Als het maar slow is.

Ons motto: Als het maar slow is.
Een paar jaar geleden besloten VL en ik te gaan slowcookeren. Dus al gauw een slowcooker gekocht. Kruiden, fruit en groenten drogen werd ook ons ding. Een voedseldroger aangeschaft. Wat doe je als je aandacht uitgaat naar gezonde sappen? Juist, een slowjuicer kopen. Dus de machinekamer uitgebreid met een slowjuicer.

Waarom een slowcooker? De overwegingen voor het aanschaffen van een slowcooker zijn persoonlijk. Ik vind zo’n ‘langzame koker’ vooral prettig vanwege de lange garingstijden. Over het algemeen kies ik voor acht uren stoven op het standje ‘Laag’. De smaken vermengen zich volledig. Het resultaat is een zeer smakelijk gerecht met bijzonder mals vlees.

Ik moest wel wennen om ‘s morgens de ingrediënten te schillen, snijden, wassen, het vlees eventueel aan te braden en alles in de slowcooker te doen. Om daarna er acht uur lang er niet naar om te kijken. Bij de meeste gerechten staat de afzuigkap ook zo’n acht uur aan. Wat weer extra kosten en extra geluid geeft.

Waarom een slowjuicer? We gaan voor gezond. Dat betekend zo veel mogelijk biologisch en we willen zo weinig mogelijk voedingsstoffen verliezen. Hoe de slowjuicer werkt lijkt nog het meest op wat onze kiezen doen, het langzaam vermalen van groenten en fruit. Niet verwarmen of stuk slaan, maar langzaam het sap uit de ingrediënten persen. Ook de pulp gebruik ik nuttig.

Het is een beetje uitzoeken welke ingrediënten wij lekker vinden om te combineren. Een prettige zoektocht waar vooral VL mee bezig is. Niet alle groenten zijn in grotere hoeveelheden of dagelijks aan te raden. Ook hier geldt ‘overdaad schaadt’.

Waarom een voedseldroger? We kopen het liefst seizoensgebonden groenten en fruit. Vooral als het in overvloed en dus goedkoop op de markt is. Door de producten te dehydrateren zijn ze tot wel twee jaar te bewaren. Drogen van fruit, groenten, vlees, kruiden doet wat met de smaak. Er ontstaat een natuurlijke concentratie van rijke smaken.

Drogen van voedsel voorkomt verspilling, je weet wat je eet en je kunt producten geheel naar je smaak aanpassen. Drogen in een voedseldroger is goedkoper dan drogen in de oven. Een voedseldroger is preciezer af te stellen op warmte en tijd wat geschikt is voor het product wat je op dat moment wilt drogen.

Voor alle apparaten geldt, als het maar slow is! Beter van smaak; minder verlies van voedingsstoffen; gezond, tijd en geld besparend; eenvoudig en veilig in gebruik.

Kerst 2023

Na een zeer regenachtige week is het op Eerste Kerstdag lauwwarm, zo’n 12 graden maar droog. Geen Witte Kerst 2023 dus. Het is een doe-hetzelf-diner-dag. ‘S morgens vroeg de slowcooker gevuld voor de Beef Ragu Pappardelle. In de middag de Gieser Wildeman peren geschild en voor drie uur in de pan. Daarna hebben VL en zoon de Appel Cobbler in elkaar gezet.

Appel Cobbler

Onze stoofperen, Gieser Wildeman, komen van deze teler in Hem

De appel cobbler kan warm, lauwwarm of koud gegeten worden. Met een toefje slagroom en een bolletje vanille-ijs.

Ingrediënten: Voor de vulling:
6 middelgrote appels; 25 g bruine basterdsuiker; 25 g kristalsuiker; 2 tl kaneel; 2 tl vanille-extract; snufje nootmuskaat; 2 el tapiocameel;
2 el citroensap.

Voor het deeg:
125 g kristalbloem; 100 g suiker; 10 g bakpoeder; 85 g boter; 180 g merk; 1 tl vanille-extract

Schil de appels en ontdoe deze van het klokhuis met een appelboor. Snijdt de appels in dunne schijven. Besprenkel de gesneden appel met wat citroensap tegen het bruin worden.

Meng de appelschijfjes met de bruine basterdsuiker, kristalsuiker, kaneel, vanille-extract, snufje nootmuskaat en de tapiocameel.

Het deeg:
Smelt de boter. Mix alle ingrediënten voor het deeg zo kort mogelijk tot een glad mengsel. Doe het appelmengsel in de overschaal en stort het deeg er overheen. Bak het geheel in ongeveer 45 minuten op 180 graden midden in de oven. Als de vulling op enkele plaatsen door het deeg heen borrelt is de cobbler klaar.

Een ‘gestolen’ recept, Italiaanse tomatensoep

Hoewel de dag aardig begon wat het weer betrof, bleek het toch behoorlijk regenachtig te worden. De dagelijkse dingen gedaan, met de honden gelopen en bedenken wat we morgen gaan eten. Het is dan soepdag. Dus moet het een soep worden. Dat maakt het al een stuk makkelijker.

VL was toch op internet bezig en kwam met een recept waarvan je zegt ‘niets meer aan doen’. Dit is er zo een. Niets meer aan doen en gehoorzaam het recept volgen. En dat doe ik dus. Het is het recept voor Italiaanse Tomatensoep (slowcooker) van Burgertrutjes.

Ingrediënten
10 trostomaten, 4 rode puntpaprika’s, 2 uien, 1 winterpeen, 1 courgette, 1 tl groentenbouillonpoeder, 1 bolletje soloknoflook, 2 tl paprikapoeder, 1 tl oregano (of Italiaanse kruiden), peper en zout, 750 ml water. (Extra toegevoegd 1 ‘ijsblokje’ Bottenbouillon en gehaktballetjes)

Het werk is simpel. De courgette schillen en in stukjes snijden. De winterpeen wassen en in stukjes snijden. De tomaten wassen en in kwarten snijden. De paprika wassen, zaadlijsten wegsnijden en in stukjes snijden. De knoflook pellen en in stukjes snijden. De uien pellen en in halve ringen snijden.

Dit alles mag in willekeurige volgorde in de slowcooker. De paprikapoeder, bouillonpoeder en de oregano (of Italiaanse kruiden) in de pan strooien, wat peper en zout toevoegen en het water er bij. Het geheel komt niet onder water te staan. De tomaten zorgen voor voldoende vocht tijdens het stoven.

Ik zet de slowcooker op mijn favoriete stand ‘Laag’ voor zeven uur. Na deze tijd pureer ik de soep en voeg gehaktballetjes toe aan de soep. Deze laat ik een uur op ‘Hoog’ garen. De soep kan opgediend. Ik ben Burgertrutjes dankbaar voor dit recept! En met mij de rest van het gezin.

Uiensoep nóg langzamer

In de klassieke recepten van uiensoep is het belangrijk de uienringen langzaam, heel langzaam te laten karameliseren. In de koekenpan, op laag vuur en redelijk vaak omscheppen. Dan ben je toch al gauw een half uur tot drie kwartier bezig. Dat kan anders. Maar kan uiensoep nóg langzamer?

Uiensoep nóg langzamer

Ingrediënten
700 gram uien, 1 bolletje soloknoflook, 50 gram boter, 50 ml droge witte wijn, 1 liter bouillon, 4 laurierblaadjes, 1 el tijm, 100 gram geraspte kaas, 1 stokbrood, wat zout en peper naar smaak.

Ik heb niet voor niets een slowcooker. Dus, de uiringen karameliseren in de slowcooker. Eénmaal vullen en instellen, de slowcooker doet gedurende vijf uur wat hij moet doen; op lage temperatuur uien karameliseren.

