Gebakken kastanjechampignons met knoflook

Soms zijn er van die tijden dat er weinig tijd is om te koken. Dan zoeken we iets makkelijks en vooral een snelle hap. Maar wel zo gezond en zo lekker mogelijk. Over het algemeen hebben we de ingrediënten voor dit gerecht in ruime mate in huis. Het wordt gebakken kastanjechampignons met knoflook.

Waarschijnlijk wordt dit de kortste beschrijving van een recept tot nu toe. Soms mag het makkelijk en simpel. Het is een gerecht wat ‘op het oog’ wordt bereid. De champignons moeten rondom bruin en gaar zijn. Het is een recept voor twee personen.

Ingrediënten: 400 gr kastanjechampignons, 1 bosje platte peterselie, 3 bolletjes soloknoflook, 1 el ghee, zout en peper naar smaak.

Aan de slag: Gebakken kastanjechampignons met knoflook

Als het nodig is worden de champignons schoon geborsteld. Verder niets meer aan doen. Van het bosje peterselie worden de steeltjes er af gehaald. Het loof worden grof gehakt. De bolletjes knoflook worden in vieren of zessen gesneden. De stukjes knoflook met het onder het platte mes even kneuzen.

In een grote koekenpan wordt een el ghee verhit. Eenmaal goed op temperatuur worden de champignons onder voortdurend omscheppen gebakken op middel vuur. Maak je je niet druk om het vocht wat van de champignons vrijkomt, dat verdampt wel. Gaan de champignons kleuren dan gaan de knoflookstukjes in de pan. Wat zout en peper er over heen.

Het is zaak om de inhoud van de pan constant om te scheppen zodat de champignons en knoflook gelijkelijk bruin bakken. Op het laatst gaat de peterselie in de pan en goed door geschept. De gebakken kastanjechampignons met knoflook is klaar om geserveerd te worden. Wij eten het als hoofdmaaltijd hoewel het eigenlijk een bijgerecht is.

Voorraadkast van de Romeinen

Op de lagere school leerde ik van bovenmeester Gemst ( zesde klas) dat de Betuwe, voorraadkast van de Romeinen was. Het waren spannende verhalen die de geschiedenislessen leuk maakten, Betuwe. Maar was het ook waar? Hoe kwam het dat de zo’n verzameling van fruitteelt was en is? 

Een reconstructie van Romeinse soldaten met vers fruit uit Betuwse tuinen (Museum Het Valkhof)

Stel je voor: het is 19 v.Chr. Langs de modderige oevers van de Rijn marcheren Romeinse legioenen onder Drusus. Ze hebben honger. De tocht naar het noorden -voorbij de moerassen- is zwaar. Maar tussen Waal en Lek ligt een vruchtbaar eiland dat hen redt.

De Bataven, een Germaanse stam, zijn de sleutel. Ze wonen hier al decennia, mogelijk uitgenodigd door de Romeinen zelf als buffer tegen noordelijke stammen. In ruil voor militaire steun – hun zwemmende cavalerie is legendarisch – mogen ze hun land bewerken zonder Romeinse belastingen.

Voorraadkast van de Romeinen

De rivierklei is goud waard. Akker na akker levert graan, bonen en gerst. Runderen grazen op de uiterwaarden; melk, boter en kaas vullen de rantsoenen van soldaten in forten als Noviomagus (Nijmegen) en Fectio (Vechten).

Maar het is meer dan brood en vlees. In de tuinen (horti) bij de castella groeien exotische vruchten: perziken uit Perzië, pruimen uit de Balkan, kersen en druiven. Archeologen vinden de pitten nog steeds – in Tiel, Elst, Zaltbommel. Deze vruchten zijn geen luxe voor officieren alleen; ze zijn vitaminebommen voor troepen die anders scheurbuik krijgen.

De Rijn is de levensader. Schepen varen af en aan met amforen vol olijfolie, wijn en vissaus. Lokale producten – bier, gedroogd fruit, leer – gaan de andere kant op. De Betuwe is geen achterland; het is een logistiek knooppunt.

De Betuwe is nog steeds Nederlands fruitparadijs. De Romeinen plantten de eerste perzik – wij oogsten de Elstar. De Betuwe: De Voorraadkast van de Romeinen. Waar wij in het seizoen onze aardbeien halen.

bron: museum Het Valkhof

Verse aardbeien uit de voorraadkast van de Romeinen, de Betuwe
Verse aardbeien uit de voorraadkast van de Romeinen, de Betuwe

Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Ik moet er niet aan denken; shakshuka als ontbijt. Op de vroege ochtend staan roeren in een tomaten/groentensaus doet mij grillen. Toch is het ooit ontstaan als een ontbijt of lunchgerecht. Wij eten het als avondmaaltijd. Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

De basis van het gerecht bestaat uit een gekruide saus van tomaten, uien, pepertjes en paprika’s, waarin gepocheerde eieren worden gegaard. Vaak wordt het gekruid met komijn, paprikapoeder en cayennepeper. VL improviseert graag met dit gerecht. Steeds weer een iets andere smaak en een verrassing.

