Boboti (Bobotjie) volgens tannie Georgie

Na de oorlog kon mijn oom Lou het niet vinden in Nederland. Hij vertrok naar Zuid-Afrika. Met de boot……..

In Zuid Afrika ontmoette oom Lou zijn vrouw, een Ierse met een Friese vader. Op de laatste foto die ik van hen heb staat tannie Georgie gekleed als de Amsterdamse Jordanese sjiek.

Ome Lou is een enkele keer in Nederland bij ons op bezoek geweest. Na een ritje door de Noord-Hollandse polder, wilde hij weer graag naar terug Zuid-Afrika,  t’rug naar die oû transvaal. Dat het water in de sloten hier hoger was dan de weggetjes er langs vond hij maar eng en gevaarlijk. Waarom niet iedereen een boot in de tuin had liggen om te vluchten bij een overstroming snapte hij totaal niet. Gevaarlijk land hoor, dat Nederland.

Tannie Georgie maakte -naar verluidt- de lekkerste boboti van heel Vereeniging. Hoewel er geen eenduidig recept bestaat (elke streek en stam maakt zijn eigen versie) is boboti in 1951 opgenomen als traditioneel Zuid-Afrikaans in een internationaal receptenboek dat door de Verenigde Naties is gepubliceerd.

Boboti (Bobotjie) volgens tannie Georgie

Tante Georgie was streng in haar kokerijen; ‘Wat ek nie hou nie, stop ek nie in die skottel nie’. Boboti (Bobotjie) volgens tannie Georgie. Zo bereidt tante Georgie haar recept:

Ingrediënten
30 ml rijstolie; 1 grote ui; 2 bollen soloknoflook; 4 tl kerriepoeder; 3 tl kurkumapoeder; 1 kg rundergehakt; 1 tl zwarte peper; 2 el citroensap; 1 el azijn; 75 gram rozijnen; 4 eieren; 3 laurierblaadjes;  2 sneetjes wit brood; 250 ml melk. 

De oven wordt voorverwarmd op 180 graden. de ui wordt in stukjes gesneden en de knoflook fijn gesnipperd. In een braadpan worden in de hete olie de ui en knoflook glazig gebakken. Tannie voegt de gehakt toe om rul en bruin te bakken.

Inmiddels wordt het brood in een schaaltje gelegd en de melk erover gegoten, ‘opdat die melk mooi in die brood kan trek‘ en goed zompig wordt. Eenmaal zompig wordt het brood gekneed onder het toevoegen van de overige ingrediënten. (Wel 2 eieren, een half kopje melk en de laurierbladen apart houden). Dit geheel kan toegevoegd worden aan het ui/knoflook en gehaktmengsel. 

Stiekem heeft Tannie een ovenschotel ruim ingevet, waar ze nu het gehele mengsel in doen. De laurierblaadjes kunnen over het mengsel gelegd worden maar dat vindt Tannie ‘nie gerieflik nie‘. Want dan moet ze tijdens het serveren de laurierbladen uit de hete schotel halen. Dus zij rolt de bladen op en steekt die willekeurig in de brij in de ovenschotel

En zo gaat de gevulde ovenschotel de warme oven in. We hebben nog wat melk en twee eieren. Die worden door elkaar gemengd. Nadat de ovenschotel een kwartier in de oven staat, giet tannie het ei/melkmengsel over de schotel en kan de over weer dicht voor een minuut of 30 – 45. Het gerecht is klaar zodra het goed gekleurd is of, zoals tannie zegt ‘die boboti is gereed sodra die glas leeg is‘. Boboti wordt gegeten met rijst.

De smaak van hutspot zonder wortelen

In de periode tussen mijn zevende en mijn twaalfde jaar gingen mijn moeder met de kinderen (mijn broers en ik) regelmatig naar het deftige Den Haag, op bezoek bij onze opa. De reis was al een avontuur op zich.’ De IJtunnel was er nog niet. Voor eigen vervoer hadden we ieder een fiets. Dus was de trein de aangewezen manier om te reizen.

De reis ving aan met een wandeling van een half uur van huis naar het veer over het IJ. We konden kiezen uit de pont, het Bootje Boekel of Bootje Bergman. Omdat de reis naar opa een uitje was koos moeder meestal voor Bootje Bergman. Die voer vanaf Amsterdam Noord over het IJ naar het NoordHollands Koffiehuis voor het Centraal Station. Het bootje had een beste vaart. Stond je op het dek, dan kon het zijn dat je een flinke plens over je heen kreeg.

In ‘de stad’ aangekomen was het zaak om treinkaartjes te kopen, retourtjes voor ons vieren. Met de kaartjes in bezit was het spannend of we de trein nog konden halen. De stationshal door naar de lange gang en naar het juiste perron. De trap op en nogmaals op de borden kijken of we wel op het juiste perron stonden én of de juiste trein er was. Den Haag had twee eindstations, Hollands Spoor en het Staatsspoor. Wij moesten het station Staatsspoor hebben.

Aangekomen op Staatsspoor gingen we weer aan de wandel voor 15 minuten  om bij opa te komen. De terugreis ging uiteraard in omgekeerde volgorde en in het donker. In de trein kon je naar buiten kijken, óf via de weerspiegeling naar je medereizigers gluren of gekke bekken trekken in de weerspiegeling van het raam. Vlak bij Amsterdam werd het spannend, de trein ging langzamer rijden en je kon in de huizen kijken waar je langs kwam.

Terug op het Centraal Station had moeder steeds een verrassing: we gingen met de bus terug. Eerst bus lijn 5 naar de achterkant van het station om daar op de pont te stappen. Aan de overkant weer met de bus richting huis. Zo duurde de reis toch zeker wel twee uur.

De smaak van hutspot zonder wortelen

ASS koken

In een onbewaakt moment en bezig met facebook kwam ik de vraag tegen –meer een wanhoopskreet- hoe je een tiener met autisme kan leren koken en welke gerechten geschikt zijn als eerste stappen. En dan ga ik denken en krijg de neiging om te schrijven: Ass koken.

Maar eerst een paar begrippen voor een beter begrip en het voorkomen van klachten. In dit stuk schrijf ik ‘autist’ of ‘autisten’. Hiermee bedoel ik mensen met een aandoening in het autistisch spectrum, maar dat is zo’n lange zin. Iemand met autisme is géén ‘autist’, laat dat duidelijk zijn. Helaas wordt autisme (nog) steeds gezien als beperking. En dat is het NIET! Het is een kwaliteit. Het is niet voor niets dat de overheid mensen met autisme graag aanneemt voor functies waar erg nauwkeurig gewerkt moet worden. Daarbij zijn ‘autisten’ weinig tot nooit ziek, erg stipt en gedisciplineerd.

Koken met een ‘autist’. Wees er beducht op dat je werkelijk alles moet uitleggen en je uitleg letterlijk wordt opgevolgd. Een ‘opdracht’ als ‘snijd de prei in kleine ringen’ is te vaag; hoe groot is klein? We gaan aan de slag, maar niet voordat je hebt uitgelegd waarom je een slowcooker gebruikt, hoe een slowcooker werkt, waarom je juist dit gerecht wilt maken enz. De boodschappen heb ik dit keer zelf gedaan om tijd te sparen.

ASS koken

We leggen alle ingrediënten klaar in de volgorde van behandelen. De braadpan, de slowcooker, de snijplanken, de messen, spatels, vergiet en pollepel leggen we klaar. Niet vergeten te zeggen waar het snijafval en de schillen bewaard moeten worden. Het gaat beginnen!

Op het aanrecht liggen achtereenvolgens olijfolie (we hebben een ‘scheut’ nodig, maar hoeveel is dat? Even afmeten in een kopje), twee uien, drie bollen soloknoflook, een prei, 250 gram champignons, twee blikjes tomatenpuree (van 70 gram ieder), een kilo rundergehakt, ½ eetlepel tijm, ½ eetlepel oregano, ½ eetlepel marjolein, ½ eetlepel basilicum, 1400 gram tomatenblokjes (Pakjes alvast opengemaakt).

