht, klaargezet en ingepakt…. Maar niet in de kratten gedaan. De kruiden zijn nog thuis! En de winkels inmiddels dicht. We hebben nog wel wat restjes supermarktkruiden, maar geen geurende tijm en basilicum.

Het gerecht niet maken is geen optie, naar de winkel ook niet want die is dicht, weet u nog wel?! Dan maar zonder de gewenste hoeveelheden kruiden het gerecht maken. We gebruiken de laffe supermarktkruidenmeuk, meer voor onze geruststelling dan voor de smaak. Benieuwd hoe het zal vallen bij de kinderen. Zij weten heel goed hoe het gerecht zou moeten smaken.

Ingrediënten
1 kg stoofappeltjes, een paar lepels honing, twee of drie kruidnagels en een kaneellstokje.

Stoofappels, en daar hebben we de grootste moeilijkheid, welke en hoe kom je er aan? De beste soorten zijn Zoete Ermgaard; Zoete Grauwe Holaart; Zoete Grauwe Reinette en Zoete Princesse Noble. Erg lastig aan te komen. Soms is één van deze soorten te koop op de markt of bij een goede groenteboer.

De appels schillen en in partjes snijden. De klokhuizen er uit snijden en met de schillen in de groenbak (of zoals bij ons bij de wormen in de compostbak).

De appelpartjes, de honing, kruidnagels en het gebroken kaneelstokje in de slowcooker. Het geheel afvullen met water tot de appelpartjes net onder water staan. (voor de liefhebber kan er een forse scheut halfzoete witte wijn bij).

Na zo’n zes uren op ‘Laag’ zijn de stoofappeltjes gaar en klaar.

De tafel gedekt, de kinderen geroepen (‘jaha, we komen eraan’). Na een minuut of tien komen de kinderen er aan geslenterd. Voor hun gevoel zijn ze snel. VL schept de door haar ingeschatte portie per gezinslid op het bord. Zo wordt geen voedsel verspild en bijnemen kan altijd nog. De reactie van de kinderen. ‘Het smaakt anders, maar ook heel lekker’. Tja, het zal door de omgeving komen, op vakantie smaakt alles anders.

Wij leren hieruit dat soms het weglaten van ingrediënten de smaak van het gerecht (uiteraard) beïnvloedt maar weinig afdoet aan het genieten van het eten. Ik zou niet alle ingrediënten van een gerecht achterwege laten, want dan smaakt zo naar niets.

Denk je nu ‘hé, dat recept komt me bekend voor’. Was dat niet…. Ja, klopt. Het is hetzelfde als het recept van stoofperen. In beide recepten heb ik gekeken naar de meest oorspronkelijke smaak van de stoofperen en die van de stoofappeltjes. Natuurlijk kan je toevoegingen doen die passen bij jouw wensen en smaak.

Grieks of Griekse stijl?

Ben je terug van vakantie en helemaal verrukt van de Griekse keuken en de simpele maar zeer smakelijke gerechten. Natuurlijk ga je een paar van de gerechten zelf te bereiden om de sfeer van Griekenland zo lang mogelijk vast te houden. Tegen beter weten in en in weerwil van het Hollandse weer.

Je zoekt een recept op van Tzatziki en sprokkelt de ingrediënten bij elkaar. Dat moet niet zo moeilijk zijn; naar de Lidl voor Griekse yoghurt. Nou ja, Griekse stijl yoghurt van 10% vet zal ook wel goed zijn. Olijfolie staat nog wel in het kastje. Een goed merk uit de supermarkt, moet goed genoeg zijn. Het recept volgen en de Tzatziki een uurtje in de koelkast. Het Griekse feest kan beginnen……

Toch…smaakt het anders. Wat scherp, de smaken toch niet zo Grieks als gedacht en gehoopt. Toch niets fout gedaan volgens het recept.

Heul veul mensen vinden de eigen gemaakte Tzatziki van ‘goed te eten’ tot ‘heel lekker’. De eigen gemaakte Tzatziki is inderdaad ‘Griekse stijl’, maar mist de echte Griekse smaak. Om die te verkrijgen is het noodzakelijk de echte Griekse ingrediënten te gebruiken. De olijfolie van de familie Kotsirisj, de wijnazijn Zafiropoulis en vooral de echte Griekse yoghurt Proto of Dodoni. Voor de rest van de ingrediënten ga ik naar een lokale Turkse supermarkt, liefkozend genoemd door ons ‘De Turk’.

