Mijn verjaardag in 1960

Mijn verjaardag werd altijd op de zondag ná mijn echte verjaardag gevierd. Ik zal een jaar of tien zijn geweest. De kamer versierd met drie slingers. Zo rond 1 uur ‘s middags kwam de visite: tante Greet met ome Johan (zeg maar Piet), nicht Tonia, tante Betsie, beter bekend als ‘Rooie Betsie’, tante Jeanne (door de Amsterdamse tak steevast Sjaan genoemd) en één of twee buurvrouwen. Natuurlijk werd er ‘lang zal hij leven’ gezongen voor mijn verjaardag.

We hadden een kleine familie, maar ook een vrij kleine huiskamer. Het leek een drukte van jewelste. De stoelen in een kring, mijn moeder bij de deur naar de keuken. Dat was handig om de koffie, thee, taart en koekjes te halen. We hadden de luxe van taart, gebak én luxe koekjes. Zo’n kring van visite was gezellig, maar best wel onhandig. De volwassenen kregen koffie of thee én een schotel met een stuk taart of een gebakje. Daar zat je dan met je handen vol. Mijn broers en ik kregen een glaasje ranja en een gebaksbordje met een stuk taart. Maar wel aan tafel op drinken. 

De visite wist dat ik Matchbox autootjes spaarde dus kreeg ik zo’n zes autootjes op mijn verjaardag. Geen dubbele of die ik al had. Mijn moeder hield een lijstje bij van wat ik graag wilde. De speelgoedwinkel had boekjes van Matchbox met alle modellen er in. Elk jaar aangevuld met de nieuwe modellen. Dat was op zich al het sparen waard.Was iedereen voldaan van koffie, thee en gebak dan kwamen de glaasjes en hapjes op tafel. Hoewel, de schalen met hapjes werden doorgegeven en gingen van hand tot hand. Eerst de volwassenen, dan de kinderen. Ome Johan en mijn vader dronken een jonkie, Rooie Betsie een sherry. Mijn moeder en haar zus tante Jeanne een advocaatje met ruim slagroom. 

In de keuken mocht ik helpen de hapjes klaar te maken: gekookte worst en leverworst in plakjes snijden. De kaas -jonge en belegen- in blokjes. Op de blokjes belegen kaas ging met een prikkertje een blokje stemgember of een zilveruitje. Mijn moeder sneed de augurken in plakjes. Alles op aparte schalen. Soms mocht ik langs gaan, want het was mijn verjaardag. Dat bleek niet handig wegens de beperkte manoeuvreer ruimte. Dan maar doorgeven en de schaal zo goed als leeg terug kwam voor de volgende ronde. 

Na de verschillende glaasjes en de grapjes van ome Johan werd het tijd voor een kom soep. De buurvrouwen gingen dan alvast. Er moest thuis gekookt worden. De achterblijvers konden kiezen uit tomatensoep of kippensoep. Uit blik. Een enkele dwarsligger wilde koffie, maar daar begon mijn moeder niet aan ‘dan blijf ik bezig’ was haar argument. Daarna was het afscheid nemen met de verplichte kussen en was het afwassen geblazen. 

De verjaardagshapjes

  • In de keuken werden de gekookte worst in plakjes gesneden; 
  • leverworst in plakjes gesneden met een stukje augurk of een zilveruitje, een bakje mosterd om te dippen;
  • Kleine augurkjes met daaromheen een plakje cervelaatworst of een plakje salami vastgezet met een prikkertje;
  • Jonge kaas in blokjes geserveerd met een bakje mosterd om te dippen;
  • Belegen kaas in blokjes met een stukje stemgember of een plakje augurk, of een zilveruitje, of een Amsterdamse ui vastgezet met een prikkertje;
  • Asperges uit blik omwikkeld met ham;
  • Een bakje Amsterdamse uien.

Bakjes met paprikachips en naturel chips, eventueel dipsausjes uit een zakje werden op tafel gezet, naast bakjes met Tuc zoute koekjes, een bakje pinda’s of nootjes. Op tafel een glas met rookwaar: sigaretten en kleine sigaartjes (señoritas).

Buikspek in de koekenpan bereid

In ons gezin zijn niet alle leden verzot op buikspek. De structuur bevalt niet echt. Ik ben wel te porren voor een goed bereid stukje buikspek. Dus bij de slager een stukje zonder zwoerd gekocht. Mijn favoriete bereidingswijze; buikspek in de koekenpan bereid.