Eerst worden de bollen knoflook en de ui geschild en in kleine blokjes gesneden. (‘wat doen we dan met die andere ui?’Oja, letterlijk, de knoflook en de UIEN in kleine blokjes snijden). Daarvoor neem je een snijplank en een scherp mes. Ik doe voor hoe groot ‘klein’ is. Uitleggen duurt te lang en is niet duidelijk. Heel nauwkeurig worden de bollen knoflook en de uien in gelijke kleine blokjes gesneden. Voor het overzicht wordt het resultaat op een bord gelegd en in de wacht gezet.

Dan is het de beurt aan de prei. Een vergiet in de gootsteen gezet. De prei op de snijplank en weer voorgedaan hoe dik in de ringen wil hebben. Die ringen dan weer door vieren snijden. Zonder discussie wordt ook de prei nauwkeurig gesneden. Er komt een verontschuldiging; twee ringen zijn ‘te dik’ uitgevallen. Een ‘is niet erg’ gaat er niet in, dus een noodoplossing bedenken. De prei in het vergiet en spoelen. Voorlopig even laten staan.

De champignons in vieren snijden levert geen probleem op; eerst een stukje van het steeltje snijden en de champignon kruislings in vieren snijden.

Nu zijn we toegekomen aan het openen van het blikje tomatenpuree. Op zich niet zo’n grote handeling, maar wel van essentieel belang, dus met grote nauwkeurigheid gedaan. Het afmeten van de kruiden vergt enige tijd voor overleg; hoeveel is een halve eetlepel? Deze discussie duurt ongeveer 8 minuten voor we een compromis bereiken. Voor het gemak leggen we vier eetlepels neer om te vullen met de kruiden, voor elk kruid een aparte lepel.

De voorbereidingen zijn getroffen en we zijn toe aan de volgende stap. Maar niet voordat we een korte pauze inlassen en wat drinken. Dan kan de braadpan op het gas en het gas afgesteld op iets lager dan hoog. De olijfolie in de pan met een stukje ui. Als de ui gaat spetteren (hoe ziet dat er uit?) kunnen de blokjes ui en knoflook in de braadpan (‘nee, de volgorde maakt niet uit’). Als de ui glazig is dan kan de uitgelekte prei in de pan. Daarna de champignons en goed roeren en omscheppen wordt met graagte en aandacht gedaan. Nu kan de tomatenpuree in de pan en wederom goed roeren en omscheppen. Na enige tijd kan de gehakt erbij. Nu wordt het omscheppen zwaarder. Een stevige klus. Als alle gehakt bruin gekleurd is doen we de kruiden in de pan, terwijl er stevig omgeschept wordt. Nog even verder bakken voordat de tomatenblokjes toegevoegd mogen worden. Een lichte paniek ontstaat, is het niet teveel tomaat? Stug verder roeren zodat alles goed gemengd wordt en de rust keert weer. Het gas kan op ‘zacht’ tot het geheel goed pruttelt.

De slowcooker kan op zijn plaats worden gezet en ingesteld; op ‘Laag’ en voor zes uren. De inhoud van de braadpan wordt overgeschept in de slowcooker. Het is mij nooit gelukt om zoiets zonder morsen te doen. Hem dus wel. Opdracht geslaagd. Oja, vergeten te zeggen dat er ook nog opgeruimd moet worden. ‘Dat heb je niet gezegd, ik ben klaar’ en weg issie. Mijn eigen schuld.

Bouillon maken, de basis

Onlangs hadden twee Duitse ‘kijk-grijp’ketens slowcokers in de aanbieding. Twee verschillende merken. Beiden even prettig in de omgang en zeker prettig geprijsd. Facebook ontplofte bijna van de vragen van beginnende slowcookers. Veel ogenschijnlijk simpele vragen werden gesteld. ‘Hoe doe ik….’. ‘Hoeveel water doe ik…..’. Eén vraag sprong er bovenuit; ‘Doe ik het water in de buitenpan?’ Bouillon maken, de basis

Eén van de ‘simpele’ vragen behelst het maken van bouillon. Hoe maak je bouillon en waarvan, hoeveel water?
Het antwoord is simpel en wordt daarmee ingewikkeld. In de basis is een forse pan water en het spul waarvan je bouillon wilt maken voldoende. En een forse portie geduld, want bouillon moet lang, erg lang trekken. (in De Kleinste soepfabriek trekt kippenbouillon zo’n 48 uur). Koken is experimenteren. Door te doen en uit te proberen kom je bij je eigen smaak en recepten.

O.k. de basis is bekend. Nu ‘het spul’ nog. De bouillon krijgt de naam waarvan het gemaakt is: paddenstoelenbouillon; groentebouillon; runderbouillon; lamsbouillon; varkensbouillon enz. Het spreekt voor zich.

Een heel oud recept –en nu weer erg in beeld- is bottenbouillon. Oorspronkelijk gemaakt van vleesresten en botten. De werking is medicinaal te noemen. In botten zit calcium, fosfor, silicium, magnesium en kalium. In het merg zitten de vitamines A en K2, omega 3 en 6, ijzer, zink, mangaan, boron en selenium. Dan zitten er nog wat gezonde dingen in het bindweefsel. Door de botten heel lang te laten trekken ontstaat er gelatine wat heel gezond is voor lijf en leden. Het gebruik van een bouillonblokje is uit den boze, je verpest een verrukkelijke bouillon met zo’n blokje meuk

Ik gebruik een SC van 4,7 liter. Handig is bottenbouillon in te vriezen in een ijsblokjesvorm

Groentenbouillon
Ingrediënten: 3 uien; 3 stengels bleekselderij; 4 wortelen (of zoete aardappel); ¼ knolsederij; 2 preistengels; 3 laurierblaadjes; 3 bollen solo-knoflook (of 6 tenen knoflook); wat lavas en peterselie; 3 kruidnagels en 4 gekneusde peperkorrels; 2 liter water.

Alles in blokjes en ringen snijden (wel eerst schillen en pellen wat geschild en gepeld moet worden. Ook e.e.a. wassen. Dan alles in de slowcooker en voor een uurtje op 8 op ‘Laag’ zetten. Zijn de 8 uren voorbij dan kunnen de groenten uit de pan gevist worden. Alle gezonde stoffen zitten in de bouillon en de groenten zijn ‘dood’ dus gooi ik dit weg. De bouillon nog even door een zeef gieten en het is klaar. Wil je heldere bouillon dan kan het door kaasdoek gedaan worden.

Runderbouillon:
Ingrediënten: 300 gr runderpoulet; 250 gr mergpijp; 2-3 takjes selderij; 2-3 takjes peterselie; 2 laurierblaadjes; 1 takje tijm; 1 aardappel; 3 wortels (of zoete aardappel) 1 prei; 1 ui; 2 stengels bleekselderij; 5 gekneusde zwarte peperkorrels.

(1) De ingrediënten wassen en schillen. De te snijden ingrediënten in grove stukken snijden. (De ui gaat met schil en al in de SC) Nu eerst alle groenten en kruiden in de SC. Daarop het vlees en de mergpijp leggen; twee liter water erbij en de SC instellen op 10 uur op ’Laag’. Let wel, hoe langer de bouillon trekt, hoe lekkerder en krachtiger het wordt. Nadat het aantal uren verstreken is kan de bouillon gezeefd worden. Voor een heldere bouillon het bekende kaasdoek gebruiken. Eventueel kan de bouillon op smaak gemaakt worden met zout en peper. In porties bewaren in de vriezer.

Helaas is bouillon niet zo lang te bewaren in de koelkast. Daarom verdeel ik de bouillon in porties en vries het in tot later.

Bouillon kan gemaakt worden van vlees, gevogelte, wild, vis, schaal- en schelpdieren; groenten. In het begin kan het een lastige stap zijn om bij de slager om botten, op de markt bij de viskraam om vissenkoppen en graten te vragen. Je moet het maar durven. Voor een kippenbouillon kan je een hele kip nemen (in stukken snijden) of kipkarkassen.

Vleesbouillon van varken, lam, geitlam, gans enz.
Gebruik van het gewenste dier poulet en botten (ongeveer 500 tot 750 gram) en de ingrediënten zoals onder ‘ ingrediënten runderbouillon’ beschreven. Het recept voor runderbouillon vanaf (1) volgen.

