De basis van het zelf inmaken

Sinds enige tijd ben ik bezig met het zelf inmaken van zilveruitjes, komkommer, paprika en het maken van Amsterdamse uien. Een leuk en ontspannend werkje wat niet al te veel tijd in beslag neemt. Door zelf in te maken kan ik de gewenste smaak bepalen en werken met verse ingrediënten. In deze tijd waar de voedselveiligheid in het geding is door industriële voedselbereiding en bewerkt en ultra-bewerkt voedsel in de supermarkt wordt het steeds belangrijker dat je weet wat je eet. De basis van het zelf inmaken.

Ik ben begonnen met het zelf inmaken van zilveruitjes en het maken van Amsterdamse uitjes. Op het programma staan nog paprika, komkommer en augurk. Van elk soort maak ik zo’n vier potten van rond de 350 ml. Om te beginnen heb ik dan ook twintig potten met metalen deksel nodig. Die zijn voor niet veel geld te koop. Het mooie van potten kopen is dat je gelijke potten hebt. Dat staat netjes in het rek. Wil je geen geld uitgeven, dan kan je potten sparen. 

De basis van het zelf inmaken

Belangrijk bij het zelf inmaken is hygiëne. Je wilt geen vervelende bacteriën is je inmaakpotten. Dus, schone potten en deksels, schone handen en schoon materiaal. Ik doe de potten die ik denk te gebruiken een avond te voren in de afwasmachine op het heetste programma. Vlak voor ik ze gebruik zet ik de potten in de oven op 150 graden. Voorverwarmen is niet nodig. Als de oven op 150 graden is zet ik de timer op 15 minuten. De deksels heb ik in een schaal met kokend water gelegd.

Zijn de 15 minuten om dan kunnen de potten uit de oven. Het beste kan dat met een kooktang! De potten en de deksels op een schone theedoek zetten zodat ze droog kunnen stomen. Let op: alléén de rand van de deksel aanraken en vooral niet de binnenkant.

Ik werk steeds met hetzelfde basismengsel van water en azijn voor 500 gram in te maken groenten: Ingrediënten: 275 ml natuurazijn (5-7% zuur), 225 ml water, 125 gr honing, 1 el Keltisch zeezout, 2 tl mosterdzaad, 1 tl dillezaad, 1 tl zwarte peperkorrels, 1 laurierblad, 2 kruidnagels

Naar eigen wens en smaak kan je kruiden bijvoegen om de smaak te verrijken. Ik gebruik soms als extra smaakmaker korianderzaad, jeneverbessen, karwijzaad, gerookte paprikapoeder, kurkuma of rode peper. Ik houd het eenvoudig met één of twee extra smaakmakers. 

Gebruik je verse kruiden dan worden deze eerst gewassen, net als de in te maken paprika, komkommer of augurk. Dan worden de groenten in de gewenste grootte gesneden: de paprika in keurige reepjes, de komkommer en de augurk in plakjes. Of desgewenst in andere vormen. De rode peper kan in dunne ringen gesneden worden. Houdt er rekening mee dat er snel gewerkt moet worden. Het basismengsel moet zo heet mogelijk in de potten gedaan worden. Zorg er voor dat alle benodigdheden en ingrediënten klaar voor het grijpen staan en afgewogen zijn.

Tijd om het basismengsel gereed te maken. Doe alle ingrediënten in de pan en breng deze aan de kook. Laat het mengsel ongeveer vijf minuten zachtjes koken en zet dan het vuur uit. Vul ondertussen de potten met de paprika, of komkommerschijfjes, of de augurkjes, de zilveruitjes tot ongeveer 1,5 cm onder de rand. Giet het basismengsel in de potten tot een cm onder de rand. Zorg er voor dat alles onder staat. Nog even de lucht uit de potten halen door de potten zachtjes op het aanrecht te tikken. Ik gebruik steeds een houten snijplank om op te tikken.

