Is zure melk bedorven

Van oudsher hebben mijn ouders, het Voedingscentrum, artsen en voedingsdeskundigen mij gewaarschuwd voor rauwe melk. Brrr, gevaarlijk; koken voor gebruik. Niet langer dan drie dagen bewaren. Want slechte bacteriën. Is zure melk bedorven?

Gehoorzaam kocht ik de melk in de super. Veilig, want gepasteuriseerd. Later ben ik meer gaan lezen over de bewerkingen van winkelmelk. Hierdoor heb ik de stap gemaakt naar rauwe melk en rauwmelkse producten.

Sinds enkele jaren maak ik kefir. Door levende kefirculturen aan melk toe te voegen in een verhouding van 1:10. Kefir is net als clabber milk rijk aan probiotica.

Een andere, meer onbekende manier is Clabber of Clabbered milk. Eigenlijk is het maken van clabber milk eenvoudiger dan het maken van kefir.

Clabber milk bestaat uit melk. Door eventueel wat citroensap toe te voegen versnel je het fermentatieproces. Prettig als je het wilt, maar nodig is het niet. Ik gebruik alleen rauwe A2 koemelk.

Ingrediënten: 1 liter rauwe melk,
(Pasteurisatie vernietigt de nuttige probiotica die in rauwe melk aanwezig zijn, zoals melkzuurbacteriën)

Steriliseer een glazen fles of pot door deze in de oven te zetten. De oven op 150 graden instellen. Als de oven op temperatuur is, dan 15 minuten op 150 graden de fles steriliseren. De dop of deksel kan voor enkele minuten in zo heet mogelijk water gedaan worden. Een drupje afwasmiddel is aan te raden.

Na een kwartier is de fles steriel en kan het uit de oven. Let op, 150 graden is best heet, dus even in de oven af laten koelen is verstandig. Als de fles met ovenwanten te pakken is, kan het uit de oven en op een dubbelgeslagen theedoek gezet worden tot hij helemaal afgekoeld is. Het is zaak om NIET aan de hals van de steriele fles te komen.

De dop of deksel kan met heet water afgespoeld worden en op een stuk keukenpapier gelegd om te drogen. Ook hier geldt, kom alleen aan de buitenkant van de dop. Hygiëne is belangrijk, je werkt immers met bacteriën.

De fles en dop zijn inmiddels steriel en afgekoeld. Nu kan je de melk in de fles gieten. Houd er rekening mee dat het fermentatieproces er voor zorgt dat de fles onder druk komt te staan. Dus de fles vullen tot een cm of vier onder de dop.

Sluit de fles door de dop er op te doen, maar niet stevig vast draaien. Zet de fles op een plaats waar het niet in de weg staat, niet in de volle zon maar wel op een temperatuur tussen de 20 en 26 graden. De melk gaat nu fermenteren. De melk zal zuur worden door de melkzuurbacteriën die lactose omzetten in zuur. Na ongeveer twee tot vijf dagen zal de clabber milk klaar zijn. Hoe langer de melk fermenteert, des te zuurder wordt het. Dit gedeelte is een kwestie van smaak en experimenteren

Geniet van je clabber milk! Het heeft een licht zure smaak en is rijk aan probiotica, wat goed is voor je spijsvertering, immuunsysteem en cholesterolniveaus

Bietentaart of bietenquiche

Het is een voortdurende discussie in ons gezin. Is het bietentaart of bietenquiche? Het begrip ‘hartige taart’ kan er bij mij niet in. Taart moet zoet zijn. De overige gezinsleden hebben geen moeite met ‘hartige taart’ of bietentaart. Het zij zo.

De bietentaart heeft een tijd lang niet op onze menulijst gestaan. Door de vraag van de jongste om bietentaart hebben we het recept uit het stof opgediept en enigszins aangepast.

Ingrediënten: 2 grote uien, 3 bollen soloknoflook, 700 gram gekookte biet, 125 gram feta, 3 eieren, 2 tl tijm, 2 tl oregano, een pakje roomboter bladerdeeg, twee eetlepels pijnboompitten, een eetlepel ghee

Mijn taak in deze zijn de voorbereidende werkzaamheden: het pellen en snijden van de uien en de knoflook. Deze gaan in kleine snippers. De bieten snij ik ik kleine blokjes. De lapjes bladerdeeg keurig op een bord gelegd om te ontdooien.

VL neemt het op vanaf hier over. De ingrediënten staan keurig op volgorde en voor het grijpen. VL bedekt de bodem van een ovenschaal (24 cm) met het bladerdeeg. Het bovenste gedeelte net een randje over de schaalrand gevouwen.

De ui en knoflooksnippers worden in korte tijd glazig gebakken. De bieten kunnen verdeeld worden over de bodem van de schaal. Daar boven op doet VL het uit/knoflookmengsel. Daar overheen worden de oregano en tijm gestrooid.

Achtereenvolgens kruimelt VL de feta en de pijnboompitten over het geheel. Nog even de slagroom loskloppen met de eieren en dit mengsel gieten. Het randje bladerdeeg van buiten naar binnen wat oprollen, zodat er een mooie rand ontstaat.

Ondertussen is de oven voorverwarmt tot 190 graden. De ovenschaal kan in de oven voor 15 minuten op 190 graden. Dan nog voor 30 minuten op 180 graden. Vlak voor het einde nog even controleren of het gerecht mooi bruin is. Is dat nog niet het geval, dan nog een paar minuten op 180 graden laten staan. Klaar is de bietentaart of bietenquiche.

Soms mag het makkelijk

Er zijn van die momenten waarop de keuze valt op ‘vlug en makkelijk’. Dat kan zijn op vakantie of bij kookidee-armoe. Dan is het handig om wat recepten en ingrediënten op de achterhand te hebben. Soms mag het makkelijk.

Dit keer valt dit recept in de categorie ‘makkelijk’. We zijn op vakantie en hebben wat ingewikkelder en wat simpeler gerechten op het programma. Naast het geplande restaurantbezoek.

Omdat we toch in de buurt zijn, doen we boodschappen in Duitsland. En komen thuis met producten die we in Nederland (nog) niet gevonden hebben. Soep in weckglas van de firma Löbke. Onze favoriet is *. Wel te koop in Nederland zijn de zongedroogde tomaten die niet in olie drijven. Toch maar gekocht in een Duitse super, omdat we er waren. De verse pasta kochten we bij de Nederlandse Jumbo. Zo hebben we alle ingrediënten voor lauwwarme pasta in huis.

Ingrediënten:
300 g verse penne, een el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 100 g ontbijtspek, 3 el roomkaas knoflook/tuinkruiden, 10 zongedroogde tomaten (niet in olie), 3 el pijnboompitten, 400 g gerookte kipfilet, 1 grote rode ui, 3 eetlepels aceto balsamico, 75 g rucola, verse basilicum, Parmezaanse kaas.