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn

Bijna leek het er op dat de winterstoofschotelrecepten in de kast konden. Bijna een hele week rond de 17 graden, de vogels al vroeg in de weer en de narcissen schoten in bloei. Het leek lente te worden. Op de boerderij van een kennis waren de schapen druk aan het lammeren. Eén schaap had vijf lammetjes, een unicum voor die boerderij.
In de Buurttuin van een naburige buurt hebben we de beschikking over een moestuinbak. In december hadden we daar al knoflook en uien gepoot. De rest van de bak is ‘zaai- en pootklaar’. De bestelde zaden zijn ontvangen en liggen te popelen om naar buiten te kunnen. Plotsklaps ging het weer wat vriezen. Weliswaar niet zo veel en van korte duur, maar toch… een vleugje winter. Tijd voor een stoofschotel Hert/Wild Zwijn.

Stoofschotel Hert/Wild Zwijn (en puree)

Dan maar een binnenactiviteit opgezocht. Gelukkig hebben we nog voldoende herten- en wildzwijnenvlees in de vriezer. Nog wat ontbrekende ingrediënten halen bij de lokale groenteboer en we kunnen van start.

Ingrediënten
1 kg hert; 500 gr wild zwijn; 1 rode en een groene paprika; 2 stengels bleekselderij; 2 stokken prei (alleen het wit); 2 uien; 250 gr paddenstoelen naar eigen keus; 4 bollen soloknoflook; een scheut olijfolie; Hollandse Kruiden (Euroma bij A H); 5 jeneverbessen; 500 ml wildbouillon

Laat het vlees een uur op kamertemperatuur komen en snijdt het in blokjes van 2×2 cm. Dep het vlees droog. Snijd de prei in ringen en was deze. De paprika’s kunnen in reepjes gesneden worden, die dan weer door de helft kunnen. De bleekselderij grof en de bollen knoflook in vieren snijden. De jeneverbessen even kneuzen. De paddenstoelen grof snijden. De slowcooker kan al vast voorverwarmd worden met 250 ml bouillon op ‘Hoog’. Mocht het nodig zijn dan zoveel bouillon bijvoegen dat nodig is

In een braadpan of wok een forse scheut olijfolie verhitten. Het vlees licht aanbraden, dan de uien en knoflook mee laten bakken tot de uien glazig zijn. 1 tot 2 theelepels Hollandse Kruiden toevoegen en even meebakken. Intussen is de SC op temperatuur en kan het geheel uit de braadpan de SC in. De groenten en de jeneverbessen toevoegen. Dan kan de SC op ‘Laag’ gezet worden voor een uurtje of 6 á 7. De paddenstoelen kunnen toegevoegd worden na ongeveer 5 uur. De stoof is klaar als het vlees zacht en mals is.

Voor bij de jachtschotel maak ik een puree van pastinaak en zoete aardappel. (niet in de SC)
Ingrediënten voor de puree:
twee pastinaken, twee zoete aardappelen, boter, creme fraise, twee bollen soloknoflook, een theelepel komijn, stukje verse gember (naar eigen smaak), snippers oude kaas.

Schil de pastinaken en zoete aardappelen. Snijd deze in blokjes. Snijdt de knoflook in vieren. De gember schillen en in kleine stukjes snijden. Doe de blokjes pastinaak en zoete aardappelen in een pan met kokend water. De groenten moeten net onder water staan en kook het gaar. Ondertussen kunnen in een steelpan met een scheut olie de gember, komijn en knoflook gebakken worden tot de ui glazig is. De oven voorverwarmen op 180 graden.

De groenten kunnen afgegoten worden en even in de pan laten staan. Nu kan alles bij elkander en gepureerd worden. Naar eigen smaak de crème fraise toevoegen voor een romige smaak. (of een klontje boter) nog even ruim bestrooien met de snippers kaas en in de oven tot de kaas gesmolten is en begint te kleuren.

Combineren met knolselderij is aan te raden. Ik neem dan iets minder dan een halve knolselderij in blokjes en laat het mee koken met de pastinaak en zoete aardappel.

Van basis recept naar Honing-Kokoscake

De smaak van echte zelfgebakken cake, wie kent dat nog? Wie weet de ingrediënten in de juiste verhoudingen? En nu niet meteen naar een cakemix of een kant-en-klaarpakje grijpen. Om twee redenen; je weet niet wat er in zit en het wordt ‘iets’ wat op cake lijkt. Eenmaal weer een cake zelf gebrouwen, is het verschil onmiskenbaar.

Dit zit in een willekeurige cake-mix: suiker, scharrelei, tarwebloem, plantaardige oliën en vetten (palmvet, raapzaadolie, kokosvet), stabilisator: E422, tarwezetmeel, emulgator: E471/ E475, rijsmiddel: E500/ E450, aardappelzetmeel, verdikkingsmiddel: E433/ E466/ E412, rijstzetmeel, conserveermiddel: E202/ E282, zout, voedingszuur: citroenzuur, aroma’s, kleurstof: carotenen

Van basis recept naar Honing-Kokoscake

Ingrediënten
Ingrediënten van een basiscake: in gelijke delen bloem, suiker, boter, eieren; bakpoeder of bakingsoda; en snufje zout, een vanillestokje.

Omdat ik de cake in de kleine slowcooker ga maken zijn de hoeveelheden van de ingrediënten aangepast: 175 gram boter, 175 gram bloem, 175 gram suiker en 175 gram eieren (Ik doe altijd een extra ei er bij)

Heb je een grotere vorm of wil je een grotere cake kan je de hoeveelheden aanpassen, als de verhouding van de boter, suiker, eieren, bloem maar 1 : 1 : 1 : 1 is.

Om te beginnen kan de oven voorverwarmd worden op 180 graden. De boter zacht en romig mixen, de suiker toevoegen en mooi smeuïg roeren. Tijdens het mixen een voor een de eieren toevoegen en het merg van het kaneelstokje. Zijn deze ingrediënten goed gemengd dan kan een snufje zout en de bakpoeder of bakingsoda er bij en alles goed glad mixen.

Een cakevorm invetten met boter, het beslag in de cakevorm deponeren en bovenkant glad strijken met de spatel. Het geheel kan nu midden in de oven geschoven worden. Na een uurtje met een sateprikker (of breinaald)in de cake prikken en kijken of de cake gaar is. Komt de sateprikker of breinaald droog uit de cake is de cake klaar. Anders nog even in de warme oven laten staan.

Maar het is nu nog geen honing-kokoscake, toch? Klopt. Voordat ik de bloem bij het gemixte mengsel doe, voeg ik twee snufjes kaneel, twee tot drie eetlepels en drie eetlepels kokosrasp toe. Ik voeg géén zout toe want dat zit al in de bakpoeder of bakingsoda. Alles goed mengen om daarna de bloem toe te voegen. En het verdere recept volgen zoals beschreven.

Maar ik zou de honing-kokoscake in de slowcooker maken als experiment. Dus gaat het beslag in de slowcooker. De binnenpan invetten en bekleden met bakpapier. Het is wat gefrommel. Nu heeft de kleine slowcooker een handige ‘autostand’; begint op ‘Hoog’, eenmaal op temperatuur schakelt de pan over op ‘Laag’. Na een uurtje of vier is de cake klaar en gaar (als alles gelukt is)

Rest de vraag; is het handig of nuttig cake te bakken in een slowcooker? Nee, voor mij niet. Volgende keer weer in de oven. Met een uurtje klaar.

Ossenstaartsoep, maar dan zoals het hoort

Het is fris buiten. Trek in soep. wat is er dan lekkerder dan een goeie kop ossenstaartsoep van een bekend merk? Soep, niet in blik maar in een zak. Als op de verpakking ook nog staat ‘Zonder kunstmatige geur- en smaakstoffen’ én “Rijk aan smaak’. Wie kan dat dan nog weerstaan? Voor alle zekerheid de ingrediëntenopgave gelezen.