Buikspek is veelzijdig. Buikspek in de oven, buikspek op de BBQ, buikspek in de slowcooker, in de koekenpan, sticky buikspek. Het kan allemaal. Om de naturel smaak te houden gebruik ik alleen wat zout en wat peper. Buikspek is van zichzelf al lekker. Deze keer bak ik het in de koekenpan.

Ingrediënten: 250 gr buikspek zonder zwoerd, wat zout en wat peper, een beetje ghee.

Aan de slag: buikspek in de koekenpan

Een uur voordat ik ga bakken haal ik het buikspek uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen. Voorzover nodig even droogdeppen. Ik kies er voor om het vet licht in te snijden met een snede of vier.

Om de smaak wat levendiger te maken wrijf ik het vlees in met wat zout en peper. Dan mag het een kwartiertje rusten. Na een kwartier verhit ik de ghee in een gietijzeren koekenpan op middelmatig vuur. De pan moet goed heet zijn voordat de spek in de pan gaat.

Eerst gaat het spek op het vetrandje in de pan voor een minuut of vijf. Dan het spek draaien voor nogmaals vijf minuten. Na deze vijf minuten wordt het spek op een iets lager vuur om en om gebakken. Na een minuut of tien kan het vuur uit en is het spek klaar voor serveren. Ik leg het spek op dubbel keukenpapier op een bord om uit te lekken.

Andere bereidingen:

Sticky buikspek
Buikspek uit de oven:
Buikspek op de BBQ

En nog veel meer te vinden op internet

Verse zilveruitjes gekarameliseerd

Eerder maakte ik klassieke geglaceerde zilveruitjes met zoetzure zilveruitjes uit een potje. Dat was een succes, maar het avontuur lokte. Onlangs kocht ik verse zilveruitjes welke ik karameliseerde in de koekenpan. Maar is de smaak van verse zilveruitjes gekarameliseerd in de slowcooker vergelijkbaar?

We gaan het zien. Ik ga het experiment aan met een ruime 250 gram verse zilveruitjes. Met nagenoeg dezelfde ingrediënten als de gekarameliseerde uitjes in de koekenpan voor een goede vergelijking. Zorg er voor dat de uitjes in één laagje de bodem van de slowcooker bedekt.

Ingrediënten: 250 gr verse zilveruitjes, 2 el boter 1/2 el honing, 2 el droge witte wijn, 2 el bouillon, 1/2 el balsamicoazijn, 1 tl tijm, zout naar smaak.

Aan de slag: Verse zilveruitjes gekarameliseerd

Goed, zilveruitjes zijn klein en 250 gram zijn best veel uitjes. Die moeten allemaal gepeld worden. Een hoop gepiel met een mesje. Ik maak het me zo makkelijk mogelijk: de uitjes een minuut blancheren in kokend water, een kruisje in de onderkant en de schil kan er zo vanaf. Als het goed gaat. Het is een handigheid en vergt wat oefening.

De boter smelten in de slowcooker en de honing en tijm toevoegen. Dan de uitjes toevoegen en goed mengen zodat de uitjes rondom met het botermengsel bedekt is. Als de uitjes in de slowcooker goed bedekt zijn dan met de droge witte wijn, bouillon en de balsamicoazijn toevoegen.

Nogmaals goed mengen en de slowcooker instellen op ‘Laag’ voor acht tot tien uur. Om het uur even omscheppen om de uitjes gelijkmatig te bruinen is aan te bevelen. De uitjes zijn klaar als ze goudbruin, zacht en licht plakkerig zijn. Proef en voeg eventueel meer zout of suiker toe. Laat afkoelen en bewaar in een afgesloten pot in de koelkast voor maximaal één week.

Uitgebreide tomatensalade

We hadden het zo mooi gepland, een lekkere maaltijd met keftedes gehaktbrood, gebakken aardappelen en linzensalade. Tijdens de voorbereiding de ingrediënten snijden en de linzen..uh géén linzen. Vergeten te kopen en geen zin om weer naar de winkel te gaan. Dan gaan we voor een uitgebreide tomatensalade.

In de koelkast hebben we nog een aangebroken potje uitjes met appelstroop en een potje gerookte bietjes. Dus die kunnen ook in de salade. Net als de augurkschijfjes. Een beetje creatief met de ingrediënten om gaan, dan wordt het wel wat met de salade.

