Het is 6 april 2023. De laatste tijd wordt het steeds meer onzeker dat je weet wat je eet. Niet alle ingrediënten staan meer op het ingrediëntenlijstje of worden vermeld onder een verhullende naam. Zo is Campina Friesland van plan om ‘boerloze melk’ te verkopen. Melk niet meer afkomstig van koeien. Ook heeft Europa het gebruik van insecten aan voedselproducten toe te voegen goedgekeurd.
Het wordt dus steeds belangrijker inkopen te doen bij betrouwbare en vertrouwde leveranciers. Direct van de boer is natuurlijk het mooist; eerlijke producten tegen een eerlijke prijs. De ambachtelijke slager en bakker waarvan je weet dat zij goede producten leveren. Het kan wat duurder zijn, maar je gezondheid is heel wat waard. We gebruikten al geen zakjes en pakjes, nu gaan we nóg meer zelf maken.
In het kader ‘weet wat je eet’ maak ik een pastasaus. Dit keer voor lasagne. Uiteraard lekker langzaam. De ingrediënten kochten we bij onze vaste natuurslager; de groenten bij een zorgtuinderij en de tomatenpuree en tomatenblokjes van een vertrouwd merk uit de buurtwinkel.
Aan de slag: Pastasaus voor lasagne
Ingrediënten 1 kilo gehakt; 1 courgette; 1 aubergine; 2 of 3 uien; 3 of 4 bollen soloknoflook; 250 gram champignons; 2 grote paprika’s; 1 prei, 6 theelepels tomatenpuree (uit glas), 3 pakjes tomatenblokjes; 3/4 eetlepel majoraan; 3/4 eetlepel basilicum; 3/4 eetlepel tijm en 3/4 eetlepel oregano, wat zout
De ui en knoflook moeten ontdaan worden van de schillen. Ook de courgette moet geschild worden. Daarna kunnen alle groenten gesneden en gesnipperd worden. De prei moet nog even na het snijden gewassen worden. Groenten van de zorgtuinderij komen direct uit de grond in de winkel. Dus goed wassen is aanbevolen.
De ui en knoflook worden -licht spetterend- in de wok glazig gebakken. Eenmaal glazig voeg ik het gehakt toe om lichtbruin te bakken. Dan nog even de tomatenpuree meebakken.
Inmiddels heb ik de slowcooker klaar staan. Eerst gaat het gehakt/ui/knoflookmengsel in de slowcooker. Daar boven op alle gesnipperde groenten en als laatste de tomatenblokjes. De deksel er op en de slowcooker op acht uur ‘Laag’
Tijd voor iets anders nuttigs te doen. Koffiedrinken met VL bijvoorbeeld.
Regelmatig komen we bij onze slager. Vaak geeft hij -gevraagd en ongevraagd- tips. Tips om goed vlees beter te bereiden, of tips om bepaalde vleessoorten voor bepaalde gerechten te gebruiken. Tips van de slager.
Leg voor het bereiden van vlees een uur van te voren uit de koelkast zodat het vlees op kamertemperatuur is;
Gebruik altijd scherpe messen. Voor je veiligheid (een scherp mes snijdt en ‘ketst’ niet af). Ook wordt de smaak van het te bereiden vlees beter door het gebruik van scherpe messen. Mocht je je onverhoeds een keer snijden, dan heb je een makkelijker te genezen snijwondje.
Vaak wordt vlees in de oven gegaard op 180 graden. De smaken van vlees mengen zich beter en het vlees wordt malser als het op lage temperatuur wordt gegaard, zo tussen de 100 en 125 graden Celsius. Natuurlijk wordt de tijd in de oven veel langer. Gebruik een goede kerntemperatuurmeter om de gaarheid te controleren.
Kerntemperatuur: Rundvlees: Medium-rare 55-58 ºC; medium bij 60-63 ºC; medium-well bij 65-67 ºC Gehaktbrood 72ºC. Varkensvlees: Varkensvlees moet helemaal gaar zijn: medium 60-63ºC. Een gehaktbal of gehaktbrood van varkensvlees mag ook een kerntemperatuur van 72 ºC hebben. Lamsvlees: Medium-rare 55-58 ºC; medium bij 60-63 ºC; medium-well bij 65-67 ºC Stoofvlees: 89 ºC voor een perfecte structuur.
Gebruik eens een varkenship voor in de erwtensoep in plaats van het gebruikelijke vlees wat je gewend bent.
