Aardappel-ovenschotel

In 1996 kwam het voor het eerst in de winkel, Aardappel Anders. Een saus in een potje voor over de aardappel-ovenschotel. In allerlei smaken. In het ouderlijk gezin hebben we Aardappel Anders éénmaal uitgeprobeerd. En daar is het bij gebleven. Kennelijk is het bij veel mensen aangeslagen. Het is nog steeds te koop in de super.

Hier de ingrediënten van een potje op een rijtje: Water, koolzaadolie, ui, gemodificeerd zetmeel, kruiden 2,5% (bieslook, peterselie, Provençaalse kruiden), dextrose, zout, kaas, scharreleigeel, aroma’s (bevat melk), verdikkingsmiddel: xanthaangom, emulgatoren: polyfosfaten en natriumfosfaten, knoflookextract 0,15%, ui-extract.

Dat kan met minder ingrediënten en puurder. Hier gaan we.
Ingrediënten: 800 gr aardappelschijfjes, 6 sjalotjes, 1 grote rode paprika, 1 bolletje soloknoflook, 150 gr champignons, 80 gr geraspte kaas, 30 gr roomboter, 30 gr bloem, 400 ml melk, 1 tl tijm, 1 tl oregano, 1 tl paprikapoeder, 1tl grove mosterd, 1 tl groentenbouillon.

Aardappel-ovenschotel in elkaar zetten

Ik heb gekozen voor voorgekookte aardappelpartjes. Als voorbereiding heb ik een ovenschaal ingevet met boter. Het voorverwarmen van de oven kan nog even wachten.

De sjalotjes worden gepeld en gesnipperd. De paprika ontdaan van de zaadjes en zaadlijsten, dan in dunne reepjes gesneden die gehalveerd worden. De champignons worden in dunne plakjes gesneden. De paprikareepjes, gesnipperde sjalotten en de champignonplakjes worden in een klontje ghee gebakken op middelhoog vuur. Eenmaal zacht kan het vuur uit. Meng de aardappelpartjes en het gebakken mengsel goed door elkaar en laat dit mengsel met rust.

Nu komt het in elkaar zetten van de saus in beeld. In een pan met dikke bodem smelt ik de boter op laag vuur. Voeg de bloem toe en bak de bloem al roerend gedurende vijf minuten gaar. Daarna gaat de melk in de pan en breng dit al roerend aan de kook. Zet daarna het gas laag en voeg tijm, oregano, mosterd, paprikapoeder, zout en peper en groentebouillon aan de roux toe. Blijf de roux roeren tot het indikt. De saus mag best wel redelijk dik zijn, zodat het op de aardappelpartjes blijft liggen. Nu kan de oven voorverwarmd worden op 180 graden.

Het aardappel/groentenmengsel gaat in de ingevette ovenschaal en verdeel de saus gelijkmatig er over. Nog even met een spatel de saus verdelen zodat alles goed bedekt is. Op het laatst gaat de geraspte kaas over het geheel. De aardappel-ovenschotel gaat de oven in voor ongeveer 30 minuten op 180 graden in de oven. Het resultaat is de kaas gesmolten en goudbruin is. Dit is onze versie van aardappel-ovenschotel anders.

Vers gebakken Turks Brood

Soms zijn er van die dagen dat je je afvraagt waarom je sommige producten in de winkel koopt. Vaak uit gewoonte of dat het makkelijk is. Wij kopen regelmatig Turks brood. Soms in de supermarkt, vaak bij ‘de Turk’. Thuis gekomen alleen nog maar even 10 minuten afbakken. Toch maar een keer niet kopen maar zelf maken: vers gebakken Turks Brood.

Bij Turks brood uit de super zie je op de ingrediëntenlijst wat er in zit. Bij ‘de Turk’ zie je geen ingrediëntenopgave, want het brood in onverpakt. Bij zelf bakken gebruik ik goede producten van betrouwbare leveranciers. Dit wordt weer een project ‘weet wat je eet’.