Ingrediënten: ui en knoflook, 2 paprika’s, 3 rode pepers, 250 bundelzwam, 6 kastanjechampginons, 2 pakjes tomatenblokjes, 200 gr feta, 6 eieren, 1 el ghee, zout en peper naar smaak, 1 tl komijnzaad, 3/4 tl paprikapoeder, 1/2 kurkuma, 1/4 tl cayennepeper, 1/2 tl zwarte peper.

Aan de slag: Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus
Shakshuka met eieren in pittige tomatensaus

Spaghetti met kip in champignonsaus

In de loop der jaren zijn de taken in de keuken verdeeld. Stilzwijgend, gewoontegetrouw. Ik doe het meeste snijwerk. Hebben we een pastasaus nodig, dan sta ik een uurtje alle groenten, champignons en zo te snijden. Als VL gaat koken staan er allerlei bakjes met blokjes ingrediënten klaar. Als in een kookprogramma. Ook hebben we ieder ‘onze eigen’ gerechten die we koken. Zo is lauwwarme pasta ‘mijn’ gerecht en Spaghetti met kip in champignonsaus een creatie van VL.

Ingrediënten: 600 gr kipfilet, 1 el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 8 grote kastanjechampignons, 1 tl groentenbouillon, 500 ml water, 250 ml slagroom zout en peper naar smaak, 2 handjes spinazie, 150 gr parmezaanse kaas, 650 gr verse spaghetti

Aan de slag: Spaghetti met kip in champignonsaus

Voor de voorbereidende werkzaamheden pak ik mijn Nakiri (groentemes), Santoku (vleesmes) en een klein mesje. Wekelijks worden de messen geslepen, dus ze zijn vlijmscherp. De kipfilet in blokjes gesneden, de knoflook gepeld en gesnipperd, de kaas grof geraspt, de champignons in grof gesnipperd. Alle gesneden ingrediënten in schaaltjes gedaan en de kokerij overgedragen aan VL.

Sajoerboontjes met tempé-crumble

Sajoerboontjes met tempé-crumble

Ingrediënten voor de sajoer:

750 gr sperziebonen, 1 grote ui, 1 bolletje soloknoflook, 1 tl laospoeder, 1 tl gemberpoeder, 2 el santen, 1 el sambal oelek, 2 el honing, 2 blaadjes laurier, 4 limoenblaadjes, 1 el ketjap, 1 tomaat, 1 scheut citroengras

Ingrediënten voor de tempé-crumble: 150 g tempé, 1 el ketjap manis, 1 tl gerookte paprikapoeder, 1 el sesamolie

Aan de slag: Sajoerboontjes met tempé-crumble

Eerst maar eens de ingrediënten voorbereiden voor het gebruik. Breek de puntjes van de sperziebonen en breek de boontjes door midden. Pel en snipper de ui en de knoflook fijn. Plet de knoflook met het groentemes. Snijdt de citroengras in tweeën en kneus de stengel met de achterkant van het groentemes. Hak de tomaat in kleine blokjes. Meng in een schaal de ingrediënten voor de boemboe: de gesnipperde ui en knoflook, laospoeder, gemberpoeder, sambal oelek, honing, ketjap tot een soepele grove pasta. 

Tempé-crumble
Verkruimel de tempé grof in een schaaltje. Verhit de sesamolie in een koekenpan. Bak de verkruimelde tempé op middelhoog vuur ± 5 min tot goudbruin en knapperig. Voeg ketjap en gerookte paprika toe, schep om en bak nog 1 min.

Verhit in een grote wok de ghee en bak de boemboe voor ongeveer vijf minuten. Voeg het gekneusde citroengras, de limoenblaadjes en de gehakte tomaat toe en bak het kort mee. Dan kunnen de sperziebonen in de wok.  Nu nog de wok vullen met water tot de boontjes onderstaan. Breng op middelvuur het mengsel aan de kook.

