Broccoli anders

In geval van weinig kookinspiratie ofwel kookidee-armoe grijpen we snel terug op broccoli, gehaktbal of ander vlees en aardappelen resp. puree. Niks mis mee, maar ook niet erg origineel. Zeg maar gerust wat saai. Nu komt kookidee-armoe bij ons niet vaak voor en is met de oplossing goed te leven.

Om afwas te besparen is het handig om een eenpansmaaltijd te fabriceren. Groenten en aardappelen in één pan, goed door elkaar husselen en wat stampen en klaar is Kees. Een voordeel is dat de personen die niet zo gek zijn op broccoli ongemerkt tóch voldoende groenten binnen krijgen. Dus, broccolistamppot.

Nog even over de ingrediënten. We gebruiken altijd rauwmelkse boter en ruime hoeveelheden ui en knoflook. Verder halen we onze groenten bij de lokale bio-boer.

Ingrediënten
1 ui, 1 bol soloknoflook; 600 gram bloemige aardappelen, 600 gram broccoli; voldoende boter; wat mosterd.

Om geen goede groenten te verspillen snijd ik de roosjes en de stronk van de broccoli in kleine stukjes. Houdt de stukjes roos en stronk apart van elkander. De aardappelen worden geschild, in gelijke stukjes gesneden en gewassen. De ui en knoflook worden gesnipperd.

De aardappelen en de broccolistronkstukjes gaan in een pan water en gaar gekookt in zo’n 15 minuten. De aardappelen en broccolistukjes hoeven maar net onder water te staan.

Ondertussen smoor ik de ui en knoflook in een braadpan met dikke bodem met een flinke klont boter. De broccoli-roosjes worden bij het glazige ui/knoflookmengsel gevoegd om langzaam gaar te smoren. regelmatig roeren en omscheppen om aanbakken te voorkomen is aan te bevelen. Ook de worst wordt verwarmd. Nu is het de kunst dat alle ingrediënten tegelijk warm en gaar zijn.

Zodra de aardappelen met broccolistonkstukjes gaar zijn worden deze afgegoten. Nu komt de stamper aan te pas en het aardappel/broccolistronkmengsel tot puree wordt gestampt. Nu gaat de puree in de pan met de broccoliroosjes-, ui-, knoflooksmoor en wordt het geheel door elkaar geschept. De mosterd naar smaak en de in plakjes gesneden worst worden door de puree geschept.

O k, het is niet helemaal een eenpansmaaltijd geworden, maar dat mag de pret niet drukken. Een blokje bottenbouillon door de stamppot maakt het geheel nog voedzamer.

Varieer door kaas, spekreepjes, hamblokjes, feta, gegratineerd en verder naar eigen behoefte en inzicht.

Bottenbouillon van buitendieren

In een eerder stukje had ik het maken van bouillon al beschreven. Ook de voordelen van bottenbouillon staan daar genoemd. Het is altijd goed om te herhalen wat nu de gezonde stofjes zijn:

‘…In botten zit calcium, fosfor, silicium, magnesium en kalium. In het merg zitten de vitamines A en K2, omega 3 en 6, zink, mangaan, boron en selenium. Dan zitten er nog wat gezonde dingen in het bindweefsel…’
De opsomming kan compleet gemaakt worden met collageen, proline, glycine, natrium, fosfor, ijzer. Bottenbouillon bevat sulfaat, hyaluronzuur en glucosamine. Deze stoffen maken dat bottenbouillon een weldaad is voor je darmen en je huid.

Nu zitten deze stoffen in de botten, poten, gewrichten, huid en die wil je in de bouillon krijgen. Daar voor is nodig, een slowcooker, de juiste botten, water, een scheut appelazijn en geduld, veel geduld. Vaak worden naast botten ook groenten toegevoegd. Dat doe ik niet. Uiteraard is er geen bezwaar om uien, wortel, prei e.d. toe te voegen tijdens het trekken van de bouillon.

Ik wil een geleiachtige bouillon hebben die ik verdeeld in blokjes in de vriezer bewaar. Voor bruikbare blokjes gebruik ik ijsblokjesvormpjes. De botten zijn van buitenbeesten; runderen, kippen, varkens die dag en nacht buiten zijn en hun zelf hun kostje bij elkaar grazen. Dus op naar de ambachtelijke slager.

Overigens is het goed mogelijk om goede botten online te bestellen bij betrouwbare leveranciers. Toch houd ik het bij de mij bekende slager in verband met het persoonlijke contact en de adviezen.

(kijk uit met de term ‘grasgevoerde runderen’. Er zijn boeren die hun staldieren ‘grasgevoerd’ noemen. Immers runderen eten gras. Vaak worden deze runderen bijgevoerd met krachtvoer)

Maaltijden worden voedzamer door het toevoegen van een blokje bouillon.

Een waarschuwing is op zijn plaats. Door bottenbouillon te maken zal het huis voor langere tijd intensief naar kokend vlees ruiken. Het is aan te bevelen om de pan in de schuur te zetten.

ingrediënten
1 kg bouillonbotten, een scheut biologische appelazijn en water. Je kunt kiezen uit alleen rund, alleen kip, alleen lam, alleen varken maar ook botten van verschillende dieren combineren.

De botten kunnen in de slowcooker gelegd worden, de pan vullen met water tot de botten ruim onder water staan, maar wel ongeveer een centimeter onder de rand van de pan. Er moet ruimte zijn op te spetteren, de bouillon wil je ín de pan en niet op het fornuis.

De slowcooker instellen op ‘Laag’ en de tijd op het maximale, als het kan op 24 uur. Als dat gebeurd is kan je die dingen doen die je nuttig, prettig of noodzakelijk vindt. Anders duurt het wachten zo lang.

Ik controleer na een uurtje of 10 of er nog genoeg water in de pan zit. Eventueel kan er wat (heet) water toegevoegd worden. Na 24 uur is de helft van het water ingekookt en zit er een dikke gelei-achtige massa in de pan. Deze moet wat afkoelen, maar niet te veel.

Nu komt het vettige klusje, de bouillon overdoen in de vormpjes. We vullen vier ijsvormpjesbakjes en acht grotere bakjes. Deze gaan de ijskast in.

Bij het maken van een maaltijd doen we één blokje in de pan. Voor een lichtere bouillon kan je een blokje in een pan verdunnen met ongeveer een liter water (of meer of minder naar de eigen wens)

Van kop tot staart 2/2

Niet zo heel lang geleden was orgaanvlees een normaal onderdeel van het voedingspatroon. De oude kookboeken beschrijven eenvoudige en meer ingewikkelde recepten van wat we nu ‘vergeten vlees’ noemen. Orgaanvlees van gezonde dieren zit vol met gezonde stofjes. En waarom goed vlees verspillen? Van kop tot staart

De recepten zijn niet allemaal van eigen hand. Veel recepten uit de oude kookboeken zijn bewerkt en aangepast aan deze tijd. Sommige recepten zijn overgenomen van anderen. Dit kan je plagiaat noemen, of een compliment aan de oorspronkelijke bedenker. Steeds vermeld ik de bron van een recept.


Runderwang is een karakteristiek stukje vlees voor in vlees- en stoofgerechten. Een eigenschap van de runderwang is dat het een enorm zacht stuk vlees is. Het vlees moet voor een langere tijd, rustig gestoofd worden.

De longhaas is de spier van het rund die de longen laat bewegen. Eigenlijk gaat het om een onderdeel van het middenrif: twee kleinere spieren in een V-vorm, die met elkaar verbonden zijn door een sterk vlies of membraan.