Dan zo snel mogelijk de deksel op de potten, hoe heter hoe beter. Zijn alle potten stevig dicht gedraaid, dan gaan ze in een pan met kokend water voor ongeveer 10 minuten. Om het risico te verkleinen dat de potten barsten, leg ik een kooktooster in de pan, daarop de potten. Het water niet hoger dan driekwart van de pot. Na 10 minuten kan het vuur uit en de potten laten afkoelen in het water. Zijn de potten afgekoeld, dan een sticker met datum van inmaken er op. Gedurende twee tot vier weken bewaren op een donkere koele plaats. Na openen is een pot nog een week of zes houdbaar in de koelkast

Meer inmaak-ideeën

Probeer eens mini Romatomaatjes in te maken. Wel even de tomaatjes met een mesje een kerfje geven om het basismengsel goed te laten marineren.

Of rode pepertjes in ringetjes snijden en overgieten met het basismengsel. Je kunt mildere of juist pittiger pepertjes gebruiken naar je eigen smaak.

Ook lekker zijn Kiska uitjes. Dit zijn kleine pareluitjes, ook wel bekend als “kıska soğan”. Het zijn kleine, ronde uien die qua grootte lijken op zilveruitjes en vaak vers worden verkocht. Ze worden veel gebruikt in de Turkse keuken

Recept Amsterdamse uien inmaken

Op verjaardagen en partijen werden in het ouderlijk gezin Amsterdamse uien en zoetzure zilveruitjes geserveerd. Op een blokje kaas, een plakje leverworst of zo los een Amsterdamse ui. Mijn moeder grilde van alles wat zoetzuur was. Zij kocht het bij de kruidenier voor mijn vader en ons, kinderen. Tante Rooie Betsie had die afkeer van zoetzuur niet. Die maakte uien, augurken en witte kool in dat het een lust was. Bijna alles kwam uit de eigen volkstuin.

Ik heb de afkeer van zoetzure producten niet geërfd van mijn moeder. Niet bij de vroegere zuurkar, maar te koop in de super, van Kesbeke of van De Leeuw Zuurhandel. Maar hoe zijn die Amsterdamse uien en ingemaakte zilveruitjes in de Nederlandse keuken beland? 

De geschiedenis van Amsterdamse uien hangt nauw samen met de instroom van Asjkenazische Joden uit Oost-Europa, zoals Duitsland en Polen, vanaf de 17e eeuw. Amsterdam was destijds een toevluchtsoord voor vervolgde Joden, en velen vestigden zich in arme wijken zoals de Jodenbuurt. De Joodse keuken uit Oost-Europa stond bol van ‘zuurwaren’: groenten zoals uien, augurken, kool en zelfs haring werden ingelegd in azijn met kruiden om ze langer houdbaar te maken. Dit was een praktische oplossing in een tijd zonder koelkasten, en het paste goed bij de Amsterdamse marktcultuur.

De uien zelf – kleine consumptie- of zilveruitjes – werden direct na de oogst handmatig gepeld en ingelegd in een mengsel van azijn, suiker, zout en specerijen.

Rond 1850 werd ‘De Leeuw Zuurhandel’ opgericht, een pionier in het inleggen van uien, komkommers en haring in houten vaten vol kruidenazijn.  Straatventers, vaak Joodse families, trokken met handkarren door buurten zoals de Jordaan en de Jodenbuurt. Deze ‘zuurkarren’ verkochten de uien huis-aan-huis of op markten, vaak gecombineerd met een rolmops of een stuk kaas. Het was betaalbaar eten voor de arbeidersklasse. 

Families zoals de Kesbekes begonnen thuis te schillen: Camiel Kesbeke liet vrouwen in Amsterdam de uien pellen en bracht ze later naar Zeeland voor efficiëntere verwerking.  Dit leidde tot de oprichting van Kesbeke Fijne Tafelzuren, nog steeds een toonaangevend bedrijf.

De Eerste Wereldoorlog en de economische crisis van de jaren ‘30 versterkten de populariteit; ingelegde uien waren goedkoop en lang houdbaar. In de loop der jaren industrialiseerden bedrijven zoals De Leeuw en Kesbeke: handkarren maakten plaats voor fabrieken.

