Beef Ragu of Stoofvlees

In de serie ‘Stoofvlees’ steeds anders’ dit keer Beef Ragu Pappardelle. Dit is een Italiaanse pastasoort, bestaande uit lange brede linten pasta van ongeveer 1 centimeter breed. Pappardelle is vers het lekkerst.

Beef Ragu of Stoofvlees

Ingrediënten: 1 kilo hacheevlees,  scheutje rijstolie, 1 grote ui, 2 stengels bleekselderij, 1 winterwortel, 70 g tomatenpuree, 2 bollen soloknoflook, 250 ml robuuste rode wijn, 800 g tomatenblokjes, 1 tl bouillonpoeder, 100 ml water, 1 tl tijm, 3 laurierblaadejes, zout en peper naar smaak.

De ui en knoflook pellen en snipperen. De wortel en bleekselderij in dunne plakjes snijden. Verwarm een scheut olie in een grote (soep)pan met dikke bodem. Als de olie heet genoeg is, bak de blokjes vlees bruin. De blokjes vlees kunnen in de slowcooker.

Doe nog een scheutje olie in de pan en roerbak de ui, knoflook, wortel, selderij en tomatenpuree voor een minuut of 5. Doe dit mengsel ook in de slowcooker.

Voeg de tijm, wijn, tomatenblokjes en water toe en meng het geheel goed door elkaar. Leg tot slot de laurierblaadjes op de inhoud. De slowcooker op ‘Laag’ voor 8 uur. Als de 8 uren bijna voorbij zijn, bereid de pappadelle volgens de aanwijzingen op de verpakking.

weer-eens-wat-anders-stoof

We kennen stifado, jachtschotel, Vlaamse rundvleesstoof, hachee, stoofschotel met speculaas en zo meer. Allemaal redelijk bekende stoofschotels. Nu zijn de kinderen erg ‘in to Amerika’. Dus een weer-eens-wat-anders-stoof wat populair is in Amerika bij wokrestaurants. Of wokrestaurants in Nederland het op hun menukaart hebben, weet ik nog niet.

Ingrediënten
750 gr doorregen runderlappen; rijstolie, 1 rode paprika, bloem, 2 tl paprikapoeder, 1 bolletje soloknoflook, 175 ml lichte sojasaus, 125 gr donkere basterdsuiker, 1 el sesamolie, 2 el zoete chilisaus, 1 tl gemalen gember, 2 wortels, wat arrowroot.

Het gerecht gaat zo’n acht uur in de slowcooker, dus ik begin op tijd. Eerst de honden uit hun bench, naar buiten en eten geven. Zij klauteren voldaan op de bank om verder te slapen. Nu echt aan de slag.

De runderlappen worden in dunne reepjes gesneden. Hier was ik op voorbereid, dus de messen scherp geslepen. De reepjes rundvlees in een grote kom met de bloem. Even flink doorroeren zodat al het vlees ‘bestoven’ is. Solo-knoflook is erg favoriet bij ons, dus een bolletje klein gesnipperd. De wortels mogen in kleine blokjes en ook in de wacht. Ook de paprika ondergaat hetzelfde lot. De voorbereidingen zijn getroffen en kan de pan op het vuur.

Een guts rijstolie in een grote pan. Ik gebruik altijd de soeppan. Maar om in stijl te blijven zal een wok meer aan de orde zijn. Maar ja, de soeppan dus. Als de olie heet is bak ik de knoflook glazig. Dan het stoofvlees lichtbruin aanbraden. Het begint al wat te ruiken in huis, dus wordt er geroepen ‘de afzuiger aan!’

Eenmaal wat bruin aangebraden gaat het vlees in de slowcooker met de rest van de ingrediënten. Het is zaak om het geheel flink om te scheppen of te roeren. Dan de slowcooker instellen op Laag voor acht uur. Als de acht uur voorbij zijn zal -indien nodig- wat arrowroot voor de gewenste gebondenheid.

(Omdat acht uur met de afzuiger aan best wel lang is, zetten we de slowcooker bij droog weer buiten. Dat scheelt geluid en elektra, maar ook missen we de heerlijke geur van deze stoof. Dus af en toe het terras op voor de geur.)