Andere benamingen zijn kraaibiefstuk, beenhouwersbiefstuk en schorsvel.

In het verlengde van de lende, zo tegen de staart van het rund, bevindt zich het staartstuk of wel Picanha. Deze spier heeft een driehoekige vorm en spiervezels die halfrond lopen.

Een diamanthaas is een mals stuk vlees uit de voorvoet van het rund. De diamanthaas wordt ook wel een schouderhaas genoemd. 

Niertjes zijn orgaanvlees afkomstig van verschillende dieren. Niertjes hebben een vrij uitgesproken smaak, wat niet iedereen lekker vindt. Traditioneel worden niertjes gestoofd in een mengsel van water, boter, laurier, peper en zout. Niertjes kunnen ook prima gebakken worden en naast groenten geserveerd worden

Iedereen kent wel kippenlevertjes. Nu zijn er meer dieren op de wereld waarvan de lever goed te bereiden is. Niet iedereen is gecharmeerd van de smaak, maar voor de liefhebber is het naast lekker ook nog eens een bron van gezonde stoffen. Je kunt het bakken in de pan, tot gehakt vermalen en in hamburgers verwerken of tot paté verwerken

De tong bestaat volledig uit spieren en is het meest beweeglijke malse orgaan van het dier. Tong is heerlijk zacht stoofvlees. Je kunt kiezen uit kalfstong, rundertong, lamstong, varkenstong.

Klapstuk komt van de klapribben oftewel de korte ribben, een deel van de borst van een rund. Het vlees is doorregen met kleine vetrandjes, wat het vlees veel smaak geeft. Klapstuk is geschikt om in z’n geheel mee te koken in een gerecht, zoals bijvoorbeeld met peen en ui. 

Hart kan bereid worden tot heerlijk mals vlees. Hart is namelijk een grote spier en hierdoor een goede biefstuk. Het is mager spiervlees waar van leuke recepten op internet te vinden zijn. De slager kan je helpen aan hart van verschillende dieren.

Zwezerik is orgaanvlees dat bekend staat om de fijne en zachte smaak. Zwezerik is de thymusklieren van een jong dier. Naarmate het ouder wordt verschrompelt de klier. Er zijn twee soorten zwezeriken: hartzwezeriken en de halszwezeriken. De hartzwezerik zijn het beste om te bereiden.

Van kop tot staart 1/2

Stonden een paar jaar geleden de ‘vergeten groenten’ in hernieuwde belangstelling, dan is nu het ‘vergeten vlees’ aan de beurt. Niet het vlees wat al dagen in de koelkast ligt, maar het vlees wat eerder ‘slachtafval’ werd genoemd. 

De trend ‘van kop tot staart’ gaat hand in hand met de wens naar natuurvlees. Van dieren die altijd buiten lopen, hun kostje bijeen scharrelen en niet bijgevoerd worden. Deze dieren zijn medicijnvrij. Vergeten vlees van buitenvee is vooral te koop bij de echte ambachtelijke slager. 

Even een tussendoortje. Slagerij Van der Geer is onze ‘hofleverancier’ voor ons dagelijks vlees. Je weet de herkomst van het vlees en dat er met respect voor het dier geslacht wordt. Kortom het is meukvrij vlees van bekende komaf. Dat proef je er ook aan af. Dit vlees smaakt zoals vlees hoort te smaken, zeg maar de 1950-smaak. De smaak van toen.

Natuurlijk kun je bij ‘van kop tot staart’ slager Van der Geer ook vergeten vlees kopen. Wat de slager niet standaard in de vitrine heeft, is te bestellen. Daarnaast krijg je -gevraagd en ongevraagd- tips en adviezen hoe het vlees het best te bereiden is. 

Hoewel ik een voorstander ben van ‘de smaak van toen’ waag ik me aan een aantal zaken niet. Zo zal ik geen pens, stierenpenis of -ballen bereiden en eten. Ook trekt het me niet om gefrituurde oogballen te eten. Het zal wel op zijn manier lekker zijn voor de liefhebber, maar ik zie het niet zitten. Daarom tref je hier geen recepten aan van deze vleessoorten. Ik gebruik bij het bereiden de kookboeken uit de vijftiger jaren; het Haags Kookboek uit 1949 en het Amsterdams Kookboek (Wannée) uit 1950. Soms raadpleeg ik ‘Betje, de goedkope keukenmeid’ (1908).

Puree, puree en puree

Het is zo simpel, puree maken. Voor het gemak en snelheid nemen mensen vaak een zakje aardappelpuree. Lekker simpel water of -voor degenen die er ‘meer werk’ van van willen maken- water én melk (en boter) toevoegen. Goed, het ziet er uit als puree maar dan houdt de vergelijking wel op. Dan maar een paar recepten voor échte puree. Iets meer werk, véél meer succes!

Een goede puree begint met de juiste aardappel. Omdat we zo weinig mogelijk in de supermarkt kopen gaan we naar de groenteman (want ‘groenteboer’ mag je niet meer zeggen). wij kiezen vaak voor de Eigenheimer (past bij ons), Bintje of de Doré. Kruimige (bloemige) aardappelen dus.

Gebruik in de keuken altijd echt scherpe messen. Gebruik een ruime pan met een dikke bodem. Gebruik altijd een houten lepel, spatel en een garde voor puree.

Basis recept aardappelpuree
Ingrediënten: 1 kilo kruimige aardappelen; 200 ml melk; 100 gram roomboter;

Natuurlijk worden de aardappels geschild en gewasseny; Snijdt de aardappelen in gelijke stukken. Kook de aardappelen net aan gaar in een pan waarbij de aardappelstukjes half onder water staan. De aardappelen afgieten en met de deksel op de pan nog even laten staan ‘droogstomen’.

Nu worden de stukjes aardappel gepureerd met de pureestamper onder toevoeging van de boter. Ondertussen wordt de melk verwarmd tot bijna koken. De stamper wordt verwisseld met een stevige garde en de melk toegevoegd. (Gebruik nooit een mixer!) Eventueel een vleugje nootmuskaat toevoegen.

Luxe aardappelpuree (naar Joël Robuchon)
Ingrediënten: 1 kg kruimige aardappels, 150 gram koude boter in kleine blokjes gesneden, 250 ml melk, 10 gram zout per liter water.

Snijdt de aardappels in gelijke stukken. Kook de aardappels in gezouten water in ongeveer 20 minuten gaar. De aardappels worden afgegoten. Verwarm de melk tot net niet koken. Stamp de aardappels ze met een aardappelstamper voorzichtig fijn. Verwarm de puree op een laag vuur en roer met een houten spatel de puree droog.

Roer nu één voor één de blokjes boter door de puree. Als het voorgaande blokje is opgenomen dan kan het volgende blokje toegevoegd worden. Daarna kan de warme melk scheutje voor scheutje toegevoegd worden onder voortdurend stevig roeren. De puree kan op een heel laag vuur en onder constant roeren naar eigen believen droger worden gemaakt. Een luchtige puree is het resultaat. (Joël Robuchon drukte het resultaat door een passeerzeef om het extra luchtig te maken.)

Pastinaak/zoete aardappelpuree
Ingrediënten: twee pastinaken, twee zoete aardappelen, boter, creme fraise, twee bollen soloknoflook, een theelepel komijn

Schil de pastinaken en zoete aardappelen. Snijd deze in blokjes. Snijdt de knoflook in vieren.
Kook de ingrediënten gaar.
De groenten kunnen afgegoten worden en even in de pan laten staan. Nu kan alles bij elkander en gepureerd worden. Naar eigen smaak de crème fraise toevoegen voor een romige smaak. (of een klont boter). Eventueel en naar believen ruim bestrooien met snippers kaas en in de oven tot de kaas gesmolten is en begint te kleuren.

