Soms mag het makkelijk

Er zijn van die momenten waarop de keuze valt op ‘vlug en makkelijk’. Dat kan zijn op vakantie of bij kookidee-armoe. Dan is het handig om wat recepten en ingrediënten op de achterhand te hebben. Soms mag het makkelijk.

Dit keer valt dit recept in de categorie ‘makkelijk’. We zijn op vakantie en hebben wat ingewikkelder en wat simpeler gerechten op het programma. Naast het geplande restaurantbezoek.

Omdat we toch in de buurt zijn, doen we boodschappen in Duitsland. En komen thuis met producten die we in Nederland (nog) niet gevonden hebben. Soep in weckglas van de firma Löbke. Onze favoriet is *. Wel te koop in Nederland zijn de zongedroogde tomaten die niet in olie drijven. Toch maar gekocht in een Duitse super, omdat we er waren. De verse pasta kochten we bij de Nederlandse Jumbo. Zo hebben we alle ingrediënten voor lauwwarme pasta in huis.

Ingrediënten:
300 g verse penne, een el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 100 g ontbijtspek, 3 el roomkaas knoflook/tuinkruiden, 10 zongedroogde tomaten (niet in olie), 3 el pijnboompitten, 400 g gerookte kipfilet, 1 grote rode ui, 3 eetlepels aceto balsamico, 75 g rucola, verse basilicum, Parmezaanse kaas.

Het voorwerk: Snipper de ui en de knoflook heel fijn. Knip de zongedroogde tomaten in stukjes. Snijd de ontbijtspek in wat grotere stukjes. De gerookte kipfilet kunnen ook in kleine blokjes gesneden worden.

De penne worden volgens de voorschriften op het pak gekookt. Ondertussen worden de pijnboompitten op laag vuur geroosterd. De gesnipperde ui en de kipblokjes gaan voorlopig in een schaal en worden goed gemengd.

In de wok wordt de ghee goed verhit. Is de ghee op temperatuur dan kan de knoflook en het ontbijtspek langzaam gebakken worden. Ondertussen zal de penne gaar zijn. Klaar om afgegoten te worden. Weer terug in de pan om wat uit te dampen. Tenslotte is het de bedoeling lauwwarme penne te hebben.

Zijn de knoflook en ontbijtspek krokant, dan gaan de penne ook in de wok en goed gemengd. Op laag vuur wordt dan de roomkaas toegevoegd en goed doorgeroerd. Het ui/kipmengsel  wordt ook door de penne gespateld en goed gemengd. De balsamico sprenkelen over de penne en desgewenst doorroeren. Op het laatst de zongedroogde tomaatjes verdelen over het mengsel in de pan. De in stukjes gescheurde basilicum worden over het geheel gesnipperd.

Op tafel staan de rucola en de pijnboompitten in bakjes. De lauwwarme pasta wordt op een bedje van rucola geserveerd. Naar smaak worden de pijnboompitten toegevoegd. Soms mag het makkelijk.

Meer puree

Meer puree. De titel heeft niets te maken met het komende schrijfsel. Maar dan wel weer met het recept.

Op ons vakantieadres aangekomen horen we ‘s avonds een aanhoudend gekrijs. Niet hard, maar doordringend en aanhoudend. Het begint om een uur of 22.00 en eindigt zo rond 01.00 uur. Na enig zoeken blijken het uilskuikens te zijn, jonge ransuilen die niet meer in het nest zijn, maar wel gevoerd worden door pa en ma. In deze fase worden de uilskuikens ‘takkelaars’ genoemd. De blijven in de nestboom en klauteren van tak tot tak. Om duidelijk te maken waar ze zijn krijsen ze zodat ze gevoerd kunnen worden.

Puree van vergeten groenten
Ingrediënten: 3 kruimige aardappels, 1 grote zoete aardappel, 0,5 knolselderij, 2 pastinaken, 150 gram boter, naar smaak peper, zout en nootmuskaat toevoegen.

Alle te schillen ingrediënten worden geschild, afgespoeld en in -ongeveer- gelijke blokjes gesneden. De blokjes aardappel, zoete aardappel, knolselderij en pastinaak worden in een ruime pan met koud water gedaan. De blokjes moeten net onder water staan.

In ongeveer 15 minuten wordt het mengsel blokjes gaar gekookt. Na het afgieten zullen de blokjes nog even uitdampen in de pan. Dan aan de slag met de pureestamper en de blokjes vergeten groenten fijn stampen. Tijdens het stampen kan de boter in stukjes worden toegevoegd. Telkens een stukje als het vorige opgenomen is.

