Als de kat van huis is

In zekere zin geldt dit gezegde ook voor ons. Als de kat van huis is, zijn de kinderen naar hun vader. Naast wat huishoudelijke verplichtingen bedenken we wat we willen doen, wat we willen eten. Dat kan uit eten gaan bij ons favoriete restaurant.

Meestal werpen we ons dan op een carnivore maaltijd. Een stevig stuk vlees, medium gebakken gecombineerd met kimchi of bietjes. Vandaag zijn we niet op de ‘boerentoer’ geweest, dus ook niet naar onze vaste natuurslager. Dan naar de betere lokale slager.

Onze voorkeur gaat uit naar Jodenhaas, ook wel diamanthaas genoemd. Wij vragen dus naar Jodenhaas bij deze slager. Krijgen we meteen commentaar dat deze benaming minder gewenst is. Diamanthaas schijnt ‘veiliger’, dus meer gewenst te zijn. Maar wij willen Jodenhaas en kregen we Jodenhaas. Zeg ons niet hoe we iets moeten noemen.

De slager kon onze keus wel waarderen en sneed een mooi stuk Jodenhaas. Voldoende voor een volwaardige maaltijd voor twee personen.

Ingrediënten: 500 gram Joden- of diamanthaas, een forse eetlepel ghee, flink wat Keltisch zeezout en naar eigen believen kimchi.

We gebruiken om vlees te braden een gietijzeren koekenpan. Een forse kluit ghee verwarmen op laag vuur. Als de ghee goed heet is doet VL het vlees in de pan. Vlees braden is een taak voor VL. Meestal braad zij het vlees ‘op gevoel’. Dit keer gebruikte ze een kernthermometer.

VL streeft naar een medium resultaat van het vlees. Regelmatig het vlees keren en bedruipen met het vet. Bij een kerntemperatuur van 50 graden was het vlees perfect. Keurig in plakken gesneden (wat mijn taak is) op de borden geschikt, flink wat Keltisch zeezout toegevoegd, een paar eetlepels kimchi en de maaltijd is klaar. Gezonder kan het niet!
We kijken uit naar de volgende keer ‘als de kat van huis is’

Joden- of diamanthaas, medium gebakken. Als de kat van huis is.

Het gezonde prutje van Els

Vandaag was ik weer een keer bezig met Facebook. Ik had me voorgenomen minder met social media bezig te zijn. Omdat ik nogal nieuwsgierig ben, kijk ik toch nog regelmatig. Soms ben ik daar blij om. Anders had ik het gezonde prutje van Els gemist.

Els is van het type wat van wat zij vindt in de koelkast, keukenkast of waar dan ook de lekkerste gerechten combineert. Zij weet smaken verrassend te combineren. Zo nu en dan plaatst Els weer een pareltje van combineren op Facebook.

Dit keer riep haar kooksel van vandaag om mijn belangstelling. Geen gecompliceerde creatie, maar wel één die tot de verbeelding sprak. Ik heb het recept nog niet zelf geprobeerd.

Ingrediënten
wat kokosolie, 1 middelgrote ui, 1 aubergine,  3 roma tomaten, pompoenpitten, herbamare, verse gember, een paar eetlepels kokosyoghurt.

Aan de slag
Snipper de ui fijn, halveer de aubergine en snijd elke helft in de lengte en vieren om daarna daarna in kleine blokjes te snijden. Snijd ook de tomaatjes in kleine blokjes.

Doe de kokosolie in de wok, laat het smelten. Als het goed warm is doe je de stukjes ui erin en bakt ze bruin. Vervolgens gaan de blokjes aubergine erin en als die wat gekleurd zijn mogen de tomatenstukjes erbij. Schep het prutje in de maak regelmatig om

Strooi er naar smaak kruiden bij, ik gebruik herbamare, knoflook en wat gember. Vervolgens strooi  je er een flinke hand pompoenpitten door. Neem de wok van het vuur en  doe alles op een diep bord. Een paar lepels kokosyoghurt over het geheel heen maakt het compleet. Aan tafel kan je de yoghurt door het prutje roeren.