Ingrediënten: 1 komkommer, 20 roma minitomaatjes, 1 grote gele paprika, 2 bollen soloknoflook, 8 schijfjes augurk, 4 bolletjes gerookte biet (Jonnie&Oos), 4 bolletjes ui met appelstroop (Jonnie&Oos), 60 gr veldsla, 4 el olijfolie, 5 el witte wijnazijn, scheutje balsamicoazijn.

Aan de slag: uitgebreide tomatensalade

Neem gerust wat tijd voor het voorbereidende werk, het knippen, snipperen en snijden. Alle ingrediënten gaan een voor een in een ruime schaal. De komkommer schillen en in kwartjes snijden. Snijd de komkommer overlangs in vieren en daarna in partjes. Met een scherp mesje worden de Roma tomaatjes in kwartjes gesneden. De ui en knoflook worden gepeld en fijn gesnipperd. De schijfjes augurk kunnen met een schaar in kleine stukjes geknipt. Voor de gerookte biet en de bolletjes ui (met appelstroop) gebruiken we weer het scherpe mesje en snijden deze ingrediënten klein.  Tot slot gaan de olijfolie, witte wijnazijn en de balsamicoazijn in de schaal.

Het geheel wordt zorgvuldig om geschept en gemengd zodat er een mooie verhouding ontstaat tussen de verschillende ingrediënten. Een uurtje afgedekt in de koelkast zodat de smaken zich vermengen. De Uitgebreide tomatensalade is een succes!

PS in dit verhaaltje heb ik een link opgenomen naar de website van Kesbeke. Omdat de producten van Jonnie&Oos zo verrassend en lekker zijn. We verdienen niet aan het plaatsen van links of anderszins met deze website.

Gezonde kookmethodes

Tijdens het reorganiseren van een kast kwamen we de ooit gekochte stoompan tegen. Met goede bedoelingen gekocht en…uit het zicht verdwenen, dus nog niet gebruikt. Terwijl stomen toch als een van de gezonde kookmethodes wordt gezien. Het voedsel gaart in stoom zonder dat je olie of boter hoeft toe te voegen. Dit behoudt niet alleen de natuurlijke smaak en textuur van ingrediënten, maar voorkomt ook het verlies van waardevolle voedingsstoffen zoals vitaminen en mineralen – in tegenstelling tot koken of frituren, waarbij deze vaak in het water of de olie verdwijnen. Bovendien is het snel (vaak in 5-15 minuten klaar), energiebesparend en geeft het weinig geurtjes in de keuken. Een opsomming van gezonde kookmethodes.

  1. Grillen
    • Hoe werkt het? Voedsel wordt bereid op een grill of grillpan, meestal bij hoge temperatuur, waarbij overtollig vet wegdruipt.
    • Voordelen: Behoudt voedingsstoffen, voegt een rokerige smaak toe zonder extra vet, en is geschikt voor vlees, vis, groenten en zelfs fruit. Het vetgehalte blijft laag omdat vet tijdens het grillen wegsmelt.
  2. Pocheren
  1. Hoe werkt het? Ingrediënten worden zachtjes gekookt in een vloeistof (water, bouillon of wijn) bij lage temperatuur (ongeveer 70-80°C).
  2. Voordelen: Geen toegevoegde vetten, behoudt delicate smaken en texturen, vooral ideaal voor vis, eieren en fruit. Voedingsstoffen blijven grotendeels intact omdat de temperatuur laag is.
  3. Bakken in de oven
  1. Hoe werkt het? Voedsel wordt bereid in een oven met droge hitte, vaak op een bakplaat of in een ovenschaal.
  2. Voordelen: Weinig of geen olie nodig, geschikt voor grote porties, en behoudt smaak en voedingsstoffen. Ideaal voor groenten, vlees en vis.
  3. Roerbakken
  1. Hoe werkt het? Ingrediënten worden snel op hoog vuur gebakken in een wok of pan met minimale olie.
  2. Voordelen: Snelle bereiding behoudt knapperigheid en voedingsstoffen van groenten. Weinig vet nodig als je een goede anti-aanbakpan gebruikt. Perfect voor gemengde groenten, mager vlees of tofu.
  3. Sous-vide
  1. Hoe werkt het? Voedsel wordt vacuüm verpakt en langzaam gegaard in een waterbad op een constante, lage temperatuur (meestal 50-70°C).
  2. Voordelen: Maximale behoud van smaak, textuur en voedingsstoffen. Geen vet nodig en vlees blijft sappig. Ideaal voor precisiekoken.
  3. Koken in bouillon
  1. Hoe werkt het? Groenten, granen of eiwitten worden gekookt in een smaakvolle bouillon in plaats van water, wat smaak toevoegt zonder extra calorieën.
  2. Voordelen: Beperkt verlies van voedingsstoffen als je de bouillon hergebruikt (bijvoorbeeld voor soep). Laag in vet 
  3. Rauwe bereiding 
  1. Hoe werkt het? Ingrediënten worden niet verhit, maar rauw gegeten, zoals in salades, smoothies
  2. Voordelen: Maximaal behoud van vitaminen, mineralen en enzymen, omdat er geen hitte wordt gebruikt. Geen vet nodig en snel te bereiden.