Meer tips van de slager
Kneden van gehakt. Gebruik bij voorkeur een mixer of keukenmachine met deeghaken. Voor 500 gram gehakt naar keuze, 50 tot 75 gram koud water, 4 gram gehaktkruiden & 8 gram zeezout (of bakje gehaktmix van Slagerij van der Geer). mix alle ingrediënten in vijf minuten op de lage stand van de mixer tot een soepel deeg. Vorm er gehaktballen of een gehaktbrood van en zet het een nacht in de koelkast,
Gaar spareribs op lage temperatuur in de oven. Zo’n drie uur op 100 graden.
Veel mensen gooien uienschillen in de kliko. Terwijl in uienschillen veel gezonde stoffen zitten: vitamines (A, C, E, PP, groep B), caroteen, rutine, flavonoïden, quercetine, calcium, magnesium, ijzer, fosfor, zink, jodium, organische zuren, vezels. De schillen kunnen gekookt worden; toegevoegd bij soep; thee van zetten. Kortom, uienschillen zijn te gezond om zo maar weg te gooien.
Appelschillen en klokhuizen, maak er appelsap of appelstroop van. Bewaar appelschillen en klokhuizen tot je er veel van hebt. Doe de gespaarde schillen en klokhuizen in een pan, druk het wat aan en vul de pan met water tot alles net onder staat. Breng het aan de kook voor een half uur (sommige mensen laten het -met het vuur uit- een nacht trekken). Giet het geheel via een kaasdoek in een andere pan. Het kookvocht met laag vuur inlaten koken tot een dikke massa, de appelstroop! Let op, het kan snel gaan dus erbij blijven is aan te raden.
In alle recepten voor erwtensoep staat als ingrediënt ‘spliterwten’. Dus mensen rennen naar de winkel om ‘spliterwten’ te kopen. Je kunt ze ook ‘zelf maken’. Koop gedroogde erwten, neem de hoeveelheid die je nodig hebt en laat deze 24 wellen in koud water. Na ongeveer 24 uur heb je ‘spliterwten’ onbewerkt en klaar voor gebruik.
Probeer eens erwtensoep te maken met alleen schenkel (en spek). Omdat bot een onderdeel van schenkel is mag het ‘iets meer’ zijn dan het gewicht vlees wat je normaal in erwtensoep doet. De schenkel eerst voor acht uur op Low in de slowcooker. Na deze acht uur de overige ingrediënten toevoegen en nogmaals acht uur op Low. Op deze manier komen alle gezonde stoffen van het vlees én het bot in de soep.
gebruik voor koude bereiding een goede olijfolie. Voor bakken en vooral braden (van vlees) een goede rijstolie.
Stoofperen, elk recept begint met het schillen van de peren. Een arbeidsintensief werkje, maar is het ook nodig? Schil eens de peren niet. Met schil en al in de slowcooker. Meer smaak, minder werk. Een win/winsituatie dus.
In een eerder stukje had ik het maken van bouillon al beschreven. Ook de voordelen van bottenbouillon staan daar genoemd. Het is altijd goed om te herhalen wat nu de gezonde stofjes zijn:
‘…In botten zit calcium, fosfor, silicium, magnesium en kalium. In het merg zitten de vitamines A en K2, omega 3 en 6, zink, mangaan, boron en selenium. Dan zitten er nog wat gezonde dingen in het bindweefsel…’ De opsomming kan compleet gemaakt worden met collageen, proline, glycine, natrium, fosfor, ijzer. Bottenbouillon bevat sulfaat, hyaluronzuur en glucosamine. Deze stoffen maken dat bottenbouillon een weldaad is voor je darmen en je huid.
Nu zitten deze stoffen in de botten, poten, gewrichten, huid en die wil je in de bouillon krijgen. Daar voor is nodig, een slowcooker, de juiste botten, water, een scheut appelazijn en geduld, veel geduld. Vaak worden naast botten ook groenten toegevoegd. Dat doe ik niet. Uiteraard is er geen bezwaar om uien, wortel, prei e.d. toe te voegen tijdens het trekken van de bouillon.
Ik wil een geleiachtige bouillon hebben die ik verdeeld in blokjes in de vriezer bewaar. Voor bruikbare blokjes gebruik ik ijsblokjesvormpjes. De botten zijn van buitenbeesten; runderen, kippen, varkens die dag en nacht buiten zijn en hun zelf hun kostje bij elkaar grazen. Dus op naar de ambachtelijke slager.
Overigens is het goed mogelijk om goede botten online te bestellen bij betrouwbare leveranciers. Toch houd ik het bij de mij bekende slager in verband met het persoonlijke contact en de adviezen.