Ossenstaartsoep, maar dan zoals het hoort

De ingrediënten van de Ossenstaartsoep uit een zak van een bekend merk:

Water, groenten 18,4% (tomaat, bleekselderij 5,2%, ui 1,9%), vlees 4,6% (rund, ossenstaart 0,5%), port 1,8%, tarwebloem, gemodificeerd maïszetmeel, gistextract (bevat gerst), ketjap 0,7% (suiker, melasse, sojasaus (water, sojaboon, tarwe, zout), water, azijn, zout, gemodificeerd tarmezetmeel, aroma), zout, aroma, kaliumchloride, azijn, fructose, mierikswortel, maltodextrine, gebrande suiker, groentesapconcentraat (selderij, wortel, prei, ui), nootmuskaat, balsamico-azijn (wijnazijn, druivenmost), witte wijnextract, suiker. Nou, dat is me het soepje wel!

Dat is niet de soep die ossenstaartsoep mag heten. (Misschien wel volgen de fabrieken die deze meuk maken en mag het volgens de wet). Onderstaand het klassieke recept van ossenstaartsoep volgens het Haagse kookboek 12e druk (1951). Zoals ossenstaartsoep hoort te zijn. Daarna mijn aanpassingen van het recept.

Ingrediënten volgens het Haagse Kookboek
1 kg ossenstaart in stukken gesneden, 20 gram boter, ui, wortel, peterselie, tijm, laurierblad, peperkorrels, madeira of port, cayennepeper.

Mijn aanpassingen. De wortel vervang ik door zoete aardappel. De boter verdwijnt uit mijn recepten, rijstolie komt er voor in de plaats. Omdat we van vers houden voegen we twee takjes tijm, twee takjes rozemarijn en twee laurierblaadjes toe. Een schep tomatenpuree, wat karwijzaad (½ theelepel), vier bollen soloknoflook, twee uien en drie glazen rode wijn maken het recept compleet.

Ik gebruik de slowcooker voor het verder garen van de ingrediënten. Er moet dus verhuisd worden van de ene naar de andere pan. Ik verwarm de slowcooker met een ½ liter water voor op ‘Hoog’.

De ossenstaart (eigenlijk ‘runderstaart’) lichtjes bestrooien met bloem en met een weinig peper inpeperen. De ui, zoete aardappel, knoflook (eerst pellen en/of schillen) in kleine blokjes snijden. Het peterseliegroen fijn hakken of snijden naar eigen believen.

Om zo dicht mogelijk bij het Haagse Kookboek te blijven, verhit ik een scheut rijstolie in een braadpan. De stukken runderstaart worden lichtbruin gebraden. Nu moet de runderstaart het veld ruimen voor de overige ingrediënten. Ik leg de stukken runderstaart op een bord. Als de SC op temperatuur zou zijn dan konden de stukken staart alvast in de SC.

In de nog hete olie bak ik de ui, zoete aardappel, tomatenpuree, karwijzaad, knoflook voor een paar minuten en voeg dan de rode wijn toe. Nog even flink aan de kook brengen. Nu met de warme braadpan alle ingrediënten in de SC manipuleren. Het geheel versieren met de takjes tijm, rozemarijn en de laurierblaadjes. Als het geheel niet helemaal net onder water staat, nog wat water bijvoegen.

De laatste stap is de SC instellen op ‘Laag’ voor de komende 7 tot 8 uur. De soep is klaar als het vlees van het bot valt. Ik moet niet vergeten de botten uit de soep te halen vóór het serveren.

Volgende keer toch maar proberen aan echte ossenstaart te komen. Is nóg lekkerder, heb ik gehoord.

Bezigheidstherapie met gevulde aubergine

Het is een trage zondagmiddag. Geen echte plannen, geen echte rust en weinig activiteitszin. Een beetje uit hangerige verveling de koelkast en keukenkastjes uitgeplozen. In de kast kijkt de kleine Andrew mij aan. Hij wil aan de slag, iets doén. Ik laat me overhalen en Andrew tevreden stellen, met … gevulde aubergine. VL springt op de fiets om dat te halen wat we niet in huis, maar wel ernstig nodig hebben. We hebben nodig;

Kleine Andrew blijkt te klein te zijn voor vier helften aubergine. Dus de grote Crockpot tevoorschijn gehaald en gevuld. Het grote avontuur gaat beginnen.

2 aubergines; 400 gr mager rundergehakt; 1 ui; 3 bollen soloknoflook; 375 gram tomaatstukjes; wat komijnpoeder; een beetje oregano; zout en peper; ietsje kaneelpoeder; 100 gram Feta; rijstolie en peterselie.

Gevulde aubergines met feta is een ovengerecht, maar wij gaan het proberen in de slowcooker. En we spelen een beetje vals door ook een koekenpan te gebruiken om de ui, knoflook te fruiten en het gehakt te rullen. Maar eerst moeten de ui en knoflook gesnipperd worden. De aubergines kunnen in de lengte doormidden gesneden worden. Een beetje uithollen en het vruchtvlees wat insnijden. De auberginehelften besprenkel ik met wat rijstolie.

De gesnipperde ui en knoflook in de olie in een pan fruiten, het gehakt toevoegen en rullen. De gezeefde tomaten, de komijn, oregano, kaneel en een ietsiepietsie peper en zout. Ook het geschraapte aubergine-vruchtvlees er nog even in de pan en een minuut of wat door bakken

Schep het gehaktmengsel in/op de aubergines en kruimel de feta in ruime mate er over heen. Nu kan het in de slowcooker, maar niet voordat we deze hebben ingevet en bekleed hebben met bakpapier. (later wordt duidelijk waarom). Nu is het de kunst om de auberginehelften heel en gaaf in de slowcooker te krijgen.

Een uurtje op ‘Hoog’ en dan is het uitproberen. Het blijkt dat een uurtje of 7 tot 8 op standje ‘Laag’ voldoende is. Is de aubergine gaar en klaar, kan het geheel makkelijk aan het bakpapier uit de pan getakeld worden.

Nu nog iets er bij te maken wat goed combineert. Dat wordt verse tzatziki. Eigenlijk is het beter om tzatziki een dag van te voren te maken. De smaken kunnen zich dan lekker verenigen. Maar…gisteren wist ik nog niet wat ik vandaag zou doen. Het recept houd ik origineel, dus neem ik voor de tzatziki:
1 komkommer, 500 gram yoghurt Griekse stijl; 5 teentjes knoflook; 1 theelepel fijngehakte dille; 1 eetlepel olijfolie; zout en versgemalen zwarte peper

De komkommer kan geraspt worden. Even in een zeef het vocht er een beetje uitdrukken, maar niet tot moes persen. Het gaat makkelijker als je hiervoor een schone theedoek gebruikt. De komkommer in een schaal doen met de yoghurt, de gesnipperde knoplook, dille en olie. Een tijdje bijzonder goed roeren en de schaal afdekken. Nu kan de schaal met inhoud in de koelkast voor enkele uren. Het zou mooi zijn als de gevulde aubergines en de tzatziki gelijk klaar zijn.

Jachtschotel van hert, konijn en wild zwijn

Opa (van moeders kant) was slager. Niet om zijn geld te verdienen, maar ‘omdat het kon’. Hij vond het gewoon leuk. De Haagse famielje was er niet blij mee, werken voor je geld was ‘not done’ -al gebruikten ze andere woorden. De foto’s laten een romantisch beeld zien; den ‘ijsman’ kwam blokken ijs brengen voor de (echte) ijskast in de slagerij, twee keer per week. Opa met brokken koe en varken op zijn nek om uit te benen. De werkelijkheid was anders. Heb ik mijn voorkeur voor het bereiden van mooi vlees van opa geërfd?

Niet geërfd van opa heb ik mijn voorkeur voor wild en wildschotels. Gelukkig is binnen een straal van 5 kilometer van ons huis een geweldige poelier. Wat hij niet in voorraad heeft, kan binnen enkele dagen geleverd worden. Geen diepvries, maar echt bejaagd Nederlands wild.

Ik kies voor een jachtschotel met wild. In Nederland wordt vaak jachtschotel gemaakt met rundvlees. Het liefst zie ik bij de ingrediënten meerdere soorten wild; hert, konijn en wild zwijn is een prima combinatie.