Het zijn gezonde kookmethodes, maar kies vooral dié welke het best bij je passen.

Gekarameliseerde verse zilveruitjes

Al langer heb ik mijn zinnen gezet op het karameliseren van verse zilveruitjes. Maar, het is nog niet zo makkelijk om aan goede verse zilveruitjes te komen. De betere groentewinkel heeft ze, maar niet altijd. Tijdens het doen van de boodschappen bleek dat onze vaste groenteman mooie verse zilveruitjes verkoopt voor een leuke prijs. Er komen twee projecten aan, gekarameliseerde verse zilveruitjes en ingemaakte verse zilveruitjes. Ik begin met het eerste.

Allereerst de keuze voor de zilveruitjes. De meest geschikte zijn de stevige kleine zilveruitjes van rond  de 1,5 cm doorsnede. Het pellen kan een gepriegel zijn. Snijd een kruisje aan de onderkant en dompel de uitjes voor een minuut in kokend water. Het pellen wordt een stuk makkelijker.

Ingrediënten: 250 gr verse zilveruitjes, 13 gr boter, 1 el ghee, 25 gr suiker, 100 ml rode wijn, 1/2 el balsamicoazijn, 1/2 el honing, 2 takjes verse tijm, zout naar smaak.

Aan de slag met Gekarameliseerde verse zilveruitjes

Op middelhoog vuur worden in een pan met dikke bodem de boter en ghee verhit. Voeg de suiker en wat zout toe en roer tot de suiker smelt. Voeg de gepelde uitjes toe en spatel ze door het mengsel zodat de uitjes rondom bedekt zijn. Het geheel afblussen met de wijn, balsamicoazijn en de honing. De takjes tijm toevoegen en het geheel aan de kook brengen. Dat kan het vuur laag, de deksel op de pan en zachtjes laten sudderen voor een minuut of 35.

Tijd om de takjes tijm uit het mengsel te halen en wat water toe te voegen. De komende 10 minuten laten pruttelen en in te dikken op laag vuur tot de uitjes goudbruin zijn en het vocht is verdampt tot een stroperig geheel. Spatel de uitjes voorzichtig om en om. Serveer de uitjes lauwwarm of koud.

De volgende keer probeer ik de verse zilveruitjes te karameliseren in de slowcooker.

Professor Pannenkoek

Twee keer per jaar gaat VL met één of meerdere vriendinnen een midweek naar het Oosten van het land. Welverdiende uitjes om te genieten en te ontspannen zonder ‘maham’ te horen. Bij de uitjes horen steevast ook bezoekjes aan de winkel van Professor Pannenkoek. Een bijzondere man die zich vastgebeten heeft in de kennis en kunde van de pannenkoek. Maar waarom Professor Pannenkoek? 

In zijn jonge jaren als student deed hij in 1973 mee aan een bakwedstrijd. De winnaar mocht de titel ‘Professor Pannenkoek 1973’ in ontvangst nemen. Die winnaar was de huidige professor. Sindsdien is er geen strijd meer geweest om de titel zodat de professor zijn titel met trots is blijven dragen.

Wat maakt de pannenkoeken van de professor zo apart en interessant? Op zijn website zegt hij het volgende er over; ‘…Professor Pannenkoek (kiest) voor granen van eigen bodem. Mooie, soms vergeten graanrassen, uit de verschillende delen van ons land. Waar boeren met passie werken aan de terugkeer van echte goede biologische granen op de akkers en waar molenaars deze malen tot prachtige melen, rijk aan mineralen en voedingsstoffen…’ Hij heeft -soms honderden jaren- oude recepturen bestudeerd en ontwikkelt dagelijks nieuwe toepassingen van ingrediënten. 