Het voorwerk: Snipper de ui en de knoflook heel fijn. Knip de zongedroogde tomaten in stukjes. Snijd de ontbijtspek in wat grotere stukjes. De gerookte kipfilet kunnen ook in kleine blokjes gesneden worden.

De penne worden volgens de voorschriften op het pak gekookt. Ondertussen worden de pijnboompitten op laag vuur geroosterd. De gesnipperde ui en de kipblokjes gaan voorlopig in een schaal en worden goed gemengd.

In de wok wordt de ghee goed verhit. Is de ghee op temperatuur dan kan de knoflook en het ontbijtspek langzaam gebakken worden. Ondertussen zal de penne gaar zijn. Klaar om afgegoten te worden. Weer terug in de pan om wat uit te dampen. Tenslotte is het de bedoeling lauwwarme penne te hebben.

Zijn de knoflook en ontbijtspek krokant, dan gaan de penne ook in de wok en goed gemengd. Op laag vuur wordt dan de roomkaas toegevoegd en goed doorgeroerd. De balsamico sprenkelen over de penne en desgewenst doorroeren. Op het laatst de zongedroogde tomaatjes verdelen over het mengsel in de pan. De in stukjes gescheurde basilicum worden over het geheel gesnipperd.

Op tafel staan de rucola en de pijnboompitten in bakjes. De lauwwarme pasta wordt op een bedje van rucola geserveerd. Naar smaak worden de pijnboompitten toegevoegd. Soms mag het makkelijk.

Meer puree

Meer puree. De titel heeft niets te maken met het komende schrijfsel. Maar dan wel weer met het recept.

Op ons vakantieadres aangekomen horen we ‘s avonds een aanhoudend gekrijs. Niet hard, maar doordringend en aanhoudend. Het begint om een uur of 22.00 en eindigt zo rond 01.00 uur. Na enig zoeken blijken het uilskuikens te zijn, jonge ransuilen die niet meer in het nest zijn, maar wel gevoerd worden door pa en ma. In deze fase worden de uilskuikens ‘takkelaars’ genoemd. De blijven in de nestboom en klauteren van tak tot tak. Om duidelijk te maken waar ze zijn krijsen ze zodat ze gevoerd kunnen worden.

Jonge ransuil zit op een tak Meer puree
Jonge ransuil zit op een tak in de nestboom Image by byrdyak on Freepik

Puree van vergeten groenten
Ingrediënten: 3 kruimige aardappels, 1 grote zoete aardappel, 0,5 knolselderij, 2 pastinaken, 150 gram boter, naar smaak peper, zout en nootmuskaat toevoegen.

Alle te schillen ingrediënten worden geschild, afgespoeld en in -ongeveer- gelijke blokjes gesneden. De blokjes aardappel, zoete aardappel, knolselderij en pastinaak worden in een ruime pan met koud water gedaan. De blokjes moeten net onder water staan.

In ongeveer 15 minuten wordt het mengsel blokjes gaar gekookt. Na het afgieten zullen de blokjes nog even uitdampen in de pan. Dan aan de slag met de pureestamper en de blokjes vergeten groenten fijn stampen. Tijdens het stampen kan de boter in stukjes worden toegevoegd. Telkens een stukje als het vorige opgenomen is.

Nu de puree al wat vorm krijgt, komt de garde in actie. Ik gebruik een Deense garde. Daar blijven geen klonters puree in hangen en het werkt fijner dan een traditionele garde. De puree wordt door het kloppen mooi luchtig. Naar smaak zout, peper en nootmuskaat toevoegen en klaar is de puree.

Luxe hutspot

Deze luxe hutspot maak ik in de stijl van Joël Robuchon. Dat wil zeggen veel boter gebruiken. De hutspot wordt een stuk minder grof dan gewoonlijk. Hutspot de luxe dus.

Ingrediënten:
400 gram pastinaken, 600 gram wortelen, 1000 gram kruimige aardappels, 800 gram uien, 150 gram boter, 1 tl mosterd, 1 tl tijm, wat nootmuskaat, zout en peper naar smaak.

Het is het bekende verhaal om hutspot te maken: de aardappelen schillen en in blokjes snijden. De uien pellen en in halve ringen snijden. De pastinaken en wortelen schrappen en in blokjes snijden. Dit gedaan kunnen de blokjes pastinaak, wortel, aardappel in een grote pan met koud water.

Zodra het water kookt duurt het ongeveer 15 minuten voordat deze ingrediënten gaar zijn. Het kan geen kwaad dit zo af en toe te controleren. Er mag best nog wat ‘beet’ te bemerken zijn. In ieder geval niet stuk laten koken.

Ondertussen doe ik de halve uiringen in wat gesmolten ghee in de koekenpan. De bedoeling is om de uiringen op zacht vuur laten karameliseren. Af en toe omscheppen voor een mooi gelijkmatig resultaat.

Is het mengsel pastinaak, aardappel, wortel gaar dan kan de pan afgegoten worden. De pan kan nog een paar minuten open staan om uit te stomen. Anders wordt het geheel zo papperig. Als het mengsel mooi droog is kan de aardappelstamper aan de slag.

In eerste instantie maak ik een redelijk fijne puree. Telkens een klontje boter toevoegen. Als deze geheel opgenomen is, dan is het volgende klontje aan de beurt. En zo verder. Tot dat ik vind dat het voldoende boter en de puree smeuïg genoeg is. Dan kunnen de tijm en mosterd toegevoegd worden.

De hutspot kan nog fijner. Daartoe neem ik de garde. Ideaal voor deze klus is een Deense garde. Geen geklonter zoals in de gewone garde. De hutspot mag wel fijn, maar geen ‘soep’ worden. Heeft het de juiste fijnheid dan worden de gekarameliseerde uiringen er door gespateld worden.

De luxe hutspot is lekker te combineren met gehaktbal, rookworst, krokant gebakken speklap, uitgebakken spekjes, karbonade, runderwang, casselerrib. Kortom, elk soort vlees wat je lekker vindt.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Andijviestamppot anders

Het is weer tijd om iets voor mijn schoonmoeder te brouwen: Andijviestamppot anders. Regelmatig brengt VL bakjes diepgevroren maaltijden naar haar moeder. Vooral de smaak van vroeger roepen bij haar moeder, mijn schoonmoeder, dierbare herinneringen op.

Naast broccolitaart, hutspot, verschillende soepen nu ook andijviestamppot. Om de variatie groter te maken maak ik regelmatig een recept wat nét iets anders is dan anders.

Andijviestamppot anders.
Ingrediënten:
500 gram kruimige aardappelen, 500 gram zoete aardappelen, 500 gram gesneden andijvie, 150 gram roomboter, 3 uien, 1 rookworst, zout en peper naar smaak

Zoals te doen gebruikelijk bij aardappelen, de aardappelen en zoete aardappelen schillen en spoelen. In een ruime pan koud water aan de kook brengen en zachtjes doorkoken tot ze gaar zijn. Als de aardappelen koken duurt het ongeveer 15 minuten tot ze gaar zijn.