Ik denk dat ik een plaatsje op deze site inruim voor meer prutjes van Els.

‘s-Gravenhage of Den Haag?

In de periode dat ik een jaar of acht was ging mijn moeder met ons, mijn twee broers en ik, regelmatig naar ’s-Gravenhage. Daar woonde haar vader, onze opa. Opa was ’in goede doen’, hij bewoonde een pand van drie verdiepingen tegen de diplomatenwijk in Den Haag aan. Sinds het overlijden van zijn vrouw was hij alleen. Op een of andere manier -waar ik geen weet van heb- waren twee ongehuwde zussen, de dames Bol, bij hem ingetrokken. Beth en Marie Bol hadden kost en inwoning en als tegenprestatie had opa gezelschap, er werd gekookt en het huishouden gedaan. Hoewel de dames Bol persoonlijk redelijk fors van lijf en leden waren, kwam voor het zwaardere huishoudelijk werk de huishoudster.

Opa was in ruste en daar genoot hij van. Zijn wandelingetjes met zijn hondje Vlekje, zijn glaasje cognac met sigaar na het diner. Hij genoot van de dag zonder zich te bekommeren wat hij zou moeten. De boodschappen werden dagelijks aan huis gebracht, het zwaardere huishoudelijk werk werd gedaan door de huishoudster, de wasvrouw kwam de was halen en brengen. Opa had geen zorgen.

Als we zondags op bezoek waren werd er gewandeld in de Bosjes van Pek. Het hele gezelschap liep in een vaste samenstelling: opa met Vlekje en mijn moeder voorop, dan wij met z’n drieën en daarna de dames Bol. Als opa tijdens de wandeling een luide wind liet, riepen de dames in koor ’Herman….!’. Opa keek verontwaardigd naar Vlekje en zei luid en duidelijk ’Vlekje toch…’ en keek glimlachend naar ons.

Uiteraard bleven we tijdens onze bezoekjes ook voor het diner. En dat was altijd uitgebreid. Aangezien opa hobbie-slager was geweest was een stevig stuk vlees altijd een onderdeel van het diner. Na het diner werd mijn moeder steevast naar de keuken geroepen. Daar drukte Beth Bol mijn moeder twee gulden vijftig in de hand ’voor de reis’. Dat de treinreis inmiddels het tienvoudige kostte ging geheel aan Beth voorbij.

Het is een misverstand te denken dat de statige naam ‘s-Gravenhage de oudste vorm is en dat Den Haag daarvan de moderne afkorting is. Die Haghe (‘het omheinde’) ontstond toen Floris IV (1210-1234) in deze beboste streek een jachthuis liet bouwen. Pas veel later – begin zeventiende eeuw – dook de deftigere naam ‘s-Gravenhage op, die beter paste bij de status van de residentie én bij de pogingen om Den Haag als stad erkend te krijgen. Den Haag heeft die stadsrechten nooit gekregen.

Ingrediënten
500 gram kippenlevers; 1 grote ui, 3 eetlepels honing; een klont boter, wat tijm, 4 meiraapjes. (Heeft runderlever uw voorkeur, dan kunt u de kippenlevers vervangen door runderlever van ’natuurrunderen’)

Stap voor stap
De ui wordt geschild en in dunne halve ringen gesneden. De kippenlevers worden in een vergiet gedaan waarbij het vocht wordt opgevangen in een kom. (de kippenlevers worden niet drooggedept). Ondertussen worden de meiraapjes geschild en in vieren gesneden. In een pan met koud water kunnen zij even in de wacht gezet worden.

In een flinke braadpan wordt de klont boter gesmolten. Zodra de boter gaat bruinen kunnen de halve uiringen in de pan en glazig gebakken worden. Dan gaan de kippenlevers in de pan.

Tegelijk kan de pan met de meiraapjes opgezet worden en in een minuut of 15 gaar gekookt. De kippenlevers worden (met veelvuldig om en om scheppen) in ongeveer 10 minuten gaar gebakken. Dan afblussen met het opgevangen vocht van de kippenlevers en 3 eetlepels honing toevoegen.