Kom je in zijn winkel dan komt de pannenkoekgeur je tegemoet. De professor is aan het bakken. Natuurlijk ontkom je er niet aan om te proeven. Op de schappen staan veel zakken pannenkoekmixen, exclusief ontworpen door en voor de professor. In zijn assortiment verschillende soorten pannen en accessoires om te bakken. VL bakt de pannenkoeken het liefst in een maifan stone pannetje. Hierin kunnen vier pannenkoekjes tegelijk gebakken worden. VL koopt tijdens haar bezoeken aan de winkel twee, drie mixen voor thuis.

Bron: https://professorpannenkoek.nl/de-professor/

Dé favoriete mix in ons huis is de spelt/kaneelmix. Op zijn website zegt de professor: ‘…Dit recept ontdekte de professor in een 15e-eeuws Gents  manuscript. Het leverde een fantastische mix op van spelt, tarwe, boekweit en geurige specerijen als kaneel, kardemom, anijs, gember en kruidnagel…’

Pannenkoekjes van de spelt/kaneel mix van Professor Pannenkoek
Pannenkoekjes van de spelt/kaneel mix van Professor Pannenkoek Foto Luka

Het echte broodje hamburger

In de jaren ‘70 deed fastfood zijn intrede in Europa. De eerste McDonald’s van Europa opende op 21 augustus 1971 de deuren in Zaandam. Het Amerikaanse bedrijf ging een samenwerking aan met het Nederlandse Albert Heijn. Tijd voor het echte broodje hamburger.

In de eerste jaren waren er veel uitdagingen, omdat Nederlanders nog niet bekend waren met het fastfoodconcept, het eten van hamburgers en het eten met de handen.

In de jaren ’70 waren hamburgers vaak basic –een dunne hamburger, eenvoudige saus, kaas en broodje– zonder de overdadige toppings van nu. Dit zorgt voor een authentieke, no-nonsense smaak die focust op de basis-ingrediënten.

Veel recepten uit die tijd gebruikten verse, lokale producten zonder de hedendaagse toevoegingen zoals conserveermiddelen of kunstmatige smaakstoffen. Door deze jaren ‘70 broodje hamburger te maken, heb je een ‘gezondere’ versie. Een beetje nostalgie. Weet wat je eet.

Ingrediënten (voor 4 broodjes hamburger):

600 g rundergehakt, 1 ei, 1 tl zout, 1/2 tl versgemalen zwarte peper,1/2 tl knoflookpoeder, /2 tl uienpoeder, (of 15 gr hamburgerkruiden), 1 tl Worcestershire-saus

4 zachte witte hamburgerbuns, 4 plakken cheddar kaas, 4 blaadjes knapperige ijsbergsla,  dunne plakjes tomaat, 4 dunne ringen rode ui, 4 dunne schijfjes zoetzure augurk, 1 tl Mosterd (optioneel) Amerikaanse saus naar smaak

Aan de slag: het echte broodje hamburger

Meng met de hand het rundergehakt voorzichtig met het ei, zout, peper, knoflookpoeder, uienpoeder en Worcestershire-saus. Vorm vier gelijke ballen en druk ze plat tot hamburgers van ongeveer 1 cm dik. Maak een kleine kuil in het midden om krimpen tijdens het bakken te voorkomen.

Verhit een koekenpan of grillplaat op middelhoog vuur. Voeg een klein beetje ghee toe om plakken te voorkomen. Bak de hamburgers 3-4 minuten per kant voor medium (of langer voor doorbakken, afhankelijk van voorkeur). Leg een plak cheddar op elke hamburgers in de laatste minuut en laat de kaas smelten.

Snijd de hamburgerbroodjes doormidden en rooster de snijkanten licht in een droge pan of op de grill tot ze goudbruin zijn (ongeveer 1-2 minuten).

Besmeer de onderste helft van het broodje royaal met de saus. Leg daarop een hamburger met de gesmolten cheddar. Voeg sla, tomaat, ui en augurken toe in die volgorde. Smeer een dun laagje mosterd (optioneel) op de bovenste helft van het broodje en plaats deze op de burger. Serveer het echte broodje hamburger direct met frietjes en een koude cola en je waant je in de jaren ‘70 (vorige eeuw).