Over school

De Katholieke Lagere school voor jongens op de Buiksloterweg. Om daar te komen moesten we langs de Mussenstraatschool. Langs de Openbaren. Je was verstandig als je in een groep naar school ging. Toentertijd was het net Klein Ulster. Langs de Mussenstraatschool moeten, betekende vaak rennen of vechten. De Openbaren tegen de Katholieken. En waarom wist niemand.

Over school



Op de rustige dagen kon je je redden door te rennen. Op onrustige dagen was het verstandig om stokken mee te nemen. Van de Mussenstraat via het trappetje naar de Adelaarsweg. Aan weerskanten van het trappetje waren rozenperken. Hoe vaak ik niet door zo’n rozenperk ben gerent inplaats van over het trappetje. Overigens was dat ‘trappetje’ een best brede trap.

Het vroor zoals het toen kon vriezen. Het kanaal was dichtgevroren. We hoefden niet over de Kraaienpleinbrug en dus niet langs de Openbaren. De kortste weg was over het ijs, over het Noordhollandsch Kanaal. Per slot van rekening maar 37 meter breed. Wij met z’n tweeën gingen over het ijs. Niet zoals we bedacht hadden. Het werd rennen en springen, van schots naar schots. Tijdens de school was er een ijsbreker langs geweest. Om het kanaal vaarbaar te maken voor de scheepvaart. Wisten wij veel.

Ingrediënten
1 kilo hacheevlees, 50 gram boter, 3 grote uien, 3 bolletjes soloknoflook, 3 eetlepels balsamico-azijn, 3 eetlepels appelstroop, 3 kruidnagels, 4 jeneverbessen, 4 laurierblaadjes 1,5 pijpje bruin bier , 9 speculaasjes.

Laat de in blokjes gesneden hacheevlees een uurtje op temperatuur komen buiten de koelkast. Pel de uien en snij deze in ringen. Pel de knoflook bolletjes en hak deze grof. Zet de overige ingrediënten onder handbereik om misgrijpen te voorkomen. De kruidnagels en jeneverbessen doe ik in een thee-ei om onnodig zoekwerk later te voorkomen.

Verhit in een grote (soep-)pan de boter en bak de uienringen langzaam glazig. Eenmaal glazig voeg dan het vlees en de knoflooksnippers toe. Bak het vlees op een iets hoge voor rondom bruin. Dan kan alles in de slowcooker.

Voeg het bier, de balsamico en de appelstroop toe. De speculaas en de laurierblaadjes daar weer bovenop. In duw de speculaas iets onder en da; kan de slowcooker aan. Op ‘Laag’ voor 8 uur. Verwijder het thee-ei en de laurierblaadjes en hussel de rest een keer goed om.

Die Groot Trek; Potjiekos

Die setlaars is Boere, Voortrekkers genoem en staan nou ook bekend as Afrikaners. Hulle het nie saamgestem met die status quo in die Kaapkolonie nie. ‘N Geskatte 12 000 boere het tussen 1830 en 1850 in die binneland ingetrek om hul eie republieke te begin. Dit het die boerestate geword: Oranje-Vrystaat en Transvaal. Gestig omdat die boere nie met die Engelse regime saamgestem het nie en massaal uit die Wes-Kaap verlaat het.

Die Groot Trek; Potjiekos

foto: G. S. Smithard (1873–1919); J. R. Skelton (1865–1927) – Taken from page 290 of Colvin, Ian(1909). South Africa. London: The Caxton Publishing Company. OCLC 893096.

Die boere het deur die land met bedekte waens gereis. Omdat nie alle lewensmiddele weggeneem kon word nie, moes die Boere leef van wat hulle onderweg ondervind het. Groente, kruie en knolle is daagliks versamel. Vleis is op diere gejag. Gaar aan die einde van die dag; die groot pot is oor die vuur gehang; Die vleis is eers in die pot gesit, toe het die groente en kruie gekom. Kook was ’n sosiale gebeurtenis. Die ervarings van die dag is bespreek, natuurlik terwyl jy wyn geniet. Vir gerief was daar geen roer in die pot nie. Die storie maak die ronde wat die potjiekos gekook het toe die bottel leeg was
.
Nu is het in Nederland niet mogelijk die groenten en knollen die de Boeren rond 1830 op hun pad verzamelden voor potjiekos te bemachtigen. We zullen het moeten doen met wat in de winkel aan groenten, uien enzovoort kopen. Hierbij is het niet zo belangrijk wat voor groenten je kiest. Om toch een idee van ‘avontuur’ te creëren gebruik ik hert en wild zwijn. Van oudsher hoort bij het bereiden van potjikos een goed gesprek en een goed glas. Het is vroeg in de ochtend en ik ben alleen. Tegen mezelf praten gaat nog wel. Het goede glas moet maar uitgesteld worden tot beter geschikte tijd.