(kijk uit met de term ‘grasgevoerde runderen’. Er zijn boeren die hun staldieren ‘grasgevoerd’ noemen. Immers runderen eten gras. Vaak worden deze runderen bijgevoerd met krachtvoer)
Maaltijden worden voedzamer door het toevoegen van een blokje bouillon.
Een waarschuwing is op zijn plaats. Door bottenbouillon te maken zal het huis voor langere tijd intensief naar kokend vlees ruiken. Het is aan te bevelen om de pan in de schuur te zetten.
ingrediënten 1 kg bouillonbotten, een scheut biologische appelazijn en water. Je kunt kiezen uit alleen rund, alleen kip, alleen lam, alleen varken maar ook botten van verschillende dieren combineren.
Aan de slag: Bottenbouillon van buitendieren
De botten kunnen in de slowcooker gelegd worden, de pan vullen met water tot de botten ruim onder water staan, maar wel ongeveer een centimeter onder de rand van de pan. Er moet ruimte zijn op te spetteren, de bouillon wil je ín de pan en niet op het fornuis.
De slowcooker instellen op ‘Laag’ en de tijd op het maximale, als het kan op 24 uur. Als dat gebeurd is kan je die dingen doen die je nuttig, prettig of noodzakelijk vindt. Anders duurt het wachten zo lang.
Ik controleer na een uurtje of 10 of er nog genoeg water in de pan zit. Eventueel kan er wat (heet) water toegevoegd worden. Na 24 uur is de helft van het water ingekookt en zit er een dikke gelei-achtige massa in de pan. Deze moet wat afkoelen, maar niet te veel.
Nu komt het vettige klusje, de bouillon overdoen in de vormpjes. We vullen vier ijsvormpjesbakjes en acht grotere bakjes. Deze gaan de ijskast in.
Bij het maken van een maaltijd doen we één blokje in de pan. Voor een lichtere bouillon kan je een blokje in een pan verdunnen met ongeveer een liter water (of meer of minder naar de eigen wens)
In ons streven om alle meukvoedsel uit ons leven te bannen, gaan we elke week naar ‘de boer’. Uiteraard voor de rauwe melk, boter en kaas en eieren. Als we toch in de buurt zijn reizen we af naar slagerij van der Geer. Overigens verkopen steeds meer boeren rauwe A2-melk, zodat je lokaal goed terecht kan. Rauwe A2-A2-melk is het beste wat in Nederland te koop is.
Bij de boer ontmoeten we mensen. Interessante mensen, vaak ook bijzondere mensen. Mensen met wie we onmiddellijk een klik hebben, gelijkgestemden zeg maar. Zo kan het zijn dat we, na gewinkeld te hebben, nog een half uur praten bij de auto’s, soms vernikkelend van de kou of in de verzengende zon, maar het is het waard. Nieuwe inzichten, bevestiging van wat we al wisten maar vooral de ontmoeting met mensen.
Van kop tot staart; om verspilling tegen te gaan is een trend gaande om zoveel mogelijk van het geslachte dier te gebruiken voor consumptie. Dan komen naast de bekende delen ook op orgaanvlees. Onze slager heeft steeds rundertong is de vitrine liggen. Steeds niet toegekomen, een beetje door onwetendheid gedreven. Toen tijdens één van onze ontmoetingen iemand zei orgaanvlees te willen bereiden, maar niet te weten hoe moest ik wel actief op onderzoek uit. Oude kookboeken als Het Haagsch Kookboek en Het Amsterdamse Kookboek hebben recepten van het ‘vergeten vlees’.
Ik heb in Het Haagsch Kookboek (1949) een bruikbaar recept gevonden en enigszins aangepast. Over het algemeen wordt bij rundertong madeirasaus geserveerd. Dit keer heb ik gekozen voor kappertjessaus.
Rundertong volgens het Haags Kookboek (1949) recept
Ingrediënten: 1 kalfstong, ruim water, 2 uien, 2 winterpenen (of 1 grote zoete aardappel), 1 bol solo-knoflook, 2 stengels bleekselderij.
Volgens veel (oude) recepten moet de kalfstong een aantal uren in zout water staan om schoon te trekken. Tip van de slager: spoel de tong met ruim lauw water. Dat is voldoende, tenzij je de tong wilt pekelen. Dus deze raad opvolgend spoel ik de tong.
De uien, bleekselderij, wortels en knoflook kunnen nu grof gesneden worden en met de tong in de slowcooker gestort. Voeg zoveel water toe dat de tong onderstaat. De slowcooker kan ingesteld worden op ‘Laag’ en op 3 tot 6 uur.