De uien dienen ook ontdaan te worden van de schil en het eerste laagje onder de schil. Dit eerste laagje -schort geheten- is taai. Snijdt dan de uien in dunne halve ringen. De uiringen dienen op laag vuur gebakken te worden. Dat mag best een half uur zijn, dan karameliseren de uien. Regelmatig omscheppen.

Aardappelen afgieten en even met de deksel open laten staan om te drogen. Daarna met de aardappelstamper grof stampen. Tijdens het stampen de boter in stukjes toevoegen. Blijkt de puree nog niet smeuïg genoeg nog wat boter toevoegen of een klein beetje melk.

Tijd om de andijvie toe te voegen. Beetje bij beetje spatel ik de andijvie door de gestampte aardappelen. Daarna zijn de uien aan de beurt. Deze worden ook voorzichtig door het mengsel gespateld. Zorg daarbij voor een mooie verdeling tussen aardappel, andijvie en ui.

Aangezien schoonmoeder vegetarisch is laten we de rookworst voor wat het is. Deze gaat in de kast voor een keer dat we zelf andijviestamppot maken.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

stamppot voor mijn schoonmoeder

Regelmatig maken we een stamppot voor mijn schoonmoeder. Zij is sinds het overlijden van haar man alleen en op leeftijd. Niet zo’n zin om te koken, maar ze smult van de maaltijden die we bereiden.

Een stamppot kan je alleen in een flinke portie maken. Dat doen we dus ook. Een forse pan wat we dan over doen in porties om in te vriezen. Zo kan mijn schoonmoeder kiezen wat ze wil eten.

Stamppot voor mijn schoonmoeder:
Ingrediënten:
1 kilo kruimige aardappelen, 500 gram gesneden andijvie, 400 gram diepvries tuinerwten, 100 ml melk, 100 gram roomboter, 1 eetlepel gesneden muntblaadjes

De aardappelen schillen, spoelen en in een ruime pan met water tot net boven de aardappelen opzetten en koken. Na ongeveer vijftien minuten zijn de aardappelen gaar. Ondertussen de tuinerwtjes bevroren in kokend water zo’n vier minuten op laag vuur gaar koken en afspoelen met koud water. De melk kan langzaam verwarmt worden, maar niet kokend.

Zodra de aardappelen gaar zijn grof stampen. Tijdens het stampen stukje voor stukje de boter toevoegen. Dan kan de melk toegevoegd worden totdat de puree redelijk smeuïg is. Overigens kan de melk vervangen worden door meer boter.

De puree is een beetje grof en smeuïg. De andijvie kan rustig aan beetje voor beetje toegevoegd worden. Ook de tuinerwtjes kunnen in de puree geschept worden. Met een spatel worden de andijvie en tuinerwtjes gemengd worden met de gestampte aardappelen. Tot slot kunnen de muntblaadjes door het mengsel verdeeld worden.

Nu kan de andijviestamppot in porties in bakjes en in de vriezer. Wachtend op transport naar mijn schoonmoeder. VL bezorgd het thuis bij haar moeder

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Zomerse smoothies

Een bekentenis. Ik ben niet zo gek op smoothies. Ik vind ze vaak wat snotterig, groen van de spinazie of andere groente. Ook al dat het eten van rauwe groenten bepaalde risico’s met zich mee kan brengen bij veelvuldig gebruik. Oxaalzuur en nitriet kunnen rare dingen veroorzaken. . Smoothies zijn aan mij niet zo besteedt.

Sinds ZL een eenpersoons smoothieblender heeft, moet ik mijn mening bijstellen. ZL heeft zich toegelegd op smoothies met fruit. Elke dag een andere combinatie, de een wat frisser dan de ander. Maar steeds heerlijk. Wij mogen proeven. Een theelepeltje, want het zijn eenpersoons porties.

In het kader van Zomerse Smoothies een paar van zijn meest frisse combinaties. De een wat dikker en lobbiger dan de ander, maar allemaal zijn ze zomers fris. Ik moet toch maar eens vragen of hij wat meer gaat maken zodat we allemaal een glas kunnen krijgen. Ik heb mijn idee over deze smoothies herzien.

Zomerse smoothie met aardbeien

Het maken gaat volgens een vast schema: ingrediënten op maat maken, in de blender, het vloeibare ingrediënt toevoegen en blenderen.

Smoothie 1
1/2 banaan, kwart ananas, 9 frambozen, sinaasappelsap

Smoothie 2
4 aardbeien, schijf ananas, 4 frambozen, 1/4 mango, sinaasappelsap tot 2/3 vol

Smoothie 3
1/2 avocado, handje blauwe bessen, 10 aardbeien, 2,5 mango, ananassap (zomers)

Smoothie 4
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 6 aardbeien, wat honing, 1/4 mango, kokosmelk.

Smoothie 5
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 1/4 mango, 5 aardbeien, wat honing, 1/2 avocado, sinaasappelsap

smoothie 6
Schijf ananas, 7 aardbeien, 1/2 avocado, scheutje ananassap en vullen tot 2/3 met sinaasappelsap.

Uitbreiding van de machinekamer

VL was onlangs jarig. Nu wordt het elk jaar lastiger om cadeaus te bedenken. Uiteindelijk, na lang nadenken, peilen en onderzoeken was één van de wensen; een slowjuicer! Uitbreiding van de machinekamer. De slowjuicer werd enthousiast ontvangen en uitgeprobeerd.

Maar waarom toch een apparaat erbij? Je kunt toch gewoon groenten knagen. Dan krijg je de enzymen, mineralen, vitaminen en vezels toch ook binnen? Klopt, en toch wilde VL een slowjuicer. Natuurlijk heeft ‘gezond’ er ook iets mee te maken.

Een waarschuwing is op zijn plaats. Het is mogelijk dat je lichaam reageert op het sap drinken. Het is nieuw voor je lichaam. Je lichaam zal er aan moeten wennen. Daarom rustig aan beginnen en opbouwen. Let goed op wat je lichaam je laat weten en hoe het reageert.

Niet alle groenten vallen goed of hebben een ronduit negatieve werking op het lichaam. Dus dat gaat bekeken en onderzocht worden. Dan bekijken we de combinaties ook op smaak. Bevalt een combinatie ons, dat plaatsen we dat als recept op de site.

Om te beginnen hebben we deze geprobeerd:
Ingrediënten: 1 stronk biologische bleekselderij, 1 appel.

Snijd van de bleekselderij een stukje van de onderkant af. Dan de stengels in kleinere stukjes zodat deze makkelijk in de slowjuicer passen.

De appel verdelen we in partjes met de appelsnijder. Hiermee is meteen het klokhuis op een makkelijke manier verwijderd. Snijd de appel op maat. Nu kan de machine het werk doen. De stukjes bleekselderij en appel gaan in de juicer.