Het bakken van een Turks brood is zo eenvoudig dat je er moeilijk een eigen draai aan kan geven. Daarom houd ik het bij dit basisrecept.


Ingrediënten: 500 gram tarwebloem, 7 gr instantgist, 1 el kristalsuiker, 1 tl zout, 150 ml lauwwarm water, 75 ml lauwwarme melk, 2 el olijfolie, 1 el boter, ei, 1,5 el sesamzaadjes.

Het is fijn om een ruime mengkom te hebben. Daar in gaat de bloem. In het middel van de bloem een kuiltje maken, daar gaat de gist in. Verder doe ik de suiker, zout boter en de olijfolie aan de rand van het bloembergje. Voeg tijdens het mixen beetje bij beetje het lauwwarme water en melk toe.

Mix het geheel met de deeghaken tot een veerkrachtig deeg. Ik neem daar ongeveer 10 tot 12 minuten voor. Dan kan de mengkom afgedekt worden met een schone theedoek. Het rijzen kan beginnen.

Ik ben ik het bezit van een rijskastje. Dus de kom met deeg gaat in de rijskast op 30 graden. Een bakje water in de rijskast erbij. Na een uur is het voldoende gerezen.

Ondertussen een bakplaat van bakpapier voorzien. Strooi wat bloem op het bakpapier. Het deeg op de bakplaat tot een rond plat brood vormen. Het deeg moet nu nog een minuut of 20 narijzen. Tijd om de oven voor te verwarmen op 200 graden.

De bovenkant van het deeg insmeren met een geklopt ei/melkmengsel en verdeel een handje sesamzaadjes er over. Ik maak met een scherp mesje wat strepen in het deeg. Bak het brood in 15 minuten bruin. Als het brood hol klinkt is het vers gebakken Turks Brood gaar en klaar.

Scones en breekbrood

Het komt er weer aan, Pasen. De super staat al ruim een maand vol met Paasattributen, chocolade eitjes, paashazen en…scones. Uiterste houdbaarheidsdatum 12-4-2025. En Paas valt dit jaar op 20 en 21 april. Dat wordt dus wachten op nieuwe aanvoer of net achter het net vissen. Dan maar zelf maken: scones en breekbrood.

De scones gekocht in de supermarkt hebben toch wel wat meer ingrediënten dan de zelf gemaakte. Ingrediënten die ik niet graag in mijn baksel wil. Het voordeel van zelf maken is dat je weet wat je eet. De ingrediënten die ik kies zijn zoveel mogelijk bio en van betrouwbare winkels. Scones en breekbrood in productie.

De scones maak ik in de oven en het breekbrood in de slowcooker.

Scones

Ingrediënten: 450 gr bloem, 125 gr koude roomboter, 16 gr bakpoeder, 50 gr kristalsuiker, 3 eieren, 175 ml karnemelk, snufje zout, 175 gr rozijnen.

Verwarm de oven voor op 200 graden.zet de rozijnen ‘in de week’ in een schaaltje water om te wellen. Snijd de boter in kleine stukjes. Meng in een ruime mengkom bloem, bakpoeder, suiker en zout. Voeg de stukjes boter bij het bloemmengsel en wrijf de boter door de bloem tot een korrelig geheel. Voeg twee eieren één voor één toe en de karnemelk scheutje voor scheutje. Kneed het geheel tot een niet al te plakkerig en soepel deeg. Dep de rozijnen droog en bestuif ze met wat bloem. Werk voorzichtig de rozijnen door het deeg.

Bestuif een grote snijplank met bloem en rol het deeg tot een centimeter of twee. Steek met een glas of een steekvorm van 5 of 6 centimeter diameter rondjes uit het deeg en leg deze op de met bakpapier bedekte bakplaat. Klop een ei op en bestrijk de scones er mee. De scones zijn in 10 tot 15 minuten in de oven gaar en klaar.