De tong is gaar als het vel loslaat. Een uurtje langer maakt de tong alleen maar lekkerder. Nadat geconstateerd is dat de tong gaar kan deze nog een minuut of twintig in de pan rusten. Haal de gare tong uit de pan en ontvel het. Rundertong volgens het Haags Kookboek (1949)
We hebben de tong in plakjes gesneden. Deze kunnen zo opgediend worden. Voor een wat krokante hebben we de plakjes kort gebakken. Een klont boter in de koekenpan en een paar minuten de plakjes tong om en om bruin bakken. De bouillon zeven voor gebruik voor later en voor de saus.
Smelt de boter in een pannetje, roer de bloem er door en onder voortdurend roeren drie kopjes van de (gezeefde) bouillon, tot de saus gebonden is. Neem dan de pan van het vuur en roer het citroensap, het ei en de kappertjes er door.
Voor het serveren van de kalfstong snij je de tong is plakjes of iets dikkere plakken naar keuze. Gebruik wel een echt scherp mes. Lekker met pastinaakpuree, pastinaak/zoete aardappelpuree, aardappelpuree, sugar snaps, boontjes of lentegroenten.
Ook lekker er bij: chioggia biet met gele biet uit de oven. Men neme: chioggia biet, gele biet, tijm, orange&lemon balsamic cream en honing. We kookten de bieten 20 minuten. De bieten schillen en in dunne plakjes snijden. De plakjes om en om dakpansgewijs in een ovenschaaltje leggen. De tijm, honing en de cream naar eigen smaak over de bietenschijfjes draperen. Dan kan het schaaltje in de oven voor 45 minuten op 140 graden.
Soms krijg ik een bericht dat iemand een recept heeft maakt in de slowcooker, maar het was ‘niet te vreten'(in mijn woorden). Is er iets fout gegaan of klopte het recept niet? Of houd je gewoon niet van die groente? Dan ga ik de uitdaging aan en probeer een recept zo lekker mogelijk te maken. Dit keer is de uitdaging bloemkoolsoep. Nu ben ik zelf niet zo gek op bloemkool, maar je zet je in voor de ‘wetenschap’ nietwaar?
De meeste recepten beginnen met ‘snipper de ui’. Uh, ik begin altijd eerst met schillen. Bouillon maak ik altijd van verse ingrediënten. Voor groentebouillon neem ik een handig zakje soepgroenten tuinkruiden van AH. Een uurtje of zes op ‘Laag’ in de slowcooker met twee liter water zorgt voor een heerlijke bouillon. Let wel, de bouillon een dag van te voren maken en bewaren in de koelkast.
Ingrediënten: 1 flinke bloemkool; 1 zoete aardappel; 1 ui; 2 bollen soloknoflook; 1,5 liter (zelfgemaakte) groentebouillon; 1 theelepel mosterd; 1 laurierblad; peper en zout naar smaak; lente-ui, in ringetjes; 150 gram uitgebakken spekjes of bacon, een guts olijfolie
Hoewel het een slowcookerrecept is bak ik de ui en knoflook glazig. Over het algemeen gebruik ik nogal wat ui en vooral knoflook. Bij verschillende supermarkten is soloknoflook (in mandjes en bij Lidl in een netje) te koop.
De voorbereidingen zijn getroffen, dus….we gaan beginnen! Schil de zoete aardappel, de ui en pel de knoflook. Snipper de ui en knoflook grof, snijdt de zoete aardappel in stukjes (ongeveer 2×2 cm) en de bloemkool in roosjes, snijdt de stronk van de bloemkool even groot als de zoete aardappel.
Giet een guts olijfolie in een kleine wok en laat deze op temperatuur komen. Eenmaal op temperatuur kan het vuur getemperd tot middelmatig en de ui- en knoflooksnippers en het laurierblad toegevoegd en langzaam glazig laten worden. Nog even de mosterd kort meebakken.
Inmiddels kan de slowcooker gevuld worden met de bloemkool- en zoete aardappelstukjes. Als de ui en knoflook glazig zijn, de mosterd en het laurierblad meegebakken is kunnen die ook in de slowcooker.
Anderhalf liter bouillon erbij en de pan voor zes uur op ‘Laag’ zetten. Tijd voor andere zaken, de slowcooker gaat zijn eigen gang wel.
Na zo’n zes uur is de groente gaar en zacht. Is dit niet het geval, dan nog een uurtje langer laten pruttelen. Nu hoef je alleen nog maar te pureren, grof of wat gladder tot glad. Opdienen met wat in ringen gesneden lente-ui en uitgebakken spekblokjes. Zo moet het wel lukken, lijkt me.
Slowcooken is zo simpel dat het weer moeilijk wordt. basis.De tekst wordt binnenkort aangevuld met het basisrecept tomatensoep.