Het sap kan direct gedronken worden of in porties ingevroren voor later. Het sap kan ingevroren tot een jaar bewaard worden. In de koelkast blijft het sap drie dagen goed.

Hachee van opoe

We hebben het plan opgevat om verschillende variaties van de ons bekende hachee stoofpot te bereiden. Maar dan wel zoals andere landen dit zien. We nemen hiervoor steeds in stukjes gesneden runderlap, ook wel hacheevlees of goulashvlees genoemd.

Nu is de hachee aan de beurt. Niet zo zeer op de manier van mijn opoe, maar meer het klassieke recept. En dan noem je het al gauw ‘grootmoeders’ recept. Of van opoe.

Hachee van opoe

Ingrediënten
voor het vlees:
1 kilo hacheevlees, een klont Ghee, 1 kilo uien, 100 ml bouillon,
2 pijpjes donker bier, 4 laurierblaadjes, 4 kruidnagels,
4 plakken ontbijtkoek, 2 el arrowroot, wat zout en peper naar smaak.

voor de puree:
1 kilo kruimige aardappelen, 125gram boter en wat melk.

Ik begin vroeg want het spul moet zo’n acht uur stoven. Maar… eerst koffie. Het vlees kan dan goed op kamertemperatuur komen. En natuurlijk alle ingrediënten, afgewogen en klaar gezet om misgrijpen te voorkomen. Aan de slag!

De grootste klus is de uien pellen en in ringen snijden. Keurig op gestapeld op een ruim bord. Het vlees is inmiddels op temperatuur. De soeppan staat klaar met een klont Ghee. Dit goed op temperatuur laten komen voordat het vlees in de pan gaat. Op matig vuur lichtbruin bakken. Dan kunnen de uiringen in de pan. Niet schrikken, het lijkt heel veel ui.

Regelmatig omscheppen zodat de ui en het vlees lekker gemengd worden en de ui glazig. Het meeste werk is gedaan. Nu mag de slowcooker aan de slag. Het vlees-/uimengsel kan in de slowcooker. De pijpjes bier gaan in de soeppan samen met de bouillon. Even op matig vuur verwarmen. Bruist het een beetje, dan giet ik het bier/bouillon ook in de slowcooker. Een beetje omscheppen, op naar de volgende stap.

Handig is om de kruidnagels een voor een in een laurierblaadje te steken. De kruidnagels zijn dan makkelijk terug te vinden. De laurierblaadjes een beetje onderduwen in de slowcooker en de plakken ontbijtkoek op de inhoud van de pan leggen. Na ook deze ‘klus’ geklaard is kan de slowcooker aan op mijn favoriete stand ‘Laag’ voor acht uur.

Nu is de puree aan de beurt.
De tijd om puree te maken schat ik in op iets langer dan een half uur. Dit is zonder het schillen van de aardappelen. Dus enige planning is aan te raden om het geheel gelijktijdig te kunnen serveren.

De aardappelen schillen en in ongeveer gelijke blokjes snijden. Ik doe de aardappelen meestal door vieren. De aardappelen even goed afspoelen en in voldoende water aan de kook brengen. Na ongeveer 15 minuten zijn de aardappelen gaar en kunnen worden afgegoten. In de tussentijd heb ik de boter in stukjes gesneden en de melk verwarmd.
De stamper doet het grovere werk, het stampen van de aardappelen. Onder het stampen door de boter klontje voor klontje toevoegen. Naar eigen inzicht wat melk toevoegen tot het een smeuïg geheel is. Nu komt de garde in actie. Hiermee de puree voorzichtig luchtig kloppen.

Als groenten hebben we gekozen voor tuinerwten en wel uit de diepvries. Lekker makkelijk in zes minuten in kokend water klaar. Even afgieten, desgewenst een klontje boter er door. Als het goed is zijn nu alle onderdelen van de maaltijd klaar om opgeschept te worden. Nu maar hopen dat de kinderen snel aan tafel komen.

Herman

Zo in de jaren ‘70 kwam Herman in mijn leven. Geen idee hoe, maar hij was er. Niet luidruchtig, maar best wel dwingend aanwezig. Elke dag vroeg hij om aandacht en liefdevolle behandeling. Behandelende je hem naar tevredenheid dan liet Herman dat blijken. Hij groeide van geluk en blijdschap.

Herman, ook wel vriendschapsbrood of -cake genoemd. Het begin met het krijgen van een klontje deeg. Daar zat ook een gebruiksaanwijzing bij. Je kunt het een kettingbrief noemen. Veel mensen gaven elkaar klontjes deeg en verzorgden Herman tot hij gebakken kon worden op de tiende dag, een ware hype.

Het hoogtepunt in de Hermanhype was in de jaren ‘80. In 2020 werd Herman nieuw leven ingeblazen. Nu ook in de desemversie . Ik beperk me tot de originele, zeg de oerversie.

Ik heb de laatste 40 jaar Herman niet meer langs zien komen. Of het gebruik is een zachte dood gestorven, óf mensen kennen het niet meer en sturen elkaar liever appjes. Dus…zelf aan de slag om Herman het licht te doen laten zien.

(Kan je toch een kant en klare Herman krijgen, laat hem dan een dag rusten, bekomen van de reis en ga verder met dag 2.)

Een paar aandachtspunten; Herman mag niet in aanraking komen met metaal. Ook houdt hij niet van kou, dus niet in de koelkast bewaren. Herman moet ademen, afdekken met een schone theedoek volstaat. Benodigdheden: Grote (plastic) kom; Houten of plastic lepel, cakevorm

Ingrediënten:
100 gr witte basterdsuiker, 250 ml warm water, 1 zakje gist, 225 gram bloem.

Dag 1: Suiker oplossen in 1/2 kopje van het warme water. Strooi gist erbij, laat 10 minuten staan. Roer de rest van het warme water erbij en de bloem. Klop totdat het een glad beslag is. Goed afdekken met plastic folie. Laat rusten op kamertemperatuur tot de volgende dag.

Dag 2 en 3: Roer Herman een paar keer per dag goed door met een houten lepel.

Dag 4: Herman heeft honger: geef hem daarom 250 ml melk, 125 gram bloem en 200 gram suiker.

Dag 5, 6, 7 en 8: Roer Herman een paar keer goed door.

Dag 9: Herman heeft weer honger, geef hem vandaag 250 ml melk, 125 gram bloem en 150 gram suiker. Verdeel hem dan in vijf gelijke porties. Een portie kan je zelf houden om het vriendschapsbrood te bakken. Een tweede portie kan je gebruiken om een nieuwe Herman te starten. De andere drie kan je weggeven.