Nu de puree al wat vorm krijgt, komt de garde in actie. Ik gebruik een Deense garde. Daar blijven geen klonters puree in hangen en het werkt fijner dan een traditionele garde. De puree wordt door het kloppen mooi luchtig. Naar smaak zout, peper en nootmuskaat toevoegen en klaar is de puree.

Jonge ransuil zit op een takMeer puree
Jonge ransuil zit op een tak in de nestboom Image by byrdyak on Freepik

Mongoolse stoof

Nu kan ik een heel verhaal ophangen over de oorsprong van de Mongoolse stoof. Kán, maar ik doe het niet. Er is genoeg te vinden op internet voor de geïnteresseerden.

Ingrediënten: 1 kilo hacheevlees, 2 el ghee, 1 bolletje soloknoflook, 200 ml sojasaus, 125 gr donkerbruine basterdsuiker, 3 wortels, 1 cm gember, 120 ml water

Is het bolletje knoflook wat aan de kleine kant, dan kies ik voor twee kleinere bolletjes. De knoflook mag best wat ruim zijn. De soloknoflook wordt fijn gesnipperd. De wortels mogen in dunne plakjes gesneden. 

Om het stukje gember te schillen kan een heel gepiel zijn. Allerlei onmogelijke uitstulpingen maken het wat lastig. Eenmaal geschild dan moet de gember héél fijn worden gesnipperd. Een flink scherp groentemes is aan te raden. Dat maakt het werk een stuk makkelijker.

Het voorbereidende werk zit er op. Een grote pan gaat op het vuur. De ghee gaat in de pan en wordt op temperatuur gebracht. Let wel, ghee wordt snel heet. Heter dan roomboter.

Eenmaal goed op temperatuur doe ik het vlees in de pan om licht bruin te bakken. Dan de knoflook toevoegen en glazig bakken. Hierna kan de inhoud van de pan in de slowcooker.

De rest van de ingrediënten, de lichte sojasaus, donkerbruine basterdsuiker, de wortelplakjes, de gesnipperde gember en het water worden ook in de slowcooker gedaan. Het geheel goed doorroeren en mengen. De deksel op de slowcooker en op ‘Laag’ voor een uurtje of acht.

Mongoolse Stoof combineert prima met bastmatirijst. En dat is dan ook wat we doen.

Wat heb je nodig?

Van sommige dingen kan je nooit genoeg hebben. Er is altijd wel iets wat handig is op het moment dat je het niet voorhanden hebt. ‘Toch maar kopen voor de volgende keer’. Maar, wat heb je nodig?

Er bestaat een grote verscheidenheid aan potten, pannen, messen, vergieten om aan te schaffen en te gebruiken in de keuken. En maar beperkte kastruimte.

Om te beginnen zijn een aantal pannen wel handig, zo niet noodzakelijk. Anders kookt het zo beroerd.
Een grote pan met dikke bodem. Deze pan moet ruim bemeten zijn, zo’n drie tot vijf liter. Ik gebruik deze pan voor soep, vlees aanbraden en dergelijke. Een middenmaat kookpan is noodzakelijk voor het koken van aardappelen, groenten enz.

Een grote koekenpan van zo’n 28 cm. Liefst van gietijzer. Gietijzeren pannen hebben een prima gelijkmatige warmteverdeling. Ze gaan een leven lang mee. Het nadeel kan zijn dat deze pannen zwaar zijn. Een kleinere gietijzeren koekenpan van 20 cm gebruik ik veel in de keuken. Niet noodzakelijk, maar reuze handig. Een kleinere steelpan -altijd handig om kleine hoeveelheden of eieren koken- liefst met een dikke bodem.

Hoewel er kwalitatief redelijke anti-aanbaklaagpannen zijn, koop ik het liefst gietijzeren pannen. Elke anti-aanbaklaag slijt en laat los. Een uitzondering maak ik voor de Maifan stone pannen. Bijzondere pannen met een stenen laag. Deze laag zou geneeskrachtig werken, heb ik me laten vertellen.

Naast deze pannen gebruik ik veel de slowcooker van vijf liter. Voor soep en stoofgerechten. Eenvoudig de ingrediënten in de pan doen en voor acht uur op de stand ‘laag’ zetten. Niets meer aan doen. Voor de pure luxe heb ik ook een slowcooker van anderhalf liter. Een wadjang (wok met twee handgrepen) van gietijzer is ook een prettige luxe. Er zijn regelmatig mooie aanbiedingen bij de budgetsupermarkten.

