Luxe hutspot

Deze luxe hutspot maak ik in de stijl van Joël Robuchon. Dat wil zeggen veel boter gebruiken. De hutspot wordt een stuk minder grof dan gewoonlijk. Hutspot de luxe dus.

Ingrediënten:
400 gram pastinaken, 600 gram wortelen, 1000 gram kruimige aardappels, 800 gram uien, 150 gram boter, 1 tl mosterd, 1 tl tijm, wat nootmuskaat, zout en peper naar smaak.

Het is het bekende verhaal om hutspot te maken: de aardappelen schillen en in blokjes snijden. De uien pellen en in halve ringen snijden. De pastinaken en wortelen schrappen en in blokjes snijden. Dit gedaan kunnen de blokjes pastinaak, wortel, aardappel in een grote pan met koud water.

Zodra het water kookt duurt het ongeveer 15 minuten voordat deze ingrediënten gaar zijn. Het kan geen kwaad dit zo af en toe te controleren. Er mag best nog wat ‘beet’ te bemerken zijn. In ieder geval niet stuk laten koken.

Ondertussen doe ik de halve uiringen in wat gesmolten ghee in de koekenpan. De bedoeling is om de uiringen op zacht vuur laten karameliseren. Af en toe omscheppen voor een mooi gelijkmatig resultaat.

Is het mengsel pastinaak, aardappel, wortel gaar dan kan de pan afgegoten worden. De pan kan nog een paar minuten open staan om uit te stomen. Anders wordt het geheel zo papperig. Als het mengsel mooi droog is kan de aardappelstamper aan de slag.

In eerste instantie maak ik een redelijk fijne puree. Telkens een klontje boter toevoegen. Als deze geheel opgenomen is, dan is het volgende klontje aan de beurt. En zo verder. Tot dat ik vind dat het voldoende boter en de puree smeuïg genoeg is. Dan kunnen de tijm en mosterd toegevoegd worden.

De hutspot kan nog fijner. Daartoe neem ik de garde. Ideaal voor deze klus is een Deense garde. Geen geklonter zoals in de gewone garde. De hutspot mag wel fijn, maar geen ‘soep’ worden. Heeft het de juiste fijnheid dan worden de gekarameliseerde uiringen er door gespateld worden.

De luxe hutspot is lekker te combineren met gehaktbal, rookworst, krokant gebakken speklap, uitgebakken spekjes, karbonade, runderwang, casselerrib. Kortom, elk soort vlees wat je lekker vindt.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Terug naar het verleden, hutspot.

Een hele tijd had ik de gewoonte om elke vijf jaar een toertje te maken langs de adressen waar mijn ouderlijk gezin heeft gewoond. We hebben op verschillende adressen gewoond in Amsterdam Noord. Veelal in de Vogelbuurt. Vooral niet te verwarren met Vogeldorp. Voor ons ‘Vogelbuurters’ was de suggestie dat we in Vogeldorp zouden wonen een belediging.

Het was al weer zo’n tien jaar geleden dat ik het ritje gemaakt had. Dus op een mooie, wat frisse zonnige dag en tijd voor ‘het toertje’. Dit keer alleen en op de motor. Voor degenen die Amsterdam Noord kennen: via De Bult, de Van Der Pekstraat richting Meeuwenlaan, Vliegenbos langs de woonadressen. Verder naar Blauwe Zand, Nieuwendam, Nieuwendammerdijk, Adelaarsweg via de Kraaienpleinbrug weer naar De Bult weer op huis aan.

Waren de straten toen al smal (een paard en wagen van de aardappelboer, de schillenboer en de melkboer konden er net door heen), nu zijn ze zo pietepeuterig smal. Op vrijdag kwam Rinus de aardappelboer langs. De huisvrouwen (toen een eervolle benaming) hadden hun ramen voor het weekend gelapt. Het paard van Rinus deed de achterbenen uit elkaar, een beetje door de knieën en de staart omhoog. Het paard liet het lustig kletteren. De huisvrouwen boos, de ramen moesten weer gelapt.