Breekbrood

Ingrediënten:
500 gr bloem, 1 zakje instant gist, 300 ml volle melk, 1 tl zout, een handje sesamzaad, 50 gr boter.

De boter ruim van te voren uit de koelkast en op kamertemperatuur brengen. Verwarm de melk tot lauwwarm. Doe de bloem, gist, suiker, zout, boter en melk in een mengkom. Meng de ingrediënten goed door elkaar. Kneed het tot een soepel niet plakkerig deeg. Dit kan met je handen of met een mixer met deeghaken. Maak van het deeg een bal.

Doe deze bal deeg in de mengkom en bedek deze met een schone theedoek. Bij ons gaat de mengkom voor een uur in het rijskastje op 30 graden. Na een uur is de volume ongeveer verdubbeld.

Kneed nogmaals het deeg goed door. Verdeel het deeg in acht kleine bolletjes. Doe een vel bakpapier in de slowcooker en schik daarop de bolletjes deeg. Klop het ei los en bestrijk de bolletjes met het losgeklopte ei. Strooi er een handvol (1 el ongeveer) sesamzaadjes over heen.

Leg een schone theedoek tussen de binnenpan en de deksel van de slowcooker en zet de slowcooker op ‘Hoog’ voor 1,5 uur. Heeft het breekbrood een kerntemperatuur van ongeveer 90 graden dan is het gaar en klaar. Til het brood uit de slowcooker met behulp van het bakpapier en laat het afkoelen op een rooster. Vlak voor het gebruik kan het brood voor een mooi korstje op 200 graden voor een minuut of vijf in de oven.

Witlofrolletjes uit de oven

Fazantenweg, Amsterdam Noord. Het voelde aan als een laan; een brede weg met veel bomen aan weerskanten. Je waande je ‘op sjiek’.

Het was in de tijd dat een gezin bestond uit man, vrouw en (gemiddeld) drie kinderen. De vrouw was huisvrouw, een eerzaam bestaan. De man verdiende het inkomen om het gezin te onderhouden. Dat werd in sommige kringen een ‘mansverdienste’ genoemd.

Het was in de tijd dat wij als een van de weinige gezinnen in de straat een televisietoestel hadden. Dus op woensdagmiddag kwamen buurtkinderen bij ons naar het kinderuurtje kijken. Zo’n kind of tien., zittend in een kring rond de tv. Tot dat…één van de kinderen op een dag tijdens een spannend moment van Dappere Dodo op de grond pieste. Op het tapijt. Vanaf dat moment was het televisietoestel niet meer beschikbaar voor de buurtkinderen.

Een enkeling was in het bezit van een automobiel. Die werden meestal aangeslingerd of aangeduwd. Dan is het makkelijk om een groot gezin te hebben; veel handen maken licht werk.

Zo ook het gezin dat woonde aan het begin van de Fazantenweg. Elke zondag ging het gezin ‘te kerke’ met het automobiel. De zes kinderen werden ingezet om de auto te starten door te duwen. En het lukte hen steeds weer, de auto startte en de kinderen togen aan boord.

Witlofrolletjes uit de oven.
Ingrediënten: 4 flinke stronken witlof, 1 kg kruimige aardappels, 8 plakken ham, 175 gr crème fraîche, 100 gr boter, 1 scheut melk, verse bieslook, 80 gr gesnipperde kaas.

Voor witlofrolletjes uit de oven heb je een grote ovenschaal nodig. Eerst wordt de puree gemaakt. Schil de aardappelen, was deze en snijdt ze in ongeveer gelijke stukken. De aardappelen opzetten met koud water en in ongeveer een kwartier zachtjes gaar koken.