Wat ik anders nooit doe, doe ik nu wel; de slowcooker voorverwarmen met een stevige klont boter er in. Voor deze keer mag de slowcooker op ‘HOOG’ tijdens het voorverwarmen. Ondertussen pel ik de uien uit hun jasje. Ook de eerste rok (het eerste laagje na de schil) gaat in de kliko, want die is taai. De uien worden in halve ringen gesneden. De knoflookbol ook pellen en versnipperen. Als de boter goed gesmolten is kunnen de uiringen en de knoflook in de slowcooker. Ingesteld op ‘Laag’ voor vijf uur. Regelmatig even omscheppen

Ondertussen kan de bouillon goed heet verwarmd worden. Zodra de uiringen bruin zijn kunnen de overige ingrediënten toegevoegd worden; de laurierblaadjes, tijm, witte wijn en de warme bouillon. Eventueelh naar eigen believen iets meer bouillon toevoegen, maar dat is een kwestie van smaak. De slowcooker mag nu een uur of twee á drie op ‘Laag’ om het af te maken.

Snijdt het stokbrood in plakjes en strooi er ruim de geraspte kaas er op. Gratineer de kaas onder grill in de oven. De soep serveren in een ruime kom, het broodje erop gelegd.

Verhuizen…

Over verhuizen… Was ik onlangs weer een keer in Amsterdam Noord kwamen de herinneringen opborrelen. Geboren op de Haarlemmerweg, Amsterdam recht tegenover de Gasfabriek, verhuisden we al vlot naar Noord. Van ‘driehoog achter’ naar een huis met een tuintje voor en achter. In de Vogelbuurt. Geen badkamer, geen douche, maar de kinderen in de teil. Op zaterdagavond.

Mijn moeder hield erg van frisse lucht. Dus mijn broertje, klein en kladdig, lag nog in de wagen in de tuin in het zonnetje. Lekker frisse lucht opdoen. Na verloop van tijd ging mijn tante even bij m’n broertje kijken. Hij had gezelschap gekregen. Een rat was in de wagen gekropen en lag heerlijk naast mijn broertje te genieten van de zon. De rat vond het gezellig, mijn tante niet. Hoe mijn ouders de rat of mijn broertje uit de wagen hebben gekregen weet ik niet. Maar mijn broertje heeft er niets aan overgehouden.

Het was de gewoonte geworden dat we om de zes jaar gingen verhuizen. Er waren tekenen dat een verhuizing aanstaande was. Ging mijn moeder witten en behangen dan was een verhuizing niet ver meer. We verhuisden in de wijk. Dat betekende dat mijn vader een handkar of bakfiets regelde. Alle meubilair op de kar en op naar het nieuwe huis, zo’n drie straten verder op. Ome Johan (zeg maar Piet) was een gezellige helpende hand.

In die tijd werd er gekookt met seizoensgroenten en eenvoudige maar voedzame maaltijden. De inkopen werden gedaan bij de kruidenier, de groenteboer, de melkboer. De aardappelboer kwam met paard en wagen door de straat.

Dit keer is het Hete Bliksem. Het recept heb ik beschreven voor de slowcooker. Toentertijd werd Hete Bliksem in gewone pannen gekookt.

Ingrediënten
1 kilo kruimige aardappelen; 1 kilo Elstar appels; 50 g boter; 3 uien; 1 eetlepel mosterd en zo’n 300 gram gerookt spek. (Had mijn moeder een goede bui, dan gingen er nog twee handen gewelde rozijnen in de pan)

De aardappels worden geschild, in vieren gesneden, gespoeld en 10 minuten voorgekookt. De uien worden eveneens geschild en in halve ringen gesneden. De appels schillen en ontdoen van van het klokhuis en in stukken snijden.

Nu kunnen we aan het stapelwerk in de slowcooker beginnen: eerst de halve uiringen onder in de pan; daar boven op de aardappelen en de appels. Helemaal bovenop komt het spek. Wat water toevoegen, zo’n 150 tot 200 milliliter. De slowcooker ingesteld op Laag voor vier uur.

Er kan gegeten worden. Geheel in stijl van toen, de pan op tafel en moeder schepte staand op.

Pastasaus voor lasagne

Het is 6 april 2023. De laatste tijd wordt het steeds meer onzeker dat je weet wat je eet. Niet alle ingrediënten staan meer op het ingrediëntenlijstje of worden vermeld onder een verhullende naam. Zo is Campina Friesland van plan om ‘boerloze melk’ te verkopen. Melk niet meer afkomstig van koeien. Ook heeft Europa het gebruik van insecten aan voedselproducten toe te voegen goedgekeurd.

Het wordt dus steeds belangrijker inkopen te doen bij betrouwbare en vertrouwde leveranciers. Direct van de boer is natuurlijk het mooist; eerlijke producten tegen een eerlijke prijs. De ambachtelijke slager en bakker waarvan je weet dat zij goede producten leveren. Het kan wat duurder zijn, maar je gezondheid is heel wat waard. We gebruikten al geen zakjes en pakjes, nu gaan we nóg meer zelf maken.

In het kader ‘weet wat je eet’ maak ik een pastasaus. Dit keer voor lasagne. Uiteraard lekker langzaam. De ingrediënten kochten we bij onze vaste natuurslager; de groenten bij een zorgtuinderij en de tomatenpuree en tomatenblokjes van een vertrouwd merk uit de buurtwinkel.

Pastasaus voor lasagne


Ingrediënten
1 kilo gehakt; 1 courgette; 1 aubergine; 2 of 3 uien; 3 of 4 bollen soloknoflook; 6 champignons; 2 grote paprika’s; 1 prei, 6 theelepels tomatenpuree (uit glas), 3 pakjes tomatenblokjes; 3/4 eetlepel majoraan; 3/4 eetlepel basilicum; 3/4 eetlepel tijm en 3/4 eetlepel oregano, wat zout

De ui en knoflook moeten ontdaan worden van de schillen. Ook de courgette moet geschild worden. Daarna kunnen alle groenten gesneden en gesnipperd worden. De prei moet nog even na het snijden gewassen worden. Groenten van de zorgtuinderij komen direct uit de grond in de winkel. Dus goed wassen is aanbevolen.

De ui en knoflook worden -licht spetterend- in de wok glazig gebakken. Eenmaal glazig voeg ik het gehakt toe om lichtbruin te bakken. Dan nog even de tomatenpuree meebakken.

Inmiddels heb ik de slowcooker klaar staan. Eerst gaat het gehakt/ui/knoflookmengsel in de slowcooker. Daar boven op alle gesnipperde groenten en als laatste de tomatenblokjes. De deksel er op en de slowcooker op acht uur ‘Laag’

Tijd voor iets anders nuttigs te doen. Koffiedrinken met VL bijvoorbeeld.

Appelmoes

Verleden jaar adopteerden we twee appelbomen, een Santana en een Topaz. De oogst was prima. Eigenlijk te goed. De omstandigheden om de appels te bewaren waren niet optimaal, zodat we in kortere tijd dan gepland we ’iets’ moesten met de appels. Naast het zo eten en verwerken in gerechten moesten we een noodgreep toepassen: Appelmoes!

Nu kunnen we de appels wassen, schillen, in stukjes snijden, in de pan met wat suiker/honing en een klein beetje water en zo’n dertig minuten op laag vuur koken. Wel goed blijven roeren. Nog even de gare appelsmurrie tot moes stampen met de aardappelstamper. Klaar is de appelmoes.

Het kan ook anders, gewoon omdat het kan: in de slowcooker.

Ingrediënten (appelmoes)
2 kilo appelen, 1/2 kopje water, eventueel 2 kaneelstokjes of koekkruiden

De appels worden gewassen, geschild en van het klokhuis ontdaan. De appels in gelijke stukjes snijden en in de slowcooker deponeren. Het kopje water en de kaneelstokjes toevoegen.