Ingrediënten
1 kg hert; 0,5 kg wild zwijn; 5 gesneden aardappelen; 3 bollen solo-knoflook; 2 gesneden uien; 1 zoete aardappel (of 4 wortelen); 250 gr bloemkoolroosjes; 1 rode en een gele paprika; 250 gr paddenstoelen naar keuze; 15 gram bruine suiker; 150 ml sinaasappelsap; 200 gram geraspte kaas; Olijfolie; Peper en zout naar eigen smaak

Het snijwerk: Eerst gaat het vlees in stukjes, niet te klein en niet te groot. De bloemkool, de broccoli, uien en de zoete aardappel eveneens niet in te kleine of te grote stukjes snijden. Overigens dient de zoete aardappel eerst geschild te worden. De knoflook pellen en de bollen in vieren snijden.

De volgende stap is het verhitten van een ruime guts olie in een braadpan, Het vlees aanbraden tot het lichtbruin is. Dit is de eerstei laag.

Dan kunnen de knoflook en gesneden uien als tweede laag bij het vlees in de pan. Nog even verder braden.

De derde laag bestaat uit de stukjes aardappel. Even mooi verdelen als laagje. De vierde etage wordt gevormd door de groenten, paprika, paddenstoelen, bruine suiker en de sinaasappelsap.

Nu alles, behalve de kaas, in de slowcooker is overgebracht, kan die aan op mijn favoriete stand ‘Laag’. Naar Boerenbegrip is de potjieskos klaar as die vleis sag is en die bottel leeg is. Dit duurt ongeveer 2,5 uur.

als je als potjiekos-bereider serieus genomen wilt worden, is roeren of omscheppen uit den boze en degradeert je tot beginneling) Vlak voor het serveren nog even wat geraspte kaas over de potjiekos strooien en kan geëet word. Eet lekker!

(Die Groot Trek https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Trek_Zuid-Afrika)

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Bijna leek het er op dat de winterstoofschotelrecepten in de kast konden. Bijna een hele week rond de 17 graden, de vogels al vroeg in de weer en de narcissen schoten in bloei. Het leek lente te worden. Op de boerderij van een kennis waren de schapen druk aan het lammeren. Eén schaap had vijf lammetjes, een unicum voor die boerderij.
In de Buurttuin van een naburige buurt hebben we de beschikking over een moestuinbak. In december hadden we daar al knoflook en uien gepoot. De rest van de bak is ‘zaai- en pootklaar’. De bestelde zaden zijn ontvangen en liggen te popelen om naar buiten te kunnen. Plotsklaps ging het weer wat vriezen. Weliswaar niet zo veel en van korte duur, maar toch… een vleugje winter. Tijd voor een stoofschotel Hert/Wild Zwijn.

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn (en puree)

Dan maar een binnenactiviteit opgezocht. Gelukkig hebben we nog voldoende herten- en wildzwijnenvlees in de vriezer. Nog wat ontbrekende ingrediënten halen bij de lokale groenteboer en we kunnen van start.

Ingrediënten
1 kg hert; 500 gr wild zwijn; 1 rode en een groene paprika; 2 stengels bleekselderij; 2 stokken prei (alleen het wit); 2 uien; 250 gr paddenstoelen naar eigen keus; 4 bollen soloknoflook; een scheut olijfolie; Hollandse Kruiden (Euroma bij A H); 5 jeneverbessen; 500 ml wildbouillon

Laat het vlees een uur op kamertemperatuur komen en snijdt het in blokjes van 2×2 cm. Dep het vlees droog. Snijd de prei in ringen en was deze. De paprika’s kunnen in reepjes gesneden worden, die dan weer door de helft kunnen. De bleekselderij grof en de bollen knoflook in vieren snijden. De jeneverbessen even kneuzen. De paddenstoelen grof snijden. De slowcooker kan al vast voorverwarmd worden met 250 ml bouillon op ‘Hoog’. Mocht het nodig zijn dan zoveel bouillon bijvoegen dat nodig is