Alternatieven voor paneermeel

Paneermeel, wie gebruikt het nu niet in bepaalde gerechten? Ik gebruikte het vroeger in bijvoorbeeld gehakt om de structuur steviger te maken. Of om te paneren en een krokant laagje om vis of vlees te maken bij het bakken of frituren. Sinds enkele jaren gebruik ik geen paneermeel meer. Het ruikt en smaakt muffig, niet lekker. Het werd een zoektocht naar alternatieven voor paneermeel.

Paneermeel wordt in gerechten gebruikt voor:
Een krokante korstje: Het creëert een knapperige laag bij bakken of frituren, wat contrast toevoegt aan zachte ingrediënten. Paneermeel wordt gemengd met ei en bloem om een krokante korst te vormen rond vlees, vis of groenten. Paneermeel wordt over de bovenkant gestrooid, vaak met boter of kaas, om een knapperige laag te maken tijdens het bakken. Dit geeft textuur aan een verder zachte schotel. Ook houdt het krokante laagje sappen van het ingrediënt vast.

Binding: Het helpt ingrediënten bij elkaar te houden, zoals in gehaktballen of vegetarische burgers. Paneermeel wordt toegevoegd aan gehakt of groentemengsels om vocht te absorberen en het mengsel compacter te maken, zodat het niet uit elkaar valt tijdens het koken.

Vulling of topping: Het geeft structuur of een krokante afwerking aan ovenschotels en gratins. Paneermeel wordt gemengd met kruiden, kaas of groenten om een stevige vulling te maken die niet uitloopt tijdens het bakken.

Alternatieven voor paneermeel

Verkruimelde beschuit
Verkruimel of maal een of meerdere beschuiten.
Gemalen cornflakes
Cornflakes, licht verkruimeld, geven een knapperige textuur en een neutrale, licht zoete smaak. Ze zijn populair in westerse keukens, zoals in de VS voor gefrituurde kip.
Panko
Panko is een Japans type paneermeel gemaakt van witbrood zonder korst, wat een luchtigere en knapperigere textuur geeft.
Gemalen crackers
Verkruimelde ongezouten crackers zijn een goede vervanger. Ze geven een krokante laag en zijn neutraal van smaak, vaak gebruikt in Europese en Amerikaanse recepten.
Havermout
Fijngemalen havermout biedt een licht nootachtige smaak en een stevige textuur. 
Gemalen noten (bijv. amandelen, walnoten)
Fijngemalen noten geven een rijke, nootachtige smaak en een knapperige textuur. 
Kokosrasp
Gedroogde kokosrasp geeft een zoete, tropische smaak en krokante textuur. 
Maïsmeel of polenta
Maïsmeel of polenta zorgt voor een korrelige, krokante laag.
Rijstmeel of gemalen rijstvlokken
Fijngemalen rijstvlokken of rijstmeel geven een lichte, knapperige textuur. 
kikkererwtenmeel
Kikkererwtenmeel, bekend als besan in de Indiase keuken, wordt gebruikt voor gerechten zoals pakora. Het geeft een hartige, nootachtige smaak en een krokante textuur.
Geroosterde broodkruimels van vers brood
Vers brood (bijv. ciabatta of zuurdesem) roosteren en verkruimelen. Dit geeft een frisse, knapperige textuur. 

Voor extra smaak kun je kruiden, specerijen of geraspte kaas toevoegen aan deze alternatieven voor paneermeel

Dé traditionele gehaktbal

Onlangs startte ik mijn zoektocht naar ‘dé traditionele gehaktbal’. Op zoek naar de ultieme gehaktbal vond ik veel recepten voor gehaktballen met de toevoeging ‘oma’s gehaktbal’. Vaak wordt gebruik gemaakt van kruiden die ‘oma’ niet kende of voorhanden had. Ik kies voor recepten uit het Amsterdamse Kookboek en het Haagse Kookboek uit de jaren ‘50 en combineer deze tot één recept. Dé traditionele gehaktbal.