Ingrediënten: 500 gr wat grotere zilveruitjes, 1 tl Keltisch zeezout, 275 ml natuurazijn, 250 ml water, 125 gr honing, 1 tl kurkumapoeder, 2 tl mosterdzaad, 1 tl peperkorrels, 1 laurierblad, 2 kruidnagels, 1 klein rood pepertje

Aan de slag: Recept Amsterdamse uien inmaken

Waarom kopen als je het ook makkelijk zelf kunt maken? Weet wat je eet. Pel de uitjes zorgvuldig. Bestrooi ze met het zout en laat ze 4 uur pekelen in een schaal in de koelkast. Spoel ze daarna goed af onder koud water en laat uitlekken in een vergiet.

Meng in een pan de azijn, water, suiker en alle kruiden (mosterdzaad, peperkorrels, laurierblad, kurkuma, **. Breng aan de kook op middelhoog vuur en laat 3-5 minuten zachtjes doorkoken, zodat de smaken intrekken. Roer de kurkuma goed door tot een glad papje voor een mooie gele tint.

Voeg de uitgelekte uien toe aan het hete mengsel. Laat 10-15 minuten zachtjes koken op laag vuur. Proef en pas zoet of zuur aan met extra suiker of azijn.

Verdeel de hete uien en het vocht over brandschone, gesteriliseerde glazen potten. Ik zet de potten in de koude oven en laat deze verwarmen tot 150°C en dan voor 15 minuten op 150 graden laten staan. Vul tot 1 cm onder de rand en sluit stevig af met de deksel.

Laat minstens 3 weken intrekken op een donkere, koele plek. Ik bewaar de potten in de koelkast. Ze zijn houdbaar tot 6 maanden. Lekker bij stoofvlees, kaas of stamppot.

In de koekenpan gesmoorde paddenstoelen

Sinds onze groenteboer regelmatig verse bundelzwam in voorraad heeft, zijn we enthousiast over de smaak en het gemak om de zwammen te bereiden. Onze favoriet zijn de in de koekenpan gesmoorde paddenstoelen.

Gesmoorde paddenstoelen zijn een goede vleesvervanger. Paddenstoelen bevatten essentiële voedingsstoffen zoals B-vitaminen (B2, niacine, foliumzuur), kalium, koper, selenium, ijzer en zink. Ze bevatten van nature zeer weinig calorieën en vet. Paddenstoelen zijn een goede bron van voedingsvezels en antioxidanten.

Bundelzwammen zijn zacht van smaak en goed gesmoord boterzacht. Desgewenst een vleugje tijm er over geeft wat extra smaak.

Ingrediënten: 1 pakje witte bundelzwam, 1 pakje bruine bundelzwam, 1 el ghee, 1 kleine ui, 1 bolletje soloknoflook, Keltisch zeezout en peper naar smaak.

Aan de slag: In de koekenpan gesmoorde paddenstoelen

Dit recept is eenvoudig, maar vergt wat geduld. De bundelzwammen zitten vast aan de basis, zeg maar de wortels. Door eenvoudig de zwammen los te snijden van de basis zijn de ze klaar voor bereiding. Het uitje en de knoflook worden heel fijn gesnipperd.

In de grote gietijzeren koekenpan verhit ik een el ghee. Eerst gaan de gesnipperde ui en knoflook in de pan. Even met de spatel doorroeren en bakken tot het mengsel glazig is. Dan kan het vuur op laag. Na een paar minuten de paddenstoelen toevoegen en regelmatig om spatelen.

Na een minuut of vijf kan de koekenpan op een zo laag mogelijk vuur om de zwammen een half uur te smoren. Af en toe omscheppen om de paddenstoelen gelijkmatig te bruinen en aanzetten te voorkomen.