De slowcooker op ‘Laag’ voor 6 uur. Nu hebben we ruim de tijd om de potten te steriliseren. Na 6 uren is de appelmoes klaar om gepureerd te worden. voor ’grof’ met de pureestamper. Voor gladde appelmoes kan de blender of de staafmixer van stal gehaald worden.

We kochten onze favoriete perensoort, Doyenne du Comice, bij dezelfde boomgaard. Ons kennende te veel peren om in redelijke tijd op te maken. Het nadeel van peren is dat zij snel en tegelijk rijp zijn. Hum, voldoende appels én een overmaat aan rijpe peren. Dat is een uitnodiging om peren-/appelmoes te maken.

Ingrediënten (appel-/perenmoes)
We nemen 1 kilo appels en 1 kilo peren. Ook lekker is een vleugje kaneel of koekkruiden toe te voegen, ongeveer een halve theelepel.

Het hele verhaal van appels en peren wassen, schillen, klokhuizen verwijderen en in stukjes snijden, in de slowcooker met wat water. Ook nu de slowcooker voor 6 uur op ‘Laag’. AIs de peren-/appelmoes klaar, dan nemen we de pureestamper voor een grove moes of de staafmixer voor een gladdere moes.

Te veel aan appelmoes of peren-/appelmoes? Invriezen voor later is heel goed mogelijk.

Bloemkoolsoep, een experiment

Soms krijg ik een bericht dat iemand een recept heeft maakt in de slowcooker, maar het was ‘niet te vreten'(in mijn woorden). Is er iets fout gegaan of klopte het recept niet? Of houd je gewoon niet van die groente? Dan ga ik de uitdaging aan en probeer een recept zo lekker mogelijk te maken. Dit keer is de uitdaging bloemkoolsoep. Nu ben ik zelf niet zo gek op bloemkool, maar je zet je in voor de ‘wetenschap’ nietwaar?

De meeste recepten beginnen met ‘snipper de ui’. Uh, ik begin altijd eerst met schillen. Bouillon maak ik altijd van verse ingrediënten. Voor groentebouillon neem ik een handig zakje soepgroenten tuinkruiden van AH. Een uurtje of zes op ‘Laag’ in de slowcooker met twee liter water zorgt voor een heerlijke bouillon. Let wel, de bouillon een dag van te voren maken en bewaren in de koelkast.

Ingrediënten: 1 flinke bloemkool; 1 zoete aardappel; 1 ui; 2 bollen soloknoflook; 1,5 liter (zelfgemaakte) groentebouillon; 1 theelepel mosterd; 1 laurierblad; peper en zout naar smaak; lente-ui, in ringetjes; 150 gram uitgebakken spekjes of bacon, een guts olijfolie

Hoewel het een slowcookerrecept is bak ik de ui en knoflook glazig. Over het algemeen gebruik ik nogal wat ui en vooral knoflook. Bij verschillende supermarkten is soloknoflook (in mandjes en bij Lidl in een netje) te koop.

 De voorbereidingen zijn getroffen, dus….we gaan beginnen!
Schil de zoete aardappel, de ui en pel de knoflook. Snipper de ui en knoflook grof, snijdt de zoete aardappel in stukjes (ongeveer 2×2 cm) en de bloemkool in roosjes, snijdt de stronk van de bloemkool even groot als de zoete aardappel.

Giet een guts olijfolie in een kleine wok en laat deze op temperatuur komen. Eenmaal op temperatuur kan het vuur getemperd tot middelmatig en de ui- en knoflooksnippers en het laurierblad toegevoegd en langzaam glazig laten worden. Nog even de mosterd kort meebakken.

Inmiddels kan de slowcooker gevuld worden met de bloemkool- en zoete aardappelstukjes. Als de ui en knoflook glazig zijn, de mosterd en het laurierblad meegebakken is kunnen die ook in de slowcooker.

Anderhalf liter bouillon erbij en de pan voor zes uur op ‘Laag’ zetten. Tijd voor andere zaken, de slowcooker gaat zijn eigen gang wel.

Na zo’n zes uur is de groente gaar en zacht. Is dit niet het geval, dan nog een uurtje langer laten pruttelen. Nu hoef je alleen nog maar te pureren, grof of wat gladder tot glad. Opdienen met wat in ringen gesneden lente-ui en uitgebakken spekblokjes. Zo moet het wel lukken, lijkt me.

Basisrecept tomatensoep

Slowcooken is zo simpel dat het weer moeilijk wordt. De tekst wordt binnenkort aangevuld met het basisrecept tomatensoep.

Ingrediënten: : 1 kilo rijpe tomaten, 2 uien, 1 bol soloknoflook, 100 tot 150 ml groentebouillon, 1 70 g tomatenpuree.

De tomaten, knoflook en uien in vieren snijden, groentebouillon en het blikje tomatenpuree in de slowcooker doen. Aanzetten op ‘Laag’ voor 8 uur. Niet meer in de pan kijken en/of roeren. Na 8 uur de soep pureren met de staafmixer. Eventueel kan je achteraf room, peper en zout naar smaak toevoegen

Echte erwtensoep of snert

Als je erwtensoep wilt eten kan je kiezen uit verschillende merken en pakken uit de supermarkt óf zelf maken. Als je de soep zelf wilt maken sta je voor de keus uit veel, heel veel recepten op internet. Het wordt er allemaal niet makkelijker op. Eerst het snert-aanbod in de supermarkt bekijken. Eerder was ik teleurgesteld bij mijn zoektocht naar ossenstaartsoep, dus weinig vertrouwen dat ik iets acceptabels vind. Maar ik laat me graag verrassen.

Van een bekend merk de ingrediënten opgezocht:
Groenten¹ 67,4% (erwt 56,1%, wortel, prei, ui, bladselderij), water, rookworst 10,6% (varkensvlees² 81%, varkensseparatorvlees² 9%, water, varkensvet², zout, stabilisator (E451, E452), dextrose, suiker, varkenscollageen, houtrook, aroma, conserveermiddel E250), aardappel, raapzaadolie, zout, gemodificeerd maïszetmeel, gistextract (bevat gerst), fructose, rookaroma, maltodextrine, selderijzaad, laurierblad, balsamicoazijn (wijnazijn, druivenmost), witte wijnextract, peterseliewortel.

Dit gaat het dus niet worden. Dan moet Het Haags Kookboek (1952) uitkomst brengen. Daar maak ik wel vaker recepten uit in het kader van Smaak van toen.

Ingrediënten: 250 gram groene erwten of spliterwten; 1 ¼ ltr water; 250 gram saucijzen, kluif, krabjes, vers spek; 1 bosje selderij; 2 stokken prei; ½ knolselderij, zout, twee bouillonblokjes.

Dit ziet er al een stuk natuurlijker uit. Naar mijn idee een wat eenvoudige en kale erwtensoep. Niet de soep zoals ik zou willen maken én eten.

Mijn idee (en recept) van snert (recept gereviseerd):

Sinds jaar en dag gebruik ik als botten en vlees varkenshiel of krabbetjes, hamschijf en spek in de erwtensoep. Tip van de slager: vervang de varkenshiel, krabbetjes en de hamschijf eens door varkenship, het bovenste deel van de poot. Nu is het niet verstandig om een tip in de wind te slaan, dus ‘doe mij maar een varkenship’.

De varkenship geeft de unieke smaak aan de soep. De rookworst moet voor mij een verse worst van de slager zijn. Liefst een beetje grof en in niet te dunne plakjes gesneden. De winterwortel vervang ik door zoete aardappel in verband met een allergie in het gezin. In plaats van winterwortel of zoete aardappel is een pastinaak ook heel prettig.