Dag 10: de laatste honger van Herman wordt gestild. Het deel wat je wilt gebruiken om te bakken krijgt: 15 ml olie, 3 eieren, 250 gram bloem, 90 gram suiker, 2 theelepels bakpoeder, 2 theelepels kaneel, 200 gram gewelde rozijnen, 2 in kleine stukjes frisse appel (optioneel 100 gram (gehakte) walnoten of hazelnoten)

Meng Herman door elkaar, giet hem in een ingevet cakeblik (of tulband vorm) en bak hem voor tenminste 1,5 uur af op 150 graden.

Volenwijckspark, politie-agent en een vliegtuig

Over het Volenwijckspark, politieagent en een vliegtuig. Vanaf alle drie de adressen waar ons ouderlijk gezin woonde, was het zo’n minuut of tien lopen naar het Volenwijckspark aan de Adelaarsweg. Een prachtig stadspark met een meer in het midden. Het park grensde aan het NoordHollandsch Kanaal. Oorspronkelijk was het park groter. Het NoordHollandsch Kanaal verdeelde het grotere park in tweeën. Over het kanaal tegen het Floradorp heette het het Florapark

Vanaf de Adelaarsweg waren er twee ingangen. Dat waren vrij steile kluften. De paden in het park waren bedekt met grind. Dus ook de kluften. Fietsen was verboden, net als op het gras lopen. Dat werd kenbaar gemaakt met bordjes ‘verboden het gras te betreden’ en een laag hekje. De vaste politieagent -een soort Bromsnor- fietste zijn rondjes om daders te betrappen. 

Toen we de agent op de Adelaarsweg zagen, stoven we het gras op. De agent kreeg rode vlekken in zijn nek en kwam naar beneden. We hadden de agent inmiddels uit het oog verloren, maar we hielden hem in de gaten. Met een beetje pech gleed hij uit bij het remmen en gleed hij door het grind. Ik hoop dat hij niet is gevallen.

In 1955 werd begonnen met maken van de bouwput waar de IJtunnel zou moeten komen. In 1968 werd de IJtunnel geopend. Met de komst van de tunnel moest ook het deel van het Volenwijckspark aan de Adelaarsweg verdwijnen. Dus grote graafmachines ploegden het mooie park om. Het meertje werd leeggepompt en verder uitgegraven. Niemand was verbaasd dat daar een Engels vliegtuig tevoorschijn kwam, neergestort in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Het graven werd stil gelegd en militairen kwamen weken lang onderzoek doen. Later werd het toestel geborgen. Het toestel lag diep in de modder en was daardoor redelijk in tact gebleven.

Had je pech dan kwam je in het park wat leerlingen van de Mussenstraatschool tegen. Kwam je in hun handen dan dreigden ze je in de kuil te duwen. Of het alleen dreigen was ben ik nooit achter gekomen. Het was wegwezen.

Ondertussen ging de rest van het park op de schop. De Verlengde Leeuwarderweg moest gebouwd worden, voor het autoverkeer uit de IJtunnel. Een gevoelig klap voor de buurt. Het enige grote groen in de buurt was Het Vliegenbos. Daar was ons ouderlijk gezin zeer regelmatig te vinden op zondag. Op het grote veld, of op het kleine zijveldje.

Op vrijdag aten we altijd vis. Meestal kabeljauw met doperwten en/of wortelen. Soms deed mijn moeder luxe en gingen we aan de gestoofde paling ook wel ‘paling rechtop’ genoemd. We togen naar de markt op het Mosplein. Bij ‘De Volendammer’ lagen de palingen te kronkelen in een platte ondiepe bak. Die liet mijn moeder links liggen, zij wilde gevilde paling. Zo’n 1,5 kilo.

Thuisgekomen werd de paling in stukken van ongeveer vier centimeter gesneden. Even afgespoeld en wat zout er over. Een klontje boter in een grote pan en de moten paling worden rechtop in de pan gezet. Best een klusje om netjes de stukjes naast elkaar rechtop te krijgen. Daar is handigheid voor vereist. Deksel op de pan en op een iets lager dan middelhoog vuur stoven. De paling gaart in eigen vet en vocht in zo’n minuut of 30.

Gestoofde paling eet het makkelijkst met de vingers. Mijn moeder hield daar niet van en at -zoals bijna alles- met mes en vork. Gecombineerd met aardappelen of wit brood. Lekker dopen in de botersaus.

Over school

De Katholieke Lagere school voor jongens op de Buiksloterweg. Om daar te komen moesten we langs de Mussenstraatschool. Langs de Openbaren. Je was verstandig als je in een groep naar school ging. Toentertijd was het net Klein Ulster. Langs de Mussenstraatschool moeten, betekende vaak rennen of vechten. De Openbaren tegen de Katholieken. En waarom wist niemand.

Over school, een recept voor Vlaamse stoofpot



Op de rustige dagen kon je je redden door te rennen. Op onrustige dagen was het verstandig om stokken mee te nemen. Van de Mussenstraat via het trappetje naar de Adelaarsweg. Aan weerskanten van het trappetje waren rozenperken. Hoe vaak ik niet door zo’n rozenperk ben gerent inplaats van over het trappetje. Overigens was dat ‘trappetje’ een best brede trap.

Het vroor zoals het toen kon vriezen. Het kanaal was dichtgevroren. We hoefden niet over de Kraaienpleinbrug en dus niet langs de Openbaren. De kortste weg was over het ijs, over het Noordhollandsch Kanaal. Per slot van rekening maar 37 meter breed. Wij met z’n tweeën gingen over het ijs. Niet zoals we bedacht hadden. Het werd rennen en springen, van schots naar schots. Tijdens de school was er een ijsbreker langs geweest. Om het kanaal vaarbaar te maken voor de scheepvaart. Wisten wij veel.

Stoofvlees met speculaas/ Vlaams stoofvlees
Ingrediënten
1 kilo hacheevlees, 50 gram boter, 3 grote uien, 3 bolletjes soloknoflook, 3 eetlepels balsamico-azijn, 3 eetlepels appelstroop, 3 kruidnagels, 4 jeneverbessen, 4 laurierblaadjes 1,5 pijpje bruin bier , 6 speculaasjes.

Laat de in blokjes gesneden hacheevlees een uurtje op temperatuur komen buiten de koelkast. Pel de uien en snij deze in ringen. Pel de knoflook bolletjes en hak deze grof. Zet de overige ingrediënten onder handbereik om misgrijpen te voorkomen. De kruidnagels en jeneverbessen doe ik in een thee-ei om onnodig zoekwerk later te voorkomen.

Verhit in een grote (soep-)pan de boter en bak de uienringen langzaam glazig. Eenmaal glazig voeg dan het vlees en de knoflooksnippers toe. Bak het vlees op een iets hoge voor rondom bruin. Dan kan alles in de slowcooker.

Voeg het bier, de balsamico en de appelstroop toe. De speculaas en de laurierblaadjes daar weer bovenop. In duw de speculaas iets onder en da; kan de slowcooker aan. Op ‘Laag’ voor 8 uur. Verwijder het thee-ei en de laurierblaadjes en hussel de rest een keer goed om.