Zodra het kookt zet dan het vuur laag en laat het gerecht een uur pruttelen. Regelmatig omscheppen en kijken of de boontjes nog onder staan. Na een uur zijn de boontjes zacht en de saus wat ingedikt. Verwijder het citroengras. Breng op smaak met wat ketjap of zout. Schep de tempé crumble door de sajoerboontjes. Een lekkere combinatie met rendang en rijst.

Zilveruitjes zelf inmaken

Steeds als we bij de groenteman komen liggen ze me aan te staren; verse zilveruitjes. Eerder maakte ik al gekarameliseerde zilveruitjes in de slowcooker en in de koekenpan. Nu staat op het programma zilveruitjes zelf inmaken. Een experiment. Maar waarom zou het het willen, zelf inmaken?

Natuurlijk zijn er verschillende merken ingemaakte zilveruitjes in de winkel. Ze smaken echter allemaal ongeveer hetzelfde. Door het zelf te maken kan je de smaak aanpassen aan je eigen wensen. In tegenstelling tot veel gekochte zilveruitjes, die vaak extra suiker, zout, of conserveringsmiddelen bevatten, heb je bij zelf inmaken volledige controle. Je kunt onnodige toevoegingen vermijden en natuurlijke aroma’s gebruiken. Je weet wat je eet.

Ik heb zo’n 500 gram zilveruitjes nodig. Ze moeten zo vers en zo klein mogelijk zijn. Dat wordt uitzoeken bij de groenteman. Gelukkig is het zelfbediening en niet al te druk in de winkel. Na wat graaien en selecteren heb ik het benodigde aantal grammen. Inclusief 50 gram meer ‘voor de breuk’. In plaats van de traditionele suiker gebruik ik honing. Hiermee kan ik de gewenste smaakvariatie aanbrengen. Omdat honing wat zoeter is gebruik ik wat meer azijn, zo’n 25 ml meer.

Ingrediënten: 500 g verse zilveruitjes, 275 ml natuurazijn (5-7% zuur), 250 ml water, 125 gr honing, 1 el Keltisch zeezout, 2 tl mosterdzaad, 1 tl dillezaad, 1 tl zwarte peperkorrels, 1 laurierblad, 2 kruidnagels.

Aan de slag: zilveruitjes zelf inmaken

Ik gebruik vier glazen potten waar al eerder zoetzuur in heeft gezeten. Deze uitgebreid in de afwasmachine gehad zodat ze grondig schoon zijn. Om de potten te steriliseren zet ik ze zonder deksel in de oven. De oven op 150 graden en de tijd instellen op 20 minuten. Onze oven is in vijf minuten op 150 graden, zodat het steriliseren zo’n 15 minuten in beslag neemt.

Het pellen van de uitjes is best een werkje. Door ze te overgieten met kokend water en dan met koud water te spoelen zijn de schilletjes makkelijker te verwijderen. Met een scherp mesje aan de onderkant van de uitjes een kerfje zetten en het velletje laat na wat aanmoediging los.

In een pan met dikke bodem gaan achtereenvolgens azijn, water, zout, mosterdzaad, dillezaad en zwarte peperkorrels en wordt aan de kook gebracht. De honing meng ik eerst met wat kokend water om de honing wat makkelijker op te lossen. Dan gaat de honing ook in de pan. Roeren tot de honing en zout oplossen en 5 minuten zachtjes laten koken. 

De gepelde uitjes 1-2 min in kokend water met een snufje zout blancheren. Meteen afgieten en afspoelen met koud water. De uitjes verdelen over de steriele potten. Het hete inmaakvocht in de potten gieten tot 1 cm onder de rand. Hierbij moet ik zorgen dat de kruiden gelijkelijk over de potten verdeeld zijn. Dan meteen de deksel op de pot doen en stevig aandraaien. 

De potten gaan nog 10 minuten in een pan met kokend water, waarbij het water tot 3/4 van de pot komt. Na 10 minuten kunnen de potten in het water afkoelen. Nu komt de fase van geduld hebben. De potten moeten 1 tot 2 weken op een donkere koele plek bewaard worden. Dan is het proces van zilveruitjes zelf inmaken afgerond. Na openen tot 3 maanden in de koelkast bewaren.

Steeds als we bij de groenteman komen liggen ze me aan te staren; verse zilveruitjes. Eerder maakte ik al gekarameliseerde zilveruitjes in de slowcooker en in de koekenpan. Nu staat op het programma zilveruitjes zelf inmaken. Een experiment. Maar waarom zou het het willen, zelf inmaken?
Verse zilveruitjes gekarameliseerd Gekarameliseerde verse zilveruitjes Zilveruitjes zelf inmaken

Rosbief met bundelzwam

Soms kan een recept heel kort zijn. Een simpel, maar overheerlijk recept: Rosbief met bundelzwam, uit de oven. Voor twee personen.

