Stoofperen, wie kent ze niet als bijgerecht, dessert of soms zelfs als maaltijd? Honderden manieren om stoofperen te maken. Vooral populair is het toevoegen van rode wijn, rode bessensap of andere toevoegingen. Om de échte smaak van stoofperen te proeven houd ik dit recept erg makkelijk en basic met als hoofdingrediënt: stoofperen. Want waarom allerlei dingen toevoegen, als het om de smaak van stoofperen gaat?
Hier gaan we dan (neem de aantallen niet al te serieus, koken is geen exacte wetenschap);
tussen de 1 en 2 kilo stoofperen (uiteraard Gieser Wildeman)
2 kaneelstokjes
1 tot 2 eetlepels honing (ongeveer)
Het zal u niet verbazen als de peren eerst geschild moeten worden. Ik snijd de peren altijd door de helft. Klokhuis en pitjes verwijderen en apart leggen, net als de schillen. Nu kunnen de perenhelften in de slowcooker samen met water. De peren moeten nét onder water staan. De overige ingrediënten toevoegen. Let op, bij één kilo peren de lage aantallen en bij twee kilo peren de hoge aantallen uit de ingrediëntenlijst gebruiken.
De pan mag aan -natuurlijk op ‘laag’- en het geduld wordt op de proef gesteld. In de basis zal een uurtje of zes voldoende zijn. Een uurtje meer kan geen kwaad. Gebruikt u de maximale aantallen ingrediënten, kunnen we rustig naar de acht uren op ‘laag’ gaan. Ondertussen kunnen we die dingen doen die we belangrijk vinden. De klokhuizen, pitjes en schillen gaan in de wormenbak zodat de compostwormen mee kunnen genieten van (onderdelen van) stoofperen.
Zijn de stoofperen eenmaal klaar kunnen we ze dienen als dessert –al dan niet met ijs- of bijgerecht. Zowel warm als koud. Onze jongste vindt stoofperen zo lekker dat hij zijn maaltijd er mee doet.
*Probeer ook eens om de peren niet te schillen, maar zo in de slowcooker te doen. Eerst even wassen. Scheelt een hoop werk en de stoofperen zijn veel smakelijker.