Na een half uurtje is het zaak om te kijken of de paddenstoelen zacht zijn. Dan zijn de in de koekenpan gesmoorde paddenstoelen klaar om geserveerd te worden. Wij eten dit vanavond in combinatie met gehaktbrood van kippengehakt

Sinds onze groenteboer regelmatig verse bundelzwam in voorraad heeft, zijn we enthousiast over de smaak en het gemak om de zwammen te bereiden. Onze favoriet zijn de in de koekenpan gesmoorde paddenstoelen.
Bundelzwam. In de koekenpan gesmoorde witte en bruine bundelzwammen

Smoor van bloemkool, onze versie

Smoor van bloemkool of bloemkool masala. Bloemkool masala is een verzamelnaam voor verschillende gerechten uit de Indiase en Surinaamse keuken waarin bloemkool wordt bereid met een kruidenmengsel. ‘Masala’ betekent letterlijk “mengsel van kruiden”. De specifieke mix kan variëren, maar bevat vaak garam masala, komijn, koriander, kurkuma, kaneel, kruidnagel.

De bloemkool wordt vaak eerst geroosterd voor een stevige ‘bite’ en om meer smaak te ontwikkelen, waarna deze wordt toegevoegd aan de kruidensaus.

Hoe typisch Nederlandse recepten in de Aziatische keuken terecht kwamen beschreef ik kort in het recept Pittige Indische hachee. We hebben op onze beurt smoor van bloemkool vertaald naar de smaak van ons gezin, zonder de bloemkool masala te ‘vernederlandsen’. 

Ingrediënten: 1 bloemkool, 3 bolletjes soloknoflook, sambal badjak, 1 el tomatenketchup, 4 el sojasaus, 1 el water.

Aan de slag: Smoor van bloemkool

Uien snipperen. VL en ik hebben drie ‘modules’ om uien te snipperen: gewoon, veel en heel veel. Voor dit recept in de hoeveelheid ‘gewoon’ van toepassing. Dus pel en snipper ik voldoende ui. De hoeveelheid soloknoflook is ongeveer in de verhouding 2/3 ui en 1/3 knoflook fijngesnipperd.

De bloemkool wordt in gelijkmatige roosjes gesneden en gewassen. Nadat de roosjes uitgelekt zijn worden deze op een bakplaat met bakpapier gelegd.

Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Ik moet er niet aan denken; shakshuka als ontbijt. Op de vroege ochtend staan roeren in een tomaten/groentensaus doet mij grillen. Toch is het ooit ontstaan als een ontbijt of lunchgerecht. Wij eten het als avondmaaltijd. Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

De basis van het gerecht bestaat uit een gekruide saus van tomaten, uien, pepertjes en paprika’s, waarin gepocheerde eieren worden gegaard. Vaak wordt het gekruid met komijn, paprikapoeder en cayennepeper. VL improviseert graag met dit gerecht. Steeds weer een iets andere smaak en een verrassing.

Ingrediënten: ui en knoflook, 2 paprika’s, 3 rode pepers, 250 bundelzwam, 6 kastanjechampginons, 2 pakjes tomatenblokjes, 200 gr feta, 6 eieren, 1 el ghee, zout en peper naar smaak, 1 tl komijnzaad, 3/4 tl paprikapoeder, 1/2 kurkuma, 1/4 tl cayennepeper, 1/2 tl zwarte peper.

Aan de slag: Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus
Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Spaghetti met kip in champignonsaus

In de loop der jaren zijn de taken in de keuken verdeeld. Stilzwijgend, gewoontegetrouw. Ik doe het meeste snijwerk. Hebben we een pastasaus nodig, dan sta ik een uurtje alle groenten, champignons en zo te snijden. Als VL gaat koken staan er allerlei bakjes met blokjes ingrediënten klaar. Als in een kookprogramma. Ook hebben we ieder ‘onze eigen’ gerechten die we koken. Zo is lauwwarme pasta ‘mijn’ gerecht en Spaghetti met kip in champignonsaus een creatie van VL.