Terug naar het verleden, hutspot.

Een hele tijd had ik de gewoonte om elke vijf jaar een toertje te maken langs de adressen waar mijn ouderlijk gezin heeft gewoond. We hebben op verschillende adressen gewoond in Amsterdam Noord. Veelal in de Vogelbuurt. Vooral niet te verwarren met Vogeldorp. Voor ons ‘Vogelbuurters’ was de suggestie dat we in Vogeldorp zouden wonen een belediging.

Het was al weer zo’n tien jaar geleden dat ik het ritje gemaakt had. Dus op een mooie, wat frisse zonnige dag en tijd voor ‘het toertje’. Dit keer alleen en op de motor. Voor degenen die Amsterdam Noord kennen: via De Bult, de Van Der Pekstraat richting Meeuwenlaan, Vliegenbos langs de woonadressen. Verder naar Blauwe Zand, Nieuwendam, Nieuwendammerdijk, Adelaarsweg via de Kraaienpleinbrug weer naar De Bult weer op huis aan.

Waren de straten toen al smal (een paard en wagen van de aardappelboer, de schillenboer en de melkboer konden er net door heen), nu zijn ze zo pietepeuterig smal. Op vrijdag kwam Rinus de aardappelboer langs. De huisvrouwen (toen een eervolle benaming) hadden hun ramen voor het weekend gelapt. Het paard van Rinus deed de achterbenen uit elkaar, een beetje door de knieën en de staart omhoog. Het paard liet het lustig kletteren. De huisvrouwen boos, de ramen moesten weer gelapt.

Mijn schoonmoeder, naar verluidt geen ster in koken en inmiddels drieëntachtig, houdt van lekker eten. Vooral maaltijden die haar doen denken aan het verleden, de smaken van toen. Eén van haar favorieten is hutspot. Dit recept is passend bij de hang naar het verleden.

Aan de slag!

Ingrediënten
500 gram klapstuk, 1 kilo kruimige aardappelen; 1 kilo winterpeen; 900 gram uien, boter en melk, zout, eventueel peper en kruidnagel.

Het klapstuk in een uur of drie vier op heel laag vuur gaar koken in ruim water met wat zout en peper. De winterpenen schrappen en in stukjes snijden. De aardappelen schillen en in stukken snijden. De winterpeen- en aardappelstukjes het liefst ongeveer even groot gesneden. De uien geschild in ringen gesneden en gehalveerd.

De uiringen op laag vuur met een forse klont boter smoren voor een (minstens) minuut of 20. De laatste vijf minuten op middel vuur bruin bakken. Nu kunnen de winterpeen, aardappelen in een pan met ruim water en in zo’n 20 tot 25 minuten gaar koken.

Zodra de peen/aardappelmengsel gaar is kan deze afgegoten worden. Weer terug in de pan met ruim boter en een scheut (rauwe) melk. Het geheel met de aardappelstamper tot een smeuïg geheel stampen. De hutspot mag een best wel wat grof blijven. De ui toevoegen en goed vermengen. Het klapstuk is in grove stukken gesneden en op de hutspot gelegd. Zo kan de hutspot mét klapstuk geserveerd worden.

Mijn schoonmoeder is vegetarisch, dus laten we het klapstuk achterwege. De hutspot in bakjes, vervoerd naar schoonmoe en daar in de vriezer. Weer voor een paar weken een prettige maaltijd voor haar.

Nu het warmer weer wordt, gaan we op zoek naar zomerse gerechten met ‘de smaken van toen’.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

‘s-Gravenhage of Den Haag?

In de periode dat ik een jaar of acht was ging mijn moeder met ons, mijn twee broers en ik, regelmatig naar ’s-Gravenhage. Daar woonde haar vader, onze opa. Opa was ’in goede doen’, hij bewoonde een pand van drie verdiepingen tegen de diplomatenwijk in Den Haag aan. Sinds het overlijden van zijn vrouw was hij alleen. Op een of andere manier -waar ik geen weet van heb- waren twee ongehuwde zussen, de dames Bol, bij hem ingetrokken. Beth en Marie Bol hadden kost en inwoning en als tegenprestatie had opa gezelschap, er werd gekookt en het huishouden gedaan. Hoewel de dames Bol persoonlijk redelijk fors van lijf en leden waren, kwam voor het zwaardere huishoudelijk werk de huishoudster.

Opa was in ruste en daar genoot hij van. Zijn wandelingetjes met zijn hondje Vlekje, zijn glaasje cognac met sigaar na het diner. Hij genoot van de dag zonder zich te bekommeren wat hij zou moeten. De boodschappen werden dagelijks aan huis gebracht, het zwaardere huishoudelijk werk werd gedaan door de huishoudster, de wasvrouw kwam de was halen en brengen. Opa had geen zorgen.

Als we zondags op bezoek waren werd er gewandeld in de Bosjes van Pek. Het hele gezelschap liep in een vaste samenstelling: opa met Vlekje en mijn moeder voorop, dan wij met z’n drieën en daarna de dames Bol. Als opa tijdens de wandeling een luide wind liet, riepen de dames in koor ’Herman….!’. Opa keek verontwaardigd naar Vlekje en zei luid en duidelijk ’Vlekje toch…’ en keek glimlachend naar ons.

Uiteraard bleven we tijdens onze bezoekjes ook voor het diner. En dat was altijd uitgebreid. Aangezien opa hobbie-slager was geweest was een stevig stuk vlees altijd een onderdeel van het diner. Na het diner werd mijn moeder steevast naar de keuken geroepen. Daar drukte Beth Bol mijn moeder twee gulden vijftig in de hand ’voor de reis’. Dat de treinreis inmiddels het tienvoudige kostte ging geheel aan Beth voorbij.

Het is een misverstand te denken dat de statige naam ‘s-Gravenhage de oudste vorm is en dat Den Haag daarvan de moderne afkorting is. Die Haghe (‘het omheinde’) ontstond toen Floris IV (1210-1234) in deze beboste streek een jachthuis liet bouwen. Pas veel later – begin zeventiende eeuw – dook de deftigere naam ‘s-Gravenhage op, die beter paste bij de status van de residentie én bij de pogingen om Den Haag als stad erkend te krijgen. Den Haag heeft die stadsrechten nooit gekregen.

Ingrediënten
500 gram kippenlevers; 1 grote ui, 3 eetlepels honing; een klont boter, wat tijm, 4 meiraapjes. (Heeft runderlever uw voorkeur, dan kunt u de kippenlevers vervangen door runderlever van ’natuurrunderen’)

Stap voor stap
De ui wordt geschild en in dunne halve ringen gesneden. De kippenlevers worden in een vergiet gedaan waarbij het vocht wordt opgevangen in een kom. (de kippenlevers worden niet drooggedept). Ondertussen worden de meiraapjes geschild en in vieren gesneden. In een pan met koud water kunnen zij even in de wacht gezet worden.