Ingrediënten: 1 kg rijpe tomaten, 2 uien, 750 ml groentebouillon, 170 gr tomatenpuree, 1 bol soloknoflook, 1 el ghee, wat verse basilicum of tijm
Aan de slag met het basisrecept tomatensoep
De tomaten, knoflook en uien in vieren snijden. Deze partje samen met de groentenbouillon en de tomatenpuree in de slowcooker doen. De slowcooker instellen op ‘Laag’ voor 8 uur. Na deze 8 uren de soep pureren met de staafmixer. Eventueel de soep op smaak brengen met room, zout en peper.
Vandaag zat ik weer eens te bladeren op internet naar recepten. Het kortste recept voor bruine bonensoep welke ik las op een echte receptensite is werkelijk om te janken. Nu moet iedereen voor zichzelf weten hoe bruine bonensoep te maken, maar toch er zijn grenzen. Hoe een en ander bereid wordt zal ik je besparen.
Ingrediënten: een blik ossenstaartsoep, een blik bruine bonensoep, prei en een rookworst. Hoe dit recept verder gaat, bespaar ik mezelf en jou.
Het Haags Kookboek (1955) zal wel uitkomst brengen voor een gezonde ouderwetse bruinebonensoep. De ingrediënten: 1 of 2 uien, 20 gram vet van jus of boter, rest bruine bonen, 1 liter bonenwater en bouillon, laurierblad en peperkorrels óf kerrie, óf peper en bruin van jus, soja of aroma. Tja, kan ik ook niet veel mee.
Dan maar mijn heil gezocht bij het Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool (ook wel Wannée genoemd, naar de samenstelster ‘voorheen Lerares in Koken en Voedingsleer aan die Inrichting’). Het recept: 400 gr bruine bonen, 2,5 liter water, wat zout, 4 preien, 1 bos selderijgroen, 60 gr boter, margarine of rundvet. Het begint wat te worden.
Mijn idee van bruinebonensoep (uit de slowcooker)
Ingrediënten: 300 g runderpoulet, 1 mergpijp, 1 schenkel, 150 gr gerookte spek, ui, 500 g gedroogde bruine bonen, 1 winterwortel, 1 grote aardappel, 1 stok prei, 1 kleine knolselderij in stukken gesneden, 1 bosje peterselie, 1 bolletje soloknoflook, 2 laurierblad, 2 kruidnagels, 1 rookworst, 2 tl gedroogde bonenkruid, zout en peper naar smaak.
Omdat ik de slowcooker gebruik hoeven de bonen niet te wellen. Wel zo makkelijk. De runderpoulet, mergpijp, schenkel en het spek kunnen zo de slowcooker in. De bonen volgen.
De winterwortel wordt gewassen en in plakken gesneden. De aardappel, knolselderij, ui en de knoflook worden geschild of gepeld en ook in stukken gesneden. Ook deze verdwijnen in de slowcooker. Van de peterselie een half bosje grof hakken en aan de pan toevoegen, net als het bonenkruid, laurierblaadjes en de kruidnagels.
Nu alles in de slowcooker zit kan de pan aan op ‘Laag’ voor een uurtje of 8. Na 7 uur haal ik het vlees uit de pan en laat deze wat afkoelen. Ook haal ik ongeveer 5 eetlepels bruinebonensoep uit de pan. De laurierblaadjes en de kruidnagels ook uit de pan vissen.
De soep kan nu grof gepureerd worden. Hoe grof is afhankelijk van wat je lekker vindt. Ik maak de soep wat aan de grove kant. De runderpoulet wordt in stukjes uit elkaar getrokken. De mergpijp en schenkel ontdaan van het bot. Het vlees gaat terug in de pan net als de in plakjes gesneden rookworst en de apart gehouden hele bonen. De slowcooker gaat weer aan op ‘Laag’ voor het resterende uur.
Een forse kom bruinebonensoep, vergezeld met grof roggebrood met katenspek of stokbrood is een stevige winterse maaltijd. Is ook bij een warme dag in de zomer erg voedzaam.
Zo’n drie jaar geleden was het in om te gaan slowcooken. Een wereld ging open, langzaam een stoofschotel garen zoals je oma dat op het petroleumstel deed. Minder brandgevaarlijk en zeker minder petroleumgeur in huis. De duurdere slowcookers werden/worden vaak online gekocht, de goedkopere (maar niet van mindere kwaliteit) bij Lidl of Aldi. Veel slowcookerrecepten waren en zijn te vinden op internet.