Vergeten groentenpuree: Ingrediënten: 4 bloemige aardappelen; 1/4 knolselderij; 5 aardperen; 1 pastinaak; een scheut slagroom en zout naar smaak? Schil wat er te schillen is en snij in gelijke blokjes.

We zetten een pan koud water op het gas. Als eerste gaan de stukjes aardappel in de pan met het nog koude water. Nadat het water met de aardappelen zo’n 5 minuten kookt voeg je de pastinaak- en knolselderijstukjes bij de aardappelstukjes. Daarna volgen de aardpeerstukjes na een minuut of 3 tot 5. Nog even door laten koken tot het geheel gaar is.

Nu komt het vertrouwde afgieten, droogstomen en pureren met de stamper en de garde onder toevoeging van de slagroom.

PS Natuurlijk zijn er meer mogelijkheden om puree te maken. Ongetwijfeld zal ik meer soorten puree beschrijven binnenkort.

De perfecte cheesecake

Nou zou je denken dat iemand die enthousiast begint met bakken een makkelijk recept kiest. Een cake of zandkoekjes. Niet in ons gezin. De oudste heeft het idee om een desert te maken. Dat komt mooi uit want het is vlak voor Kerst en we hadden nog geen idee voor een echt Kerstdesert.

De gevonden recepten waren niet ‘je van het’. Dus ging zoon op zoek en kwam uit op Amerikaanse recepten. Een lang verhaal kort; na dagen zoeken en snuffelen werden een aantal recepten gecombineerd en omgezet naar Europese maten en gewichten.

Tja, dan heb je een recept op papier wat ook nog praktijk moet worden. Het meest spannende deel. Zoon gaat, geassisteerd door VL, aan de slag. Het is een meerdaags project ‘de perfecte cheescake’.

Eerst wat tips voor een goed resultaat:
De ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn;
Gebruik goede ingrediënten als ongezouten roomboter en Cylon-kaneel;
Het beslag niet te lang mixen, want dan kan de cheesecake scheuren;
Zet tijdens het bakken een schaaltje met water onder in de oven;
Bakken op 150 graden;
De cheesecake mag nog een beetje zacht en wiebelig zijn wanneer het uit de oven komt.

Ingrediënten: 2 blikjes gecondenseerde melk (397gram ieder);
1pak bastogne koek (260 gram); 680 gram roomkaas;
150 gram lichte basterdsuiker;
125 gram zure room;
100 – 120 gram boter;
een halve eetlepel bloem;
2 theelepels vanille-extract;
2 theelepels (Cylon-) kaneel;
4 grote eieren;
2 Granny Smit-appels;
nog een eetlepel lichte basterdsuiker.

De eerste dag wordt de Dulce de Leche gemaakt door de twee dichte blikjes gecondenseerde melk -volledig onder water- in een pan op een laag vuur drie uur koken. Let op dat de blikjes onder water blijven staan tijdens deze drie uren, dus regelmatig controleren!

De Bastogne koekjes dienen fijn gemalen te worden. Makkelijk met een krachtige blender. Is deze niet voor handen, dan is het intensief handwerk om met een deegroller te koekjes te crushen. De gemalen koekjes door een zeef halen voor het beste resultaat

De volgende dag wordt het bouwpakket in elkaar gezet. In een pannetje wordt 100 – 120 gram boter gesmolten. De gemalen koek wordt in een mengkom gedaan en voorzichtig wordt de gesmolten boter -onder voortdurend spatelen- bij gegoten tot en een stevig mengsel ontstaat.

De bodem van een springvorm (24 cm) wordt bedekt met op maat geknipt bakpapier. het bakpapier en de rand van de springvorm goed ingevet met boter. Maak van het koek-/botermengsel een stevige bodem en druk deze goed aan. Zorg er voor dat er een goed randje ontstaat. De vorm kan nu een uur in de koelkast.

Tijd om de oven voor te verwarmen op 150 graden.
Meng een halve eetlepel bloem door iets meer dan een half blikje Dulce de Leche en besmeer de bodem met dit mengsel.

Mix de roomkaas en de basterdsuiker kort op de laagste stand. Dan de de zure room, vanille-extract en een theelepel kaneelpoeder toevoegen en goed mengen met de mixer. Eenmaal goed gemengd hkunnen één voor één de eieren er bij en wederom goed gemixed, maar niet te lang. Giet het mengsel in de vorm en zet het geheel voor een uur á vijf kwartier in de oven op 150 graden. Zoals in de ‘Tips’ staat is een schaaltje water onder in de oven belangrijk.

Dag 3
Laat de cheescake ongeveer een uur afkoelen in de oven met de ovendeur op een kier. Blijft de deur niet openstaan, zet er dan een lucifersdoosje tussen. Na een uur kan de cheesecake uit de oven en nog een kwartier op het aanrecht. Vervolgens kan de cheesecake voor een nacht in de koelkast.

Aan te raden is om een klein stukje cheesecake met een toefje slagroom te serveren. Let wel, de cheesecake is machtig eten. Het resultaat is een werkelijk perfecte cheescake!

Kalfstong volgens het Haags Kookboek (1949)

In ons streven om alle meukvoedsel uit ons leven te bannen, gaan we elke week naar ‘de boer’. Uiteraard voor de rauwe melk, boter en kaas en eieren. Als we toch in de buurt zijn reizen we af naar slagerij van der Geer.
Overigens verkopen steeds meer boeren rauwe A2-melk, zodat je lokaal goed terecht kan. Rauwe A2-A2-melk is het beste wat in Nederland te koop is.

Bij de boer ontmoeten we mensen. Interessante mensen, vaak ook bijzondere mensen. Mensen met wie we onmiddellijk een klik hebben, gelijkgestemden zeg maar. Zo kan het zijn dat we, na gewinkeld te hebben, nog een half uur praten bij de auto’s, soms vernikkelend van de kou of in de verzengende zon, maar het is het waard. Nieuwe inzichten, bevestiging van wat we al wisten maar vooral de ontmoeting met mensen.

Van kop tot staart; om verspilling tegen te gaan is een trend gaande om zoveel mogelijk van het geslachte dier te gebruiken voor consumptie. Dan komen naast de bekende delen ook op orgaanvlees. Onze slager heeft steeds rundertong is de vitrine liggen. Steeds niet toegekomen, een beetje door onwetendheid gedreven. Toen tijdens één van onze ontmoetingen iemand zei orgaanvlees te willen bereiden, maar niet te weten hoe moest ik wel actief op onderzoek uit. Oude kookboeken als Het Haagsch Kookboek en Het Amsterdamse Kookboek hebben recepten van het ‘vergeten vlees’.

Ik heb in Het Haagsch Kookboek (1949) een bruikbaar recept gevonden en enigszins aangepast. Over het algemeen wordt bij kalfstong madeirasaus geserveerd. Dit keer heb ik gekozen voor kappertjessaus.

Ingrediënten: 1 kalfstong, ruim water,
2 uien, 2 winterpenen (of 1 grote zoete aardappel),
1 bol solo-knoflook, 2 stengels bleekselderij.

Volgens veel (oude) recepten moet de kalfstong een aantal uren in zout water staan om schoon te trekken. Tip van de slager: spoel de tong met ruim lauw water. Dat is voldoende, tenzij je de tong wilt pekelen. Dus deze raad opvolgend spoel ik de tong.