Nu is Tzatziki heel lekker, maar wat eentonig. Vandaar een paar goed combinerende voorgerechten beschreven:

Choriatiki Salata
Een simpele stevige boerensalade waarvan de met een * gemerkte ingrediënten gekocht zijn bij De Smaken van Griekenland. De met ** gemerkte ingrediënten heb ik gekocht bij de Turkse supermarkt.

Ingrediënten
2 kleine komkommers*, 1 gele paprika**, 1 rode ui**, 200 gram Feta Dodoni*, voldoende olijfolie*, zout, peper, wilde oregano* en een scheutje balsamicoazijn*.

De komkommers en de paprika worden wat grof gesneden en de ui in dunne ringen. De gesneden ingrediënten kunnen nu in een ruime schaal. De feta kan in brokjes gebrokkeld worden en samen met de wilde oregano over de salade gedeponeerd. Een flinke scheut olijfolie er over, een klein scheutje balsamicoazijn. Het geheel kan nu gemengd worden en even in de koelkast (want de andere gerechten moeten nog gemaakt worden).

Het in elkaar zetten van de Choriatiki is heel eenvoudig. De paprika, komkommers gaan voor tien minuten in een badje met baking soda. Even afspoelen en klaar om gesneden te worden. Ik snij de ingrediënten wat aan de grove kant. Nu vind ik het fijne van Griekse gerechten dat iedereen naar eigen smaak bepaalt hoe fijn of grof gesneden wordt. Wij houden van wat grover gesneden.

Nu alle gerechten klaar zijn en de tafel gedekt kan er gegeten worden. We combineren deze gerechten met Turks brood** en de volwassenen maken het geheel compleet met –bij voorkeur- een glas Retsina* of bij gebrek hiervan een glas droge witte wijn.

(de recepten zijn ontleend aan De Smaken van Griekenland)

‘Griekse Stoofperen’

We hebben ‘iets’ met koken, ‘iets’ met Griekenland en ‘iets’ met traditioneel. Vandaag wil ik een experimentje doen met traditionele stoofperen en een Griekse draai er aan geven. We gebruiken voor dit experiment de kleine 1,5 liter slowcooker.

Hoewel er vier soorten stoofperen zijn in Nederland, zijn er alleen de Gieser Wildeman en de Saint Remy in de winkel te vinden. De twee andere rassen, de ZoeteBredero en de Winterrietpeer worden alleen door hobbyisten gekweekt. Ik gebruik altijd Gieser Wildeman stoofperen. De lekkerste zoete stoofpeer sinds meneer Wildeman te Giessendam hem in 1850 begon te kweken.

Nu we het goede hebben uit de ene wereld ga ik op zoek naar het beste uit een andere wereld, Griekenland. Nu kan iedereen wel een Grieks recept bereiden, maar of je dan ook de echte smaak van Griekenland hebt? Nee dus. Ga je Grieks koken ben je haast aan jezelf verplicht zoveel mogelijk originele Griekse ingrediënten te gebruiken. En die Griekse ingrediënten kopen we bij De Smaken van Griekenland in Groningen. (bega nooit de fout om de echte Griekse yoghurt Proto te kopen. Je bent voor heel je leven verpest en smaakt de ‘Griekse Style-‘yoghurt niet meer). Heb je het geluk om vlak bij Amsterdam te wonen, zoals wij, dan loop je de kans dat de eigenaar Ilias Kotsiris zelf het bestelde komt afleveren. Maar wel op donderdag, dan moet hij toch in Amsterdam zijn.

De richting hebben we te pakken; stoofperen en ‘iets Grieks’. Ik kies voor stoofperen gekruid met Bachari. Niet geheel toevallig hebben we in onze voorraadkast een forse doos met Griekse ingrediënten. Daaruit pluk ik kaneelstokjes, honing en Bachari. De Bachari kopen we in korrels die we zelf malen.

De bedoeling is dat alle ingrediënten in de pan worden gedeponeerd, wat water erbij en voor ruim 6 tot 7 uur laten stoven. Aan de slag

Materiaal: snijplank, scherp mes, eventueel dunschiller, theelepels, slowcooker 1,5 liter

Ingrediënten
6 Gieser Wildeman stoofperen, 2 theelepels Bachari, 3 kaneelstokjes (in drieën gebroken) 1 forse theelepel honing en voldoende water.