Ingrediënten
Ongeveer 1 kilo varkenship (of 1 varkenshiel/200 gram krabbetjes; 400 gram hamschijf; 400 gram schenkel), 200 gram gerookt spek; 2 verse rookworsten, 500 gram gedroogde spliterwten, 2 stokken prei; 1 grote ui, 2 pastinaken (te vervangen door 1 winterwortel of 1 zoete aardappel), 1 knolselderij; 2 laurierblaadjes; 1 bosje bladselderij, Ongeveer 2,5 liter water.

Let op: voor dit recept is een slowcooker van 6 liter of meer aan te bevelen!

Aan het werk; Als eerst wordt de hip geblanceerd. Zet de hip geheel onder koud water in een pan en kook deze ongeveer een kwartier. Giet de hip af en zet deze even in koud water.

De spliterwten worden goed gespoeld met koud water. Eenmaal gespoeld kunnen de erwten in de slowcooker. Verder gaat in de pan de varkenship en het spek. De prei wordt in niet te kleine stukjes gesneden, gewassen en hup, ook de pan in.

Dit doe ik ook met de pastinaken, na eerst geschild te hebben. De knolselderij schillen en in stukjes snijden toevoegen aan de inhoud van de pan. Van het bosje bladselderij gaat de helft fijngesneden in de slowcooker. Nu nog de laurierblaadjes en eventueel twee kruidnagels toevoegen. De pan kan nu afgevuld worden met water tot net onder de krand. Uiteraard zet ik de pan op ‘Laag’ en de timer op 8 uur.

Na 8 uur kunnen de hip en de laurierblaadjes uit de pan gehaald worden. De varkenship gaat even op een bord om af te koelen. Voor een minder grove soep stamp ik nog even met een aardappelstamper de soep wat fijner. Nu kunnen de gesneden rookworsten in de pan gedaan worden. Het laten meekoken van de rookworst geeft een lekkere rokerige smaak aan de soep. Het vlees is stukjes snijden, en weer terug in de pan. Voor het snijden is het aan te raden het vlees wat af te laten koelen. Dat is wel zo vriendelijk voor de vingers. Nu kan de slowcooker nog voor een uurtje op ‘Laag’ aan.

Het zal mooi zijn als het buiten wat vroor of tegen vriespunt aan zit. De pan kan dan naar buiten of in de schuur om af te koelen. De volgende dag is de soep goed dik en nog lekkerder dan op de dag van fabricage. Heet opgediend met grof roggebrood met Zeeuws spek of Katenspek.

Stoofappeltjes

We gaan op vakantie en nemen mee….. In ieder geval onze (Japanse) keukenmessen, de slowcooker, een goede wok, een goede koekenpan en meer van die spullen. Weliswaar is op ons vakanteiadres keukengerei aanwezig maar toch, eigen spullen werken lekkerder en vertrouwder. O ja, niet te vergeten onze zelfgedroogde kruiden. Dan hoeven we de voedseldroger ook niet nog eens mee te nemen.

Dan komt het moment dat we een maaltijd gaan bereiden. Onderhandelen met de kinderen wat te eten, inkopen gedaan, nog een keer met de honden gewandeld dan is het tijd om te gaan koken. Ik doe het snijwerk, VL heeft het overzicht, het recept (in haar hoofd) en doet het uiteindelijke koken. ‘Mag ik van je de tijm, rozemarijn en meer van de kruiden?’ Natuurlijk, maar waar zijn die verrekte kruiden. We hebben ze uitgezocht, klaargezet en ingepakt…. Maar niet in de kratten gedaan. De kruiden zijn nog thuis! En de winkels inmiddels dicht. We hebben nog wel wat restjes supermarktkruiden, maar geen geurende tijm en basilicum.

Het gerecht niet maken is geen optie, naar de winkel ook niet want die is dicht, weet u nog wel?! Dan maar zonder de gewenste hoeveelheden kruiden het gerecht maken. We gebruiken de laffe supermarktkruidenmeuk, meer voor onze geruststelling dan voor de smaak. Benieuwd hoe het zal vallen bij de kinderen. Zij weten heel goed hoe het gerecht zou moeten smaken.

Ingrediënten
1 kg stoofappeltjes, een paar lepels honing, twee of drie kruidnagels en een kaneellstokje.

Stoofappels, en daar hebben we de grootste moeilijkheid, welke en hoe kom je er aan? De beste soorten zijn Zoete Ermgaard; Zoete Grauwe Holaart; Zoete Grauwe Reinette en Zoete Princesse Noble. Erg lastig aan te komen. Soms is één van deze soorten te koop op de markt of bij een goede groenteboer.

De appels schillen en in partjes snijden. De klokhuizen er uit snijden en met de schillen in de groenbak (of zoals bij ons bij de wormen in de compostbak).

De appelpartjes, de honing, kruidnagels en het gebroken kaneelstokje in de slowcooker. Het geheel afvullen met water tot de appelpartjes net onder water staan. (voor de liefhebber kan er een forse scheut halfzoete witte wijn bij).

Na zo’n zes uren op ‘Laag’ zijn de stoofappeltjes gaar en klaar.

De tafel gedekt, de kinderen geroepen (‘jaha, we komen eraan’). Na een minuut of tien komen de kinderen er aan geslenterd. Voor hun gevoel zijn ze snel. VL schept de door haar ingeschatte portie per gezinslid op het bord. Zo wordt geen voedsel verspild en bijnemen kan altijd nog. De reactie van de kinderen. ‘Het smaakt anders, maar ook heel lekker’. Tja, het zal door de omgeving komen, op vakantie smaakt alles anders.

Wij leren hieruit dat soms het weglaten van ingrediënten de smaak van het gerecht (uiteraard) beïnvloedt maar weinig afdoet aan het genieten van het eten. Ik zou niet alle ingrediënten van een gerecht achterwege laten, want dan smaakt zo naar niets. Ik zou met alle liefde het recept hieronder genoteerd hebben. Helaas heeft VL het recept in haar hoofd en niet op papier. Dat komt later. Om toch met een recept te eindigen heb ik het bereiden van stoofappeltjes genoteerd.

Denk je nu ‘hé, dat recept komt me bekend voor’. Was dat niet…. Ja, klopt. Het is hetzelfde als het recept van stoofperen. In beide recepten heb ik gekeken naar de meest oorspronkelijke smaak van de stoofperen en die van de stoofappeltjes. Natuurlijk kan je toevoegingen doen die passen bij jouw wensen en smaak.

Die Groot Trek; Potjiekos

Die setlaars is Boere, Voortrekkers genoem en staan nou ook bekend as Afrikaners. Hulle het nie saamgestem met die status quo in die Kaapkolonie nie. ‘N Geskatte 12 000 boere het tussen 1830 en 1850 in die binneland ingetrek om hul eie republieke te begin. Dit het die boerestate geword: Oranje-Vrystaat en Transvaal. Gestig omdat die boere nie met die Engelse regime saamgestem het nie en massaal uit die Wes-Kaap verlaat het.

Die Groot Trek; Potjiekos

foto: G. S. Smithard (1873–1919); J. R. Skelton (1865–1927) – Taken from page 290 of Colvin, Ian(1909). South Africa. London: The Caxton Publishing Company. OCLC 893096.