Ingrediënten: 600 gr kipfilet, 1 el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 8 grote kastanjechampignons, 1 tl groentenbouillon, 500 ml water, 250 ml slagroom zout en peper naar smaak, 2 handjes spinazie, 150 gr parmezaanse kaas, 650 gr verse spaghetti

Aan de slag: Spaghetti met kip in champignonsaus

Voor de voorbereidende werkzaamheden pak ik mijn Nakiri (groentemes), Santoku (vleesmes) en een klein mesje. Wekelijks worden de messen geslepen, dus ze zijn vlijmscherp. De kipfilet in blokjes gesneden, de knoflook gepeld en gesnipperd, de kaas grof geraspt, de champignons in grof gesnipperd. Alle gesneden ingrediënten in schaaltjes gedaan en de kokerij overgedragen aan VL.

Sajoerboontjes met tempé-crumble

Sajoerboontjes met tempé-crumble

Ingrediënten voor de sajoer:

750 gr sperziebonen, 1 grote ui, 1 bolletje soloknoflook, 1 tl laospoeder, 1 tl gemberpoeder, 2 el santen, 1 el sambal oelek, 2 el honing, 2 blaadjes laurier, 4 limoenblaadjes, 1 el ketjap, 1 tomaat, 1 scheut citroengras

Ingrediënten voor de tempé-crumble: 150 g tempé, 1 el ketjap manis, 1 tl gerookte paprikapoeder, 1 el sesamolie

Aan de slag: Sajoerboontjes met tempé-crumble

Eerst maar eens de ingrediënten voorbereiden voor het gebruik. Breek de puntjes van de sperziebonen en breek de boontjes door midden. Pel en snipper de ui en de knoflook fijn. Plet de knoflook met het groentemes. Snijdt de citroengras in tweeën en kneus de stengel met de achterkant van het groentemes. Hak de tomaat in kleine blokjes. Meng in een schaal de ingrediënten voor de boemboe: de gesnipperde ui en knoflook, laospoeder, gemberpoeder, sambal oelek, honing, ketjap tot een soepele grove pasta. 

Tempé-crumble
Verkruimel de tempé grof in een schaaltje. Verhit de sesamolie in een koekenpan. Bak de verkruimelde tempé op middelhoog vuur ± 5 min tot goudbruin en knapperig. Voeg ketjap en gerookte paprika toe, schep om en bak nog 1 min.

Verhit in een grote wok de ghee en bak de boemboe voor ongeveer vijf minuten. Voeg het gekneusde citroengras, de limoenblaadjes en de gehakte tomaat toe en bak het kort mee. Dan kunnen de sperziebonen in de wok.  Nu nog de wok vullen met water tot de boontjes onderstaan. Breng op middelvuur het mengsel aan de kook.

Zodra het kookt zet dan het vuur laag en laat het gerecht een uur pruttelen. Regelmatig omscheppen en kijken of de boontjes nog onder staan. Na een uur zijn de boontjes zacht en de saus wat ingedikt. Verwijder het citroengras. Breng op smaak met wat ketjap of zout. Schep de tempé crumble door de sajoerboontjes. Een lekkere combinatie met rendang en rijst.

Zilveruitjes zelf inmaken

Steeds als we bij de groenteman komen liggen ze me aan te staren; verse zilveruitjes. Eerder maakte ik al gekarameliseerde zilveruitjes in de slowcooker en in de koekenpan. Nu staat op het programma zilveruitjes zelf inmaken. Een experiment. Maar waarom zou het het willen, zelf inmaken?

Natuurlijk zijn er verschillende merken ingemaakte zilveruitjes in de winkel. Ze smaken echter allemaal ongeveer hetzelfde. Door het zelf te maken kan je de smaak aanpassen aan je eigen wensen. In tegenstelling tot veel gekochte zilveruitjes, die vaak extra suiker, zout, of conserveringsmiddelen bevatten, heb je bij zelf inmaken volledige controle. Je kunt onnodige toevoegingen vermijden en natuurlijke aroma’s gebruiken. Je weet wat je eet.