Maar wat heb je nu aan zo’n slowcookerpan? O k, een soepje of een stoofschotel is aardig. Ook het gemak schijnt aan te slaan; ingrediënten wat grof snijden, in de pan wat water toevoegen en een uurtje of zes, zeven of acht laten stoven. He, zo lang? ‘Mijn soep is met een half uurtje klaar, ik ga toch geen acht uur wachten?’ En de slowcooker gaat voornamelijk in de kast. Geen geduld is een belangrijke reden om niet (meer) te slowcookeren. Of, ‘wat kan ik nog meer maken dan soep of een stoofschotel?’ En vaak verdwijnt de slowcooker jammerlijk in een kast om één of twee keer te voorschijn te komen voor een stoofschotel in de herfst of een grote pan soep.
Het gemak; de ingrediënten gesneden en gewassen in de pan, water of bouillon er bij en zo’n acht uren laten garen in de pan. Niet roeren, niet meer kijken in de pan. Het gaat allemaal vanzelf. Sommige mensen vinden het nodig of wenselijk vlees aan te braden, voor dat het in de slowcooker belandt. Niet echt nodig, maar geen bezwaar er tegen.
De smaken worden goed gemengd vanwege de lange tijd en de lage temperaturen waarop e.e.a. gegaard wordt. Omdat je kunt kiezen uit de standen ‘Hoog’ en ‘Laag’ beïnvloed je de tijd hoelang het duurt voordat het gerecht klaar is. Ik kies meestal voor de lage stand en zo’n acht uren voor soep. Eenmaal heb ik een experiment gedaan met kippenbouillon achtenveertig uur laten trekken.
Gewoon leuk is het ombouwen van een gerecht van ‘gewoon koken’ naar een slowcookergerecht. Vaak experimenteren en uitproberen, niets voor mensen die keurig een recept volgen met alle grammetjes en lijstjes of voor ongeduldige personen. Wil je over een half uur eten, dan is slowcookeren niets voor je.
Soep of stoofpot; leg alle te gebruiken ingrediënten in de binnenpan. De volgorde is niet zo belangrijk, hoewel veel mensen eerst ui, bleekselderij en/of knoflook onder in leggen. Voor soep kan je de pan aanvullen met water. Bouillon is niet nodig. Door de lange tijd geven groenten en vlees hun smaak en gezonde stoffen af aan het water en zie; er is bouillon aan het eind van de kooktijd. Een voorbeeld van een stoofpot.
‘Bakken’ op dergelijke lage temperaturen is niet mogelijk. Wel kan je ingrediënten heel smakelijk garen. Knoflook (ik gebruik altijd bollen solo-knoflook) even aan de bovenkant insnijden tot een roosje, besprenkelen met olijfolie en met een klein laagje olijfolie ongeveer zes uren op ‘Laag’ laten garen.
Een of meerdere uien aan de bovenkant in snijden tot een roosje. Ook de ui besprenkelen met olijfolie en op ‘Laag’ voor 12 uur laten karamelliseren.
(Zoete) Aardappel in de schil laten en enkele gaatjes prikken in de aardappel. In aluminiumfolie inpakken met wat olijfolie en naar believen kruiden.
Voor pureesnijdt je naar wens de groenten, aardappelen, pastinaak, koolraap enz. in kleine blokjes. Samen met water, melk of zure room in de slowcooker en laten ‘koken’ tot de groenten gaar zijn. Afhankelijk van de stand Hoog of Laag en van de groenten zal dit vier tot zes uur duren.
Uit al het bovenstaande blijkt dat ‘geduld’ een eigenschap is welke noodzakelijk is voor het concept ‘slowcookeren’. Heb je dat niet, koop dan geen slowcookerpan.
Elke dag weer ‘mam, wat eten we vanavond’. Horendol word je er van. En ik ben niet eens ‘mam’! Oplossing; we laten de kinderen een lijstje maken van hun maaltijdwensen deze week. Zij maken gezamenlijk hun lijstje, maar wij beslissen. Het lijstje komt op de koelkast te hangen, geen gevraag meer. Een stuk makkelijker zou je denken. De bedoeling van een lijstje is dat je er op kijkt. En dat vergeet ik dan geheid. Of dat een maaltijdwens een dag verschoven is.
Enfin, laat vandaag riepen de kinderen in koor dat we tomatensoep gaan eten. O ja, dat staat op het lijstje. Natuurlijk niet zo veel tomaten in huis en beslist geen zin om naar de groenteboer te gaan. Een goed alternatief vind ik in de tomatenblokjes van Kyknos. Die hebben we in ruime mate in de voorraad. De rest van de ingrediënten hebben al dan niet in (zelf) gedroogde vorm in huis. Ook het rundergehakt hebben we in huis, al is het wat veel. Beter wat veel dan niets.