In een braadpan of wok een forse scheut olijfolie verhitten. Het vlees licht aanbraden, dan de uien en knoflook mee laten bakken tot de uien glazig zijn. 1 tot 2 theelepels Hollandse Kruiden toevoegen en even meebakken. Intussen is de SC op temperatuur en kan het geheel uit de braadpan de SC in. De groenten en de jeneverbessen toevoegen. Dan kan de SC op ‘Laag’ gezet worden voor een uurtje of 6 á 7. De paddenstoelen kunnen toegevoegd worden na ongeveer 5 uur. De stoof is klaar als het vlees zacht en mals is.

Voor bij de jachtschotel maak ik een puree van pastinaak en zoete aardappel. (niet in de SC)
Ingrediënten voor de puree:
twee pastinaken, twee zoete aardappelen, boter, creme fraise, twee bollen soloknoflook, een theelepel komijn, stukje verse gember (naar eigen smaak), snippers oude kaas.

Schil de pastinaken en zoete aardappelen. Snijd deze in blokjes. Snijdt de knoflook in vieren. De gember schillen en in kleine stukjes snijden. Doe de blokjes pastinaak en zoete aardappelen in een pan met kokend water. De groenten moeten net onder water staan en kook het gaar. Ondertussen kunnen in een steelpan met een scheut olie de gember, komijn en knoflook gebakken worden tot de ui glazig is. De oven voorverwarmen op 180 graden.

De groenten kunnen afgegoten worden en even in de pan laten staan. Nu kan alles bij elkander en gepureerd worden. Naar eigen smaak de crème fraise toevoegen voor een romige smaak. (of een klontje boter) nog even ruim bestrooien met de snippers kaas en in de oven tot de kaas gesmolten is en begint te kleuren.

Combineren met knolselderij is aan te raden. Ik neem dan iets minder dan een halve knolselderij in blokjes en laat het mee koken met de pastinaak en zoete aardappel.

Jachtschotel van hert, konijn en wild zwijn

Opa (van moeders kant) was slager. Niet om zijn geld te verdienen, maar ‘omdat het kon’. Hij vond het gewoon leuk. De Haagse famielje was er niet blij mee, werken voor je geld was ‘not done’ -al gebruikten ze andere woorden. De foto’s laten een romantisch beeld zien; den ‘ijsman’ kwam blokken ijs brengen voor de (echte) ijskast in de slagerij, twee keer per week. Opa met brokken koe en varken op zijn nek om uit te benen. De werkelijkheid was anders. Heb ik mijn voorkeur voor het bereiden van mooi vlees van opa geërfd?

Niet geërfd van opa heb ik mijn voorkeur voor wild en wildschotels. Gelukkig is binnen een straal van 5 kilometer van ons huis een geweldige poelier. Wat hij niet in voorraad heeft, kan binnen enkele dagen geleverd worden. Geen diepvries, maar echt bejaagd Nederlands wild.

Ik kies voor een jachtschotel met wild. In Nederland wordt vaak jachtschotel gemaakt met rundvlees. Het liefst zie ik bij de ingrediënten meerdere soorten wild; hert, konijn en wild zwijn is een prima combinatie.

Ingrediënten
1 kilo in gelijke delen konijn, hert en wild zwijn; 300 ml verse (schenkel-) bouillon; 1 eetlepel bloem; 1 zoete aardappel; 3 rode uien (of 8 sjalotten); 4 bollen soloknoflook; 1 dikke plak ontbijtkoek; 10 jeneverbessen; 3 laurierblaadjes, 5 kruidnagels; zout en peper; boter of rijstolie; 100 gram ontbijtspek (blokjes)

Dit keer bestrooi ik het in blokjes (niet te klein) gesneden vlees en de blokjes spek met bloem. Dit gaat het makkelijkst door het vlees en spek in een stevige plastic zak te doen, bloem erbij en goed schudden. Het vlees en het spek uit de plastic zak voorzichtig op een groot bord leggen.