Ingrediënten
1 kilo in gelijke delen konijn, hert en wild zwijn; 300 ml verse (schenkel-) bouillon; 1 eetlepel bloem; 1 zoete aardappel; 3 rode uien (of 8 sjalotten); 4 bollen soloknoflook; 1 dikke plak ontbijtkoek; 10 jeneverbessen; 3 laurierblaadjes, 5 kruidnagels; zout en peper; boter of rijstolie; 100 gram ontbijtspek (blokjes)

Dit keer bestrooi ik het in blokjes (niet te klein) gesneden vlees en de blokjes spek met bloem. Dit gaat het makkelijkst door het vlees en spek in een stevige plastic zak te doen, bloem erbij en goed schudden. Het vlees en het spek uit de plastic zak voorzichtig op een groot bord leggen.

Rustig aan de uien (met de nerf mee in plakjes), de knoflook, het ontbijtkoek snijden. Neem hier alle tijd voor, het is immers ‘slowcooking’. Het vlees kan in de hete boter (of rijstolie voor de liefhebber) in een braadpan enkele minuten aangebraden worden. Het vlees kan dan weer op een (schoon) bord gelegd worden. De uien en knoflook fruiten.

De slowcooker staat al klaar voor ontvangst. Belangrijk is om de bouillon goed warm te maken. Dit doe ik door de Slowcooker al vast aan te zetten op ‘Hoog’ met de bouillon erin. Is de bouillon goed warm, dan gaat het vlees, uien-,knoflook- en paddenstoelenmengsel met de ontbijtkoek en de kruiden in de slowcooker. Dit mag op ‘Laag’ een uurtje of 8 stoven. Optioneel is een glas rode wijn bij te voegen zo ergens halverwege de stooftijd.

Nu kom je voor de keus te staan; bedek ik de jachtschotel met aardappelpuree en nog even in de oven? Of serveer ik de jachtschotel met de puree er naast? Ik besluit voor het laatste. Ieder kan dan naar eigen inzicht de hoeveelheid puree bepalen. Vind ik wel zo fijn.

In de meeste recepten wordt wortel verwerkt. In ons gezin is dat geen goed idee. VL is allergisch voor o.a. wortel en appel. De appel laat ik dus vervallen en de wortel vervang ik door zoete aardappel. Ik overweeg stiekem appelmoes te gebruiken om de schotel op smaak te brengen. Dat kan VL wel aan.

Draadjesvlees uit 1920

Mijn oma van vaders kant was een struise Amsterdams volksvrouw. Stevig van postuur, stevig van taalgebruik en stevige maaltijden bereidend. Ze had ook een volkstuin, samen met opa. Wat ze daar verbouwden moést gegeten worden, ‘we planten het niet voor Jan ***’ zei ze steevast als we wéér eens bruine bonensoep voorgeschoteld kregen. Niet dat het niet lekker was, maar wel vaak en veel.

Over haar draadjesvlees hoorde je nooit iemand klagen. Dat kon eenvoudig niet te vaak of te veel. Eén van haar geheimen was heel lang stoven op een heel laag pitje van het petroleumstel. Kwam je het huis binnen en je rook de petroleumgeur, dat wist je het al; draadjesvlees!

Draadjesvlees uit 1920

In een poging om die sfeer en die smaak te reproduceren maak ik met de door haar gebruikte ingrediënten draadjesvlees. Alleen de geur van de petroleum is er niet bij. Dat levert de slowcooker niet.

De bereiding heb ik van oma overgenomen, hoewel ik het vandaag de dag anders zou doen.

Ingrediënten
1 kg sukade- of doorregen runderlappen; 3 plakken ontbijtkoek; appelstroop; 2 middelgrote uien; boter (eventueel met wat olijfolie); grove mosterd; 2 laurierblaadjes; 5 kruidnagels; 500 ml runderbouillon; zout / peper

Wrijf het vlees in met wat zout, de peper en de mosterd (mosterd mag wat aan de ruime kant zijn) en braad het rondom bruin. Voeg daarna de (warme of hete) bouillon en een glas rode wijn toe. Voeg de in stukken gesneden ui, de laurierblaadjesu, de kruidnagels en twee flinke eetlepels appelstroop toe. Verkruimel tot slot de plakken ontbijtkoek boven de pan
Als alles in de slowcooker is overgebracht, zorg dat het vlees helemaal ondergedompeld is. Laat het geheel stoven voor een uurtje of 8 tot 12 uur op ‘Laag’.

Omdat oma de pan op een petroleumstel bereidde, moest er regelmatig gekeken worden of er genoeg vocht in de pan zat en er moest geroerd worden. Elke keer als oma in de pan keek, nam ze een slokje wijn. Want ‘wijn ken je niet lang bewaren. Dan wordt het zuur’. Dus keek ze regelmatig in de pan.

Oja, oma maakte het draadjesvlees altijd een dag van te voren, nog lekkerder.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Bokkenstoof op z’n Grieks

De Griekse Keuken, of in ieder geval de stijl van de Griekse Keuken, is mij op het lijf geschreven. Niet alles afwegen, maar gewoon uit het vrije handje strooien, schenken en bijvoegen. De ingrediënten grof gesneden, eventueel te gebruiken vlees liever in grote stukken dan in nette blokjes van een bepaalde maat. Natuurlijk met in het achterhoofd wat het uiteindelijke resultaat van de kokerij moet zijn of gewenst is. Een voordeel is dat de voorbereiding niet al te veel tijd neemt. Als ik op Lesbos zou wonen, zat ik snel (weer) in de zon voor mijn woning –of op een terrasje- met een glas Retsina en wat Metzes. Het leven is aangenaam.

In het kader van ‘Red een bok’ kom ik op het volgende recept. Hé, moeten bokjes gered worden? Yes, vanwege de populariteit van geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt zijn er meer geiten nodig. Bij elke worp van moedergeit is een derde tot de helft een bokje. Die kosten de boer alleen maar en leveren niets op. Na enkele weken worden de bokjes geslacht en naar het buitenland gebracht. Kortom, geen bokwaardig bestaan. Om deze bokjes een beter leven te gunnen is het nodig om in Nederland meer bokkenvlees te bereiden en te eten. Op de website van de Bokkenbunker staat het hele verhaal.

Ingrediënten
1 tot 1,3 kg bout van de bok; 4 bollen solo-knoflook; 10 – 15 cocktailuitjes (Oignon Saucier), nadrukkelijk vers; 1 zoete aardappel; 2 stengels bleekselderij; 2 eetlepels tomatenpuree; 300 ml droge rode wijn; een scheut rijstolie; 2 eetlepels rode wijnazijn; !/2 liter groentebouillon; oregano; tijm; rozemarijn; kruidnagel; laurierbladen; zout en peper indien gewenst.

We (Het majesteitelijk ‘Wij’, want ik kook in m’n eentje) bereiden deze stoofpot op zijn Grieks, dat wil zeggen; grote stappen snel thuis. Prettig is overzicht te hebben.

Ik snijd de bleekselderij in stukken, de knoflook in vieren en de zoete aardappel in stukjes. Ik zet de oregano, tijm, rozemarijn, de laurierbladen en de kruidnagel klaar. Ik gebruik zoveel mogelijk verse kruiden. De hoeveelheden van elk kruid bepaal ik op de geur. Kruiden bijvoegen, ruiken en eventueel aanpassen tot je zegt ‘ja dit is hét.

Het vlees altijd even droogdeppen om daarna in een braadpan aan te braden in een forse scheut rijstolie tot de bouten mooi lichtbruin zijn. Niet alle bouten passen bij mij tegelijk in de pan, dus het aanbraden gaat in gedeelten.

Nadat alle bouten aangebraden zijn, mogen de knoflook, sjalotten, zoete aardappel en de bleekselderij in het achtergebleven braadvet. Nu komt het meest inspannende deel van de bereiding: onder constant roeren voegen we de tomatenpuree toe om het even mee te bakken. Na een minuut of wat gieten we de wijn en wijnazijn bij het baksel en koken net zo lang dat het vocht bijna ingekookt is.

De kruiden en het vlees kunnen alvast in de slowcooker. Als het zover is dan de overige ingrediënten overbrengen in de slowcooker. De laatste stap is het toevoegen van de bouillon en de timer op 7 uur zetten, uiteraard op ‘Laag’. Een uurtje langer kan geen kwaad.