Dan de messen. Wat heb je nodig? Ik gebruik Japanse messen. Deze zijn van harder staal en blijven lang scherp. Ook kan je deze messen vlijmscherp (laten) slijpen. Een groentemes (Nakiri), een Santoku voor het algemene werk van snijden, snipperen en hakken, een schilmesje (Petty) voor het fijnere werk als aardappels pitten, schillen en fijn snijden. Voor het snijden van grote stukken vlees gebruik ik een fileermes.

 

Luxe hutspot

Deze luxe hutspot maak ik in de stijl van Joël Robuchon. Dat wil zeggen veel boter gebruiken. De hutspot wordt een stuk minder grof dan gewoonlijk. Hutspot de luxe dus.

Ingrediënten:
400 gram pastinaken, 600 gram wortelen, 1000 gram kruimige aardappels, 800 gram uien, 150 gram boter, 1 tl mosterd, 1 tl tijm, wat nootmuskaat, zout en peper naar smaak.

Het is het bekende verhaal om hutspot te maken: de aardappelen schillen en in blokjes snijden. De uien pellen en in halve ringen snijden. De pastinaken en wortelen schrappen en in blokjes snijden. Dit gedaan kunnen de blokjes pastinaak, wortel, aardappel in een grote pan met koud water.

Zodra het water kookt duurt het ongeveer 15 minuten voordat deze ingrediënten gaar zijn. Het kan geen kwaad dit zo af en toe te controleren. Er mag best nog wat ‘beet’ te bemerken zijn. In ieder geval niet stuk laten koken.

Ondertussen doe ik de halve uiringen in wat gesmolten ghee in de koekenpan. De bedoeling is om de uiringen op zacht vuur laten karameliseren. Af en toe omscheppen voor een mooi gelijkmatig resultaat.

Is het mengsel pastinaak, aardappel, wortel gaar dan kan de pan afgegoten worden. De pan kan nog een paar minuten open staan om uit te stomen. Anders wordt het geheel zo papperig. Als het mengsel mooi droog is kan de aardappelstamper aan de slag.

In eerste instantie maak ik een redelijk fijne puree. Telkens een klontje boter toevoegen. Als deze geheel opgenomen is, dan is het volgende klontje aan de beurt. En zo verder. Tot dat ik vind dat het voldoende boter en de puree smeuïg genoeg is. Dan kunnen de tijm en mosterd toegevoegd worden.

De hutspot kan nog fijner. Daartoe neem ik de garde. Ideaal voor deze klus is een Deense garde. Geen geklonter zoals in de gewone garde. De hutspot mag wel fijn, maar geen ‘soep’ worden. Heeft het de juiste fijnheid dan worden de gekarameliseerde uiringen er door gespateld worden.

De luxe hutspot is lekker te combineren met gehaktbal, rookworst, krokant gebakken speklap, uitgebakken spekjes, karbonade, runderwang, casselerrib. Kortom, elk soort vlees wat je lekker vindt.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Andijviestamppot anders

Het is weer tijd om iets voor mijn schoonmoeder te brouwen: Andijviestamppot anders. Regelmatig brengt VL bakjes diepgevroren maaltijden naar haar moeder. Vooral de smaak van vroeger roepen bij haar moeder, mijn schoonmoeder, dierbare herinneringen op.

Naast broccolitaart, hutspot, verschillende soepen nu ook andijviestamppot. Om de variatie groter te maken maak ik regelmatig een recept wat nét iets anders is dan anders.

Andijviestamppot anders.
Ingrediënten:
500 gram kruimige aardappelen, 500 gram zoete aardappelen, 500 gram gesneden andijvie, 150 gram roomboter, 3 uien, 1 rookworst, zout en peper naar smaak

Zoals te doen gebruikelijk bij aardappelen, de aardappelen en zoete aardappelen schillen en spoelen. In een ruime pan koud water aan de kook brengen en zachtjes doorkoken tot ze gaar zijn. Als de aardappelen koken duurt het ongeveer 15 minuten tot ze gaar zijn.

De uien dienen ook ontdaan te worden van de schil en het eerste laagje onder de schil. Dit eerste laagje -schort geheten- is taai. Snijdt dan de uien in dunne halve ringen. De uiringen dienen op laag vuur gebakken te worden. Dat mag best een half uur zijn, dan karameliseren de uien. Regelmatig omscheppen.

Aardappelen afgieten en even met de deksel open laten staan om te drogen. Daarna met de aardappelstamper grof stampen. Tijdens het stampen de boter in stukjes toevoegen. Blijkt de puree nog niet smeuïg genoeg nog wat boter toevoegen of een klein beetje melk.

Tijd om de andijvie toe te voegen. Beetje bij beetje spatel ik de andijvie door de gestampte aardappelen. Daarna zijn de uien aan de beurt. Deze worden ook voorzichtig door het mengsel gespateld. Zorg daarbij voor een mooie verdeling tussen aardappel, andijvie en ui.