Rustig aan de uien (met de nerf mee in plakjes), de knoflook, het ontbijtkoek snijden. Neem hier alle tijd voor, het is immers ‘slowcooking’. Het vlees kan in de hete boter (of rijstolie voor de liefhebber) in een braadpan enkele minuten aangebraden worden. Het vlees kan dan weer op een (schoon) bord gelegd worden. De uien en knoflook fruiten.

De slowcooker staat al klaar voor ontvangst. Belangrijk is om de bouillon goed warm te maken. Dit doe ik door de Slowcooker al vast aan te zetten op ‘Hoog’ met de bouillon erin. Is de bouillon goed warm, dan gaat het vlees, uien-,knoflook- en paddenstoelenmengsel met de ontbijtkoek en de kruiden in de slowcooker. Dit mag op ‘Laag’ een uurtje of 8 stoven. Optioneel is een glas rode wijn bij te voegen zo ergens halverwege de stooftijd.

Nu kom je voor de keus te staan; bedek ik de jachtschotel met aardappelpuree en nog even in de oven? Of serveer ik de jachtschotel met de puree er naast? Ik besluit voor het laatste. Ieder kan dan naar eigen inzicht de hoeveelheid puree bepalen. Vind ik wel zo fijn.

In de meeste recepten wordt wortel verwerkt. In ons gezin is dat geen goed idee. VL is allergisch voor o.a. wortel en appel. De appel laat ik dus vervallen en de wortel vervang ik door zoete aardappel. Ik overweeg stiekem appelmoes te gebruiken om de schotel op smaak te brengen. Dat kan VL wel aan.

Draadjesvlees uit 1920

Mijn oma van vaders kant was een struise Amsterdams volksvrouw. Stevig van postuur, stevig van taalgebruik en stevige maaltijden bereidend. Ze had ook een volkstuin, samen met opa. Wat ze daar verbouwden moést gegeten worden, ‘we planten het niet voor Jan ***’ zei ze steevast als we wéér eens bruine bonensoep voorgeschoteld kregen. Niet dat het niet lekker was, maar wel vaak en veel.

Over haar draadjesvlees hoorde je nooit iemand klagen. Dat kon eenvoudig niet te vaak of te veel. Eén van haar geheimen was heel lang stoven op een heel laag pitje van het petroleumstel. Kwam je het huis binnen en je rook de petroleumgeur, dat wist je het al; draadjesvlees!

Draadjesvlees uit 1920

In een poging om die sfeer en die smaak te reproduceren maak ik met de door haar gebruikte ingrediënten draadjesvlees. Alleen de geur van de petroleum is er niet bij. Dat levert de slowcooker niet.

De bereiding heb ik van oma overgenomen, hoewel ik het vandaag de dag anders zou doen.

Ingrediënten
1 kg sukade- of doorregen runderlappen; 3 plakken ontbijtkoek; appelstroop; 2 middelgrote uien; boter (eventueel met wat olijfolie); grove mosterd; 2 laurierblaadjes; 5 kruidnagels; 500 ml runderbouillon; zout / peper

Wrijf het vlees in met wat zout, de peper en de mosterd (mosterd mag wat aan de ruime kant zijn) en braad het rondom bruin. Voeg daarna de (warme of hete) bouillon en een glas rode wijn toe. Voeg de in stukken gesneden ui, de laurierblaadjesu, de kruidnagels en twee flinke eetlepels appelstroop toe. Verkruimel tot slot de plakken ontbijtkoek boven de pan
Als alles in de slowcooker is overgebracht, zorg dat het vlees helemaal ondergedompeld is. Laat het geheel stoven voor een uurtje of 8 tot 12 uur op ‘Laag’.

Omdat oma de pan op een petroleumstel bereidde, moest er regelmatig gekeken worden of er genoeg vocht in de pan zat en er moest geroerd worden. Elke keer als oma in de pan keek, nam ze een slokje wijn. Want ‘wijn ken je niet lang bewaren. Dan wordt het zuur’. Dus keek ze regelmatig in de pan.

Oja, oma maakte het draadjesvlees altijd een dag van te voren, nog lekkerder.