Het Amsterdamse Kookboek en het Haagse Kookboek waren in de jaren 1940-1950 toonaangevende bronnen voor huisvrouwen en bevatten eenvoudige, voedzame recepten die pasten bij de naoorlogse periode. Gehaktballen waren een geliefd gerecht, vaak bereid met betaalbare ingrediënten zoals gehakt, broodkruim, ei en eenvoudige kruiden. Ze werden meestal geserveerd met aardappelen, groenten en jus, en de recepten waren gericht op smaak en stevigheid passend bij de sobere tijdsgeest.

In de jaren rond 1950 waren luxe ingrediënten schaars, dus gehaktballen werden gemaakt met eenvoudige producten die makkelijk voorhanden waren zoals beschuit en basis kruiden zoals nootmuskaat en peper. Ketjap en mosterd, die later populair werden, waren in die jaren minder gangbaar in traditionele recepten uit deze kookboeken. Het Amsterdamse Kookboek en Haagse Kookboek benadrukten praktische, zuinige methoden. Het gebruik van boter en een zware braadpan was gewoon. De jus werd vaak gemaakt van het braadvocht om niets te verspillen. Een portie van 125-150 gram gehakt per bal was gebruikelijk voor een stevige maaltijd, passend bij een gezin van vier.

Dé traditionele gehaktballen

Ingrediënten (voor 4 personen): 500 gram gehakt (half-om-half: varkens- en rundergehakt, of puur rundergehakt voor een magerder resultaat), 1 ei, 2 beschuiten (of 50 gram oud witbrood, geweekt in 2 eetlepels melk), 1 kleine ui, zeer fijn gesnipperd, 1 theelepel zout, 1/4 theelepel versgemalen zwarte peper, 1/4 theelepel nootmuskaat, 1 eetlepel boter (voor het bakken), 1 eetlepel bloem (optioneel, voor de jus), 200 ml water of runderbouillon (voor de jus)

Om de gehaktbal wat eigentijdser te maken gebruik ik een el mosterd en 7 gr gehaktkruiden van Het Blauwe Huis. Ook gebruik ik 150 gr rundergehak persoon, dus 600 gram in totaal, óf van Boer Jan óf van onze natuurslager. De eerste is wat droger dan de ander.

Aan de slag met dé traditionele gehaktbal

Verkruimel de beschuiten fijn in een kom (of week het brood in melk en knijp het uit). Meng het gehakt, ei, verkruimelde beschuiten (of brood), fijn gesnipperde ui, zout, peper en nootmuskaat in een grote kom. Kneed het mengsel goed met de hand tot het egaal is. Als het te nat aanvoelt, voeg een klein beetje extra beschuitkruim of paneermeel toe (maximaal 1 eetlepel).

Verdeel het mengsel in 4 gelijke porties (circa 125-150 gram per bal voor 4 personen). Maak met vochtige handen ronde, stevige ballen om te voorkomen dat ze uit elkaar vallen tijdens het bakken.

Verhit de boter in een zware (gietijzeren) braadpan op middelhoog vuur tot het schuim wegtrekt. Leg de gehaktballen voorzichtig in de pan en bak ze rondom goudbruin (circa 5-7 minuten). Draai ze regelmatig voor een gelijkmatige korst. Zet het vuur lager, voeg een scheutje water of bouillon toe (ongeveer 100 ml) en dek de pan af. Laat de gehaktballen op laag vuur in 20-25 minuten gaar sudderen. Keer ze af en toe om.

Haal de gehaktballen uit de pan en houd ze warm onder aluminiumfolie. Roer de bloem door het achtergebleven braadvocht in de pan om een gladde massa te vormen. Voeg geleidelijk de resterende 100 ml water of bouillon toe en roer tot een gladde jus ontstaat. Laat de jus enkele minuten pruttelen en breng op smaak met extra zout en peper indien nodig.

Serveer de gehaktballen met de jus, gekookte aardappelen en een traditionele groente zoals sperziebonen, wortelen of rode kool. Een klassieke combinatie is andijviestamppot met dé traditionele gehaktbal en in het kuiltje wat jus.

Dé traditionele gehaktbal.Onlangs startte ik mijn zoektocht naar ‘dé traditionele gehaktbal’. Op zoek naar de ultieme gehaktbal vond ik veel recepten voor gehaktballen met de toevoeging ‘oma’s gehaktbal’. Vaak wordt gebruik gemaakt van kruiden die ‘oma’ niet kende of voorhanden had.
Image by Pirkko Seitsenpiste from Pixabay
error: Het is niet toegestaan deze tekst te kopiëren
Geverifieerd door ExactMetrics