Vroegere luxe; Blote billetjes in het gras

Mijn ome Bertus was een reus van een man. Iets van twee meter en handen als kolenschoppen. Het verhaal gaat dat hij een mud aardappelen in twee handen kon dragen. Zijn vrouw was Rooie Betsie. Hoe ze echt heette is (mij) niet bekend. Door iedereen en overal was het ‘Rooie Betsie”. Ome Bertus was geboren op Kattenburg (Amsterdam) toen het nog een aso-wijk was. Of Ome Bertus en Rooie Betsie een echte oom en tante waren heb ik nooit geweten.

Ome Bertus was tuinman/hovenier. En zoals gebruikelijk gingen ome Bertus en Rooie Betsie niet op vakantie. Waarom zouden ze ook? Ze hadden namelijk een volkstuin op een groot volkstuinencomplex. Zo net langs de spoorlijn. Het was in de tijd dat treinen nog remmen hadden waarin asbest was verwerkt. De wc’s van de langsrazende treinen loosden tussen de wielen op het spoor en de uitwerpselen werden als door een nijlpaard verspreid. Niemand die daar –in die tijd- om maalde. Het was gezond om ‘van de tuin te eten’.

In de zomer logeerde ik vaak op de tuin. Ik trok tijdens die logeerpartijen veel op met hun dochter –zelfde leeftijd en zelfde voornaam-. Met hun veel oudere zoon beleefde ik mijn eerste ritjes op een heuse skelter (met benzinemotor). De Coentunnelweg was in aanbouw en er lag prachtig asfalt. We reden daar uren lang rondjes tot de politieagent (een soort Bromsnor op de fiets) ons wegstuurde.

Zoals gezegd aten we van de tuin. Het kan zijn dat het bruine bonensoep was als voorgerecht, bruine bonen met spek en aardappels en toe gele vla. Na elke gang werden de borden goed schoon gelikt, want de volgende gang moest op hetzelfde bord. Ik keek de eerste keer mijn ogen uit, maar het wende snel.
Rooie Betsie kookte voornamelijk wat van de tuin kwam. Dat had voordelen; goedkoop, vers, gezond (alhoewel je daar vandaag de dag je vraagtekens kunt zetten) en veel. Want Bertus plantte, pootte en zaaide dat het een lust was. Eén rijtje sla? Welnee, doe er maar een stuk of zes: ‘Beter mee verlegen dan om verlegen’. Er was altijd wel aftrek voor alles wat Bertus teveel had.

Vandaag gaat Betsie op de luxe toer. Natuurlijk met zoveel mogelijk ingrediënten uit eigen tuin; Blote-billetjes-in-het-gras, zo is de nuffige naam van het gerecht. Als je aan Betsie vroeg hoeveel aardappelen, bonen of andere ingrediënten je nodig had, antwoordde ze steevast ‘genoeg’.

Ingrediënten
Voldoende aardappelen (zo’n 2 kilo), Genoeg witte bonen (ongeveer 750 gram), Een paar handen snijbonen (zo’n 600 gram), een flink stuk spek, twee rookworsten, een ¼ tot een ½ liter melk, een schepje suiker, wat peper en zout.

De aardappelen werden door Betsie persoonlijk geschild. Op een houten stoel voor het huisje met een bak aardappelen op haar schoot, een grote pan vol water op de grond. Met een aardappelschilmesje schilde ze aardappel voor aardappel. Eenmaal geschild en in vieren gesneden belandde de aardappel met een boog, een plons en een hoop gespetter in de pan.

De snijbonen snijden werd gedaan door de dochter des huizes en hun logee, ik dus. De snijbonenmolen werd op het aanrecht geklemd, de emmer met bonen ernaast. Eerst de bonen afhalen (de puntjes eraf en de draad meetrekken), dan boon voor boon in een van de twee gaten van de molen wurmen. De een draait, de ander wurmt. Halverwege werden de rollen omgedraaid.

Nog een taak voor de kinderen; de witte bonen zitten natuurlijk nog in hun jasje, de peul. Dus een bak met peulen op tafel. Met enige handigheid knakte je de peulen open en roetsjte je de bonen er uit. Daarbij moest je goed opletten dat de peulen in de ene en de bonen in de andere bak kwamen.

De aardappelen worden gaar gekookt in ongeveer 10 tot 15 minuten. De snijbonen en de witte bonen worden in een andere pan gedaan en ook in ongeveer 15 minuten gaar gekookt. Natuurlijk werd er gekookt met een stevige hand zout in het water. In weer een ander pannetje worden de rookworsten warm gemaakt. Het spek moest nog in blokjes gesneden worden om daarna uit te bakken.

Van de gare aardappelen maakte Betsie een groffe aardappelpuree: de aardappelen worden afgegoten en even laten staan. Onderwijl wordt de melk lauwwarm gemaakt en de boter klaargezet. Met een stamper worden de aardappelen kruimig gestampt, melk en boter er bij zodat, het een smeuïg geheel wordt, niet te glad.

Ook de snijbonen en de witte bonen worden afgegoten om dan met het spek door de puree te worden geroerd. Niet stampen, maar rustig aan door elkaar gehusseld. De pan op tafel, de borden bijgehouden en Betsie schepte op. De in plakjes gesneden rookworsten werden verdeeld; één rookworst voor Bertus en één voor de rest van het gezin (4 personen).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door MonsterInsights