De uien, bleekselderij, wortels en knoflook kunnen nu grof gesneden worden en met de tong in de slowcooker gestort. Voeg zoveel water toe dat de tong onderstaat. De slowcooker kan ingesteld worden op ‘Laag’ en op 3 tot 6 uur.

De tong is gaar als het vel loslaat. Een uurtje langer maakt de tong alleen maar lekkerder. Nadat geconstateerd is dat de tong gaar kan deze nog een minuut of twintig in de pan rusten. Haal de gare tong uit de pan en ontvel het.

We hebben de tong in plakjes gesneden. Deze kunnen zo opgediend worden. Voor een wat krokante hebben we de plakjes kort gebakken. Een klont boter in de koekenpan en een paar minuten de plakjes tong om en om bruin bakken. De bouillon zeven voor gebruik voor later en voor de saus.

Ingrediënten Kappertjessaus
50 gram boter, 25 gram bloem, 1 eetl. citroensap, 1 losgeklopt ei, 2 eetl. kappertjes

Smelt de boter in een pannetje, roer de bloem er door en onder voortdurend roeren drie kopjes van de (gezeefde) bouillon, tot de saus gebonden is. Neem dan de pan van het vuur en roer het citroensap, het ei en de kappertjes er door.

Voor het serveren van de kalfstong snij je de tong is plakjes of iets dikkere plakken naar keuze. Gebruik wel een echt scherp mes. Lekker met pastinaakpuree, pastinaak/zoete aardappelpuree, aardappelpuree, sugar snaps, boontjes of lentegroenten.

Ook lekker er bij: chioggia biet met gele biet uit de oven. Men neme: chioggia biet, gele biet, tijm, orange&lemon balsamic cream en honing. We kookten de bieten 20 minuten. De bieten schillen en in dunne plakjes snijden. De plakjes om en om dakpansgewijs in een ovenschaaltje leggen. De tijm, honing en de cream naar eigen smaak over de bietenschijfjes draperen. Dan kan het schaaltje in de oven voor 45 minuten op 140 graden.

experiment Spelt/gerst/hennepbrood

In het kader van broodbak-experimenten dit keer een spelt/gerst/hennepbrood

Ingrediënten: 100 gram gerstemeel; 70 gram hennepmeel; 170 gram speltmeel; 170 gram speltbloem, 350 gram water (37 graden Celsius); 5 gram zout; 7 gram bakkersgist; 2 gram (kokosbloesem-)suiker; 30 gram roomboter

Meng het gerstemeel en 200 gram water in een kom en laat een half uur staan op kamertemperatuur. Doe de bakkersgist en 2 gram kokosbloesemsuiker in een half kopje lauw water even roeren en na 10 minuten nogmaals goed doorroeren.

Voeg speltbloem, speltmeel en zout toe aan de geweekte gerstmeel en roer goed door; Voeg de gist toe en roer nog eens goed door. Tot slot roomboter en eventueel water toevoegen; Kneed gedurende 15 minuten met een mixer tot een soepel deeg dat loslaat van de kom.

Doe het deeg in een licht ingevette kom en zet gedurende ongeveer 1 uur weg op een tochtvrije plek van ongeveer 25 graden Celsius.

Haal het deeg uit de kom en druk met de vlakke hand plat tot een rechthoek. Nu kun je –als je het leuk vindt- rechter- en ulinker- boven- en ondervlappen gaan vouwen, maar ook met de hand kneden, plat maken en weer kneden tot er een mooie bol ontstaat.

Leg het deeg in met bloem bestoven kom of rijsmandje met de gladde kant naar onderen; Laat nog eens ongeveer 1 uur rijzen op een vochtige, tochtvrije plek bij ongeveer 30 graden Celsius.

(tip: plaats de kom met het deeg met een kommetje heet water er naast onder een plastic box) Verwarm de oven voor op 230 graden.

Het deeg is klaar als je er voorzichtig met je vinger in drukt en het deeg langzaam weer terug veert; Leg het deeg voorzichtig om op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak het brood 10 minuten op 230 graden. Daarna verder bakken op 200 graden voor ongeveer 20 minuten.

Het brood is goed op het moment dat als je er op klopt hol linkt of als de kerntemperatuur meer dan 95 graden Celsius is. Laat het brood op een rooster afkoelen.

Ik heb het brood na een paar minuten in een schone theedoek gewikkeld om verder af te laten koelen. Ook bewaar ik het brood in de theedoek gewikkeld in de broodtrommel.

Spelt-/Gerstbrood versie 1

In het kader van ‘Weet wat je eet’ experimenteer ik dit keer met het bakken van brood met uitsluitend bio-producten. Speltmeel is minder belastend voor het lichaam en de spijsverteringsonderdelen. Gerst heeft een aantal voordelen voor het fysieke gestel van de mens. Deze meelsoorten gecombineerd zal minder belastend zijn dan fabrieksbrood of zelfs van de bakker. Dus een experiment van spelt-/gerstbrood bakken.

Spelt-/Gerstbrood versie 1

Ingrediënten: 170 gram gerstemeel; 170 gram speltmeel; 170 gram speltbloem, 350 gram water (37 graden Celsius); 5 gram zout; 7 gram bakkersgist; 2 gram (kokosbloesem-)suiker; 30 gram roomboter;

Meng het gerstemeel en 250 gram water in een kom en laat een half uur staan op kamertemperatuur. Doe de bakkersgist en 2 gram suiker in een half kopje lauw water even roeren en na 10 minuten nogmaals goed doorroeren.

Kneed gedurende 15 minuten met een mixer tot een soepel deeg dat loslaat van de kom.

Voeg speltbloem, speltmeel en zout toe aan de geweekte gerstmeel en roer goed door; Voeg de gist toe en roer nog eens goed door. Tot slot roomboter en eventueel water toevoegen;

Doe het deeg in een licht ingevette kom en zet gedurende ongeveer 1 uur weg op een tochtvrije plek van ongeveer 25 graden Celsius.

Haal het deeg uit de kom en druk met de vlakke hand plat tot een rechthoek. Nu kun je –als je het leuk vindt- rechter- en linker- boven- en ondervlappen gaan vouwen, maar ook met de hand kneden, plat maken en weer kneden tot er een mooie bol ontstaat.

Leg het deeg in met bloem bestoven kom of rijsmandje met de gladde kant naar onderen; Laat nog eens ongeveer 1 uur rijzen op een vochtige, tochtvrije plek bij ongeveer 30 graden Celsius.

(tip: plaats de kom met het deeg met een kommetje heet water er naast onder een plastic box of gebruik een rijskast) Verwarm de oven voor op 230 graden.

Het deeg is klaar als je er voorzichtig met je vinger in drukt en het deeg langzaam weer terug veert; Leg het deeg voorzichtig om op een met bakpapier beklede bakplaat.

Zet een kopje water in de oven. Bak het brood 10 minuten op 230 graden. Daarna verder bakken op 200 graden voor ongeveer 20 minuten.

Het brood is goed op het moment dat als je er op klopt hol linkt of als de kerntemperatuur meer dan 95 graden Celsius is.

Laat het brood op een rooster afkoelen. Ik heb het brood na een paar minuten in een schone theedoek gewikkeld om verder af te laten koelen. Ook bewaar ik het brood in de theedoek gewikkeld in de broodtrommel.

Volgende keer een poging om Spelt-/Gerst-/Hennepzaadmeel om te toveren in eetbaar brood.