Die boere het deur die land met bedekte waens gereis. Omdat nie alle lewensmiddele weggeneem kon word nie, moes die Boere leef van wat hulle onderweg ondervind het. Groente, kruie en knolle is daagliks versamel. Vleis is op diere gejag. Gaar aan die einde van die dag; die groot pot is oor die vuur gehang; Die vleis is eers in die pot gesit, toe het die groente en kruie gekom. Kook was ’n sosiale gebeurtenis. Die ervarings van die dag is bespreek, natuurlik terwyl jy wyn geniet. Vir gerief was daar geen roer in die pot nie. Die storie maak die ronde wat die potjiekos gekook het toe die bottel leeg was
.
Nu is het in Nederland niet mogelijk die groenten en knollen die de Boeren rond 1830 op hun pad verzamelden voor potjiekos te bemachtigen. We zullen het moeten doen met wat in de winkel aan groenten, uien enzovoort kopen. Hierbij is het niet zo belangrijk wat voor groenten je kiest. Om toch een idee van ‘avontuur’ te creëren gebruik ik hert en wild zwijn. Van oudsher hoort bij het bereiden van potjikos een goed gesprek en een goed glas. Het is vroeg in de ochtend en ik ben alleen. Tegen mezelf praten gaat nog wel. Het goede glas moet maar uitgesteld worden tot beter geschikte tijd.

Ingrediënten
1 kg hert; 0,5 kg wild zwijn; 5 gesneden aardappelen; 3 bollen solo-knoflook; 2 gesneden uien; 1 zoete aardappel (of 4 wortelen); 250 gr bloemkoolroosjes; 1 rode en een gele paprika; 250 gr paddenstoelen naar keuze; 15 gram bruine suiker; 150 ml sinaasappelsap; 200 gram geraspte kaas; Olijfolie; Peper en zout naar eigen smaak

Het snijwerk: Eerst gaat het vlees in stukjes, niet te klein en niet te groot. De bloemkool, de broccoli, uien en de zoete aardappel eveneens niet in te kleine of te grote stukjes snijden. Overigens dient de zoete aardappel eerst geschild te worden. De knoflook pellen en de bollen in vieren snijden.

De volgende stap is het verhitten van een ruime guts olie in een braadpan, Het vlees aanbraden tot het lichtbruin is. Dit is de eerstei laag.

Dan kunnen de knoflook en gesneden uien als tweede laag bij het vlees in de pan. Nog even verder braden.

De derde laag bestaat uit de stukjes aardappel. Even mooi verdelen als laagje. De vierde etage wordt gevormd door de groenten, paprika, paddenstoelen, bruine suiker en de sinaasappelsap.

Nu alles, behalve de kaas, in de slowcooker is overgebracht, kan die aan op mijn favoriete stand ‘Laag’. Naar Boerenbegrip is de potjieskos klaar as die vleis sag is en die bottel leeg is. Dit duurt ongeveer 2,5 uur.

als je als potjiekos-bereider serieus genomen wilt worden, is roeren of omscheppen uit den boze en degradeert je tot beginneling) Vlak voor het serveren nog even wat geraspte kaas over de potjiekos strooien en kan geëet word. Eet lekker!

(Die Groot Trek https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Trek_Zuid-Afrika)

ASS koken

In een onbewaakt moment en bezig met facebook kwam ik de vraag tegen –meer een wanhoopskreet- hoe je een tiener met autisme kan leren koken en welke gerechten geschikt zijn als eerste stappen. En dan ga ik denken en krijg de neiging om te schrijven: Ass koken.

Maar eerst een paar begrippen voor een beter begrip en het voorkomen van klachten. In dit stuk schrijf ik ‘autist’ of ‘autisten’. Hiermee bedoel ik mensen met een aandoening in het autistisch spectrum, maar dat is zo’n lange zin. Iemand met autisme is géén ‘autist’, laat dat duidelijk zijn. Helaas wordt autisme (nog) steeds gezien als beperking. En dat is het NIET! Het is een kwaliteit. Het is niet voor niets dat de overheid mensen met autisme graag aanneemt voor functies waar erg nauwkeurig gewerkt moet worden. Daarbij zijn ‘autisten’ weinig tot nooit ziek, erg stipt en gedisciplineerd.

Koken met een ‘autist’. Wees er beducht op dat je werkelijk alles moet uitleggen en je uitleg letterlijk wordt opgevolgd. Een ‘opdracht’ als ‘snijd de prei in kleine ringen’ is te vaag; hoe groot is klein? We gaan aan de slag, maar niet voordat je hebt uitgelegd waarom je een slowcooker gebruikt, hoe een slowcooker werkt, waarom je juist dit gerecht wilt maken enz. De boodschappen heb ik dit keer zelf gedaan om tijd te sparen.

We leggen alle ingrediënten klaar in de volgorde van behandelen. De braadpan, de slowcooker, de snijplanken, de messen, spatels, vergiet en pollepel leggen we klaar. Niet vergeten te zeggen waar het snijafval en de schillen bewaard moeten worden. Het gaat beginnen!

Op het aanrecht liggen achtereenvolgens olijfolie (we hebben een ‘scheut’ nodig, maar hoeveel is dat? Even afmeten in een kopje), twee uien, drie bollen soloknoflook, een prei, 250 gram champignons, twee blikjes tomatenpuree (van 70 gram ieder), een kilo rundergehakt, ½ eetlepel tijm, ½ eetlepel oregano, ½ eetlepel marjolein, ½ eetlepel basilicum, 1400 gram tomatenblokjes (Pakjes alvast opengemaakt).

Eerst worden de bollen knoflook en de ui geschild en in kleine blokjes gesneden. (‘wat doen we dan met die andere ui?’Oja, letterlijk, de knoflook en de UIEN in kleine blokjes snijden). Daarvoor neem je een snijplank en een scherp mes. Ik doe voor hoe groot ‘klein’ is. Uitleggen duurt te lang en is niet duidelijk. Heel nauwkeurig worden de bollen knoflook en de uien in gelijke kleine blokjes gesneden. Voor het overzicht wordt het resultaat op een bord gelegd en in de wacht gezet.

Dan is het de beurt aan de prei. Een vergiet in de gootsteen gezet. De prei op de snijplank en weer voorgedaan hoe dik in de ringen wil hebben. Die ringen dan weer door vieren snijden. Zonder discussie wordt ook de prei nauwkeurig gesneden. Er komt een verontschuldiging; twee ringen zijn ‘te dik’ uitgevallen. Een ‘is niet erg’ gaat er niet in, dus een noodoplossing bedenken. De prei in het vergiet en spoelen. Voorlopig even laten staan.

De champignons in vieren snijden levert geen probleem op; eerst een stukje van het steeltje snijden en de champignon kruislings in vieren snijden.

Nu zijn we toegekomen aan het openen van het blikje tomatenpuree. Op zich niet zo’n grote handeling, maar wel van essentieel belang, dus met grote nauwkeurigheid gedaan. Het afmeten van de kruiden vergt enige tijd voor overleg; hoeveel is een halve eetlepel? Deze discussie duurt ongeveer 8 minuten voor we een compromis bereiken. Voor het gemak leggen we vier eetlepels neer om te vullen met de kruiden, voor elk kruid een aparte lepel.

De voorbereidingen zijn getroffen en we zijn toe aan de volgende stap. Maar niet voordat we een korte pauze inlassen en wat drinken. Dan kan de braadpan op het gas en het gas afgesteld op iets lager dan hoog. De olijfolie in de pan met een stukje ui. Als de ui gaat spetteren (hoe ziet dat er uit?) kunnen de blokjes ui en knoflook in de braadpan (‘nee, de volgorde maakt niet uit’). Als de ui glazig is dan kan de uitgelekte prei in de pan. Daarna de champignons en goed roeren en omscheppen wordt met graagte en aandacht gedaan. Nu kan de tomatenpuree in de pan en wederom goed roeren en omscheppen. Na enige tijd kan de gehakt erbij. Nu wordt het omscheppen zwaarder. Een stevige klus. Als alle gehakt bruin gekleurd is doen we de kruiden in de pan, terwijl er stevig omgeschept wordt. Nog even verder bakken voordat de tomatenblokjes toegevoegd mogen worden. Een lichte paniek ontstaat, is het niet teveel tomaat? Stug verder roeren zodat alles goed gemengd wordt en de rust keert weer. Het gas kan op ‘zacht’ tot het geheel goed pruttelt.