Ingrediënten: 600 gr rosbief, 1 el ghee, 1 kleine ui, 1 bolletje soloknoflook, 1 tl tijm, 250 gr witte bundelzwam

Aan de slag: rosbief met bundelzwam

De rosbief een uurtje van te voren uit de koelkast en de verpakking om op kamertemperatuur te laten komen. Pel het uitje en de knoflook en snipper deze heel fijn. Snijd de bundelzwam los van de voedingsdodem

Verhit in een (gietijzeren) koekenpan de ghee. Braad de rosbief aan op iets hoger dan middel vuur. Verwarm ondertussen de oven voor op 150 graden. Is de rosbief aangebraden wrijf deze in met de gesnipperde ui en knoflook vermengt met wat ghee of olijfolie.

De kerntemperatuurmeter geeft aan of de rosbief de juiste gaarte heeft. Rosbief heeft een kerntemperatuur nodig van ongeveer 50 graden. Met een piep weet je ‘het is klaar’.

De bundelzwammen losgesneden van hun voedingsbodem ongeveer 10 minuten bakken in een el ghee onder regelmatig omscheppen. De rosbief in plakjes snijden, op de borden verdelen en garneren met de bundelzwammen. Naar smaak Keltisch zeezout toevoegen en klaar is Kees.

Dat mocht je denken. Krijg ik van mijn SEO-programma (zoekmachineoptimalisatie) wat kritische opmerkingen: de content is te kort, de keyword is te lang, het keyword komt te weinig terug in de tekst. Kortom, de zoekmachines als Google en Bing vinden dit blog minder goed, dus minder bezoekers. Een foto plaatsen scoort weer wat SEO-punten. Dus dat ga ik nog doen.

Dan moet ik een manier vinden om op een natuurlijke manier voldoende content te schrijven en te voldoen aan de SEO-eisen. En dat heb ik net gedaan. 🤭

Sticky Cola Kip met verse vijgen

De planning was deze week iets anders. We zouden eerder deze week colakip eten, maar er kwam iets tussen. Omdat we vandaag meer eters hebben hebben we alle ingrediënten aangepast aan vier personen. Gelukkig hingen er voldoende rijpe vijgen aan de boom. Sticky Cola Kip met verse vijgen in de slowcooker. Een experiment.

Ingrediënten: 750 gr kipdijfilet, 300 ml Cola, 3 el ketchup, 2 el Ketjap Manis, 1 tl mosterd, 1/2 tl chilipoeder, 1 tl paprikapoeder, 3 tl sambal, 1 bolletje soloknoflook, wat zout en peper, 5 verse vijgen, 2 el honing, 3 stengels bosui, wat citroensap

Aan de slag: Sticky Cola Kip met verse vijgen

Pel het uitje en de soloknoflook en snipper deze zo fijn mogelijk. Meng de ketchup, Ketjap, mosterd, chilipoeder, paprikapoeder, sambal, soloknoflook, ui en wat zout en peper tot een marinade. Bedek de kip met de marinade en smeer de kip goed in. Laat de kipdijfilet voor minstens 15 minuten marineren. Snijdt de vijgen in vieren.

Dan komt de slowcooker aan de beurt. Deponeer de kip met de marinade in de slowcooker. Verdeel de kip zo gelijkmatig mogelijk over de bodem. Giet de marinade over de kip en voeg 300 ml cola toe. Ik gebruik de echte coca cola, maar elke cola is goed zolang het de echte met suiker is. Voeg ook de vijgen toe en zorg dat deze ook onder staan. De slowcooker op standje ‘Laag’ voor vier uur.

Na twee uur de kipstukken even draaien en verder laten garen. Na nog een uur even controleren hoe sticky de marinade wordt. Is het nog te vochtig kan je besluiten om de rest van de tijd zonder deksel op de pan verder te gaan. Ook kan je na vier uur een papje van arrow root toevoegen om het dikker te maken. Dat klinkt al een beetje vals spelen en dat is het ook. Soms mag het makkelijk.

We eten colakip met sajoerboontjes en Nasi kuning…

PS het resultaat was cola-kip, maar niet sticky. De smaak bleek in eerste instantie pittig maar met een vlakke nasmaak. Het was lekker, maar niet voor herhaling vatbaar. De volgende keer maak ik sticky cola-kip in de oven, écht sticky!