Aangezien schoonmoeder vegetarisch is laten we de rookworst voor wat het is. Deze gaat in de kast voor een keer dat we zelf andijviestamppot maken.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

stamppot voor mijn schoonmoeder

Regelmatig maken we een stamppot voor mijn schoonmoeder. Zij is sinds het overlijden van haar man alleen en op leeftijd. Niet zo’n zin om te koken, maar ze smult van de maaltijden die we bereiden.

Een stamppot kan je alleen in een flinke portie maken. Dat doen we dus ook. Een forse pan wat we dan over doen in porties om in te vriezen. Zo kan mijn schoonmoeder kiezen wat ze wil eten.

Stamppot voor mijn schoonmoeder:
Ingrediënten:
1 kilo kruimige aardappelen, 500 gram gesneden andijvie, 400 gram diepvries tuinerwten, 100 ml melk, 100 gram roomboter, 1 eetlepel gesneden muntblaadjes

De aardappelen schillen, spoelen en in een ruime pan met water tot net boven de aardappelen opzetten en koken. Na ongeveer vijftien minuten zijn de aardappelen gaar. Ondertussen de tuinerwtjes bevroren in kokend water zo’n vier minuten op laag vuur gaar koken en afspoelen met koud water. De melk kan langzaam verwarmt worden, maar niet kokend.

Zodra de aardappelen gaar zijn grof stampen. Tijdens het stampen stukje voor stukje de boter toevoegen. Dan kan de melk toegevoegd worden totdat de puree redelijk smeuïg is. Overigens kan de melk vervangen worden door meer boter.

De puree is een beetje grof en smeuïg. De andijvie kan rustig aan beetje voor beetje toegevoegd worden. Ook de tuinerwtjes kunnen in de puree geschept worden. Met een spatel worden de andijvie en tuinerwtjes gemengd worden met de gestampte aardappelen. Tot slot kunnen de muntblaadjes door het mengsel verdeeld worden.

Nu kan de andijviestamppot in porties in bakjes en in de vriezer. Wachtend op transport naar mijn schoonmoeder. VL bezorgd het thuis bij haar moeder

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten! 

Zomerse smoothies

Een bekentenis. Ik ben niet zo gek op smoothies. Ik vind ze vaak wat snotterig, groen van de spinazie of andere groente. Ook al dat het eten van rauwe groenten bepaalde risico’s met zich mee kan brengen bij veelvuldig gebruik. Oxaalzuur en nitriet kunnen rare dingen veroorzaken. . Smoothies zijn aan mij niet zo besteedt.

Sinds ZL een eenpersoons smoothieblender heeft, moet ik mijn mening bijstellen. ZL heeft zich toegelegd op smoothies met fruit. Elke dag een andere combinatie, de een wat frisser dan de ander. Maar steeds heerlijk. Wij mogen proeven. Een theelepeltje, want het zijn eenpersoons porties.

In het kader van Zomerse Smoothies een paar van zijn meest frisse combinaties. De een wat dikker en lobbiger dan de ander, maar allemaal zijn ze zomers fris. Ik moet toch maar eens vragen of hij wat meer gaat maken zodat we allemaal een glas kunnen krijgen. Ik heb mijn idee over deze smoothies herzien.

Het maken gaat volgens een vast schema: ingrediënten op maat maken, in de blender, het vloeibare ingrediënt toevoegen en blenderen.

Smoothie 1
1/2 banaan, kwart ananas, 9 frambozen, sinaasappelsap

Smoothie 2
4 aardbeien, schijf ananas, 4 frambozen, 1/4 mango, sinaasappelsap tot 2/3 vol

Smoothie 3
1/2 avocado, handje blauwe bessen, 10 aardbeien, 2,5 mango, ananassap (zomers)

Smoothie 4
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 6 aardbeien, wat honing, 1/4 mango, kokosmelk.

Smoothie 5
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 1/4 mango, 5 aardbeien, wat honing, 1/2 avocado, sinaasappelsap

smoothie 6
Schijf ananas, 7 aardbeien, 1/2 avocado, scheutje ananassap en vullen tot 2/3 met sinaasappelsap.

Zomerse smoothie met aardbeien

Dan zit je met de gebakken peren

Twee keer per jaar gaat VL met het vriendinnenclubje Wilde Wieven een midweek in de bossen. Een bungalow, een goed restaurant, een mooi dorp en bossen. En uiteraard heel fijn gezelschap. Tijdens één van de uitstapjes raakte het clubje verzeild in een restaurant. Dat restaurant is meteen de thuishaven geworden. Goede kwaliteit, prettige bediening en verrassende gerechten. Wel tijdig reserveren. Anders zit je met de gebakken peren.