Mijn schoonmoeder, naar verluidt geen ster in koken en inmiddels drieëntachtig, houdt van lekker eten. Vooral maaltijden die haar doen denken aan het verleden, de smaken van toen. Eén van haar favorieten is hutspot. Dit recept is passend bij de hang naar het verleden.

Aan de slag!

Ingrediënten
500 gram klapstuk, 1 kilo kruimige aardappelen; 1 kilo winterpeen; 900 gram uien, boter en melk, zout, eventueel peper en kruidnagel.

Het klapstuk in een uur of drie vier op heel laag vuur gaar koken in ruim water met wat zout en peper. De winterpenen schrappen en in stukjes snijden. De aardappelen schillen en in stukken snijden. De winterpeen- en aardappelstukjes het liefst ongeveer even groot gesneden. De uien geschild in ringen gesneden en gehalveerd.

De uiringen op laag vuur met een forse klont boter smoren voor een (minstens) minuut of 20. De laatste vijf minuten op middel vuur bruin bakken. Nu kunnen de winterpeen, aardappelen in een pan met ruim water en in zo’n 20 tot 25 minuten gaar koken.

Zodra de peen/aardappelmengsel gaar is kan deze afgegoten worden. Weer terug in de pan met ruim boter en een scheut (rauwe) melk. Het geheel met de aardappelstamper tot een smeuïg geheel stampen. De hutspot mag een best wel wat grof blijven. De ui toevoegen en goed vermengen. Het klapstuk is in grove stukken gesneden en op de hutspot gelegd. Zo kan de hutspot mét klapstuk geserveerd worden.

Mijn schoonmoeder is vegetarisch, dus laten we het klapstuk achterwege. De hutspot in bakjes, vervoerd naar schoonmoe en daar in de vriezer. Weer voor een paar weken een prettige maaltijd voor haar.

Nu het warmer weer wordt, gaan we op zoek naar zomerse gerechten met ‘de smaken van toen’.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

De smaak van hutspot zonder wortelen

In de periode tussen mijn zevende en mijn twaalfde jaar gingen mijn moeder met de kinderen (mijn broers en ik) regelmatig naar het deftige Den Haag, op bezoek bij onze opa. De reis was al een avontuur op zich.’ De IJtunnel was er nog niet. Voor eigen vervoer hadden we ieder een fiets. Dus was de trein de aangewezen manier om te reizen.

De reis ving aan met een wandeling van een half uur van huis naar het veer over het IJ. We konden kiezen uit de pont, het Bootje Boekel of Bootje Bergman. Omdat de reis naar opa een uitje was koos moeder meestal voor Bootje Bergman. Die voer vanaf Amsterdam Noord over het IJ naar het NoordHollands Koffiehuis voor het Centraal Station. Het bootje had een beste vaart. Stond je op het dek, dan kon het zijn dat je een flinke plens over je heen kreeg.

In ‘de stad’ aangekomen was het zaak om treinkaartjes te kopen, retourtjes voor ons vieren. Met de kaartjes in bezit was het spannend of we de trein nog konden halen. De stationshal door naar de lange gang en naar het juiste perron. De trap op en nogmaals op de borden kijken of we wel op het juiste perron stonden én of de juiste trein er was. Den Haag had twee eindstations, Hollands Spoor en het Staatsspoor. Wij moesten het station Staatsspoor hebben.

Aangekomen op Staatsspoor gingen we weer aan de wandel voor 15 minuten  om bij opa te komen. De terugreis ging uiteraard in omgekeerde volgorde en in het donker. In de trein kon je naar buiten kijken, óf via de weerspiegeling naar je medereizigers gluren of gekke bekken trekken in de weerspiegeling van het raam. Vlak bij Amsterdam werd het spannend, de trein ging langzamer rijden en je kon in de huizen kijken waar je langs kwam.

Terug op het Centraal Station had moeder steeds een verrassing: we gingen met de bus terug. Eerst bus lijn 5 naar de achterkant van het station om daar op de pont te stappen. Aan de overkant weer met de bus richting huis. Zo duurde de reis toch zeker wel twee uur.

De smaak van hutspot zonder wortelen