maten en gewichten, recepten en smaken verschillen

Smaken verschillen. ‘Je recept klopt niet, ik vond het niet lekker’. ‘Waarom geeft u niet steeds de juiste grammen of hoeveelheden op?’ Naast deze opmerkingen en vragen krijg ik ook berichten van mensen die het resultaat van hun kookkunsten en het gebruik van de recepten van deze site weten te waarderen. En dat waardeer ik dan weer.

Maar nu terug naar de mensen die de recepten minder lekker vonden. Of de beschrijving van de gebruikte hoeveelheden onduidelijk. De recepten zoals beschreven op deze site zijn het resultaat van de manier van koken in ons gezin. En wat wij lekker vinden. Dat is natuurlijk geen garantie dat anderen het ook lekker vinden, al is dat wel wat we hopen. Koken is een prettige manier van ontdekken, recept aanpassen aan wat je lekker vindt en nieuwe combinaties van ingrediënten en smaken uitproberen. Of juist oude combinaties en smaken herontdekken.

We houden ons in principe niet aan afgewogen hoeveelheden van ingrediënten. Soms wat meer van het een, of wat minder van het ander. Soms een bepaald ingrediënt helemaal niet toegevoegd. Het geeft steeds een ander resultaat. Zo kan je het recept aanpassen aan de stemming van de dag. Daarbij, welke maat houdt je aan? Een afgestreken eetlepel betekent voor de ene persoon wat anders, dan voor een ander. De maat van eetlepels kan behoorlijk verschillen. Dat geldt ook voor theelepels, theekopjes enz. Elk verschil in afmeten geeft een ander kookresultaat.

In vroegere dagen was het minder lastig. Bepaalde voorwerpen hadden min of meer dezelfde maat. Anders bestonden er wel lijstjes zoals deze. Uit het Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool 12e druk (Ook wel Wannee -naar de samenstelster C. J. Wannee- genoemd)

maten en gewichten, recepten en smaken verschillen

Over slowcookeren

Een tijdje geleden hadden vrouwlief en ik een gesprek over vroeger. Over hoe grootmoe een grote pan op een petroleumstelletje in het lavet zette om soep te trekken. Urenlang stond de pan te pruttelen en te stoven. Een petroleumstelletje was en is gevaarlijk. Niet zelden ontstond er brand (bij anderen) door een omvallend oliestelletje. En de petroleumgeur was onmiskenbaar in huis.

Na wat heen en weer gepraat en wat zoekerij op internet kwamen we op de moderne versie; een slowcooker. Wij kozen voor de Crockpot 507. Inmiddels kunnen we niet zonder. Nu kunnen we échte soep maken, échte stoofpotten; uren lang laten trekken en stoven, zonder gevaar voor brand, zonder in de pan te hoeven roeren. Alle ingrediënten in de pan, een uurtje of zes tot acht z’n gang laten gaan en klaar is de soep, het stoofpotje enz.

Inmiddels hebben we een tweede slowcooker; de Andrew James van 1,5 liter. Nu kunnen we een slowcooker aanprijzen omdat het gezond en smakelijker koken is vanwege de lage temperaturen en het gebruiksgemak. Maar voor ons geldt vooral het plezier in recepten te bedenken of om te bouwen naar slowcooking en het experimenteren met ingrediënten.

Oja, we zijn gezin van vier: vrouwtje, mannetje, twee pubers en drie honden. Jammer voor de twee uitwonende kinderen. Die moeten hun eigen stoofpotjes maar maken.

Hoe ik het doe en lijstjes

En dan wordt je slowcooker bezorgd door de besteldienst. Althans je verwacht dat de SC in dit pakket zit. Er zijn meer dingen bij andere winkels besteld. Snel uitpakken om het zeker te weten, het draagt de geur van een verjaardagskadootje (al heb je het wel zelf betaald).

De SC –van het betere merk- met een zekere opwinding uitgepakt en bewondert. Die fase hebben alle SC-bezitters ongetwijfeld meegemaakt. En dan…..uitproberen en de eerste stapjes op het slowcookengebied. De recepten zijn snel opgezocht, leve het internet. Dus maak je in eerste instantie te veel kippensoep, want de pan is ruim en de pan moet vol (is het idee). Het ‘overschot’ aan kippensoep kan je goed bewaren en invriezen. Je moet dan wel de juiste bakjes en flessen hebben. (gauw achter de computer. Voor 23 uur besteld, morgen in huis).

Al gauw ontdekte ik mijn slowcookstijl: in de meeste gerechten gaan grof gesneden ingrediënten. Waar nodig of wenselijk een scheut, guts of plons wijn in de pan, of ‘voldoende’ olijfolie bij het aanbraden.’Voldoende’ is dan meestal een scheut of drie. Op ‘gevoel en naar smaak’ ingrediënten toevoegen betekent een handje van dit, een snufje van dat, een knijpje van…. Soms is het noodzakelijk ingrediënten fijn te hakken, te snipperen, klein te snijden. En dat doe ik dan. Een gerecht is klaar als alles gaar is, lekker ruikt en ik vind dat het klaar is.

Er zijn mensen –heb ik gehoord- die recepten volgen en graag ingrediënten afwegen en afmeten. Er zijn ook mensen die lijstjes willen hebben. Lijstje om gewone recepten om te rekenen naar SC-gebruik; lijstje om te weten hoeveel tijd op ‘Low’ op ‘High’ is of een lijstje om er achter te komen hoeveel een SCV per uur aan elektriciteit gebruikt.
Om ook deze lijstjesliefhebbers tevreden te stellen heb ik een paar lijstjes van internet gehaald.