Ik heb zo’n 500 gram zilveruitjes nodig. Ze moeten zo vers en zo klein mogelijk zijn. Dat wordt uitzoeken bij de groenteman. Gelukkig is het zelfbediening en niet al te druk in de winkel. Na wat graaien en selecteren heb ik het benodigde aantal grammen. Inclusief 50 gram meer ‘voor de breuk’. In plaats van de traditionele suiker gebruik ik honing. Hiermee kan ik de gewenste smaakvariatie aanbrengen. Omdat honing wat zoeter is gebruik ik wat meer azijn, zo’n 25 ml meer.

Ingrediënten: 500 g verse zilveruitjes, 275 ml natuurazijn (5-7% zuur), 250 ml water, 125 gr honing, 1 el Keltisch zeezout, 2 tl mosterdzaad, 1 tl dillezaad, 1 tl zwarte peperkorrels, 1 laurierblad, 2 kruidnagels.

Aan de slag: zilveruitjes zelf inmaken

Ik gebruik vier glazen potten waar al eerder zoetzuur in heeft gezeten. Deze uitgebreid in de afwasmachine gehad zodat ze grondig schoon zijn. Om de potten te steriliseren zet ik ze zonder deksel in de oven. De oven op 150 graden en de tijd instellen op 20 minuten. Onze oven is in vijf minuten op 150 graden, zodat het steriliseren zo’n 15 minuten in beslag neemt.

Het pellen van de uitjes is best een werkje. Door ze te overgieten met kokend water en dan met koud water te spoelen zijn de schilletjes makkelijker te verwijderen. Met een scherp mesje aan de onderkant van de uitjes een kerfje zetten en het velletje laat na wat aanmoediging los.

In een pan met dikke bodem gaan achtereenvolgens azijn, water, zout, mosterdzaad, dillezaad en zwarte peperkorrels en wordt aan de kook gebracht. De honing meng ik eerst met wat kokend water om de honing wat makkelijker op te lossen. Dan gaat de honing ook in de pan. Roeren tot de honing en zout oplossen en 5 minuten zachtjes laten koken. 

De gepelde uitjes 1-2 min in kokend water met een snufje zout blancheren. Meteen afgieten en afspoelen met koud water. De uitjes verdelen over de steriele potten. Het hete inmaakvocht in de potten gieten tot 1 cm onder de rand. Hierbij moet ik zorgen dat de kruiden gelijkelijk over de potten verdeeld zijn. Dan meteen de deksel op de pot doen en stevig aandraaien. 

De potten gaan nog 10 minuten in een pan met kokend water, waarbij het water tot 3/4 van de pot komt. Na 10 minuten kunnen de potten in het water afkoelen. Nu komt de fase van geduld hebben. De potten moeten 1 tot 2 weken op een donkere koele plek bewaard worden. Dan is het proces van zilveruitjes zelf inmaken afgerond. Na openen tot 3 maanden in de koelkast bewaren.

Steeds als we bij de groenteman komen liggen ze me aan te staren; verse zilveruitjes. Eerder maakte ik al gekarameliseerde zilveruitjes in de slowcooker en in de koekenpan. Nu staat op het programma zilveruitjes zelf inmaken. Een experiment. Maar waarom zou het het willen, zelf inmaken?
Verse zilveruitjes gekarameliseerd Gekarameliseerde verse zilveruitjes Zilveruitjes zelf inmaken

Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure

Een paar keer per jaar ben ik een avond alleen thuis. VL is dan met vriendinnen op pad. De jongens zijn een avond elders. Hoewel, helemaal alleen ben ik niet. Onze twee honden houden mij gezelschap. Deze avondjes zijn voorbereid wat eten betreft. Bij onze natuurslager twee forse speklappen gekocht. De overige ingrediënten hebben we altijd in huis. Tijd voor kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure.