Eenmaal gaar en afgegoten de aardappelen in de pan zonder deksel een minuut of twee laten uitdampen. Dan met de aardappelstamper de aardappelen tot puree stampen. Tijdens deze handeling wordt de boter in stukjes toegevoegd. Nu kan de garde aan de slag. Onder het langzaam bijschenken van de melk en het toevoegen van de crème fraîche wordt de puree luchtig geklopt. De puree mag wat aan de soepele vochtige kant zijn.

De oven kan inmiddels worden voorverwarmd op 200 graden. Ondertussen aan de slag met de witlof. Halveer deze en haal de harde kern eruit. Kook de witlofhelften drie minuten in zacht kokend water. Daarna de witlof afgieten en goed laten uitlekken. De witlofrolletjes worden omwikkeld met een plak ham.

Verdeel de aardappelpuree over de ingevette ovenschaal. Leg de witlof/hamrolletjes op de puree en bestrooi het geheel met ruim kaas. De ovenschaal gaat voor een minuut of dertig in de oven. De witlofrolletjes uit de oven is klaar als de kaas mooi bruin kleurt.

Wil je als eerste op de hoogte zijn van nieuwe recepten? Installeer dan de Feedly app en abonneer je op deze website. 

Met vakantie

Het was in die jaren dat het geen algemeen gebruik was dat gezinnen ieder jaar met vakantie gingen. Mijn vader had gevaarlijk werk en werd daardoor uitermate goed betaald. Naast het lichamelijk ongemak voor hem was het voor ons ouderlijk gezin mogelijk om jaarlijks met vakantie te gaan.

Meestal huurden we een huisje via het werk van mijn vader. Zo kwamen we regelmatig in Putten, Sint Maartenszee en zelfs een keer op Kamp Bakkum. De laatste was redelijk berucht om zijn houten huisjes met canvas dak. Tijdens regenachtige dagen niet geheel waterdicht.

Om met vakantie te gaan pakte mijn moeder de vakantiekist in. Alle kleren en andere benodigdheden gingen in de kist. De bode, een besteldienst, haalde de kist op en bracht deze naar de plaats van bestemming. Mijn moeder en de kinderen met de trein en bus er achteraan. Mij vader kwam dan op de fiets naar het vakantieadres, vaak zo’n 50 kilometer.

Linzensalade

Ingrediënten: driekwart komkommer, 20 cherrytomaatjes, 1 grote ui, 1 zakje veldsla, 1 blik linzen, 200 gr feta, 4 el olijfolie en 4 el witte wijnazijn, 2 snuffen Keltisch zeezout.

Het begint met het schillen van de komkommer. De komkommer wordt in kwart plakjes gesneden. De cherrytomaatjes worden -na gewassen te zijn- ook in ‘kwartjes’ gesneden. De ui wordt fijngesnipperd. Deze ingrediënten worden in een ruime schaal gemengd en door elkaar gehusseld. Nu wordt 4 el olijfolie, 4 el witte wijnazijn en een snuf zeezout over het geheel gesprenkeld en nogmaals goed gemengd.

De linzen gaan in een zeef en worden afgespoeld met koud water tot er geen schuim meer ontstaat. Daarna goed laten uitlekken. Eenmaal uitgelekt gaan de linzen in een andere grote schaal. Ook bij de linzen gaan 4 el olijfolie, 4 el witte wijnazijn en een snuf zeezout. Nu ook weer lekker mengen.

We gaan verder met de opbouw van de salade. Verdeel de veldsla in twee porties. Leg één portie veldsla als laagje op de linzen. Daarop de helft van het ui, tomaat, komkommermengsel. Dan weer een laagje van de tweede portie veldsla. Daar boven op komt de tweede laag van de uit, tomaat en komkommer. Verkruimel als laatste de feta over de salade en klaar is de linzensalade. Een ideale frisse salade voor warme en koele dagen.