De slowcooker kan op zijn plaats worden gezet en ingesteld; op ‘Laag’ en voor zes uren. De inhoud van de braadpan wordt overgeschept in de slowcooker. Het is mij nooit gelukt om zoiets zonder morsen te doen. Hem dus wel. Opdracht geslaagd. Oja, vergeten te zeggen dat er ook nog opgeruimd moet worden. ‘Dat heb je niet gezegd, ik ben klaar’ en weg issie. Mijn eigen schuld.

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Bijna leek het er op dat de winterstoofschotelrecepten in de kast konden. Bijna een hele week rond de 17 graden, de vogels al vroeg in de weer en de narcissen schoten in bloei. Het leek lente te worden. Op de boerderij van een kennis waren de schapen druk aan het lammeren. Eén schaap had vijf lammetjes, een unicum voor die boerderij.
In de Buurttuin van een naburige buurt hebben we de beschikking over een moestuinbak. In december hadden we daar al knoflook en uien gepoot. De rest van de bak is ‘zaai- en pootklaar’. De bestelde zaden zijn ontvangen en liggen te popelen om naar buiten te kunnen. Plotsklaps ging het weer wat vriezen. Weliswaar niet zo veel en van korte duur, maar toch… een vleugje winter. Tijd voor een stoofschotel Hert/Wild Zwijn.

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn (en puree)

Dan maar een binnenactiviteit opgezocht. Gelukkig hebben we nog voldoende herten- en wildzwijnenvlees in de vriezer. Nog wat ontbrekende ingrediënten halen bij de lokale groenteboer en we kunnen van start.

Ingrediënten
1 kg hert; 500 gr wild zwijn; 1 rode en een groene paprika; 2 stengels bleekselderij; 2 stokken prei (alleen het wit); 2 uien; 250 gr paddenstoelen naar eigen keus; 4 bollen soloknoflook; een scheut olijfolie; Hollandse Kruiden (Euroma bij A H); 5 jeneverbessen; 500 ml wildbouillon

Laat het vlees een uur op kamertemperatuur komen en snijdt het in blokjes van 2×2 cm. Dep het vlees droog. Snijd de prei in ringen en was deze. De paprika’s kunnen in reepjes gesneden worden, die dan weer door de helft kunnen. De bleekselderij grof en de bollen knoflook in vieren snijden. De jeneverbessen even kneuzen. De paddenstoelen grof snijden. De slowcooker kan al vast voorverwarmd worden met 250 ml bouillon op ‘Hoog’. Mocht het nodig zijn dan zoveel bouillon bijvoegen dat nodig is

In een braadpan of wok een forse scheut olijfolie verhitten. Het vlees licht aanbraden, dan de uien en knoflook mee laten bakken tot de uien glazig zijn. 1 tot 2 theelepels Hollandse Kruiden toevoegen en even meebakken. Intussen is de SC op temperatuur en kan het geheel uit de braadpan de SC in. De groenten en de jeneverbessen toevoegen. Dan kan de SC op ‘Laag’ gezet worden voor een uurtje of 6 á 7. De paddenstoelen kunnen toegevoegd worden na ongeveer 5 uur. De stoof is klaar als het vlees zacht en mals is.

Voor bij de jachtschotel maak ik een puree van pastinaak en zoete aardappel. (niet in de SC)
Ingrediënten voor de puree:
twee pastinaken, twee zoete aardappelen, boter, creme fraise, twee bollen soloknoflook, een theelepel komijn, stukje verse gember (naar eigen smaak), snippers oude kaas.

Schil de pastinaken en zoete aardappelen. Snijd deze in blokjes. Snijdt de knoflook in vieren. De gember schillen en in kleine stukjes snijden. Doe de blokjes pastinaak en zoete aardappelen in een pan met kokend water. De groenten moeten net onder water staan en kook het gaar. Ondertussen kunnen in een steelpan met een scheut olie de gember, komijn en knoflook gebakken worden tot de ui glazig is. De oven voorverwarmen op 180 graden.

De groenten kunnen afgegoten worden en even in de pan laten staan. Nu kan alles bij elkander en gepureerd worden. Naar eigen smaak de crème fraise toevoegen voor een romige smaak. (of een klontje boter) nog even ruim bestrooien met de snippers kaas en in de oven tot de kaas gesmolten is en begint te kleuren.

Combineren met knolselderij is aan te raden. Ik neem dan iets minder dan een halve knolselderij in blokjes en laat het mee koken met de pastinaak en zoete aardappel.

Over slowcookeren

Een tijdje geleden hadden vrouwlief en ik een gesprek over vroeger. Over hoe grootmoe een grote pan op een petroleumstelletje in het lavet zette om soep te trekken. Urenlang stond de pan te pruttelen en te stoven. Een petroleumstelletje was en is gevaarlijk. Niet zelden ontstond er brand (bij anderen) door een omvallend oliestelletje. En de petroleumgeur was onmiskenbaar in huis.

Na wat heen en weer gepraat en wat zoekerij op internet kwamen we op de moderne versie; een slowcooker. Wij kozen voor de Crockpot 507. Inmiddels kunnen we niet zonder. Nu kunnen we échte soep maken, échte stoofpotten; uren lang laten trekken en stoven, zonder gevaar voor brand, zonder in de pan te hoeven roeren. Alle ingrediënten in de pan, een uurtje of zes tot acht z’n gang laten gaan en klaar is de soep, het stoofpotje enz.

Inmiddels hebben een tweede slowcooker; de Andrew James van 1,5 liter.
Nu kunnen we een slowcooker aanprijzen omdat het gezond en smakelijker koken is vanwege de lage temperaturen en het gebruiksgemak. Maar voor ons geldt vooral het plezier in recepten te bedenken of om te bouwen naar slowcooking en het experimenteren met ingrediënten.

Oja, we zijn een gezin van vier: vrouwtje, mannetje, twee puber en drie honden. Jammer voor de twee uitwonende kinderen. Die moeten hun eigen stoofpotjes maar maken.

Ossenstaartsoep, maar dan zoals het hoort

Het is fris buiten. Trek in soep. wat is er dan lekkerder dan een goeie kop ossenstaartsoep van een bekend merk? Soep, niet in blik maar in een zak. Als op de verpakking ook nog staat ‘Zonder kunstmatige geur- en smaakstoffen’ én “Rijk aan smaak’. Wie kan dat dan nog weerstaan? Voor alle zekerheid de ingrediëntenopgave gelezen.

Ossenstaartsoep, maar dan zoals het hoort

De ingrediënten van de Ossenstaartsoep uit een zak van een bekend merk:

Water, groenten 18,4% (tomaat, bleekselderij 5,2%, ui 1,9%), vlees 4,6% (rund, ossenstaart 0,5%), port 1,8%, tarwebloem, gemodificeerd maïszetmeel, gistextract (bevat gerst), ketjap 0,7% (suiker, melasse, sojasaus (water, sojaboon, tarwe, zout), water, azijn, zout, gemodificeerd tarmezetmeel, aroma), zout, aroma, kaliumchloride, azijn, fructose, mierikswortel, maltodextrine, gebrande suiker, groentesapconcentraat (selderij, wortel, prei, ui), nootmuskaat, balsamico-azijn (wijnazijn, druivenmost), witte wijnextract, suiker. Nou, dat is me het soepje wel!

Dat is niet de soep die ossenstaartsoep mag heten. (Misschien wel volgen de fabrieken die deze meuk maken en mag het volgens de wet). Onderstaand het klassieke recept van ossenstaartsoep volgens het Haagse kookboek 12e druk (1951). Zoals ossenstaartsoep hoort te zijn. Daarna mijn aanpassingen van het recept.