De enige manier om whisky te drinken

Goed, ik heb besloten me te gaan verdiepen in de wereld van whisky. Dus veel lezen over het onderwerp. Tegenwoordig heet dat ‘inlezen’. Nou, dat ‘inlezen’ heb ik geweten. Wat een gedoe, dat whisky drinken. Op alle websites en andere ‘inleesbronnen’ zie ik dat het vooral een kwestie van genieten is. Dat lijkt me ook de bedoeling. 

Maar dan… komen de tips en voorschriften over hoé je moet genieten. De sites voor ‘echte mannen’, de ‘mannen met baarden’ en de sigarenrokers hebben allemaal hun eigen voorschriften. Zonder schijn je niet te kunnen genieten. Geen water toevoegen, wel water toevoegen, druppelsgewijs water toevoegen, geen of wel ijs. Allemaal voorschriften om te ‘genieten’.

Om optimaal te kunnen genieten moét je een schoon glas eerst ‘omspoelen’ met een beetje whisky om dan pas je glas gepast te vullen met 25 ml whisky van het gewenste soort. En natuurlijk het juiste glas; een tumbler, een tulpglas of een ‘Sniffer’. Een andere ‘inleesbron’ zegt je glas te vullen met een flinke scheut tot ongeveer de helft van het glas. Allemaal voorschriften om ‘echt te kunnen genieten’. Niet dus. Als ‘genieten volgens voorschrift’ een must is, dan is het geen genieten meer maar een truukje.

Whisky on the rocks, met cola, met prikwater, volle glazen of juist een heel klein beetje, met water of zonder. Iedereen moet het voor zich zelf uitmaken wat voor hen ‘genieten’ is. Of whisky een drankje is voor ‘echte mannen’ of ‘mannen met baarden’ moet ieder voor zich uitmaken. Ik weet wel dat steeds meer vrouwen een goede whisky kunnen waarderen. 

Voor mij geldt dat het moment ‘goed’ moet zijn. Een prettige dag met actieve en minder actieve bezigheden. Hét glas voor mij is een kleine sniffer, een glaasje bedoelt om op proeverijen te gebruiken. Het glas gevuld tot net onder de helft, zo’n 30 ml. Net genoeg om te genieten van de whisky van dat moment. Na de eerste slok ‘neat’, een paar druppels koud bronwater (uit een glazen fles, dat dan weer wel) om de whisky meer te ‘openen’. Er komen andere aroma’s en smaken vrij en de whisky wordt milder. Met zo’n glaasje doe ik dan een uurtje, nippend en genietend van de dag, het moment en de whisky. Op mijn manier……

Waar te beginnen?

Goed, het eerste glas whisky is genuttigd en het smaakt naar meer. Waar te beginnen? hoe nu verder? Naar de winkel en me laten adviseren naar een redelijke fles voor een redelijke prijs met het risico in doorsnee te belanden? Of het avontuur aan om mijn eigen smaak te ontdekken door te proeven, veel te proeven.

Om nu hele (70 cl) flessen te kopen is wat prijzig en wat moet je met de rest van de fles als deze je niet bevalt. Om je geen buil te vallen zijn er veel miniflesjes van 5 cl te koop. Leuk zijn de zogenoemde cadeauverpakkingen met mini’s; drie of meer flesjes whisky van de bekende merken, soms met een glas. Erg betaalbaar en voldoende inhoud om te proeven.

Ik toog naar de G&G om wat rond te neuzen. Ja hoor, twee verpakkingen met mini’s. Mooi voor de ‘beginnende whiskydrinker’. (ik noem dat liever een ‘instapper’.) In de eerste verpakking drie flesjes, twee blends en een single malt. En -ook belangrijk- een proefglas, een zgn ‘Sniffer’. Een 18-jarige single malt van The Glenlivet; een blend van 17 jaar van Ballatine’s en een 18-jarige blend van Chivas Rigal.

In de tweede verpakking vier bekende whiskies; Chivas Regal 12 jaar; The Glenlivet Founders Reserve; Jameson Irish Whiskey en een Amerikaanse bourbon Four Roses. Toonaangevende whiskies welke een goed beeld geven van de verschillende smaken. Met deze twee verpakkingen ging ik mijn eerste babystapjes beginnen.

Makkelijk beginnen heb ik gelezen op internet. Met de Founders Reserve beet ik het spits af. Eerst een slokje ‘neat’ (zo uit de fles in het glas zonder water of ijs). Daarna de laatste slokjes met een druppel of twee water. De eerste slokjes ‘neat’ geven een indruk hoe de drank bedoeld is. Door water toe te voegen (druppel voor druppel koud bronwater) komen andere aroma’s vrij en smaakt de whisky anders. Milder en rijker.

Net zo belangrijk als ruiken en proeven is de ambiance en het moment van het nuttigen . Ik heb ontdekt dat ik graag een glaasje neem na een dag gevuld met wat ‘ontspannende en inspannende’ activiteiten. Na een dag dus die als ‘prettig’ de boeken in gaat. Tijdens de zomervakantie had ik toch wel redelijk wat van deze dagen kunnen noteren. Inmiddels zijn de zeven flesjes leeg en ben ik veel ervaringen rijker. En nieuwsgierig naar de vele andere soorten whisky. Vooral naar die uit Japan en Nederland. Voor mij geen grote flessen en geen grove tumblers, maar een ‘sniffer’ met een paar slokken. Ieder zijn (of haar) meug.

Compostbak of Bokashi maken?

Op onze manier koken we dat het een lieve lust is. Onherroepelijk blijven er schillen, snijafval, eierschalen over welke we niet kunnen gebruiken in de gerechten. Ook blijft er wel eens wat over en wordt niet alles opgegeten. Heel lang geleden verdween dat in de kliko.

Op een gegeven moment zag de gemeente het licht en iedereen in de laagbouw in de stad kon een compostbak krijgen. Zo groot als een kliko, maar speciaal om van ‘keukenafval’ compost te maken. Een handje vol compostwormen (waaronder tijgerwormen) werd meegeleverd in een plastic zakje. Het werd een wedstrijdje, wie had het eerst compost in zijn bak. Ik ken het verhaal van een man die alles wat hij overhield aan vers keukenafval eerst vermaalde voordat het in de compostbak verdween. Hij haalde de krant als eerste met echte compost.

Jarenlang heb ik de wormen gevoerd met vers materiaal als overgebleven sla, eierschalen, stronkjes bloemkool of broccoli. Compostwormen zijn kieskeurig. Van ui en knoflook krijgen ze buikpijn, van gekookte spullen worden ze misselijk, vlees lusten ze niet, tomatenresten en aardappelschillen mogen ze niet hebben. En de stukjes mogen vooral niet te groot zijn voor hun mondjes. Kortom, niet alles kan in de compostbak en je houdt nog steeds veel afval over wat in de kliko gaat.

Van wat in de compostbak gaat, komt er als aarde uit. Dat is een mooi principe, de wormen hebben een luizenleven. Het enige wat zij doen is de lekkere hapjes er uit zoeken, eten en poepen. Maar toch, heel efficiënt is het niet. Er blijft nog te veel ‘keukenafval’ over.

Makkelijk zou zijn als ál het keukenafval gebruikt kan worden. Dus ook wat niet in de compostbak mag en kan. Dat zou het keukenafval met zo’n 90% verminderen, dus minder restafval in de kliko. Helaas voor de wormen is die oplossing er. Zo rond 2016 kwam het maken van bokashi in zicht in Nederland. Een schone manier van keukenafval om te zetten in een bodemverbeteraar en plantenvoeding. In het klein kan het met een speciale emmer, wat startmateriaal en vooral al het keukenafval, wat nu ‘keukenresten’ mag heten. Alleen vloeistoffen mogen niet in de bokashi-emmer, dat verstoort het proces.