Nu moet de keus gemaakt worden, houd ik de peren heel of halveer ik ze) Ik halveer de peertjes en schil deze. De klokhuizen uit de halve peren gesneden. De schillen en de klokhuizen gaan in de compostbak en de peertjes in de slowcooker.

De kaneelstokjes, de honing en de Bachari over de peertjes. Tenslotte zoveel water dat de peertjes net onder water staan. De slowcooker kan aan. Onze kleine slowcooker heeft een ‘auto-‘stand; hij begint op ‘Hoog’, eenmaal op temperatuur schakelt de pan automatisch naar ‘Laag’. Een heel prettig snufje heb ik gemerkt in de praktijk.

Na 7 uur is het geheel klaar, de peren rood en geurend. Nu hoeven we de kinderen niet te roepen dat ‘het eten klaar is’, ze staan al beneden om de peren te proeven. Heerlijke zoet/kruidige stoofperen.

Gieser Wildeman peren hebben de gewoonte om vanzelf mooi rood te worden. Dus geen kleurmiddelen als rode wijn of rode bessensap nodig. Gieser maakt het wel spannend, pas in het laatste uur worden de peren rood. Na een uurtje of vier begint de pan te geuren; de zoete geur van stoofperen gemengd met de kruidige geur van kaneel en Bachari. Een prima samenwerking tussen Nederland en Griekenland.

'Griekse Stoofperen'

Van Amsterdam Noord naar Den Haag

In de periode tussen mijn zevende en mijn twaalfde jaar gingen mijn moeder met de kinderen (mijn broers en ik) regelmatig naar het deftige Den Haag, op bezoek bij onze opa. De reis van Amsterdam Noord naar Den Haag was al een avontuur op zich.’ De IJtunnel was er nog niet. Voor eigen vervoer hadden we ieder een fiets. Dus was de trein de aangewezen manier om te reizen.

De reis ving aan met een wandeling van een half uur van huis naar het veer over het IJ. We konden kiezen uit de pont, het Bootje Boekel of Bootje Bergman. Omdat de reis naar opa een uitje was koos moeder meestal voor Bootje Bergman. Die voer vanaf Amsterdam Noord over het IJ naar het NoordHollands Koffiehuis voor het Centraal Station. Het bootje had een beste vaart. Stond je op het dek, dan kon het zijn dat je een flinke plens over je heen kreeg.

In ‘de stad’ aangekomen was het zaak om treinkaartjes te kopen, retourtjes voor ons vieren. Met de kaartjes in bezit was het spannend of we de trein nog konden halen. De stationshal door naar de lange gang en naar het juiste perron. De trap op en nogmaals op de borden kijken of we wel op het juiste perron stonden én of de juiste trein er was. Den Haag had twee eindstations, Hollands Spoor en het Staatsspoor. Wij moesten het station Staatsspoor hebben.

Aangekomen op Staatsspoor gingen we weer aan de wandel voor 15 minuten  om bij opa te komen. De terugreis ging uiteraard in omgekeerde volgorde en in het donker. In de trein kon je naar buiten kijken, óf via de weerspiegeling naar je medereizigers gluren of gekke bekken trekken in de weerspiegeling van het raam. Vlak bij Amsterdam werd het spannend, de trein ging langzamer rijden en je kon in de huizen kijken waar je langs kwam.

Terug op het Centraal Station had moeder steeds een verrassing: we gingen met de bus terug. Eerst bus lijn 5 naar de achterkant van het station om daar op de pont te stappen. Aan de overkant weer met de bus richting huis. Zo duurde de reis toch zeker wel twee uur.

Tomatensoep met geroosterde ingrediënten

Regelmatig vraag ik aan mijn huisgenoten welke soep zij de volgende week willen. Antwoord van onze superpuber; ‘Tomatensoep, maar niet diezelfde’. ‘Goed, wat wil je anders?’. ‘Nou, gwoon je weet wel’. ‘Nou nee, ik weet niet’. Geen antwoord verder, dus zelf maar verzinnen wat dat ‘anders’ dan zou moeten zijn.

Ik kom uit op tomatensoep met geroosterde cherrytomaten, paprika en veel sjalotjes (ongeveer 6 tot 8). Bij de bereiding van dit recept komt ook de oven te pas. Verder een paar snijplanken, een scherp mes, slowcooker, staafmixer, bakpapier.