Kooktijd ‘gewoon’ recept
‘Gewoon’15 – 30 minuten = ‘Hoog’ 1,5 – 2,5 uur = ‘Laag’ 4 – 6 uur
‘Gewoon’35 – 40 minuten = ‘Hoog’ 3 – 4 uur = ‘Laag’ 6 – 8 uur
‘Gewoon’50 minuten – 3 uur = ‘Hoog’ 4 – 7 uur = ‘Laag 8 – 10 uur

Slowcooker van ‘Hoog’ naar ‘Laag’
3 uur ‘Hoog’ = 7 uur ‘Laag’
4 uur ‘Hoog’ = 8 uur ‘Laag’
5 uur ‘Hoog’ = 9 uur ‘Laag’
6 uur ‘Hoog’ = 10 uur ‘Laag’
7 uur ‘Hoog’ = 11 uur ‘Laag’

Onnodige weetjes
De temperatuur van ‘Laag’ op de SC ligt tussen de 80 en 90 graden Celsius. Op ‘Hoog’ ligt de temperatuur tussen de 90 en 100 graden Celsius. Sommige SC’s hebben ook een warmhoudstand. Hiervan is de temperatuur 60 tot 70 graden Celsius. Nu komt het leuke; dit is ongeveer, om en nabij en per merk SC verschillend.

Mensen die van orde en netheid houden, kunnen hun SC per gerecht inrichten. Bij stoofschotels met vlees en groenten wordt eerst de groenten, daar bovenop het vlees en dan het vocht in de SC gedeponeerd en gearrangeerd.

De kookboeken die je moét hebben

Kookboeken die je moet hebben

Kookboek van de Amsterdamse huishoudschool.
‘Samengesteld C.J. Wannée, voormalig Lerares in Koken en Voedingsleer aan die Inrichting’ aldus het titelblad.

‘…Op aandringen van vele leerlingen en oud-leerlingen der Amsterdamse Huishoudschool is ondergetekende -lerares aan genoemde inrichting- er toe overgegaan een receptenboek uit te geven, in de eerste plaats bedoeld als handleiding bij het onderwijs in koken, waarin tevens degenen, die slechts één of enkele cursussen bijwoonden, belangrijk meer recepten kunnen vinden, dan zij gelegenheid hadden gedurende een beperkt verblijf aan de school klaar te kunnen maken…’ Zo begint het voorbericht van dit kook-/leerboek.

De eerste druk werd uitgegeven in 1910.

Het Haagsche Kookboek heet officieel ‘Kookboek Huishoudschool Laan van Meerdervoort Den Haag’ door F.M. Stoll en W.H de Groot, Oud-leraressen aan de school.
‘…Om aan een wens van vele leerlingen en oud-leerlingen onzer School te voldoen, stelden wij dit kookboek samen, in de hoop dat ook menige huisvrouw, niet-oudleerling van de Huishoudschool-Laan van Meerdervoort, hierin veel zal vinden, van wat zij op dit gebied zoekt…’

Na de opening op 20 februari 1888 was de school direct een succes. De leerlingen van de school moesten tijdens de lessen alle recepten overschrijven. Dat koste veel tijd en schrijfkramp. Daarom vroegen ze de directrice, Anna van Manden, om van al haar recepten een boek te maken. Dit werd het Haags kookboek, waarvan in 1895 de eerste druk verscheen.

Een ander aan te raden kookboek is ‘het nieuwe kookboek’ van H.H.F. Henderson, Directrice van de Vakschool voor Meisjes voor Leiden en Omstreken. Medeschrijfers waren H. Toors (hoofddocente) en L.J. Ebbeling-Bosch (docente). 
Het nieuwe kookboek verscheen voor het eerst in 1948 als Neerlands kookboek. 

Een bewerkt recept.

Eet u al bokjesvlees?

Met de stijgende populariteit van geitenmelk, geitenkaas en geitenyoghurt is er een nieuw probleem ontstaan. De geitenboeren hebben regelmatig nieuwe geitjes nodig om de productie gaande te houden. Van de geboren lammetjes is ongeveer de helft bokjes, heb ik me laten vertellen. Die bokjes geven geen melk, leveren dus ook geen geld op en kosten alleen maar. Na een week of wat worden de bokjes op transport gezet naar landen waar de mensen bokkenvlees wel kunnen waarderen. Waar bokkenvlees zelfs als delicatesse wordt gezien. Gelukkig zijn er inmiddels boeren die het aandurven om hun bokjes zelf groot te laten worden. Bokjes krijgen daardoor een bokwaardiger bestaan en wij krijgen heerlijk bokkenvlees in de pan. Eet u al bokjesvlees?

Een veel gehoord argument om geen bokkenvlees te bereiden is dat het vlees naar urine en stal ruikt. Die geur komt als de bokjes rond de negen maanden oud zijn. Het is dus zaak om voor die tijd het bokje te slachten. Het resultaat is heel jong vlees, erg mild en mals.

Er zijn inmiddels recepten hoe bokkenvlees te bereiden te vinden op internet. Bij steeds meer poeliers is geiten- en bokkenvlees te koop. Stoofpot van geiten- of bokkenvlees is zeer aan te raden.

error: Content is protected !!
Geverifieerd door ExactMetrics