Hoe doet die emmer dat, dat omzetten van keukenresten? Composteren is een rottingsproces. Dat gaat gepaard met warmte en het is niet ‘geurvrij’. De compostbak moet dan ook buiten staan. Bokashi wordt gemaakt door fermenteren. Door de volle emmer luchtdicht af te sluiten en een paar weken te laten rusten gaan bacteriën, schimmels en gisten alle keukenresten omzetten in een zoetzuur ruikend product. Het zelfde proces vindt plaats bij het maken van yoghurt, kaas, bier, zuurkool, azijn enz. Fermenteren is al een heel oude manier om voedsel te conserveren. De bokashi-emmer kan een plaatsje krijgen in de keuken. Alleen bij het opendoen ruikt het wat naar yoghurt, een beetje zurig.

Bokashi maken is efficiënt; zo’n 90% van de keukenresten, vers of gekookt, verdwijnt in de emmer en niet meer in de kliko. Wat uit de emmer komt kan als bodemverbeteraar in de tuin. Het vocht wat uit de emmer komt gooi ik door de afvoer als natuurlijke ontstopper. Een startset kost ongeveer € 65,–. Jaarlijks zijn de kosten aan startmateriaal ongeveer € 15,– tot € 25,–. Naast de natuurlijke ontstopper en de bodemverbeteraar is minder restafval een groot voordeel.

De compostbak blijft in de tuin en de wormen krijgen nog steeds te eten. Af en toe een forse schep bokashi vinden de wormen heerlijk en de compost wordt er rijker van.

Uh, Bokashi. Ja, Bokashi.

Een deel van mijn leven verloopt ‘slow’. Groenten in een slowcooker en na 6 tot 8 uur is het gaar; kruiden en andere gewassen drogen in de voedseldroger, kan wel een uur of 24 duren (afhankelijk wat er gedroogd wordt); gewassen kweken, kan maanden duren. Bokashi maken duurt ongeveer 3 weken. Kortom, er wordt een en ander van mijn geduld gevraagd.  Uh, Bokashi? Wat nu weer?

Wat Bokashi is kan je opzoeken op Google. Hier vertel ik mijn ervaringen met het maken er van. Goed, een puntje van de sluier dan (altijd een risico ‘een puntje van de sluier oplichten, je weet nooit wat er tevoorschijn komt: ‘Bokashi’ is Japans voor ‘goed gefermenteerd organisch materiaal’.

We hebben in de tuin een ‘wormenbak’, een ooit door gemeente verstrekte compostcontainer waar we verse keukenresten in gooien. De wormen in de bak zorgen er voor dat de resten worden verteerd tot compost. Composteren heeft zo zijn nadelen, niet alle resten mogen in de wormenbak. Je blijft dus zitten met vleesresten, gekookte groenten, schillen van ui en knoflook enz. Daar houden de wormen niet van, dus in de kliko. Zo worden resten dus afval.

‘Men neme….’ een bokashi-emmer, een handje speciaal bewerkte zemelen en dagelijks de keukenresten. In de emmer kunnen alle keukenresten, vers of gekookt. Het maakt niet uit. Wat er niet in mag zijn vloeistoffen. Als je (nog) geen bokashi-emmer hebt kan je deze kopen in gezondheidswinkels of via internet. Er is weinig keus, er is namelijk maar één set te koop. In de doos twee emmers, een zak Bokashi-starter (zemelen met toegevoegde effectieve micro-organismen volgens de gebruiksaanwijzing) en nog wat handige dingetjes. De emmers zien er aardig uit, maar de kleur van de deksels…..Fel oranje! En de emmer moet ook nog een plaatsje hebben in de keuken, bijkeuken of schuur.

Tot zover de inleiding. Hoe bevalt het maken van bokashi? Nah, ik moest er aan wennen en wat handelingen in mijn dagelijks routine in- en aanpassen. Het verse materiaal dient in stukjes gesneden te worden. Dat voelt wat onnatuurlijk, wat eerst gezien werd als ‘afval’ is nu een ‘bruikbaar product’. De meest effectieve grootte van de stukjes ligt zo rond de 2,5 cm. Ik moest een forse stap overwinnen om ook gekookt materiaal in de emmer te doen. Gaat dat niet stinken of mislukt misschien wel de hele operatie? Na een paar keer gaat het vertrouwen groeien.

Na eerst een handje van de opgevoerde zemelen in de emmer, een laagje resten en weer een laagje zemelen. Zo door tot de emmer vol is. Voor veel mensen komt nu het lastigste; de emmer goed afsluiten met het deksel met de afschuwelijke kleur en…..twee weken laten staan. Ook niet stiekem erin kijken. Het enige wat gedaan moet worden is regelmatig het vocht aftappen. De emmer heeft een handig kraantje. Het vocht kan je aan planten geven als voeding. Ik doe dat niet. Het vocht is nogal sterk zurig en moet stevig verdunt worden (verhouding 1:100) Anders is het einde plant. Ik gooi het vocht door de gootsteenafvoer, in de wc en in de wasbak. De bacteriën houden de afvoeren mooi schoon. Scheelt toch maar weer mooi is de aanschaf van chemische reinigingsmiddelen.

Nu de ene emmer vol is en de ‘effectieve micro-organismen’ goed hun best doen, kan je (hoe handig) de tweede emmer gebruiken voor de volgende lading. Een beetje gek is dat de handleiding zegt dat  ‘als de emmer vol is kunt u het legen in de groene container’. En dat is nou net niet de bedoeling. Na twee weken is de bokashi klaar, zoetzurig ruikt het als de operatie gelukt is. De stukjes zijn herkenbaar zoals ze erin zijn gegaan, maar vallen uiteen als je de bokashi in de tuin verspreid. Voor het meest effectieve resultaat kan het ondergewerkt worden in de tuin. Ook kan je het op de aarde gooien als een soort mulch. Het is aan te raden zelfgemaakte bokashi alleen voor de tuin te gebruiken en het vocht sterk verdunt voor de planten of het natuurlijk reinigen van de afvoeren in je huis.

Het maken is een werkje dat je dagelijks moet uitvoeren, aan bepaalde dingen moet je wennen. Na verloop van tijd passen de werkzaamheden in je patroon en weet je niet beter. Het schoonmaken nadat de emmer geleegd is, is niet altijd prettig. Ga je op vakantie, zorg er dan voor dat de emmers leeg en schoon zijn voor je vertrekt. Is het zelf maken aan te raden? Als je de discipline, het geduld op kunt brengen, je durft te experimenteren en de afvalstroom wilt beperken, ja. Weet je het niet zeker, doe het dan als je er wel zeker van bent. De aanschaf vind ik niet duur maar het is wel veel geld, zo’n kleine € 65,–.

Bloemkoolsoep, een experiment

Soms krijg ik een bericht dat iemand een recept heeft maakt in de slowcooker, maar het was ‘niet te vreten'(in mijn woorden). Is er iets fout gegaan of klopte het recept niet? Of houd je gewoon niet van die groente? Dan ga ik de uitdaging aan en probeer een recept zo lekker mogelijk te maken. Dit keer is de uitdaging bloemkoolsoep. Nu ben ik zelf niet zo gek op bloemkool, maar je zet je in voor de ‘wetenschap’ nietwaar?