Is er te weinig vocht van de levers, dan afblussen met een scheut droge rode wijn. Het geheel een paar minuten omscheppen op middelhoog vuur. De meiraapjes kunnen worden afgegoten en nog kort nastomen in de pan. Nu rest het opdienen en kan er gegeten worden.

Kop tot staart: zwezerik

In onze zoektocht naar het bereiden van orgaanvlees kozen we voor de zwezerik. Dat klinkt toch anders dan wat het is; de nog niet ontwikkelde thymusklieren van het kalf. Deze klieren zijn alleen bij jonge kalveren te vinden. Naarmate de dieren ouder worden verdwijnt het. Onze huisslager heeft niet altijd zwezerik in huis. Het stukje vlees is heel populair bij de klanten van de slager, dus moet je er snel bij zijn. En ja, we hebben zwezerik bemachtigd.

Aan de ene kant willen we het vlees zo authentiek mogelijk bereiden, maar ook wel een beetje naar deze tijd en onze ideeën. Dus het befaamde Haagse Kookboek en het Amsterdams Kookboek geraadpleegd. Zowaar hebben we beschrijvingen gevonden zodat we een idee hebben hoe de zwezerik in vroeger dagen werd bereid. Uiteindelijk combineerden we de recepten tot één recept in uitvoering.

Op onze wekelijkse rondgang langs onze favoriete winkels kwamen we bij de slager. De bestelling lag klaar, nog wat bakjes kruiden en afrekenen. Niet dus, de slager had net verse lamslever, vertelde hij. Tot overmaat van ramp liet hij twee prachtige stukken lever zien. Wordt het vandaag lamslever of toch zwezerik?

De keus is snel gemaakt, het wordt lever. De rest van het oorspronkelijke idee blijft hetzelfde: puree van aardappel, meiraapjes en pastinaak. Nieuw voor bij de lever zijn de paddestoelen; witte beukenzwam.

Ingrediënten
500 gram lamslever; 1 ui, 2 bollen soloknoflook, een flinke schep boter, 200 gram beukenzwam, 2 aardappelen (Eigenheimer), 1 pastinaak, 2 meiraapjes, meer boter.

De lever een uurtje buiten de koelkast laten acclimatiseren. Niet droog deppen. De knoflook en ui pellen en grof snijden. Van de beukenzwam snijd ik de onderkant, de ’wortels’ af en maak de paddestoelen los van elkaar. De aardappelen, meiraapjes en pastinaak schillen en in gelijke stukjes snijden. Alle stukjes gaan in een pan koud water waarbij de stukjes nét onder staan. De lever hebben we in drie stukken gesneden.

In een flinke pan gaat een flinke klont boter. Zodra de boter begint te bruisen gaan de stukjes ui en knoflook in de pan. Op laag vuur worden de ui/knoflookstukjes glazig gebakken. Op dat moment worden de stukken lever in de pan gelegd. De lever moet in zijn geheel de pan raken. Uiteindelijk kan het uitdruipvocht van de lever in de pan toegevoegd worden.

In ongeveer zeven minuten per kant wordt de lever bruin gebakken. Is dat gedaan dan kunnen de paddestoelen in de pan. Een paar minuten meebakken tot de paddestoelen bruin kleuren. Dan kan het vuur onder de pan uit en worden de lever/ui/knoflook/paddestoelen in een overschaal gedaan. Nog even een minuut of zeven in de oven op 150 graden nagaren. (Nagaren kan ook met de deksel op de pan en het vuur uit)

Ondertussen wordt de pan met aardappel enz. aan de kook gebracht en de stukjes in ongeveer tien minuten gaar gekookt. Afgieten en de pan even open laten uitdampen. De aardappelstamper wordt in stelling gebracht en de gare stukjes tot puree gestampt. Tegelijk worden stukjes boter toegevoegd tot een smeuiige massa ontstaat.

Met een beetje planning en wat geluk zijn de lever en de puree gelijktijdig klaar en kan er opgediend worden.

De zwezerik komt volgende keer wel aan de beurt. Als de slager tenminste geen andere ideeën heeft.

error: Het is niet toegestaan deze tekst te kopiëren
Geverifieerd door ExactMetrics