Grieken eten bij de bokkenstoof graag een boerensalade en gebakken aardappels of rijst. En natuurlijk een stevig glas Retsina.

Tomatensoep met geroosterde ingrediënten

Regelmatig vraag ik aan mijn huisgenoten welke soep zij de volgende week willen. Antwoord van onze superpuber; ‘Tomatensoep, maar niet diezelfde’. ‘Goed, wat wil je anders?’. ‘Nou, gwoon je weet wel’. ‘Nou nee, ik weet niet’. Geen antwoord verder, dus zelf maar verzinnen wat dat ‘anders’ dan zou moeten zijn.

Tomatensoep met geroosterde ingrediënten

Ik kom uit op tomatensoep met geroosterde cherrytomaten, paprika en veel sjalotjes (ongeveer 6 tot 8). Bij de bereiding van dit recept komt ook de oven te pas. Verder een paar snijplanken, een scherp mes, slowcooker, staafmixer, bakpapier.

Ingrediënten
500 gram zoete cherrytomaatjes; 370 gram tomatenblokjes; 1 rode paprika; 3 bollen solo-knoflook; 5 *sjalotjes; 500 ml groentebouillon; tijm, oregano; 2 laurierblaadjes; olijfolie; zout en peper naar wens en smaak; eventueel Ahornsiroop. Eventueel 300 gram rundergehakt voor gehaktballetjes.

De oven kan alvast voorverwarmd worden op 220 graden. Men neme een bakblik en bekleed deze met bakpapier.

De cherrytomaatjes –na goed wassen- in tweeën. De knoflookbollen in vieren, als de bollen groter zijn in achten. De sjalotjes kunnen door de helft. De paprika flink afborstelen met water. De paprika mag in wat brede reepjes gesneden worden.

In het bakblik een stevige scheut olijfolie en de gehalveerde tomaten, tomatenblokjes, sjalotpartjes, paprikaslierten, knoflookpartjes, tijm en oregano in de hoeveelheid naar believen en de laurierbladjes deponeren. Nog wat olijfolie over de verzamelde ingrediënten en de bakplaat in de oven schuiven. Deurtje dicht en zo’n 30 minuten op 220 graden zijn (of is het ‘haar’) gang laten gaan.

Ondertussen kan van het gehaktballetjes gedraaid worden. We hebben ze voorlopig niet nodig, maar dan is het maar gedaan. De balletjes kunnen in een bakje bewaard worden in de koelkast. We hebben ze pas over een uurtje of 5 – 6 nodig. Bij een beetje langzaam balletjes draaien in inmiddels het half uur oventijd voorbij. Laat je de gehaktballetjes weg, dan is het recept vegetarisch

De slowcooker is aan de beurt. De inhoud van de bakplaat kan voorzichtig in de slowcookerpan gedaan worden. Hierbij zijn ovenwanten wat onhandig maar beslist noodzakelijk. Tenslotte is 220 graden wat aan de warme kant voor de handen. Zit alles behalve het bakpapier in de slowcooker, kan de pan gevuld worden met een halve liter groentebouillon. De instellingen van de slowcooker op ‘Laag’ voor een uurtje of 6.

Een uur voordat de slowcooker het eindsignaal bereikt kan het tot soepballetjes omgevormde gehakt voorzichtig in de pan worden gedaan met eventueel een handje vermicelli (maar niet te veel). Nog een uurtje en er kan gegeten worden.

Opgediend in een soepkom is een lepel hennepzaad of een scheutje room aangenaam. Vindt je de soep te tomaterig, dan doet een scheutje ahornsiroop wonderen. Ik doe er geen zout of peper in, dat doet iedereen voor zichzelf en eigen smaak.

Stoofperen zoals deze bedoeld zijn

Wie kent ze niet als bijgerecht, dessert of soms zelfs als maaltijd? Honderden manieren om stoofperen te maken. Vooral populair is het toevoegen van rode wijn, rode bessensap of andere toevoegingen. Om de échte smaak van de peren te proeven houd ik dit recept erg makkelijk en basic met als hoofdingrediënt: stoofperen. Want waarom allerlei dingen toevoegen, als het om de smaak van stoofperen gaat?

Stoofperen zoals deze bedoeld zijn

Neem de aantallen niet al te serieus, koken is geen exacte wetenschap.

Ingrediënten: tussen de 1 en 2 kilo Gieser Wildeman
2 kaneelstokjes, 1 tot 2 eetlepels honing.

Het zal u niet verbazen als de peren eerst geschild moeten worden. Ik laat de peren heel. Nu kunnen de peren in de slowcooker samen met water. De peren moeten nét onder water staan. De overige ingrediënten toevoegen. Let op, bij één kilo peren de lage aantallen en bij twee kilo peren de hoge aantallen uit de ingrediëntenlijst gebruiken.

De pan mag aan -natuurlijk op ‘Laag’ en het geduld wordt op de proef gesteld. In de basis zal een uurtje of zes voldoende zijn. Een uurtje meer kan geen kwaad. Gebruikt u de maximale aantallen ingrediënten, kunnen we rustig naar de acht uren op ‘laag’ gaan. Ondertussen kunnen we die dingen doen die we belangrijk vinden.

Zijn de stoofperen eenmaal klaar kunnen we ze dienen als dessert –al dan niet met ijs- of bijgerecht. Zowel warm als koud. Onze jongste vindt stoofperen zo lekker dat hij zijn maaltijd er mee doet.

Vega Broccolisoep met hennepzaad

Laatst kwam ik op internet dit recept tegen:
Snelle en gezonde broccolisoep in 20 minuten klaar!

Ingrediënten: Scheut olijfolie; 2 sjalotjes, gesnipperd; 2 tabletten voor groenteboullion; 500 gr broccoli; 2 eetl creme fraiche en
Verse bieslook.

Bereiding
Verhit de olie in een soeppan. Fruit de sjalotjes 2 minuten. Voeg 1 liter water toe en breng aan de kook. Snijd de broccoli in roosjes en voeg samen met de bouillontablet toe aan het water en laat 10 min koken. Pureer de soep met een staafmixer glad. Roer de lepel creme fraiche en wat verse bieslook er door.

Zo ga ik het dus niet doen. Nooit ‘snel’ en zeker geen bouillonblokjes! Ik kan het steeds weer niet geloven dat er receptmakers zijn die zweren bij gezond, tippelen op zoveel mogelijk bio (uit de supermarkt, want dat is makkelijk) en tóch bouillonblokjes gebruiken.

Vega Broccolisoep met hennepzaad

Ingrediënten
750 gram broccoli; 1 prei; 1 courgette; 2 aardappelen; 4 sjalotjes; 4 bollen soloknoflook; 2 liter groentebouillon; 250 gram kruidenroomkaas (optioneel), peper en zout; hennepzaad naar keuze en smaak. De ingrediënten komen van de markt en zijn bio (voor zover bio echt bio is)

En zo ga ik de soep bereiden, rustig op m’n gemak en vooral slow. Zoals gebruikelijk neem ik de groentebouillon uit mijn voorraad. Voor de bouillon kan je soepgroenten gebruiken of een eigen mengeling van allerlei groenten verzinnen. Dat laat ik dit keer aan je eigen fantasie over. Als ik soepgroenten gebruik is het altijd de Tuinkruiden Soepgroenten van A.H. Vers in koelvak in een zakje van 250 gram. Lekker veel verschillende groenten. VL is allergisch voor o.a. wortel en dat zit niet in deze soepgroenten.

Nodig zijn een scherp mes, een snijplank, staafmixer en de slowcooker. Lekker weinig afwas. De courgette en de aardappelen spoel ik af met baking soda vanwege de ongewenste spuiterijmeuk. De courgette schillen en in stukken snijden. Ook de aardappelen (ik heb nog wat krieltjes over, dus gebruik ik die) en de broccoli in stukken snijden en wassen. Dit hoeft niet in kleine stukjes, mag wat forser zijn. Ik gebruik de hele broccoli, dus ook de stronk. Onverschrokken in stukken snijden.