De meeste recepten beginnen met ‘snipper de ui’. Uh, ik begin altijd eerst met schillen. Bouillon maak ik altijd van verse ingrediënten. Voor groentebouillon neem ik een handig zakje soepgroenten tuinkruiden van AH. Een uurtje of zes op ‘Laag’ in de slowcooker met twee liter water zorgt voor een heerlijke bouillon. Let wel, de bouillon een dag van te voren maken en bewaren in de koelkast.

Ingrediënten: 1 flinke bloemkool; 1 zoete aardappel; 1 ui; 2 bollen soloknoflook; 1,5 liter (zelfgemaakte) groentebouillon; 1 theelepel mosterd; 1 laurierblad; peper en zout naar smaak; lente-ui, in ringetjes; 150 gram uitgebakken spekjes of bacon, een guts olijfolie

Hoewel het een slowcookerrecept is bak ik de ui en knoflook glazig. Over het algemeen gebruik ik nogal wat ui en vooral knoflook. Bij verschillende supermarkten is soloknoflook (in mandjes en bij Lidl in een netje) te koop.

 De voorbereidingen zijn getroffen, dus….we gaan beginnen!
Schil de zoete aardappel, de ui en pel de knoflook. Snipper de ui en knoflook grof, snijdt de zoete aardappel in stukjes (ongeveer 2×2 cm) en de bloemkool in roosjes, snijdt de stronk van de bloemkool even groot als de zoete aardappel.

Giet een guts olijfolie in een kleine wok en laat deze op temperatuur komen. Eenmaal op temperatuur kan het vuur getemperd tot middelmatig en de ui- en knoflooksnippers en het laurierblad toegevoegd en langzaam glazig laten worden. Nog even de mosterd kort meebakken.

Inmiddels kan de slowcooker gevuld worden met de bloemkool- en zoete aardappelstukjes. Als de ui en knoflook glazig zijn, de mosterd en het laurierblad meegebakken is kunnen die ook in de slowcooker.

Anderhalf liter bouillon erbij en de pan voor zes uur op ‘Laag’ zetten. Tijd voor andere zaken, de slowcooker gaat zijn eigen gang wel.

Na zo’n zes uur is de groente gaar en zacht. Is dit niet het geval, dan nog een uurtje langer laten pruttelen. Nu hoef je alleen nog maar te pureren, grof of wat gladder tot glad. Opdienen met wat in ringen gesneden lente-ui en uitgebakken spekblokjes. Zo moet het wel lukken, lijkt me.

Basisrecept tomatensoep

Slowcooken is zo simpel dat het weer moeilijk wordt. De tekst wordt binnenkort aangevuld met het basisrecept tomatensoep.

Ingrediënten: : 1 kilo rijpe tomaten, 2 uien, 1 bol soloknoflook, 100 tot 150 ml groentebouillon, 1 70 g tomatenpuree.

De tomaten, knoflook en uien in vieren snijden, groentebouillon en het blikje tomatenpuree in de slowcooker doen. Aanzetten op ‘Laag’ voor 8 uur. Niet meer in de pan kijken en/of roeren. Na 8 uur de soep pureren met de staafmixer. Eventueel kan je achteraf room, peper en zout naar smaak toevoegen

Bruine bonensoep om te janken

Vandaag zat ik weer eens te bladeren op internet naar recepten. Het kortste recept voor bruine bonensoep welke ik las op een echte receptensite is werkelijk om te janken. Nu moet iedereen voor zichzelf weten hoe bruine bonensoep te maken, maar toch er zijn grenzen. Hoe een en ander bereid wordt zal ik je besparen.

Bruine bonensoep

Ingrediënten: een blik ossenstaartsoep, een blik bruine bonensoep, prei en een rookworst. Hoe dit recept verder gaat, bespaar ik mezelf en jou.

Het Haagse Kookboek (1955) zal wel uitkomst brengen voor een gezonde ouderwetse bruinebonensoep. De ingrediënten: 1 of 2 uien, 20 gram vet van jus of boter, rest bruine bonen, 1 liter bonenwater en bouillon, laurierblad en peperkorrels óf kerrie, óf peper en bruin van jus, soja of aroma. Tja, kan ik ook niet veel mee.

Dan maar mijn heil gezocht bij het Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool (ook wel Wannée genoemd, naar de samenstelster ‘voorheen Lerares in Koken en Voedingsleer aan die Inrichting’). Het recept: 400 gr bruine bonen, 2,5 liter water, wat zout, 4 preien, 1 bos selderijgroen, 60 gr boter, margarine of rundvet. Het begint wat te worden.

Mijn idee van bruinebonensoep (uit de slowcooker)
Ingrediënten:

Binnenkort wordt dit artikel verder beschreven

Ik heb een slowcooker, wat nu?

Zo’n drie jaar geleden was het in om te gaan slowcooken. Een wereld ging open, langzaam een stoofschotel garen zoals je oma dat op het petroleumstel deed. Minder brandgevaarlijk en zeker minder petroleumgeur in huis. De duurdere slowcookers werden/worden vaak online gekocht, de goedkopere (maar niet van mindere kwaliteit) bij Lidl of Aldi. Veel slowcookerrecepten waren en zijn te vinden op internet.

Maar wat heb je nu aan zo’n slowcookerpan? O k, een soepje of een stoofschotel is aardig. Ook het gemak schijnt aan te slaan; ingrediënten wat grof snijden, in de pan wat water toevoegen en een uurtje of zes, zeven of acht laten stoven. He, zo lang? ‘Mijn soep is met een half uurtje klaar, ik ga toch geen acht uur wachten?’ En de slowcooker gaat voornamelijk in de kast. Geen geduld is een belangrijke reden om niet (meer) te slowcookeren. Of, ‘wat kan ik nog meer maken dan soep of een stoofschotel?’ En vaak verdwijnt de slowcooker jammerlijk in een kast om één of twee keer te voorschijn te komen voor een stoofschotel in de herfst of een grote pan soep.

Het gemak; de ingrediënten gesneden en gewassen in de pan, water of bouillon er bij en zo’n acht uren laten garen in de pan. Niet roeren, niet meer kijken in de pan. Het gaat allemaal vanzelf. Sommige mensen vinden het nodig of wenselijk vlees aan te braden, voor dat het in de slowcooker belandt. Niet echt nodig, maar geen bezwaar er tegen.

De smaken worden goed gemengd vanwege de lange tijd en de lage temperaturen waarop e.e.a. gegaard wordt. Omdat je kunt kiezen uit de standen ‘Hoog’ en ‘Laag’ beïnvloed je de tijd hoelang het duurt voordat het gerecht klaar is. Ik kies meestal voor de lage stand en zo’n acht uren voor soep. Eenmaal heb ik een experiment gedaan met kippenbouillon achtenveertig uur laten trekken.

Gewoon leuk is het ombouwen van een gerecht van ‘gewoon koken’ naar een slowcookergerecht. Vaak experimenteren en uitproberen, niets voor mensen die keurig een recept volgen met alle grammetjes of voor ongeduldige personen. Wil je over een half uur eten, dan is slowcookeren niets voor je.

Soep of stoofpot; leg alle te gebruiken ingrediënten in de binnenpan. De volgorde is niet zo belangrijk, hoewel veel mensen eerst ui, bleekselderij en/of knoflook onder in leggen. Voor soep kan je de pan aanvullen met water. Bouillon is niet nodig. Door de lange tijd geven groenten en vlees hun smaak en gezonde stoffen af aan het water en zie; er is bouillon aan het eind van de kooktijd. Een voorbeeld van een stoofpot.