Broeder in de slowcooker

Haarlemmerweg, het is een mooie zomerse dag. Het loopt tegen etenstijd. Om vijf uur ‘smiddags moet de warme maaltijd op tafel staan. Mijn moeder gaat met een pan water, een bak met aardappelen en een schilmesje naar de voordeur. Daar zitten de buurvrouwen al klaar. Het is gezamenlijk aardappelen schillen in het zonnetje. En natuurlijk ook de nieuwtjes uitwisselen, soms op een lichtelijk roddelniveau maar altijd gezellig.

Op zaterdag werd er niet gekookt. Dan was het een uitgebreide broodmaaltijd. Of broeder uit de slowcooker. De slowcooker van mijn moeder was een tulbandvorm op een petroleumstel of in de gasoven.

Dit recept van broeder in de slowcooker wordt gemaakt in de moderne slowcooker.

Ingrediënten: 300 gram zelfrijzend bakmeel, 175 gram rozijnen, 100 gram krenten, 75 gram sucadestukjes, 125 ml melk, 125 gram boter, 2 eieren, het merg van drie vanillestokjes (of 2 zakjes vanillesuiker)

De ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn. Dus mogen de ingrediënten een uurtje uit de koelkast. De rozijnen en krenten worden een uurtje geweekt. Daarna de rozijnen en krenten even drogen met keukenpapier en bestuiven met bloem. Dan blijven ze keurig op hun plaats in het deeg. De rozijnen, krenten en sucadestukjes mengen tot een gevarieerd geheel.

De boter mixen tot het zacht en smeuïg is, stuk voor stuk de eieren erbij. Voeg dan ook de vanillesuiker toe. Mixen zodat alles goed romig wordt. Een beetje melk toevoegen en verder mixen.
Dan het zelfrijzend bakmeel er door heen scheppen en verder mixen. Verder mixen en melk rustig toevoegen tot het een geheel iets dikker is dan beslag maar dunner dan deeg.

De binnenpan van slowcooker invetten en bekleden met bakpapier. Zo dat de broeder, eenmaal gaar, aan het bakpapier uit de slowcooker getrokken kan worden. Met de spatel het beslag/deeg voorzichtig in de slowcooker spatelen en er een zo mooi mogelijke bol van maken. Tussen de pan en de deksel een dubbel stuk keukenpapier leggen. De deksel op de slowcooker en instellen op laag voor een uur of 2,5. Na deze tijd met een grote satéprikker controleren of de broeder gaar is. Niet gaar, dan nog een half uurtje om daarna weer te proberen.

Zodra de broeder in de slowcooker gaar is, deze een kwartiertje in de pan af laten koelen. Dan kan het aan het bakpapier uit de pan getild worden. In plakken gesneden met boter, poedersuiker of stroop serveren.

Broeder in de pan

Het was in het begin van de jaren ‘50. Mijn ouders woonden aan de Haarlemmerweg in Amsterdam. Boven de melkboer en tegenover de Gasfabriek. Schuin tegenover de woning lag het Westerpark, dat werd beschouwd als een luxe in de stad. Een heus park op vier minuten loopafstand, áls je tenminste levend de Haarlemmerweg wist over te steken.

In die tijd waren er veel halve woningen in Amsterdam. Zo kon je op driehoog achter wonen.. Mijn ouders hadden een hele verdieping, een ‘kamer en suite’. Een voor- en achterkamer over de hele verdieping. Met als luxe twee schuifdeuren tussen de voor- en achterkamer. Schoof je die dicht had je plots een tussenkamer.

De keuken was apart van de kamers en bereikbaar via de overloop. De trappen naar de andere etages liepen langs de keuken en langs de deur van de achterkamer. ‘S avonds moest de deur van de keuken én de deur van de achterkamer op slot.

Op de etage boven mijn ouders woonde een kinderloos stel. Regelmatig was de bovenbuurman dronken en lag dan weer eens onder aan de trap; ‘Rooie Manus is van de trap geflikkerd’ en mijn vader hees Rooie Manus samen met een andere buurman op en bracht hem veilig waar hij hoorde. Een voordeel dat Rooie Manus soepel was door de alcohol. Hij had geen noemenswaardig letsel van de valpartijen.