We hebben groentebouillon nodig. Hiervoor gebruiken de tuinkruidensoepgroenten van AH (in makkelijke zakjes van 250 gram te koop) die we dan zelf drogen om te bewaren. Twee eetlepels van de gedroogde soepgroenten in de pan met ongeveer 1,5 liter kokend water een een tijd op laag vuur laten trekken. Ondertussen de ui en knoflook zeer fijn snipperen en de paprika in kleine blokjes snijden. Soms maak ik de fout om wel alle ingrediënten klaar te zetten, maar bijvoorbeeld blikjes en eventuele pakjes niet open te maken. Nu staan alle ingrediënten voor het grijpen én te gebruiken.
Ingrediënten: : 1 rode ui, twee bollen soloknoflook; 4 pakjes tomatenblokjes á 370 gram; 2 blikjes tomatenpuree á 70 gram; 1 rode paprika; 1 eetlepel honing; 4 handjes vermicelli, 300 tot 400 ml kookroom; 500 gram rundergehakt; 2 eetlepels gedroogde tuinkruidensoepgroenten; 1 eetlepel mediterrane kruiden; 1 theelepel Bachari; ongeveer 1.5 liter water, een scheut olijfolie.
In de soeppan een scheut olijfolie (onder het langzaam schenken door ‘een scheut’ zeggen levert meestal de benodigde olijfolie in de pan). Deze redelijk verhitten en op een laag vuur de knoflook en ui glazig bakken.
Na een minuut of zes of zeven de tomatenpuree (NIET de blokjes!), de bachari en de mediterrane kruiden toevoegen en dit even meebakken. Even later de blokjes paprika in de pan en weer een minuut of vijf meebakken.
Tot zover de kleine hoeveelheden en kleine stapjes. Zodra je denkt ‘dit gaat aanbakken’ kunnen de tomatenblokjes in de pan. Flink roeren en mengen en op een laag vuur een minuut of twintig, dertig laten stoven. Af en toe roeren kan geen kwaad en halverwege een theelepel honing toevoegen.
Na ongeveer vijfentwintig minuten voeg ik de groentebouillon toe. Nu wordt de pan toch wel wat voller dan ik eerst inschatte. Dus voorzichtig roeren en het vuur wat hoger zetten. De soep moet tegen het koken aan hangen voor een minuut of twintig.
Dan kieper ik de kookroom bij de soep, weer roeren en doorwarmen op laag vuur voor een minuut of tien.
Van het gehakt draai ik welgeteld 45 soepballetjes. Geen kruiden of zout toevoegen, lekker naturel. De balletjes en de vier handjes vermicelli ongeveer een half uur voordat de soep klaar is in de pan, wat roeren en veel geduld hebben.
O k, in sommige recepten schijnt de soep in een minuut of dertig klaar te zijn. Het heet dan een ‘snelle tomatensoep’. Ik vind dat de smaken wel in de pan zitten, maar niet een eenheid vormen. Daarom een snelle soep langzaam gemaakt. Wil je de soep gladder, haal er dan een staafmixer door. Wij eten de soep niet gepureerd.
Als je erwtensoep wilt eten kan je kiezen uit verschillende merken en pakken uit de supermarkt óf zelf maken. Als je de soep zelf wilt maken sta je voor de keus uit veel, heel veel recepten op internet. Het wordt er allemaal niet makkelijker op. Eerst het snert-aanbod in de supermarkt bekijken. Eerder was ik teleurgesteld bij mijn zoektocht naar ossenstaartsoep, dus weinig vertrouwen dat ik iets acceptabels vind. Maar ik laat me graag verrassen.
Dit gaat het dus niet worden. Dan moet Het Haags Kookboek (1952) uitkomst brengen. Daar maak ik wel vaker recepten uit in het kader van Smaak van toen.
Ingrediënten: 250 gram groene erwten of spliterwten; 1 ¼ ltr water; 250 gram saucijzen, kluif, krabjes, vers spek; 1 bosje selderij; 2 stokken prei; ½ knolselderij, zout, twee bouillonblokjes.
Dit ziet er al een stuk natuurlijker uit. Naar mijn idee een wat eenvoudige en kale erwtensoep. Niet de soep zoals ik zou willen maken én eten.
Mijn idee (en recept) van snert (recept gereviseerd):
Sinds jaar en dag gebruik ik als botten en vlees varkenshiel of krabbetjes, hamschijf en spek in de erwtensoep. Tip van de slager: vervang de varkenshiel, krabbetjes en de hamschijf eens door varkenship, het bovenste deel van de poot. Nu is het niet verstandig om een tip in de wind te slaan, dus ‘doe mij maar een varkenship’.
