Uiensoep nóg langzamer

In de klassieke recepten van uiensoep is het belangrijk de uienringen langzaam, heel langzaam te laten karameliseren. In de koekenpan, op laag vuur en redelijk vaak omscheppen. Dan ben je toch al gauw een half uur tot drie kwartier bezig. Dat kan anders. Maar kan uiensoep nóg langzamer?

Uiensoep nóg langzamer

Ingrediënten
700 gram uien, 1 bolletje soloknoflook, 50 gram boter, 50 ml droge witte wijn, 1 liter bouillon, 4 laurierblaadjes, 1 el tijm, 100 gram geraspte kaas, 1 stokbrood, wat zout en peper naar smaak.

Ik heb niet voor niets een slowcooker. Dus, de uiringen karameliseren in de slowcooker. Eénmaal vullen en instellen, de slowcooker doet gedurende vijf uur wat hij moet doen; op lage temperatuur uien karameliseren.

Wat ik anders nooit doe, doe ik nu wel; de slowcooker voorverwarmen met een stevige klont boter er in. Voor deze keer mag de slowcooker op ‘HOOG’ tijdens het voorverwarmen. Ondertussen pel ik de uien uit hun jasje. Ook de eerste rok (het eerste laagje na de schil) gaat in de kliko, want die is taai. De uien worden in halve ringen gesneden. De knoflookbol ook pellen en fijn snipperen. Als de boter goed gesmolten is kunnen de uiringen en de knoflook in de slowcooker. Ingesteld op ‘Laag’ voor vijf uur. Regelmatig even omscheppen

Ondertussen kan de bouillon goed heet verwarmd worden. Zodra de uiringen bruin zijn kunnen de overige ingrediënten toegevoegd worden; de laurierblaadjes, tijm, witte wijn en de warme bouillon. Eventueel naar eigen believen iets meer bouillon toevoegen, maar dat is een kwestie van smaak. De slowcooker mag nu een uur of twee á drie op ‘Laag’ om het af te maken.

Snijdt het stokbrood in plakjes en strooi er ruim de geraspte kaas er op. Gratineer de kaas onder grill in de oven. De soep serveren in een ruime kom, het broodje erop gelegd.

Franse uiensoep, of toch niet

Het afgelopen jaar zijn we regelmatig uit eten geweest. Regelmatig kwam dan ook een uiensoep als voorgerecht langs en op tafel. Steeds was de bestelde uiensoep een variatie op Franse uiensoep, donker en redelijk gevuld. En steeds een stuk brood met kaas. Een kruid meer of minder, al dan geen wijn toegevoegd; het bleef steeds Franse uiensoep.

Nu heb ik niets tegen Franse uiensoep of uiensoep in het algemeen. Toch kan het anders, lichter, meer zomers. Dus experimenteren met verschillende uiensoorten. Rode ui, gele ui, witte ui, sjalotten, zoete ui, bosuitjes, lente-uitjes. Laatst kwam ik een zakje Borretana’s tegen, een lichte zomerui sinds 1400 in Italië gekweekt rond de stad Boretto. Borretane zijn kleine zoete uitjes die bij langzaam bakken of grillen nog zoeter worden. Heerlijk bij gegrild vlees en vis. Heerlijk door salades, pasta en risotto. Tot zo ver de aanprijzing. Nu dan het experiment uiensoep met Borretane; licht en zomers.

Een waarschuwing is op zijn plaats. De uitjes zijn klein en moeten geschild worden. Dat neemt even wat tijd. Om de uitjes te laten karamelliseren moeten ze langzaam, heel langzaam lichtbruin worden. Omdat we toch slowcookeren hebben we geen haast. Mijn geduld wordt echter zeer op de proef gesteld met het bakken van de uien. Daar gaan we, we haasten ons langzaam.

Na een half uurtje zijn de uitjessnippers en de knoflook voldoende gebruind om in de slowcooker te deponeren. Het fijne van deze anderhalf liter slowcooker is dat hij op Hoog start en eenmaal op temperatuur zelf overschakelt naar Laag. Omdat het geen timer heeft wel zelf de tijd bij houden.

Ingrediënten
500 gram Borretane’s, Italiaanse kruiden naar eigen inzicht en smaak (maar wel ruim), een scheut olijfolie, een paar snippers rode peper, 1 liter groentebouillon, 2 bollen solo-knoflook.

500 gram uitjes bestaat uit ongeveer zo’n 20 platte uitjes. Vrij omslachtig om te pellen/schillen. Met een zeer scherp mes snij ik het kontje weg. De schil is wat perkamentachtig en dun, dat wordt dus pielen. Boven op de ui zit een ‘slurfje’ een restant waar het blad aan heeft gezeten. Dat mag er af. Om het lastig te maken ligt de aanhechting van het slurfje in een kuiltje. De uitjes gepeld en geschild worden gesneden; hier ben je vrij in de vormen; sliertjes, blokjes, schijfjes. Waar je voorkeur naar uitgaat. Ik snij sliertjes, blokje én schijfjes vanwege de afwisseling. In ieder geval zijn ringen niet mogelijk.

Dan is de knoflook aan de beurt. De regelmatige lezer van mijn blogs weten dat ik een grote voorkeur heb voor soloknoflook. Dus nu ook een bescheiden twee bollen solo snipperen. (Wat ben ik blij met mijn nieuwe Japanse keukenmessen; super scherp en heerlijk om mee te snijden) In een hapjespan stort ik één seconde olijfolie en laat die op hoog vuur op temperatuur komen. Eenm stukje ui in de pan tot die gaat spetteren. Dan de lading ui en knoflook in de pan en het vuur op laag. Nu moeten we het mengsel tijd gunnen om te kleuren. Dus niet als een bezetene steeds de uien omscheppen, maar rustig laten spetteren en om de vijf minuten omscheppen. Lekker slow.

Ondertussen komt de bouillon in de slowcooker (ons kleintje) op temperatuur. De bouillon is gemaakt met een paar eetlepels (zelf) gedroogde tuinkruiden soepgroenten en (eveneens zelf) gedroogde Italiaanse kruiden. De snippertjes rode peper komen ook uit onze voedseldroger. Zo weten we wat we eten.

Na zes uur vind ik (en VL) dat de soep gegeten kan worden. Een vleugje zout er bij is aan bevelen. Voor de kinderen maken we een ‘supermarktsoepje’. Zij gruwen van uiensoep.