Ingrediënten

2 speklapjes 1 cm dik, 1 el honing, 1 1/2 el sojasaus, 1/2 tl chilipoeder, 1 bolletje soloknoflook, 1 el ghee, Zout en peper naar smaak, 1 stengel lente-ui

Aan de slag: Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure

Koken en een glas wijn gaan op deze (en andere) avonden hand in hand. Dus eerst maar eens een glaasje wijn ingeschonken. De honden de keuken uit gestuurd en het hekje van de huiskamer dicht. Mopperend kruipen ze op de bank. Tijd om de marinade in elkaar te zetten:

Van het bolletje knoflook maak ik een pasta op een keramiek knoflookrasp. Tip: smeer eerst wat olijfolie op de rasp tegen het plakken. Ik meng in een kom de honing, sojasaus, knoflookpasta, chilipoeder en een snufje zout en peper tot een smeuïge pasta. Dan de speklapjes in de marinade leggen en laat 30 minuten intrekken. Onderwijl een slokje wijn om de ervaring compleet te maken. 

Na de 30 minuten dep ik de speklapjes droog met keukenpapier om spetteren te voorkomen. In een gietijzeren koekenpan verhit ik op middelhoog vuur de ghee tot redelijk heet. Bak de speklapjes 4-5 minuten per kant tot ze goudbruin en knapperig zijn. Giet de rest van de marinade erbij en laat op laag vuur nog 2-3 minuten pruttelen tot de saus indikt en kleverig wordt. Ik keer de lapjes om en om voor een egale korst. Het is klaar om gegeten te worden: Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure.

Na de maaltijd nog even de afwas doen, een glas whisky in schenken en bij de honden op de bank. Als boekensteunen liggen de beesten aan weerskanten tegen me aan. Genietend van de exclusieve aandacht.

Lamsbout Griekse stijl in de oven

Regelmatig duiken we in de vriezer om te zien wat aan de beurt is om bereid te worden. Vandaag is het zo’n dag; de kinderen zijn een nachtje niet thuis en dan gaan we een avondje carnivoor. Dus de vriezer raadplegen voor de avondmaaltijd. Naast speklapjes, kippenlever en rosbief vinden we lamsbout. En dat gaat het worden, maar wel lamsbout Griekse stijl in de oven.

We laten de lamsbout zo naturel mogelijk en geven met tijm en oregano er een ‘Grieks’ tintje aan. We zijn net iets te laat om de bout op 80 graden te laten garen. Dan maar de oven op 150 tot 160 graden zetten. 

Ingrediënten: 600 gr lamsbout zonder been, 1 grote ui, 3 bollen soloknoflook, 2 tl gedroogde tijm, 2 tl gedroogde oregano, 2 stengels lenteui, 2 el olijfolie, 1 el ghee, zout en peper naar smaak

Aan de slag met lamsbout Griekse stijl in de oven

Pel de knoflook en de ui. Snijdt de ui in halve ringen. Snijdt 2 bolletjes knoflook door vieren en plet de stukjes. Snipper 1 bolletje knoflook heel fijn. Maak van de kruiden, zout, gesnipperde knoflook en olijfolie een rub door ze in een kommetje te mengen. 

Snijdt het laagje vet van de lamsbout met een scherp mes ondiep ruitsgewijs in. Wrijf de bout ruim in met de rub. Verhit in een gietijzeren koekenpan de ghee en braadt op middelhoog vuur de bout aan alle kanten bruin. Verwarm ondertussen de oven op 160 graden voor. De inhoud van de koekenpan gaat in een ovenschaal samen met de halve uiringen en de stukjes knoflook. We gebruiken een kerntemperatuurmeter. Is de kerntemperatuur van de lamsbout ongeveer 65 graden dan is de bout rosé, sappig en mals. 

Met een piep meldt de kerntemperatuurmeter dat de lamsbout gereed is. De overschaal met inhoud kan uit de oven en afgedekt om een minuut of tien te laten rusten. Met een scherp mes snijden we de bout in dunne plakjes, naar smaak de ringetjes lente-ui toevoegen en is het tijd om aan tafel te gaan! 

Geverifieerd door ExactMetrics