Bokkenstoof op z’n Grieks

De Griekse Keuken, of in ieder geval de stijl van de Griekse Keuken, is mij op het lijf geschreven. Niet alles afwegen, maar gewoon uit het vrije handje strooien, schenken en bijvoegen. De ingrediënten grof gesneden, eventueel te gebruiken vlees liever in grote stukken dan in nette blokjes van een bepaalde maat. Natuurlijk met in het achterhoofd wat het uiteindelijke resultaat van de kokerij moet zijn of gewenst is. Een voordeel is dat de voorbereiding niet al te veel tijd neemt. Als ik op Lesbos zou wonen, zat ik snel (weer) in de zon voor mijn woning –of op een terrasje- met een glas Retsina en wat Metzes. Het leven is aangenaam.

In het kader van ‘Red een bok’ kom ik op het volgende recept. Hé, moeten bokjes gered worden? Yes, vanwege de populariteit van geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt zijn er meer geiten nodig. Bij elke worp van moedergeit is een derde tot de helft een bokje. Die kosten de boer alleen maar en leveren niets op. Na enkele weken worden de bokjes geslacht en naar het buitenland gebracht. Kortom, geen bokwaardig bestaan. Om deze bokjes een beter leven te gunnen is het nodig om in Nederland meer bokkenvlees te bereiden en te eten. Op de website van de Bokkenbunker staat het hele verhaal.

Ingrediënten
1 tot 1,3 kg bout van de bok; 4 bollen solo-knoflook; 10 – 15 cocktailuitjes (Oignon Saucier), nadrukkelijk vers; 1 zoete aardappel; 2 stengels bleekselderij; 2 eetlepels tomatenpuree; 300 ml droge rode wijn; een scheut rijstolie; 2 eetlepels rode wijnazijn; !/2 liter groentebouillon; oregano; tijm; rozemarijn; kruidnagel; laurierbladen; zout en peper indien gewenst.

We (Het majesteitelijk ‘Wij’, want ik kook in m’n eentje) bereiden deze stoofpot op zijn Grieks, dat wil zeggen; grote stappen snel thuis. Prettig is overzicht te hebben.

Ik snijd de bleekselderij in stukken, de knoflook in vieren en de zoete aardappel in stukjes. Ik zet de oregano, tijm, rozemarijn, de laurierbladen en de kruidnagel klaar. Ik gebruik zoveel mogelijk verse kruiden. De hoeveelheden van elk kruid bepaal ik op de geur. Kruiden bijvoegen, ruiken en eventueel aanpassen tot je zegt ‘ja dit is hét.

Het vlees altijd even droogdeppen om daarna in een braadpan aan te braden in een forse scheut rijstolie tot de bouten mooi lichtbruin zijn. Niet alle bouten passen bij mij tegelijk in de pan, dus het aanbraden gaat in gedeelten.

Nadat alle bouten aangebraden zijn, mogen de knoflook, sjalotten, zoete aardappel en de bleekselderij in het achtergebleven braadvet. Nu komt het meest inspannende deel van de bereiding: onder constant roeren voegen we de tomatenpuree toe om het even mee te bakken. Na een minuut of wat gieten we de wijn en wijnazijn bij het baksel en koken net zo lang dat het vocht bijna ingekookt is.

De kruiden en het vlees kunnen alvast in de slowcooker. Als het zover is dan de overige ingrediënten overbrengen in de slowcooker. De laatste stap is het toevoegen van de bouillon en de timer op 7 uur zetten, uiteraard op ‘Laag’. Een uurtje langer kan geen kwaad.

Grieken eten bij de bokkenstoof graag een boerensalade en gebakken aardappels of rijst. En natuurlijk een stevig glas Retsina.

Eet u al bokjesvlees?

Met de stijgende populariteit van geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt is er een nieuw probleem ontstaan. De geitenboeren hebben regelmatig nieuwe geitjes nodig om de productie gaande te houden. Van de geboren lammetjes is ongeveer de helft bokjes, heb ik me laten vertellen. Die bokjes geven geen melk, leveren dus ook geen geld op en kosten alleen maar. Na een week of wat worden de bokjes op transport gezet naar landen waar de mensen bokkenvlees wel kunnen waarderen. Waar bokkenvlees zelfs als delicatesse wordt gezien. Gelukkig zijn er inmiddels boeren die het aandurven om hun bokjes zelf groot te laten worden. Bokjes krijgen daardoor een bokwaardiger bestaan en wij krijgen heerlijk bokkenvlees in de pan. Eet u al bokjesvlees?