In een flinke braadpan wordt de klont boter gesmolten. Zodra de boter gaat bruinen kunnen de halve uiringen in de pan en glazig gebakken worden. Dan gaan de kippenlevers in de pan.

Tegelijk kan de pan met de meiraapjes opgezet worden en in een minuut of 15 gaar gekookt. De kippenlevers worden (met veelvuldig om en om scheppen) in ongeveer 10 minuten gaar gebakken. Dan afblussen met het opgevangen vocht van de kippenlevers en 3 eetlepels honing toevoegen.

Is er te weinig vocht van de levers, dan afblussen met een scheut droge rode wijn. Het geheel een paar minuten omscheppen op middelhoog vuur. De meiraapjes kunnen worden afgegoten en nog kort nastomen in de pan. Nu rest het opdienen en kan er gegeten worden.

Kop tot staart: zwezerik

In onze zoektocht naar het bereiden van orgaanvlees kozen we voor de zwezerik. Dat klinkt toch anders dan wat het is; de nog niet ontwikkelde thymusklieren van het kalf. Deze klieren zijn alleen bij jonge kalveren te vinden. Naarmate de dieren ouder worden verdwijnt het. Onze huisslager heeft niet altijd zwezerik in huis. Het stukje vlees is heel populair bij de klanten van de slager, dus moet je er snel bij zijn. En ja, we hebben zwezerik bemachtigd.

Aan de ene kant willen we het vlees zo authentiek mogelijk bereiden, maar ook wel een beetje naar deze tijd en onze ideeën. Dus het befaamde Haagse Kookboek en het Amsterdams Kookboek geraadpleegd. Zowaar hebben we beschrijvingen gevonden zodat we een idee hebben hoe de zwezerik in vroeger dagen werd bereid. Uiteindelijk combineerden we de recepten tot één recept in uitvoering.

Op onze wekelijkse rondgang langs onze favoriete winkels kwamen we bij de slager. De bestelling lag klaar, nog wat bakjes kruiden en afrekenen. Niet dus, de slager had net verse lamslever, vertelde hij. Tot overmaat van ramp liet hij twee prachtige stukken lever zien. Wordt het vandaag lamslever of toch zwezerik?

De keus is snel gemaakt, het wordt lever. De rest van het oorspronkelijke idee blijft hetzelfde: puree van aardappel, meiraapjes en pastinaak. Nieuw voor bij de lever zijn de paddestoelen; witte beukenzwam.

Ingrediënten
500 gram lamslever; 1 ui, 2 bollen soloknoflook, een flinke schep boter, 200 gram beukenzwam, 2 aardappelen (Eigenheimer), 1 pastinaak, 2 meiraapjes, meer boter.

De lever een uurtje buiten de koelkast laten acclimatiseren. Niet droog deppen. De knoflook en ui pellen en grof snijden. Van de beukenzwam snijd ik de onderkant, de ’wortels’ af en maak de paddestoelen los van elkaar. De aardappelen, meiraapjes en pastinaak schillen en in gelijke stukjes snijden. Alle stukjes gaan in een pan koud water waarbij de stukjes nét onder staan. De lever hebben we in drie stukken gesneden.

In een flinke pan gaat een flinke klont boter. Zodra de boter begint te bruisen gaan de stukjes ui en knoflook in de pan. Op laag vuur worden de ui/knoflookstukjes glazig gebakken. Op dat moment worden de stukken lever in de pan gelegd. De lever moet in zijn geheel de pan raken. Uiteindelijk kan het uitdruipvocht van de lever in de pan toegevoegd worden.

In ongeveer zeven minuten per kant wordt de lever bruin gebakken. Is dat gedaan dan kunnen de paddestoelen in de pan. Een paar minuten meebakken tot de paddestoelen bruin kleuren. Dan kan het vuur onder de pan uit en worden de lever/ui/knoflook/paddestoelen in een overschaal gedaan. Nog even een minuut of zeven in de oven op 150 graden nagaren. (Nagaren kan ook met de deksel op de pan en het vuur uit)

Ondertussen wordt de pan met aardappel enz. aan de kook gebracht en de stukjes in ongeveer tien minuten gaar gekookt. Afgieten en de pan even open laten uitdampen. De aardappelstamper wordt in stelling gebracht en de gare stukjes tot puree gestampt. Tegelijk worden stukjes boter toegevoegd tot een smeuiige massa ontstaat.

Met een beetje planning en wat geluk zijn de lever en de puree gelijktijdig klaar en kan er opgediend worden.

De zwezerik komt volgende keer wel aan de beurt. Als de slager tenminste geen andere ideeën heeft.

Sperziebonen/pastinaken/aardappel stamppot

Deze dag maak ik het me makkelijk. Was ik eerder bezig om stamppot in twee pannen te bereiden, is het nu tijd om één pan te gebruiken voor deze Sperziebonen/pastinaken/aardappel stamppot

Het verhaaltje wordt later uitgebreider…….

Ingrediënten
500 gr pastinaken, in stukken; 250 gr bloemige aardappelen; 350 g gebroken sperziebonen; 2 uien; 50 g boter; 150 gr spekreepjes; zout; witte peper.

De gebroken sperziebonen, de pastinaken, aardappelen en de uien gaan allemaal in de pan. De pan is gevuld met koud water zo dat de ingrediënten nét onder staan. Breng het geheel rustig aan de kook tot alles gaar is. Zo ongeveer vijftien tot twintig minuten. Ondertussen kunnen de spekreepjes krokant gebakken worden.

Met een beetje geluk is bijna alle water verdampt. Is dat niet het geval dan is het afgieten geblazen. De ingrediënten mogen wat vochtig blijven. Dan komt de aardappelstamper in actie. De ingrediënten worden grof door elkaar gestampt onder toevoeging van de boter. Is het een mooie massa geworden, niet te fijn, niet te grof, dan kunnen de uitgebakken spekreepjes er door heen gemengd worden

Wij serveren de spekreepjes los bij de stamppot omdat één van de gezinsleden rilt van spek. Als vlees gewenst is bij dit gerecht dat is kalfstong, lever, runderwang, niertjes een goede keuze. Een gehaktbal is natuurlijk ook prima.

Broccoli anders

In geval van weinig kookinspiratie ofwel kookidee-armoe grijpen we snel terug op broccoli, gehaktbal of ander vlees en aardappelen resp. puree. Niks mis mee, maar ook niet erg origineel. Zeg maar gerust wat saai. Nu komt kookidee-armoe bij ons niet vaak voor en is met de oplossing goed te leven.

Om afwas te besparen is het handig om een eenpansmaaltijd te fabriceren. Groenten en aardappelen in één pan, goed door elkaar husselen en wat stampen en klaar is Kees. Een voordeel is dat de personen die niet zo gek zijn op broccoli ongemerkt tóch voldoende groenten binnen krijgen. Dus, broccolistamppot.