Ik ben geboren aan de Haarlemmerweg. Na verloop van tijd -wanneer hebben mijn ouders niet verteld- verhuisden we naar Amsterdam Noord, naar de Spechtstraat. Een benedenhuis met een tuintje vóór en achter. De Vogelbuurt is een tuindorp.

Broeder in de pan diende als dessert en als maaltijd. Het hield het midden tussen cake en brood bakken.


Ingrediënten: 500 gr bloem, 7 gr gedroogde gist, 300 ml lauwwarme melk, 100 gr suiker, 2 eieren, 1 tl zout, 100 gram rozijnen, 100 gr krenten, 75 gr sukade, 50 gr gesmolten boter.

In een kwartier tijd de rozijnen en krenten wellen in warm water. Laat de krenten en rozijnen uitlekken. Doe de bloem in een flinke mengkom en meng dit met de gist.

Nu is het de beurt aan de suiker, eieren, melk en zout toe. Deze gaan bij het bloem/gistmengsel en mix alles tot een glad deeg. Dan de gesmolten boter erbij en kneed het deeg nog eens goed door. De appelstukjes er bij. Ik bestuif de rozijnen, krenten, sucadestukjes met bloem. Dan blijft de vulling beter op hun plaats en mooi verdeeld.

Dek nu het deeg af met een schone theedoek en laat het ongeveer 1 uur rijzen op een warme plaats.

Ik bak de broeder in de pan in de oven. Hiervoor heb ik een broederpan. De pan vet ik in met een flinke klont roomboter. Dan gaat het beslag in de pan, de deksel er op en op 180 graden in de oven. In theorie is de broeder in ongeveer anderhalf uur gaar. Controleer of de broeder gaar is door er met een satéprikker in te prikken; deze moet er schoon uitkomen. De tijd blijft een verrassing, dus regelmatig controleren is een gegeven.

Eenmaal gaar en klaar moet de broeder wat afkoelen. Daarna kan de broeder in de pan uit de pan worden gestort en in plakken gesneden. Lekker met een klontje boter, poedersuiker of stroop.

Gewoonten en tradities

We waren voor wat kleine aankopen in een winkel op ons vakantieadres. Mensen nemen bij de kassa de tijd om wat bij te praten, nieuwtjes en ervaringen uit te wisselen. Niemand heeft haast. Gewoonten en tradities. Zo ook nu.

Een wat oudere heer vertelde dat hij zeer verrast werd. Hij is een gezien persoon in het dorp en is met pensioen gegaan. Om dat te vieren kwam het dweilorkest én de voltallige carnavalsvereniging op bezoek. Zo’n tachtig man, zonder aankondiging. Nu bleek dat de familie wél op de hoogte was en voor voldoende bier had gezorgd. Gewoonten en tradities

Een ons bekende boer moest een operatie ondergaan. Maar het werk moet door gaan. Een paar dagen in het ziekenhuis is geen optie. De operatie was ingrijpend en deze boer mag voorlopig niet tillen, sjouwen en meer van dat. De verzorging van de dieren kan geen uitstel lijden.

Ongevraagd komen de hulptroepen; een paar boeren uit de directe omgeving komen langs om het een en ander te doen. Zodat de boer minder hoofdzorgen hoeft te hebben over de werkzaamheden. Hij heeft al kopzorgen genoeg. Zodra hij weer kan, zal er ongetwijfeld een BBQ gehouden worden met de hulptroepen. Noaberschap staat hier hoog in het vaandel, net als gewoonten en tradities.