‘Bakken’ op dergelijke lage temperaturen is niet mogelijk. Wel kan je ingrediënten heel smakelijk garen. Knoflook (ik gebruik altijd bollen solo-knoflook) even aan de bovenkant insnijden tot een roosje, besprenkelen met olijfolie en met een klein laagje olijfolie ongeveer zes uren op ‘Laag’ laten garen.
Een of meerdere uien aan de bovenkant in snijden tot een roosje. Ook de ui besprenkelen met olijfolie en op ‘Laag’ voor 12 uur laten karamelliseren.
(Zoete) Aardappel in de schil laten en enkele gaatjes prikken in de aardappel. In aluminiumfolie inpakken met wat olijfolie en naar believen kruiden. Voor een recept van cake, kijk je hier.

Voor puree snijdt je naar wens de groenten, aardappelen, pastinaak, koolraap enz. in kleine blokjes. Samen met water, melk of zure room in de slowcooker en laten ‘koken’ tot de groenten gaar zijn. Afhankelijk van de stand Hoog of Laag en van de groenten zal dit vier tot zes uur duren.

Uit al het bovenstaande blijkt dat ‘geduld’ een eigenschap is welke noodzakelijk is voor het concept ‘slowcookeren’. Heb je dat niet, koop dan geen slowcookerpan.

Oude rassen, vergeten groenten

De laatste paar jaar krijgen oude groente-rassen steeds meer aandacht. Zelfs in veel supermarkten zijn oude rassen te vinden, veelal onder de naam ‘vergeten groenten’. Er is zelfs een ‘Vergeten Groentesoep’ van een bekend merk. (hoewel er meer meuk, dan groenten in het pak, zak of blik zitten). Maar wat zijn nu die vergeten groenten ofwel de oude rassen. Volgens de Stichting Vergeten Groenten zijn er 550 oude groente-rassen. Onderstaand een beperkte opsomming. Wilt u een beschrijving van een groente of hoe een groente te bereiden, kunt u zelf op onderzoek uit gaan.

Aardbeispinazie; Aardpeer; Amarant; Andoorn; Biefstuktomaat; Blauwe, gele, roze aardappels, Blonde lof, Brave Hendrik; Broccoletto; Bruin rode jaarrondsla, Eeuwige moes; Haverwortel; Heilig Boontje; Kardoen; Knolvenkel; Koolraap; Koolrabi;
gele, rode, roze, witte krootjes; Malvablad; Melde; Mierikswortel; Oeraugurkje; Paarse spekbonen; Gouden spekbonen; Palmkool; Pastinaak; Peterseliewortel; Platte peterselie; Purperen artisjok; Meiraapjes; Rammenas; Rettich; Rode spruitjes; Roodlof; Schorseneren; Snijbiet; Wilde spinazie; Winterpostelein; Zeekool.

Een ander initiatief op het gebied van oude rassen is Op Goede Grond, een kwekerij met meer dan 200 oude fruitrassen:  appelrassen (> 150); perenrassen (50), kersen- en pruimenrassen en andere eetbare gewassen, kruiden en meerjarige groenten, waarvan zij zelf zeggen: ‘…Wij kweken holistisch en bewust ongecertificeerd ecologisch…’.

Seizoensgroenten 2/2

Veel mensen maken zich druk om hun Global Footprint, dát deel van de wereld welke zij gebruiken. Zij zijn bezig met hoe hun gedrag en besteding de wereld belast. Voor mij moet er een soort van evenwicht gevonden worden tussen de belasting waarmee ik de wereld opzadel en plezier in het leven. Dat evenwicht heb ik nog steeds niet gevonden en zal ik waarschijnlijk ook niet vinden. Maar ik blijf zoeken. Seizoensgroenten 2/2


Juli
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, doperwten, komkommer, kropsla, knolselderij, paprika, prei, prinsessenbonen, peultjes, pompoen, radijs, bieten, rode kool, raapstelen, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, tuinbonen, uien, venkel,veldsla, wortelen, witlof, zoete aardappel

Augustus
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, knolselderij, komkommer, kropsla, mais, paprika, pompoen, prei, prinsessenbonen, peultjes, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, uien, veldsla, venkel, wortelen, witlof, zoete aardappel.

September
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, knolselderij, komkommer, kropsla, mais, paprika, pompoen, prei, prinsessenbonen, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, ui, venkel, witlof, wortelen, zoete aardappel.

Oktober
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, Chinese kool, courgette, cherrytomaat, kropsla, knolselderij, komkommer, paprika, pastinaak, pompoen, prei, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, spruiten, tomaten, uien, veldsla, venkel, witlof,wortelen, zoete aardappel.

November
Aardappel, andijvie,aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, courgette, cherrytomaat, knolselderij, kropsla, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, biet, rode kool, radijs, spruiten, snijbonen, spinazie, spitskool, ui, veldsla, venkel, witlof, wortelen, zoete aardappel.

December
Aardappel, andijvie, bosui, cherrytomaat, knolselderij, kropsla, pastinaak, pompoen, prei, biet, rode kool, radijs, spuiten, spitskool, ui, veldsla, witlof, zoete aardappel.

Chioggia bietjes, een experiment

Loop ik met VL in een net uitgebreide en geopende supermarkt te genieten van een bijzonder duidelijke indeling van de supermarkt, de zeer brede paden en -niet te vergeten- op bijna elke hoek van de versafdeling van alles om te proeven valt mijn oog op Chioggia bietjes. Vanwege het warme weer van verleden jaar was mijn kweekexperiment van deze bietjes mislukt. Dus…., wat Chioggia bietjes, een experiment

Chioggia biet

Voedsel bereiden is experimenteren, een beetje creatief denken en vooral lol hebben in het leven en wat je maakt. Bieten koken en roosteren kan iedereen, dus laat ik dat over gaan. Mijn experiment behelst het drogen van de bieten.

De eerste bieten worden 30 minuten gekookt. Na dat de bieten afgekoeld zijn worden ze geschild en met de mandoline in dunne plakjes gesneden. een deel van de bietenschijfjes (1) worden 40 minuten gedompeld in olijfolie. Een ander deel (2) wordt licht bestrooid met rietsuiker om eveneens 40 minuten in te laten trekken. Het derde deel van de gekookte bietenschijfjes (3) gaan zonder toevoegingen in de voedseldroger.

Een grote biet wordt ongekookt geschild en in dunne plakjes gesneden. Ben je vast van hand én heb je een scherp mes, kan je het snijden met de hand doen. Ik gebruik de mandoline vandaag. Komt hij ook eens uit de kast. De dunne plakjes (4) gaan op het vierde tray en in de voedseldroger (Belgen zeggen ook wel ‘de uitdroger’.) De voedseldroger stel ik in op 50 graden voor 7 uur. Ik schat dat het ongeveer 8 uren duurt voor het gewenste resultaat. Het verhaal wordt vervolgd………….

Inmiddels zijn de 8 uren voorbij en het resultaat bekend. De met suiker bestrooide schijfjes (2) vinden we zoet, te zoet. De schijfjes zonder toevoegingen (3) zijn hard en taai. De schijfjes nummer 4 zijn ook hard en taai. De in olie gedompelde schijfjes (1) smaken nog het best. Conclusie, we zullen schijfjes Chioggia biet in olie dompelen en langzaam in de oven op 175 graden garen. Op die manier vinden we deze biet het smakelijkst

(Chioggia Biet is in 1840 voor het eerst gebruikt in het plaatsje Chioggia in de provincie Veneto, in de buurt van Venetië. De smaak is zoeter en verfijnder dan de bekende rode biet. De bieten zijn rood/wit gestreept)

Geverifieerd door MonsterInsights