De varkenship geeft de unieke smaak aan de soep. De rookworst moet voor mij een verse worst van de slager zijn. Liefst een beetje grof en in niet te dunne plakjes gesneden. aardappel/winterwortel of zoete aardappel is een pastinaak ook heel prettig.
Ingrediënten Ongeveer 1 kilo varkenship, 200 gram gerookt spek; 1 grote verse rookworst, 400 gram gedroogde spliterwten, 1 stok prei; 1 grote ui, 2 aardappelen, 1 winterpeen, 1 knolselderij; 2 bolletje soloknoflook, 3 laurierblaadjes; 1/2 bosje bladselderij, Ongeveer 2 liter water.
Let op: voor dit recept is een slowcooker van 6 liter aan te bevelen.
Aan de slag: Echte erwtensoep of snert
Als eerst wordt de hip geblanceerd. Zet de hip geheel onder koud water in een pan en kook deze ongeveer een kwartier. Giet de hip af en zet deze even in koud water.
De spliterwten worden goed gespoeld met koud water. Eenmaal gespoeld kunnen de erwten in de slowcooker. Verder gaat in de pan de varkenship en het spek. De prei en winterpeen worden in niet te kleine stukjes gesneden, gewassen en hup, ook de pan in.
Dit doe ik ook met de aardappel na eerst geschild te hebben. De knolselderij schillen en in stukjes snijden toevoegen aan de inhoud van de pan. Ook de ui wordt gesneden en toegevoegd aan de pan. De bladselderij gaat fijngesneden in de slowcooker. Nu nog de laurierblaadjes en eventueel twee kruidnagels toevoegen. De pan kan nu afgevuld worden met water tot net onder de rand. Uiteraard zet ik de pan op ‘Laag’ en de timer op 8 uur.
Na 7 uur kunnen de hip en de laurierblaadjes uit de pan gehaald worden. De varkenship gaat even op een bord om af te koelen. Voor een minder grove soep stamp ik nog even met een aardappelstamper de soep wat fijner. Desgewenst kan de soep ook gepureerd worden.
Nu kunnen de plakjes rookworst in de pan gedaan worden. Het laten meekoken van de rookworst geeft een lekkere rokerige smaak aan de soep. Het vlees en het spek in stukjes snijden, en weer terug in de pan doen. Voor het snijden is het aan te raden het vlees wat af te laten koelen. Dat is wel zo vriendelijk voor de vingers. Nu kan de slowcooker nog voor een uurtje op ‘Laag’ aan.
Het zal mooi zijn als het buiten wat vroor of tegen vriespunt aan zit. De pan kan dan naar buiten of in de schuur om af te koelen. De volgende dag is de soep goed dik en nog lekkerder dan op de dag van fabricage. Heet opgediend met grof roggebrood met Zeeuws spek of Katenspek.
Maak ook eens erwtensoep met gele spliterwten. Mooie gele soep met een iets zoetere smaak. Ook runderschenkel en zwoerd in plaats van varkenship geeft een andere aangename smaak. De zwoerd kan je ook gebruiken om de erwtensoep dikker te maken.
Ingrediënten voor echte erwtensoep of snert
error: Het is niet toegestaan deze tekst te kopiëren
Cookie Consent
Deze website maakt gebruik van cookies om uw ervaring te verbeteren terwijl u door de website navigeert. Hiervan worden de cookies die als noodzakelijk zijn gecategoriseerd, in uw browser opgeslagen, omdat ze essentieel zijn voor de werking van de basisfunctionaliteiten van de website.
We gebruiken ook cookies van derden die ons helpen analyseren en begrijpen hoe u deze website gebruikt. Deze cookies worden alleen met uw toestemming in uw browser opgeslagen. U kunt zich ook afmelden voor deze cookies.
This website uses cookies
Websites store cookies to enhance functionality and personalise your experience. You can manage your preferences, but blocking some cookies may impact site performance and services.
Essentiële cookies maken basisfuncties mogelijk en zijn noodzakelijk voor het goed functioneren van de website.
Name
Description
Duration
Cookie Preferences
This cookie is used to store the user's cookie consent preferences.
30 days
These cookies are needed for adding comments on this website.
Name
Description
Duration
comment_author
Used to track the user across multiple sessions.
Session
comment_author_email
Used to track the user across multiple sessions.
Session
comment_author_url
Used to track the user across multiple sessions.
Session
These cookies are used for managing login functionality on this website.