Ingrediënten: 1,5 kilo kruimige aardappels, 750 gram broccoli, 6 el roomboter, 1/2 tl gemalen noodmuskaat, 2 el mosterd, 80 gr Parmezaanse kaas, eventueel wat melk.

De aardappelen worden geschild en in vieren gesneden. De aardappelstukjes kunnen al vast gekookt worden. In een ruime pan met koud water opzetten en zo’n 15 tot 20 zachtjes koken.

De broccoli snijdt je in roosjes en de steel snijdt je in plakjes. De broccoli kook je in ongeveer 5 minuten gaar. Het zal mooi zijn als de aardappelen en broccoli gelijktijdig gaar zijn.

De broccoli en aardappelen gaan -na afgegoten te zijn- in de pan. De aardappelstamper komt in actie. Voeg tijden het stampen de stukjes boter toe tot er een smeuïge puree ontstaat.

Is de puree net iets te droog, voeg dan meer boter toe of een scheut warme melk tot de puree smeuïg genoeg is. Dan komt de garde aan de beurt. Roer de mosterd, nootmuskaat en de kaas door de puree.

Ook lekker is gebakken spek, plakjes rookworst, of zongedroogde tomaatjes door de stamppot te roeren.

Vers gesneden broccoli anders Image by Racool_studio on Freepik
Vers gesneden broccoli (Image by Racool_studio on Freepik)

Van kop tot staart 2/2

Niet zo heel lang geleden was orgaanvlees een normaal onderdeel van het voedingspatroon. De oude kookboeken beschrijven eenvoudige en meer ingewikkelde recepten van wat we nu ‘vergeten vlees’ noemen. Orgaanvlees van gezonde dieren zit vol met gezonde stofjes. En waarom goed vlees verspillen? Van kop tot staart

De recepten zijn niet allemaal van eigen hand. Veel recepten uit de oude kookboeken zijn bewerkt en aangepast aan deze tijd. Sommige recepten zijn overgenomen van anderen. Dit kan je plagiaat noemen, of een compliment aan de oorspronkelijke bedenker. Steeds vermeld ik de bron van een recept.

Runderwang is een karakteristiek stukje vlees voor in vlees- en stoofgerechten. Een eigenschap van de runderwang is dat het een enorm zacht stuk vlees is. Het vlees moet voor een langere tijd, rustig gestoofd worden.

De longhaas is de spier van het rund die de longen laat bewegen. Eigenlijk gaat het om een onderdeel van het middenrif: twee kleinere spieren in een V-vorm, die met elkaar verbonden zijn door een sterk vlies of membraan.

Andere benamingen zijn kraaibiefstuk, beenhouwersbiefstuk en schorsvel.

In het verlengde van de lende, zo tegen de staart van het rund, bevindt zich het staartstuk of wel Picanha. Deze spier heeft een driehoekige vorm en spiervezels die halfrond lopen.

Een diamanthaas is een mals stuk vlees uit de voorvoet van het rund. De diamanthaas wordt ook wel een schouderhaas genoemd. 

Niertjes zijn orgaanvlees afkomstig van verschillende dieren. Niertjes hebben een vrij uitgesproken smaak, wat niet iedereen lekker vindt. Traditioneel worden niertjes gestoofd in een mengsel van water, boter, laurier, peper en zout. Niertjes kunnen ook prima gebakken worden en naast groenten geserveerd worden

Iedereen kent wel kippenlevertjes. Nu zijn er meer dieren op de wereld waarvan de lever goed te bereiden is. Niet iedereen is gecharmeerd van de smaak, maar voor de liefhebber is het naast lekker ook nog eens een bron van gezonde stoffen. Je kunt het bakken in de pan, tot gehakt vermalen en in hamburgers verwerken of tot paté verwerken

De tong bestaat volledig uit spieren en is het meest beweeglijke malse orgaan van het dier. Tong is heerlijk zacht stoofvlees. Je kunt kiezen uit kalfstong, rundertong, lamstong, varkenstong.

Klapstuk komt van de klapribben oftewel de korte ribben, een deel van de borst van een rund. Het vlees is doorregen met kleine vetrandjes, wat het vlees veel smaak geeft. Klapstuk is geschikt om in z’n geheel mee te koken in een gerecht, zoals bijvoorbeeld met peen en ui. 

Hart kan bereid worden tot heerlijk mals vlees. Hart is namelijk een grote spier en hierdoor een goede biefstuk. Het is mager spiervlees waar van leuke recepten op internet te vinden zijn. De slager kan je helpen aan hart van verschillende dieren.

Zwezerik is orgaanvlees dat bekend staat om de fijne en zachte smaak. Zwezerik is de thymusklieren van een jong dier. Naarmate het ouder wordt verschrompelt de klier. Er zijn twee soorten zwezeriken: hartzwezeriken en de halszwezeriken. De hartzwezerik zijn het beste om te bereiden.

Van kop tot staart 1/2

Stonden een paar jaar geleden de ‘vergeten groenten’ in hernieuwde belangstelling, dan is nu het ‘vergeten vlees’ aan de beurt. Niet het vlees wat al dagen in de koelkast ligt, maar het vlees wat eerder ‘slachtafval’ werd genoemd. 

De trend ‘van kop tot staart’ gaat hand in hand met de wens naar natuurvlees. Van dieren die altijd buiten lopen, hun kostje bijeen scharrelen en niet bijgevoerd worden. Deze dieren zijn medicijnvrij. Vergeten vlees van buitenvee is vooral te koop bij de echte ambachtelijke slager. 

Even een tussendoortje. Slagerij Van der Geer is onze ‘hofleverancier’ voor ons dagelijks vlees. Je weet de herkomst van het vlees en dat er met respect voor het dier geslacht wordt. Kortom het is meukvrij vlees van bekende komaf. Dat proef je er ook aan af. Dit vlees smaakt zoals vlees hoort te smaken, zeg maar de 1950-smaak. De smaken van toen.

Natuurlijk kun je bij ‘van kop tot staart’ slager Van der Geer ook vergeten vlees kopen. Wat de slager niet standaard in de vitrine heeft, is te bestellen. Daarnaast krijg je -gevraagd en ongevraagd- tips en adviezen hoe het vlees het best te bereiden is. 

Hoewel ik een voorstander ben van ‘de smaak van toen’ waag ik me aan een aantal zaken niet. Zo zal ik geen pens, stierenpenis of -ballen bereiden en eten. Ook trekt het me niet om gefrituurde oogballen te eten. Het zal wel op zijn manier lekker zijn voor de liefhebber, maar ik zie het niet zitten. Daarom tref je hier geen recepten aan van deze vleessoorten. Ik gebruik bij het bereiden de kookboeken uit de vijftiger jaren; het Haags Kookboek uit 1949 en het Amsterdams Kookboek (Wannée) uit 1950. Soms raadpleeg ik ‘Betje, de goedkope keukenmeid’ (1908).