Gnocchi-soep
Ingrediënten: 400 gr verse gnocchi, 250 gr gerookte kip, 250 gr wortel, 150 gr verse spinazie, 2 stengel bleekselderij, 2 uien, 4 bolletjes soloknoflook, 1,2 l water, 1 tl groentenbouillon, 1 el ghee, 2 tl gedroogde tijm, wat zout en peper. (Optioneel een scheut slagroom)

Eerst maar het snijwerk. De uien en knoflook pellen en snipperen. De wortel en bleekselderij even wassen en in in dunne schijfjes snijden. De verse spinazie grof hakken. De gerookte kip eveneens in klein blokjes snijden.

De bekende soeppan met dikke bodem gaat aan het werk: de ghee gaat in de pan en wordt verhit. Op temperatuur gaan de knoflook en uisnippers in de pan. Na een minuut of vijf is dit mengsel glazig en worden de wortel- en bleekselderijschijfjes, de bouillonpoeder en tijm toegevoegd.

Na nogmaals vijf minuten bakken gaan de kipstukjes en 1,2 l water in de pan. Nadat deze aan de kook is gaat de gnocchi in de pan. Dit geheel zo’n 15 tot 20 zachtjes doorkoken. Op het laatst wordt de spinazie door de soep geroerd. Eventueel kan nu ook de room toegevoegd worden. Na een paar minuten op laag vuur is de soep klaar om geserveerd te worden.


Fêta Fourno

Het lievelingsgerecht van een van de kinderen is ‘feta uit de oven’, fêta fourno. Ook hier bestaan er veel variaties op het thema. Dit keer kies ik een soort van basis-uitvoering welke bij ons zeer in de smaak valt.

Ingrediénten
1 plak fêta, flinke scheut olijfolie, 2 bollen soloknoflook grof gesneden, wat paprikapoeder en wat wilde oregano.

Handig is de oven alvast voor te verwarmen op 180 graden. Nodig is een ovenschaaltje waar de plak feta in past, niet te krap maar zeker niet te ruim. Leg de plak feta in de ovenschaal, de grof gesneden knoflook vooral rondom de feta leggen en iets er over. Liever iets meer knoflook dan ‘te weinig’. Strooi de oregano en ietwat paprikapoeder over de feta en besprenkel het geheel met ruim olijfolie.

Als de oven warm genoeg is, dan kan de schaal in het midden van de oven. Na ongeveer 45 minuten even bekijken hoe de fêta fourno kleurt. Gaat het iets te snel dan kan de schaal afgedekt worden met wat aluminiumfolie. Na een uur zou het klaar moeten zijn. Nog niet de juiste kleur? Dan nog even door kleuren.

Ook leuk zijn kleine eenpersoons (gietijzeren) ovenschaaltjes. Elk schaaltje krijgt zijn eigen stukje feta, de eigen hoeveelheid knoflook, oregano en olijfolie. De oventijd moet nu wel wat aangepast worden, op gevoel. Kijk wel uit tijdens het eten, de schaaltjes zijn heet!

Wij eten fêta fourno in combinatie met Kotopoulo sto fourno

Grieks bijgerecht Tzatziki

Grieks bijgerecht Tzatziki
Om dit bijgerecht helemaal tot zijn recht te laten komen, maak ik het een dag van te voren.

Ingrediënten
1 komkommer, 1 bol Soloknoflook, 1 liter Proto (of Dodoni 10%), yoghurt, een scheut olijfolie, wat wijnazijn en een paar klein gesneden blaadjes munt.

De komkommer schillen en met een grove rasp raspen. Een beetje zeezout of Himalayazout er over heen strooien en in een schone theedoek of kaasdoek het vocht er uit knijpen. Dit mag best stevig, zodat bijna alle vocht er uit is. De knoflook heel fijn hakken of raspen. Sommige mensen raspen de knoflook tot moes, dan is een bol extra knoflook niet overbodig.

Meng alle ingrediënten in een ruime schaal door de yoghurt en roer alles goed door elkander. De schaal gaat afgedekt in de koelkast tot de volgende dag.

Een lekkere combinatie is tzatziki met Turks brood en Kotopoulo sto fourno en fêta fourno.

Geverifieerd door ExactMetrics