Ook nu weer zal er gegeten worden in het Tramlokaal. Vooraf het uitstapje wordt er gereserveerd en de menukaart bekeken. Het oog van VL viel op de gebakken peren, balsamico gebakken peren. Een smakelijk dessert.

Dan wordt het tijd om recepten te zoeken en kijken wat het best bevalt en aansluit op de eetwensen. Kijken, combineren, uitproberen dat het een lieve lust is. Dan…kom ik een recept tegen waarvan je kan zeggen ‘niets meer aan doen’. Zo’n recept kan je dan zonder meer overnemen. Beschouw het als compliment aan de bedenker van het recept. Dit keer is het recept van Oil & Vinegar

Ingrediënten
Balsamico Brons IGP, Amarettini koekjes, Castillo de Canena Extra vierge olijfolie, 4 peren met steeltje, geschild, 4 zakjes vanillesuiker, 100 gr slagroom, 200 gr roomkaas, steranijs, 1 vanillestokje, 200 ml water

  1. Doe 1 flesje Balsamico brons IGP in een pannetje en vul aan met 200 ml water. Leg vervolgens de geschilde peren erin en zorg ervoor dat ze bijna helemaal in het vocht liggen. Voeg een half vanillestokje, de steranijs en 2 zakjes vanillesuiker toe. 
  2. Breng aan de kook en laat 40 minuten zachtjes koken. Draai de peren geregeld om zodat ze egaal van kleur worden. Zet na 40 minuten het vuur uit en laat de peren afkoelen in het vocht. 
  3. Schraap ondertussen de vanillezaadjes uit de overgebleven vanillestok. Doe in een mengkom, voeg de roomkaas toe en klop los met een mixer. Klop in een tweede kom de slagroom met 2 zakjes vanillesuiker lobbig. Schep het roomkaasmengsel en de slagroom luchtig door elkaar. Neem 20 Amarettini koekjes en maal fijn. 
  4. Serveer de peer staande op een bord met daarnaast een rijkelijke schep roomkaasmengsel. Sprenkel daar wat Castillo de canena extra vierge olijfolie over en werk af met de fijngemalen Amarettini koekjes.

Als de kat van huis is

In zekere zin geldt dit gezegde ook voor ons. Als de kat van huis is, zijn de kinderen naar hun vader. Naast wat huishoudelijke verplichtingen bedenken we wat we willen doen, wat we willen eten. Dat kan uit eten gaan bij ons favoriete restaurant.

Meestal werpen we ons dan op een carnivore maaltijd. Een stevig stuk vlees, medium gebakken gecombineerd met kimchi of bietjes. Vandaag zijn we niet op de ‘boerentoer’ geweest, dus ook niet naar onze vaste natuurslager. Dan naar de betere lokale slager.

Onze voorkeur gaat uit naar Jodenhaas, ook wel diamanthaas genoemd. Wij vragen dus naar Jodenhaas bij deze slager. Krijgen we meteen commentaar dat deze benaming minder gewenst is. Diamanthaas schijnt ‘veiliger’, dus meer gewenst te zijn. Maar wij willen Jodenhaas en kregen we Jodenhaas. Zeg ons niet hoe we iets moeten noemen.

De slager kon onze keus wel waarderen en sneed een mooi stuk Jodenhaas. Voldoende voor een volwaardige maaltijd voor twee personen.

Ingrediënten: 500 gram Joden- of diamanthaas, een forse eetlepel ghee, flink wat Keltisch zeezout en naar eigen believen kimchi.

We gebruiken om vlees te braden een gietijzeren koekenpan. Een forse kluit ghee verwarmen op laag vuur. Als de ghee goed heet is doet VL het vlees in de pan. Vlees braden is een taak voor VL. Meestal braad zij het vlees ‘op gevoel’. Dit keer gebruikte ze een kernthermometer.

VL streeft naar een medium resultaat van het vlees. Regelmatig het vlees keren en bedruipen met het vet. Bij een kerntemperatuur van 50 graden was het vlees perfect. Keurig in plakken gesneden (wat mijn taak is) op de borden geschikt, flink wat Keltisch zeezout toegevoegd, een paar eetlepels kimchi en de maaltijd is klaar. Gezonder kan het niet!
We kijken uit naar de volgende keer ‘als de kat van huis is’

Joden- of diamanthaas, medium gebakken. Als de kat van huis is.
error: Content is protected !!
Verified by ExactMetrics