Alles wat gesneden en gewassen is kan alvast in de slowcooker. De sjalotjes en de knoflook in vieren of achten snijden en bij de rest in de slowcooker deponeren. De titel zegt dat het een vega soep gaat worden. Van die uitspraak heb ik nu al spijt. Ternauwernood kan ik mij bedwingen en beheersen om spek te gebruiken. Ik doe het toch niet!

Als het goed is zijn de roomkaas en het hennepzaad nog ongebruikt. Dat kan de komende uren zo blijven. Verder met de pan. Nu alle gesneden spullen keurig in de slowcooker liggen, kan de groentebouillon erbij. Voorzichtig twee liter in de pan gieten, dat houdt het fornuis schoon. En dat scheelt weer schoonmaakwerk. De pan instellen op ‘Laag’, de timer op 6 uur, deksel op de pan en z’n gang laten gaan. Het helpt als de stekker in het stopcontact zit.

Na zes uren gaat een gezellig belletje; de soep is gaar en bijna klaar. De pan op een makkelijk bereikbare plaats op het aanrecht zetten en de soep pureren tot en grofgladde soep. Tijdens het pureren voorzichtig de kruidenroomkaas naar smaak toevoegen. Ik gebruik zo’n 200 gram. De soep mag nog een beetje doorwarmen. Dat is makkelijk in de slowcooker. Die blijft nog lange tijd lekker warm. De stekker mag uit het stopcontact.

Tijdens het serveren met een gracieus gebaar een halve tot een hele eetlepel hennepzaad over de soep strooien. Nu zijn alle ingrediënten gebruikt en de soep klaarl.

Originele Stifado met een twist

Originele Stifado met een twist

Ook στιφάδο (stifado) koken we zoveel mogelijk origineel, maar wel met enige aanpassingen omdat we dat lekkerder vinden. De Griekse ingrediënten kochten we bij De Smaken van Griekenland.

De originele beschrijving is geplaatst op OHIMP

Ingrediënten
1 kilo rundvlees; 2 rode ui; 4 bolletjes soloknoflook; 1 kartonnetje tomatenblokje; 1 blikje tomatenpuree; potje zilveruitjes; 1 grote pot kleine Amsterdamse uien; olijfolie; 2 kaneelstokjes; 150 ml rode wijn; ½ dl rode-wijnazijn; 3 laurierblaadjes; Bachari Piment naar smaak, maar best wel een volle eetlepel;
versgemalen zwarte peper en zout naar smaak; ½ kop fijngesneden peterselie.

Enkele suggesties voor het te gebruiken vlees: sucadelappen, riblappen, spinnenkop, ezeltje, schenkel. Geitenlamsvlees (bokjesvlees) of lamsvlees is ook heel geschikt. Wij gebruiken bij voorkeur spinnenkop.

In de Griekse keuken worden de te snijden onderdelen grof gesneden, na eerst van de schil ontdaan te zijn. In een stevige braadpan gaat een stevige guts olijfolie (ik gooi er altijd een stukje ui in zodat ik zie wanneer de olie goed op temperatuur is).

Is het stukje ui aan sputteren dan is de olie op temperatuur en kunnen de blokjes vlees in de pan. Even wat lichtbruin aanbraden, de ui en knoflook toevoegen en bakken tot deze glazig zijn. Dan voeg ik de tomatenpuree toe. Even meebakken. Nu we zo lekker bezig zijn kan naar eigen smaak de Bachari Piment op het prutje gestrooid worden. Ik gebruik een ruime eetlepel (met kop) Bachari. Op dit punt gekomen een scheut rode wijn en ongeveer twee eetlepels rode-wijnazijn bijschenken. Tot slot de tomatenblokjes toevoegen.

Nog even op middelmatig vuur stoven en goed mengen voordat we de slowcooker vullen. Als het goed is hebben we over; de Amsterdamse uien en de zilveruien, de kaneelstokjes, zout en peper, laurierblaadjes en de peterselie.

Als de inhoud van braadpan in de slowcooker is overgegoten, kunnen de Amsterdamse uien en de zilveruien, de kaneelstokjes, zout en peper en de laurierblaadjes ook in de slowcooker. De timer kan op zes of zeven uur en de standinstelling op ‘Laag’. Zo’n half uurtje voor het dat de Stifado klaar is kan de peterselie in de pan en even goed doorroeren.

Zeer smakelijk bij de Stifado is een Griekse salade (Χωριάτικη)

Ingrediënten
5 grote tomaten; 1 kleine rode ui; wijnazijn; een guts olijfolie; fetakaas, verkruimeld (Eridanous feta bij Lidl); ½ komkommer; 1 rode paprika; Griekse olijven *; 1 ½ theelepel oregano * (optioneel)

In een Griekse salade zie ik de tomaten, paprika en komkommer graag grof gesneden, de Feta in ruime mate ‘verkruimeld’, maar wel forse kruimels. De ui zie ik graag in zo dun mogelijke ringen. Alles, dus ook de Feta en de olijven in een ruime kom deponeren en goed door elkaar husselen. Eenmaal goed gemengd een forse scheut olijfolie en iets minder wijnazijn over de salade. De olijfolie en wijnazijn op gevoel, naar eigen inzicht en smaak. Gecombineerd met ciabatta of Turks brood is het smullen.

Hollandse Bananensoep

Hollandse Bananensoep

Soms is het leuk om de kinderen te laten schrikken als het om eten gaat. ‘Wat eten we’, is steevast de vraag zo rond een uur of zes (18.00 uur voor de preciezen onder ons). Doe eens gek en roep ‘bananensoep’ in de verwachting allerlei afwijzende kreten te horen. Maar…..’dat lijkt me lekker’ was de algemene stemming. Nou, daar zit ik aan vast; bananensoep.
Er zijn natuurlijk weer heel veel variaties mogelijk. Van ‘ingewikkeld’ (veel ingrediënten) tot ‘eenvoudig’ (weinig ingrediënten). Het mooiste recept vind ik dat van restaurant De Gouverneur op Curaçao. Om dat te proeven moet je daar even langs gaan. Ik houd het op de eenvoudige ‘Hollandse’ uitvoering. (wat er ‘Hollands’ is aan mijn recept weet ik niet, behalve dat het eenvoudig is).

Bouwpakket ‘Hollandse’ Bananensoep
1,5 tot 2 liter water; 250 gram soepgroenten (bleekselderij, prei, broccoli, bladselderij, bieslook, peterselie, kervel) In een handig zakje bij AH onder de naam ‘tuinkruiden soepgroenten’).

Fabriceer in 6 uren groentebouillon van het water en de tuinkruiden in de slowcooker op standje ‘laag’. Omdat we de soep vegetarisch en glutenvrij houden doen we er geen vlees of spek bij. Ik maak de bouillon altijd ‘in voorraad’ of een dag voordat ik de soep in elkaar ga zetten.

Nu de bouillon klaar is en klaar staat voor gebruik in de bekende glazen liter fles van o.a. Flevosap, is het tijd om het bouwpakket van de bananensoep in elkaar te zetten. Nodig zijn een scherp mes, een zeef, een houten spatel, een theelepel, een dunschiller (optioneel), een koekenpan en niet te vergeten een slowcooker.

Voor de soep bestaat het bouwpakket uit:
4 bananen
4 sjalotjes
2 aardappelen
1 rode peper, 1 groene peper
stukje (1,5 cm) verse gemberwortel
2 kaneelstokjes
1 theelepel currypoeder (of kerrie)
kurkuma
zout
olie
250 tot 300 ml kokosmelk

Pel de en snij de sjalotjes klein; schil de aardappelen en snijd in blokjes; snijd de bananen in plakjes; was de pepers, verwijder de zaden en snijd ze fijn; schil een stukje gember (1 tot 2 cm) en snipper het fijn; fruit de sjalotjes gedurende 1 minuut in wat olie in de koekenpan en voeg dan de gember en peper toe glazig; voeg de laatste minuut ook de currypoeder toe en meng goed; voeg alle ingrediënten -met uitzondering van de kokosmelk- toe in de slowcooker. Laat de slowcooker, afhankelijk van de hoeveelheid bouillon, zo’n 5 tot 6 uur zijn gang gaan op standje ‘laag’. Verwijder de kaneelstokjes en pureer daarna de soep met een staafmixer; voeg tijdens het pureren de kokosmelk naar smaak toe, evenals zout en kurkuma naar smaak en inzicht.