Ingrediënten
500 gram zoete cherrytomaatjes; 370 gram tomatenblokjes; 1 rode paprika; 3 bollen solo-knoflook; 5 *sjalotjes; 500 ml groentebouillon; tijm, oregano; 2 laurierblaadjes; olijfolie; zout en peper naar wens en smaak; eventueel Ahornsiroop. Eventueel 300 gram rundergehakt voor gehaktballetjes.

De oven kan alvast voorverwarmd worden op 220 graden. Men neme een bakblik en bekleed deze met bakpapier.

De cherrytomaatjes –na goed wassen- in tweeën. De knoflookbollen in vieren, als de bollen groter zijn in achten. De sjalotjes kunnen door de helft. De paprika flink afborstelen met water. De paprika mag in wat brede reepjes gesneden worden.

In het bakblik een stevige scheut olijfolie en de gehalveerde tomaten, tomatenblokjes, sjalotpartjes, paprikaslierten, knoflookpartjes, tijm en oregano in de hoeveelheid naar believen en de laurierbladjes deponeren. Nog wat olijfolie over de verzamelde ingrediënten en de bakplaat in de oven schuiven. Deurtje dicht en zo’n 30 minuten op 220 graden zijn (of is het ‘haar’) gang laten gaan.

Ondertussen kan van het gehaktballetjes gedraaid worden. We hebben ze voorlopig niet nodig, maar dan is het maar gedaan. De balletjes kunnen in een bakje bewaard worden in de koelkast. We hebben ze pas over een uurtje of 5 – 6 nodig. Bij een beetje langzaam balletjes draaien in inmiddels het half uur oventijd voorbij. Laat je de gehaktballetjes weg, dan is het recept vegetarisch

De slowcooker is aan de beurt. De inhoud van de bakplaat kan voorzichtig in de slowcookerpan gedaan worden. Hierbij zijn ovenwanten wat onhandig maar beslist noodzakelijk. Tenslotte is 220 graden wat aan de warme kant voor de handen. Zit alles behalve het bakpapier in de slowcooker, kan de pan gevuld worden met een halve liter groentebouillon. De instellingen van de slowcooker op ‘Laag’ voor een uurtje of 6.

Een uur voordat de slowcooker het eindsignaal bereikt kan het tot soepballetjes omgevormde gehakt voorzichtig in de pan worden gedaan met eventueel een handje vermicelli (maar niet te veel). Nog een uurtje en er kan gegeten worden.

Opgediend in een soepkom is een lepel hennepzaad of een scheutje room aangenaam. Vindt je de soep te tomaterig, dan doet een scheutje ahornsiroop wonderen. Ik doe er geen zout of peper in, dat doet iedereen voor zichzelf en eigen smaak.

Tomatensoep met geroosterde ingrediënten

Stoofperen zoals deze bedoeld zijn

Wie kent ze niet als bijgerecht, dessert of soms zelfs als maaltijd? Honderden manieren om stoofperen te maken. Vooral populair is het toevoegen van rode wijn, rode bessensap of andere toevoegingen. Om de échte smaak van de peren te proeven houd ik dit recept erg makkelijk en basic met als hoofdingrediënt: stoofperen. Want waarom allerlei dingen toevoegen, als het om de smaak van stoofperen gaat?

Neem de aantallen niet al te serieus, koken is geen exacte wetenschap.

Ingrediënten: tussen de 1 en 2 kilo Gieser Wildeman
2 kaneelstokjes, 1 tot 2 eetlepels honing.

Het zal u niet verbazen als de peren eerst geschild moeten worden. Ik laat de peren heel. Nu kunnen de peren in de slowcooker samen met water. De peren moeten nét onder water staan. De overige ingrediënten toevoegen. Let op, bij één kilo peren de lage aantallen en bij twee kilo peren de hoge aantallen uit de ingrediëntenlijst gebruiken.

De pan mag aan -natuurlijk op ‘Laag’ en het geduld wordt op de proef gesteld. In de basis zal een uurtje of zes voldoende zijn. Een uurtje meer kan geen kwaad. Gebruikt u de maximale aantallen ingrediënten, kunnen we rustig naar de acht uren op ‘laag’ gaan. Ondertussen kunnen we die dingen doen die we belangrijk vinden.

Zijn de stoofperen eenmaal klaar kunnen we ze dienen als dessert –al dan niet met ijs- of bijgerecht. Zowel warm als koud. Onze jongste vindt stoofperen zo lekker dat hij zijn maaltijd er mee doet.

Stoofperen zoals deze bedoeld zijn
error: Content is protected !!
Geverifieerd door ExactMetrics