Een veel gehoord argument om geen bokkenvlees te bereiden is dat het vlees naar urine en stal ruikt. Die geur komt als de bokjes rond de negen maanden oud zijn. Het is dus zaak om voor die tijd het bokje te slachten. Het resultaat is heel jong vlees, erg mild en mals.

Er zijn inmiddels recepten hoe bokkenvlees te bereiden te vinden op internet. Bij steeds meer poeliers is geiten- en bokkenvlees te koop. Stoofpot van geiten- of bokkenvlees is zeer aan te raden.

Originele Stifado met een twist

Ook στιφάδο (stifado) koken we zoveel mogelijk origineel, maar wel met enige aanpassingen omdat we dat lekkerder vinden. De Griekse ingrediënten kochten we bij De Smaken van Griekenland.

De originele beschrijving is geplaatst op OHIMP

Ingrediënten
1 kilo rundvlees; 2 rode ui; 4 bolletjes soloknoflook; 1 kartonnetje tomatenblokje; 1 blikje tomatenpuree; potje zilveruitjes; 1 grote pot kleine Amsterdamse uien; olijfolie; 2 kaneelstokjes; 150 ml rode wijn; ½ dl rode-wijnazijn; 3 laurierblaadjes; Bachari Piment naar smaak, maar best wel een volle eetlepel;
versgemalen zwarte peper en zout naar smaak; ½ kop fijngesneden peterselie.

Enkele suggesties voor het te gebruiken vlees: sucadelappen, riblappen, spinnenkop, ezeltje, schenkel. Geitenlamsvlees (bokjesvlees) of lamsvlees is ook heel geschikt. Wij gebruiken bij voorkeur spinnenkop.

In de Griekse keuken worden de te snijden onderdelen grof gesneden, na eerst van de schil ontdaan te zijn. In een stevige braadpan gaat een stevige guts olijfolie (ik gooi er altijd een stukje ui in zodat ik zie wanneer de olie goed op temperatuur is).

Is het stukje ui aan sputteren dan is de olie op temperatuur en kunnen de blokjes vlees in de pan. Even wat lichtbruin aanbraden, de ui en knoflook toevoegen en bakken tot deze glazig zijn. Dan voeg ik de tomatenpuree toe. Even meebakken. Nu we zo lekker bezig zijn kan naar eigen smaak de Bachari Piment op het prutje gestrooid worden. Ik gebruik een ruime eetlepel (met kop) Bachari. Op dit punt gekomen een scheut rode wijn en ongeveer twee eetlepels rode-wijnazijn bijschenken. Tot slot de tomatenblokjes toevoegen.

Nog even op middelmatig vuur stoven en goed mengen voordat we de slowcooker vullen. Als het goed is hebben we over; de Amsterdamse uien en de zilveruien, de kaneelstokjes, zout en peper, laurierblaadjes en de peterselie.

Als de inhoud van braadpan in de slowcooker is overgegoten, kunnen de Amsterdamse uien en de zilveruien, de kaneelstokjes, zout en peper en de laurierblaadjes ook in de slowcooker. De timer kan op zes of zeven uur en de standinstelling op ‘Laag’. Zo’n half uurtje voor het dat de Stifado klaar is kan de peterselie in de pan en even goed doorroeren.

Zeer smakelijk bij de Stifado is een Griekse salade (Χωριάτικη)

Ingrediënten
5 grote tomaten; 1 kleine rode ui; wijnazijn; een guts olijfolie; fetakaas, verkruimeld (Eridanous feta bij Lidl); ½ komkommer; 1 rode paprika; Griekse olijven *; 1 ½ theelepel oregano * (optioneel)

In een Griekse salade zie ik de tomaten, paprika en komkommer graag grof gesneden, de Feta in ruime mate ‘verkruimeld’, maar wel forse kruimels. De ui zie ik graag in zo dun mogelijke ringen. Alles, dus ook de Feta en de olijven in een ruime kom deponeren en goed door elkaar husselen. Eenmaal goed gemengd een forse scheut olijfolie en iets minder wijnazijn over de salade. De olijfolie en wijnazijn op gevoel, naar eigen inzicht en smaak. Gecombineerd met ciabatta of Turks brood is het smullen.

Geverifieerd door MonsterInsights