Niet zo Sticky Cola Kip met verse vijgen

Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure

Een paar keer per jaar ben ik een avond alleen thuis. VL is dan met vriendinnen op pad. De jongens zijn een avond elders. Hoewel, helemaal alleen ben ik niet. Onze twee honden houden mij gezelschap. Deze avondjes zijn voorbereid wat eten betreft. Bij onze natuurslager twee forse speklappen gekocht. De overige ingrediënten hebben we altijd in huis. Tijd voor kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure.

Ingrediënten

2 speklapjes 1 cm dik, 1 el honing, 1 1/2 el sojasaus, 1/2 tl chilipoeder, 1 bolletje soloknoflook, 1 el ghee, Zout en peper naar smaak, 1 stengel lente-ui

Aan de slag: Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure

Koken en een glas wijn gaan op deze (en andere) avonden hand in hand. Dus eerst maar eens een glaasje wijn ingeschonken. De honden de keuken uit gestuurd en het hekje van de huiskamer dicht. Mopperend kruipen ze op de bank. Tijd om de marinade in elkaar te zetten:

Van het bolletje knoflook maak ik een pasta op een keramiek knoflookrasp. Tip: smeer eerst wat olijfolie op de rasp tegen het plakken. Ik meng in een kom de honing, sojasaus, knoflookpasta, chilipoeder en een snufje zout en peper tot een smeuïge pasta. Dan de speklapjes in de marinade leggen en laat 30 minuten intrekken. Onderwijl een slokje wijn om de ervaring compleet te maken. 

Na de 30 minuten dep ik de speklapjes droog met keukenpapier om spetteren te voorkomen. In een gietijzeren koekenpan verhit ik op middelhoog vuur de ghee tot redelijk heet. Bak de speklapjes 4-5 minuten per kant tot ze goudbruin en knapperig zijn. Giet de rest van de marinade erbij en laat op laag vuur nog 2-3 minuten pruttelen tot de saus indikt en kleverig wordt. Ik keer de lapjes om en om voor een egale korst. Het is klaar om gegeten te worden: Kleverige speklapjes, mijn guilty pleasure.

Na de maaltijd nog even de afwas doen, een glas whisky in schenken en bij de honden op de bank. Als boekensteunen liggen de beesten aan weerskanten tegen me aan. Genietend van de exclusieve aandacht.

Lamsbout Griekse stijl in de oven

Regelmatig duiken we in de vriezer om te zien wat aan de beurt is om bereid te worden. Vandaag is het zo’n dag; de kinderen zijn een nachtje niet thuis en dan gaan we een avondje carnivoor. Dus de vriezer raadplegen voor de avondmaaltijd. Naast speklapjes, kippenlever en rosbief vinden we lamsbout. En dat gaat het worden, maar wel lamsbout Griekse stijl in de oven.

We laten de lamsbout zo naturel mogelijk en geven met tijm en oregano er een ‘Grieks’ tintje aan. We zijn net iets te laat om de bout op 80 graden te laten garen. Dan maar de oven op 150 tot 160 graden zetten. 

Ingrediënten: 600 gr lamsbout zonder been, 1 grote ui, 3 bollen soloknoflook, 2 tl gedroogde tijm, 2 tl gedroogde oregano, 2 stengels lenteui, 2 el olijfolie, 1 el ghee, zout en peper naar smaak

Aan de slag met lamsbout Griekse stijl in de oven

Pel de knoflook en de ui. Snijdt de ui in halve ringen. Snijdt 2 bolletjes knoflook door vieren en plet de stukjes. Snipper 1 bolletje knoflook heel fijn. Maak van de kruiden, zout, gesnipperde knoflook en olijfolie een rub door ze in een kommetje te mengen. 

Snijdt het laagje vet van de lamsbout met een scherp mes ondiep ruitsgewijs in. Wrijf de bout ruim in met de rub. Verhit in een gietijzeren koekenpan de ghee en braadt op middelhoog vuur de bout aan alle kanten bruin. Verwarm ondertussen de oven op 160 graden voor. De inhoud van de koekenpan gaat in een ovenschaal samen met de halve uiringen en de stukjes knoflook. We gebruiken een kerntemperatuurmeter. Is de kerntemperatuur van de lamsbout ongeveer 65 graden dan is de bout rosé, sappig en mals. 

Met een piep meldt de kerntemperatuurmeter dat de lamsbout gereed is. De overschaal met inhoud kan uit de oven en afgedekt om een minuut of tien te laten rusten. Met een scherp mes snijden we de bout in dunne plakjes, naar smaak de ringetjes lente-ui toevoegen en is het tijd om aan tafel te gaan! 

Geverifieerd door ExactMetrics