Ingrediënten volgens het Haagse Kookboek
1 kg ossenstaart in stukken gesneden, 20 gram boter, ui, wortel, peterselie, tijm, laurierblad, peperkorrels, madeira of port, cayennepeper.

Mijn aanpassingen. De wortel vervang ik door zoete aardappel. De boter verdwijnt uit mijn recepten, rijstolie komt er voor in de plaats. Omdat we van vers houden voegen we twee takjes tijm, twee takjes rozemarijn en twee laurierblaadjes toe. Een schep tomatenpuree, wat karwijzaad (½ theelepel), vier bollen soloknoflook, twee uien en drie glazen rode wijn maken het recept compleet.

Ik gebruik de slowcooker voor het verder garen van de ingrediënten. Er moet dus verhuisd worden van de ene naar de andere pan. Ik verwarm de slowcooker met een ½ liter water voor op ‘Hoog’.

De ossenstaart (eigenlijk ‘runderstaart’) lichtjes bestrooien met bloem en met een weinig peper inpeperen. De ui, zoete aardappel, knoflook (eerst pellen en/of schillen) in kleine blokjes snijden. Het peterseliegroen fijn hakken of snijden naar eigen believen.

Om zo dicht mogelijk bij het Haagse Kookboek te blijven, verhit ik een scheut rijstolie in een braadpan. De stukken runderstaart worden lichtbruin gebraden. Nu moet de runderstaart het veld ruimen voor de overige ingrediënten. Ik leg de stukken runderstaart op een bord. Als de SC op temperatuur zou zijn dan konden de stukken staart alvast in de SC.

In de nog hete olie bak ik de ui, zoete aardappel, tomatenpuree, karwijzaad, knoflook voor een paar minuten en voeg dan de rode wijn toe. Nog even flink aan de kook brengen. Nu met de warme braadpan alle ingrediënten in de SC manipuleren. Het geheel versieren met de takjes tijm, rozemarijn en de laurierblaadjes. Als het geheel niet helemaal net onder water staat, nog wat water bijvoegen.

De laatste stap is de SC instellen op ‘Laag’ voor de komende 7 tot 8 uur. De soep is klaar als het vlees van het bot valt. Ik moet niet vergeten de botten uit de soep te halen vóór het serveren.

Volgende keer toch maar proberen aan echte ossenstaart te komen. Is nóg lekkerder, heb ik gehoord.

Bezigheidstherapie met gevulde aubergine

Het is een trage zondagmiddag. Geen echte plannen, geen echte rust en weinig activiteitszin. Een beetje uit hangerige verveling de koelkast en keukenkastjes uitgeplozen. In de kast kijkt de kleine Andrew mij aan. Hij wil aan de slag, iets doén. Ik laat me overhalen en Andrew tevreden stellen, met … gevulde aubergine. VL springt op de fiets om dat te halen wat we niet in huis, maar wel ernstig nodig hebben. We hebben nodig;

Kleine Andrew blijkt te klein te zijn voor vier helften aubergine. Dus de grote Crockpot tevoorschijn gehaald en gevuld. Het grote avontuur gaat beginnen.

2 aubergines; 400 gr mager rundergehakt; 1 ui; 3 bollen soloknoflook; 375 gram tomaatstukjes; wat komijnpoeder; een beetje oregano; zout en peper; ietsje kaneelpoeder; 100 gram Feta; rijstolie en peterselie.

Gevulde aubergines met feta is een ovengerecht, maar wij gaan het proberen in de slowcooker. En we spelen een beetje vals door ook een koekenpan te gebruiken om de ui, knoflook te fruiten en het gehakt te rullen. Maar eerst moeten de ui en knoflook gesnipperd worden. De aubergines kunnen in de lengte doormidden gesneden worden. Een beetje uithollen en het vruchtvlees wat insnijden. De auberginehelften besprenkel ik met wat rijstolie.

De gesnipperde ui en knoflook in de olie in een pan fruiten, het gehakt toevoegen en rullen. De gezeefde tomaten, de komijn, oregano, kaneel en een ietsiepietsie peper en zout. Ook het geschraapte aubergine-vruchtvlees er nog even in de pan en een minuut of wat door bakken

Schep het gehaktmengsel in/op de aubergines en kruimel de feta in ruime mate er over heen. Nu kan het in de slowcooker, maar niet voordat we deze hebben ingevet en bekleed hebben met bakpapier. (later wordt duidelijk waarom). Nu is het de kunst om de auberginehelften heel en gaaf in de slowcooker te krijgen.

Een uurtje op ‘Hoog’ en dan is het uitproberen. Het blijkt dat een uurtje of 7 tot 8 op standje ‘Laag’ voldoende is. Is de aubergine gaar en klaar, kan het geheel makkelijk aan het bakpapier uit de pan getakeld worden.

Nu nog iets er bij te maken wat goed combineert. Dat wordt verse tzatziki. Eigenlijk is het beter om tzatziki een dag van te voren te maken. De smaken kunnen zich dan lekker verenigen. Maar…gisteren wist ik nog niet wat ik vandaag zou doen. Het recept houd ik origineel, dus neem ik voor de tzatziki:
1 komkommer, 500 gram yoghurt Griekse stijl; 5 teentjes knoflook; 1 theelepel fijngehakte dille; 1 eetlepel olijfolie; zout en versgemalen zwarte peper

De komkommer kan geraspt worden. Even in een zeef het vocht er een beetje uitdrukken, maar niet tot moes persen. Het gaat makkelijker als je hiervoor een schone theedoek gebruikt. De komkommer in een schaal doen met de yoghurt, de gesnipperde knoplook, dille en olie. Een tijdje bijzonder goed roeren en de schaal afdekken. Nu kan de schaal met inhoud in de koelkast voor enkele uren. Het zou mooi zijn als de gevulde aubergines en de tzatziki gelijk klaar zijn.

Jachtschotel van hert, konijn en wild zwijn

Opa (van moeders kant) was slager. Niet om zijn geld te verdienen, maar ‘omdat het kon’. Hij vond het gewoon leuk. De Haagse famielje was er niet blij mee, werken voor je geld was ‘not done’ -al gebruikten ze andere woorden. De foto’s laten een romantisch beeld zien; den ‘ijsman’ kwam blokken ijs brengen voor de (echte) ijskast in de slagerij, twee keer per week. Opa met brokken koe en varken op zijn nek om uit te benen. De werkelijkheid was anders. Heb ik mijn voorkeur voor het bereiden van mooi vlees van opa geërfd?

Niet geërfd van opa heb ik mijn voorkeur voor wild en wildschotels. Gelukkig is binnen een straal van 5 kilometer van ons huis een geweldige poelier. Wat hij niet in voorraad heeft, kan binnen enkele dagen geleverd worden. Geen diepvries, maar echt bejaagd Nederlands wild.

Ik kies voor een jachtschotel met wild. In Nederland wordt vaak jachtschotel gemaakt met rundvlees. Het liefst zie ik bij de ingrediënten meerdere soorten wild; hert, konijn en wild zwijn is een prima combinatie.

Ingrediënten
1 kilo in gelijke delen konijn, hert en wild zwijn; 300 ml verse (schenkel-) bouillon; 1 eetlepel bloem; 1 zoete aardappel; 3 rode uien (of 8 sjalotten); 4 bollen soloknoflook; 1 dikke plak ontbijtkoek; 10 jeneverbessen; 3 laurierblaadjes, 5 kruidnagels; zout en peper; boter of rijstolie; 100 gram ontbijtspek (blokjes)

Dit keer bestrooi ik het in blokjes (niet te klein) gesneden vlees en de blokjes spek met bloem. Dit gaat het makkelijkst door het vlees en spek in een stevige plastic zak te doen, bloem erbij en goed schudden. Het vlees en het spek uit de plastic zak voorzichtig op een groot bord leggen.