Bonen-Erwten-Linzensoep

Het is moeilijk om een keus te maken tussen bonensoep, erwtensoep of linzensoep. De meeste recepten met de afzonderlijke ingrediënten zijn aangenaam tot heerlijk. Soms wat ‘gewoontjes’ en algemeen. Erwtensoep in alle variaties blijft erwtensoep. Zo ook met linzensoep en bonensoep.

Wat nu als ik alle recepten door elkander gooi en een bonen-, erwten- en linzensoep ineen fabriceer? Nu ik besloten heb om een mix te maken van verse ingrediënten, maak ik eerst een groentebouillon van bleekselderij, prei, broccoli, selderij, bieslook, kervel en peterselie. (het gebruik van die zogenaamde ‘makkelijke bouillonblokjes’ is uit den boze. Dan kan je net zo goed een standaardsoep van Unox of een ander supermarktmerk kopen). Om de bouillon pittiger te maken denk ik er aan om één rode peper mee te laten koken. Dit keer geen knoflook of ui. De verhouding tussen de verschillende groenten is gelijk. Dit kan minutieus gewogen worden tot er gelijke delen zijn bereikt (ongeveer 250 tot 300 gram in totaal). Ik doe het veel meer op het oog, gevoel of intuïtie (als gevoel en intuïtie mannen gegeven is). Alle groenten hak en snij ik in kleinere stukjes en was alles.

Omdat alles toch in één pan gaat, kunnen alle ingrediënten gelijktijdig worden gewassen. Alles in de SlowCooker met een liter of twee water op ‘Laag’ 5 uur z’n gang laten gaan. Het is geen bezwaar om deze kooktijd te verlengen tot 8 uur of langer, maar dat is minder nodig of nuttig. Slowcooken is mooi, maar mag niet te veel tijd kosten. Altijd de deksel op de SC laten en roeren hoeft niet. In het begin een kwestie van zelfdiscipline en beheersing. Eenmaal klaar bewaren we de –afgekoelde- bouillon in glazen flessen. Op één of andere manier vind ik de glazen literfles van (appel- of perensap) o.a. Flevosap ideaal om bouillon tijdelijk te bewaren.

Bonen-Erwten-Linzensoep

Kippensoep tegen griep

Kippensoep tegen griep

Onze slowcooker heeft naast een culinaire taak ook een hulpverlenende. Zo ook dit weekend. Drie van de vier in ons gezin hebben akelige zware hoestaanvallen. Dan komt de hulpverlener in de slowcooker tot leven. Taak: maken van een medicinale kippensoep tegen griep. Heftige hoestaanvallen eisen een heftige soep.

Kippensoep tegen griep

Ingrediënten zijn wat overdreven, maar noodzakelijk voor een snel herstel.

Ingrediënten
2 stokken prei
1 vette kip (1,5 kg)
2 middelgrote uien
3 bollen soloknoflook
1 grote zoete aardappel
3 blaadjes laurier
bosje peterselie
drie rundermergpijpjes (350 gr)
peper, zout en vermicelli naar eigen inzicht

Schil, snij en was wat te schillen, snijden en wassen is (grof snijden) en leg het in de slowcooker. (Een halve prei achter houden) Snij de kip in stukken en leg het op de groenten, ui, knoflook en de rest. De mergpijpjes er gezellig naast. De pan verder vullen met water.

Vanwege het spoedeisende karakter maar op ‘hoog’ gezet voor 5 uur. (om alle gezonde stoffen uit de kip te halen kan je de soep 8 tot 12 uur laten trekken op ‘Laag’.

Dan alle ingrediënten er uit vissen, de groenten kunnen in de kliko. De kip uit elkaar pluizen en terug in de pan, net als het merg uit de mergpijpjes.
De overgebleven prei klein snijden en in de pan. Naar eigen inzicht vermicelli, peper en zout toevoegen.
Nog een uurtje op ‘laag’ en klaar is de soep. Ieder een stevige kom vette kippensoep en het herstellen kan beginnen.

Om een snel en volledig resultaat te halen is het aan te bevelen ook deze verkoudheidsdrank regelmatig te drinken. Bij een gevoelige keel helpt gember op siroop, stemgember ook.

Stoofschotel van poldergans

Er zijn dieren die onbeheerd een plaag vormen. De herten bij Aerdenhout, poldergans. Het zijn er veel tot zeer veel en goed bereid gewoon lekker. Niet bejagen levert dierenleed op en ons geen vlees in de pan. Te vaak kopen mensen in de winkel ‘gefokt vlees’, vlees van dieren dat speciaal gekweekt en/of gefokt worden voor de consumptie. De leefomstandigheden van deze beesten lijken over het algemeen redelijk tot goed, als je alle keurmerken tenminste mag geloven. Maar of de gefokte dieren ook ‘wild’ mogen heten?

Varkensvlees gebruik ik zo weinig mogelijk (ik heb eens tijdens een wandelvakantie een half uurtje voor een slachtfabriek gezeten in het oosten des lands. Het gegil van de aangevoerde varkens ging werkelijk door merg en been. Zij wísten wat er ging gebeuren. Maar goed, soms moet er echt wel een stukje spek in het gerecht van het moment, het zij zo).

Vandaag heb ik mijn zinnen gezet op wilde gans in een stoofschotel van poldergans. Voorwaarde is wel dat het dier eerlijk geschoten is en bij voorkeur niet al te veel vlieguren heeft gedraaid. Een eerlijke gans is gelukkig bij mij ‘om de hoek’ te koop.

Stoofschotel van poldergans

Een waarschuwing is op zijn plaats. Wilde gans is een taaie vlieger. Het vlees is mager, dus het gevaar van te ver doorbraden ligt op de loer. Gans bereiden is een avontuur.

Ingrediënten voor het slowcooker recept met gans
1 kilo gans; 250 gr gerookt spek; 1 rode peper; 250 gr paddenstoelen; 3 rode uien; 200 gram prei; 6 bollen soloknoflook; 2 pijpjes tripel; tijm; koriander; twee groene appels; zout en peper;en een groot glas droge witte wijn.

Bereiding slowcooker recept met gans
Hoewel ik bij het gebruik van de de slowcooker geen voorstander ben van vlees aanbraden, ui en knoflook fruiten enz. wijk ik nu wel af van mijn overtuiging.

Snijd het vlees in grote dobbelstenen; de knoflookbollen in achten; het spek in kleine dobbelsteentjes; de uien in ringen; de paddenstoelen in niet te kleine stukjes; de rode peper door midden (gebruiken met alles erop en eraan). De prei in kleine stukjes snijden (niet vergeten te wassen). De appels schillen en in kleine blokjes snijden.
Tijdens de voorbereidingen is het belangrijk af en toe een slokje van de droge witte wijn te nemen.
Braad in een pan met wat olijfolie (van het betere soort, online te bestellen bij De Smaken van Griekenland) de spekblokjes en het vlees aan. De paddenstoelen, uiringen, knoflook en de rode peper in de pan en meebakken. Tot slot de prei er bij en nog even laten bakken, maar niet te lang. Neem ook nu af en toe en slok witte wijn. Een tweede glas wijn is optioneel, maar zeker aan te raden.

Nu komt de slowcooker in bedrijf. Deponeer alles vanuit de braadpan in de SC. Nu mogen ook de appels het overige gebraad gezelschap houden in de SC. De pijpjes tripel er voorzichtig bijgieten. Bij voorkeur NIET direct op het vlees. Een uurtje of 5 tot 8 op ‘laag’ tot het ganzenvlees uitbundig zacht en mals geworden is. Vanwege de witte wijn maak ik dit gerecht bij voorkeur later op de dag, maar zo dat er om uiterlijk 21.00 uur gegeten kan worden. Het is wel aan te raden het pepertje uit het gerecht te vissen.

Erg prettig te combineren met aardappelpuree of een pureecombi van aardappel en knolselderij. Liefhebber van de gestampte pot moéten dit eens proberen met stamppot boerenkool.