Rustig aan de uien (met de nerf mee in plakjes), de knoflook, het ontbijtkoek snijden. Neem hier alle tijd voor, het is immers ‘slowcooking’. Het vlees kan in de hete boter (of rijstolie voor de liefhebber) in een braadpan enkele minuten aangebraden worden. Het vlees kan dan weer op een (schoon) bord gelegd worden. De uien en knoflook fruiten.

De slowcooker staat al klaar voor ontvangst. Belangrijk is om de bouillon goed warm te maken. Dit doe ik door de Slowcooker al vast aan te zetten op ‘Hoog’ met de bouillon erin. Is de bouillon goed warm, dan gaat het vlees, uien-,knoflook- en paddenstoelenmengsel met de ontbijtkoek en de kruiden in de slowcooker. Dit mag op ‘Laag’ een uurtje of 8 stoven. Optioneel is een glas rode wijn bij te voegen zo ergens halverwege de stooftijd.

Nu kom je voor de keus te staan; bedek ik de jachtschotel met aardappelpuree en nog even in de oven? Of serveer ik de jachtschotel met de puree er naast? Ik besluit voor het laatste. Ieder kan dan naar eigen inzicht de hoeveelheid puree bepalen. Vind ik wel zo fijn.

In de meeste recepten wordt wortel verwerkt. In ons gezin is dat geen goed idee. VL is allergisch voor o.a. wortel en appel. De appel laat ik dus vervallen en de wortel vervang ik door zoete aardappel. Ik overweeg stiekem appelmoes te gebruiken om de schotel op smaak te brengen. Dat kan VL wel aan.

Draadjesvlees uit 1920

Mijn oma van vaders kant was een struise Amsterdams volksvrouw. Stevig van postuur, stevig van taalgebruik en stevige maaltijden bereidend. Ze had ook een volkstuin, samen met opa. Wat ze daar verbouwden moést gegeten worden, ‘we planten het niet voor Jan ***’ zei ze steevast als we wéér eens bruine bonensoep voorgeschoteld kregen. Niet dat het niet lekker was, maar wel vaak en veel.

Over haar draadjesvlees hoorde je nooit iemand klagen. Dat kon eenvoudig niet te vaak of te veel. Eén van haar geheimen was heel lang stoven op een heel laag pitje van het petroleumstel. Kwam je het huis binnen en je rook de petroleumgeur, dat wist je het al; draadjesvlees!

Draadjesvlees uit 1920

In een poging om die sfeer en die smaak te reproduceren maak ik met de door haar gebruikte ingrediënten draadjesvlees. Alleen de geur van de petroleum is er niet bij. Dat levert de slowcooker niet.

De bereiding heb ik van oma overgenomen, hoewel ik het vandaag de dag anders zou doen.

Ingrediënten
1 kg sukade- of doorregen runderlappen; 3 plakken ontbijtkoek; appelstroop; 2 middelgrote uien; boter (eventueel met wat olijfolie); grove mosterd; 2 laurierblaadjes; 5 kruidnagels; 500 ml runderbouillon; zout / peper

Wrijf het vlees in met wat zout, de peper en de mosterd (mosterd mag wat aan de ruime kant zijn) en braad het rondom bruin. Voeg daarna de (warme of hete) bouillon en een glas rode wijn toe. Voeg de in stukken gesneden ui, de laurierblaadjesu, de kruidnagels en twee flinke eetlepels appelstroop toe. Verkruimel tot slot de plakken ontbijtkoek boven de pan
Als alles in de slowcooker is overgebracht, zorg dat het vlees helemaal ondergedompeld is. Laat het geheel stoven voor een uurtje of 8 tot 12 uur op ‘Laag’.

Omdat oma de pan op een petroleumstel bereidde, moest er regelmatig gekeken worden of er genoeg vocht in de pan zat en er moest geroerd worden. Elke keer als oma in de pan keek, nam ze een slokje wijn. Want ‘wijn ken je niet lang bewaren. Dan wordt het zuur’. Dus keek ze regelmatig in de pan.

Oja, oma maakte het draadjesvlees altijd een dag van te voren, nog lekkerder.

Bokkenstoof op z’n Grieks

De Griekse Keuken, of in ieder geval de stijl van de Griekse Keuken, is mij op het lijf geschreven. Niet alles afwegen, maar gewoon uit het vrije handje strooien, schenken en bijvoegen. De ingrediënten grof gesneden, eventueel te gebruiken vlees liever in grote stukken dan in nette blokjes van een bepaalde maat. Natuurlijk met in het achterhoofd wat het uiteindelijke resultaat van de kokerij moet zijn of gewenst is. Een voordeel is dat de voorbereiding niet al te veel tijd neemt. Als ik op Lesbos zou wonen, zat ik snel (weer) in de zon voor mijn woning –of op een terrasje- met een glas Retsina en wat Metzes. Het leven is aangenaam.

In het kader van ‘Red een bok’ kom ik op het volgende recept. Hé, moeten bokjes gered worden? Yes, vanwege de populariteit van geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt zijn er meer geiten nodig. Bij elke worp van moedergeit is een derde tot de helft een bokje. Die kosten de boer alleen maar en leveren niets op. Na enkele weken worden de bokjes geslacht en naar het buitenland gebracht. Kortom, geen bokwaardig bestaan. Om deze bokjes een beter leven te gunnen is het nodig om in Nederland meer bokkenvlees te bereiden en te eten. Op de website van de Bokkenbunker staat het hele verhaal.

Ingrediënten
1 tot 1,3 kg bout van de bok; 4 bollen solo-knoflook; 10 – 15 cocktailuitjes (Oignon Saucier), nadrukkelijk vers; 1 zoete aardappel; 2 stengels bleekselderij; 2 eetlepels tomatenpuree; 300 ml droge rode wijn; een scheut rijstolie; 2 eetlepels rode wijnazijn; !/2 liter groentebouillon; oregano; tijm; rozemarijn; kruidnagel; laurierbladen; zout en peper indien gewenst.

We (Het majesteitelijk ‘Wij’, want ik kook in m’n eentje) bereiden deze stoofpot op zijn Grieks, dat wil zeggen; grote stappen snel thuis. Prettig is overzicht te hebben.

Ik snijd de bleekselderij in stukken, de knoflook in vieren en de zoete aardappel in stukjes. Ik zet de oregano, tijm, rozemarijn, de laurierbladen en de kruidnagel klaar. Ik gebruik zoveel mogelijk verse kruiden. De hoeveelheden van elk kruid bepaal ik op de geur. Kruiden bijvoegen, ruiken en eventueel aanpassen tot je zegt ‘ja dit is hét.

Het vlees altijd even droogdeppen om daarna in een braadpan aan te braden in een forse scheut rijstolie tot de bouten mooi lichtbruin zijn. Niet alle bouten passen bij mij tegelijk in de pan, dus het aanbraden gaat in gedeelten.

Nadat alle bouten aangebraden zijn, mogen de knoflook, sjalotten, zoete aardappel en de bleekselderij in het achtergebleven braadvet. Nu komt het meest inspannende deel van de bereiding: onder constant roeren voegen we de tomatenpuree toe om het even mee te bakken. Na een minuut of wat gieten we de wijn en wijnazijn bij het baksel en koken net zo lang dat het vocht bijna ingekookt is.

De kruiden en het vlees kunnen alvast in de slowcooker. Als het zover is dan de overige ingrediënten overbrengen in de slowcooker. De laatste stap is het toevoegen van de bouillon en de timer op 7 uur zetten, uiteraard op ‘Laag’. Een uurtje langer kan geen kwaad.

Grieken eten bij de bokkenstoof graag een boerensalade en gebakken aardappels of rijst. En natuurlijk een stevig glas Retsina.

Geverifieerd door MonsterInsights