Gehaktbrood met ei

In ‘het gewone leven’ halen we ons vlees en gehakt bij onze vaste natuurslager. Betrouwbaar vlees van gezonde buitendieren. Tijdens ons verblijf in het Oosten van het land gaan we niet naar de vaste slager.

Inmiddels hebben we ook op onze tijdelijke verblijfplaats vaste adresjes voor biologische groenten, ambachtelijk vlees en eieren. En op de mooiste plekken. De groenten komen van een tuinderij op een plek uit 1400 en nog wat. Via een zandweg komen we er. We wanen ons in de Middeleeuwen.

Het ambachtelijke vlees komt van een boerderij in de buurt. Naast rundvlees van Piemonte runderen is in het boerderijwinkeltje ook vlees van ree, geit en kip te koop. Binnenkort gaat de boer weer met varkens beginnen, zodat op termijn ook varkensvlees te koop zal zijn.

Wij gaan dit keer voor het rundergehakt. Gehakt met een mooi vetgehalte. Net genoeg om het gehakt soepel en weinig verlies aan vleesgewicht bij het braden te hebben. Het gehakt van deze runderen is ideaal voor pastasaus en gehaktbrood. En dat is wat we gaan maken, gehaktbrood met ei. We gaan voor de maximale smaak van het gehakt.

Ingrediënten: 1 kg gehakt, 1 ui, 1 bolletje soloknoflook, twee tl mosterd, 1 el ketchup, 1 tl gehaktkruiden, 4 eieren, zout en peper naar smaak.

Het voorbereidende werk bestaat uit het fijn snipperen van de ui en de knoflook en het hard koken van de eieren. Het gehakt wordt normaal gesproken 5 minuten met de mixer bewerkt. Maar die hebben we niet bij ons.

Dus aan de slag met een vork en m’n handen. Het gehakt losmaken met de vork. Daarna de gehaktkruiden, gesnipperde ui en knoflook er door kneden. Dat kneden mag best wel wat langer duren om een goed gekneed resultaat te krijgen.

Bij gebrek aan een cakevorm, maak ik een gehakttaart in een ronde glazen braadslee. Ongeveer 1/3 van het gehakt gaat op de bodem. Keurig verdeeld met de vork. Op deze bodem worden de eieren gelegd en wat ingedrukt. De rest van het gehakt wordt zo verdeeld dat de eieren bedekt zijn. Een prikkertje in elk ei geeft de plaats van de eieren aan.

Ondertussen is de oven op 180 graden voorverwarmd. De braadslee met het gehaktbrood met ei gaat voor 45  tot 60 minuten in de oven. Nu is het de kunst om de andere onderdelen van de maaltijd gelijktijdig gaar te hebben. Een kwestie van plannen.

Is zure melk bedorven

Van oudsher hebben mijn ouders, het Voedingscentrum, artsen en voedingsdeskundigen mij gewaarschuwd voor rauwe melk. Brrr, gevaarlijk; koken voor gebruik. Niet langer dan drie dagen bewaren. Want slechte bacteriën. Is zure melk bedorven?

Gehoorzaam kocht ik de melk in de super. Veilig, want gepasteuriseerd. Later ben ik meer gaan lezen over de bewerkingen van winkelmelk. Hierdoor heb ik de stap gemaakt naar rauwe melk en rauwmelkse producten.

Sinds enkele jaren maak ik kefir. Door levende kefirculturen aan melk toe te voegen in een verhouding van 1:10. Kefir is net als clabber milk rijk aan probiotica.

Een andere, meer onbekende manier is Clabber of Clabbered milk. Eigenlijk is het maken van clabber milk eenvoudiger dan het maken van kefir.

Clabber milk bestaat uit melk. Door eventueel wat citroensap toe te voegen versnel je het fermentatieproces. Prettig als je het wilt, maar nodig is het niet. Ik gebruik alleen rauwe A2 koemelk.

Ingrediënten: 1 liter rauwe melk,
(Pasteurisatie vernietigt de nuttige probiotica die in rauwe melk aanwezig zijn, zoals melkzuurbacteriën)

Steriliseer een glazen fles of pot door deze in de oven te zetten. De oven op 150 graden instellen. Als de oven op temperatuur is, dan 15 minuten op 150 graden de fles steriliseren. De dop of deksel kan voor enkele minuten in zo heet mogelijk water gedaan worden. Een drupje afwasmiddel is aan te raden.

Na een kwartier is de fles steriel en kan het uit de oven. Let op, 150 graden is best heet, dus even in de oven af laten koelen is verstandig. Als de fles met ovenwanten te pakken is, kan het uit de oven en op een dubbelgeslagen theedoek gezet worden tot hij helemaal afgekoeld is. Het is zaak om NIET aan de hals van de steriele fles te komen.

De dop of deksel kan met heet water afgespoeld worden en op een stuk keukenpapier gelegd om te drogen. Ook hier geldt, kom alleen aan de buitenkant van de dop. Hygiëne is belangrijk, je werkt immers met bacteriën.

De fles en dop zijn inmiddels steriel en afgekoeld. Nu kan je de melk in de fles gieten. Houd er rekening mee dat het fermentatieproces er voor zorgt dat de fles onder druk komt te staan. Dus de fles vullen tot een cm of vier onder de dop.

Sluit de fles door de dop er op te doen, maar niet stevig vast draaien. Zet de fles op een plaats waar het niet in de weg staat, niet in de volle zon maar wel op een temperatuur tussen de 20 en 26 graden. De melk gaat nu fermenteren. De melk zal zuur worden door de melkzuurbacteriën die lactose omzetten in zuur. Na ongeveer twee tot vijf dagen zal de clabber milk klaar zijn. Hoe langer de melk fermenteert, des te zuurder wordt het. Dit gedeelte is een kwestie van smaak en experimenteren

Geniet van je clabber milk! Het heeft een licht zure smaak en is rijk aan probiotica, wat goed is voor je spijsvertering, immuunsysteem en cholesterolniveaus

Soms mag het makkelijk

Er zijn van die momenten waarop de keuze valt op ‘vlug en makkelijk’. Dat kan zijn op vakantie of bij kookidee-armoe. Dan is het handig om wat recepten en ingrediënten op de achterhand te hebben. Soms mag het makkelijk.

Dit keer valt dit recept in de categorie ‘makkelijk’. We zijn op vakantie en hebben wat ingewikkelder en wat simpeler gerechten op het programma. Naast het geplande restaurantbezoek.

Omdat we toch in de buurt zijn, doen we boodschappen in Duitsland. En komen thuis met producten die we in Nederland (nog) niet gevonden hebben. Soep in weckglas van de firma Löbke. Onze favoriet is *. Wel te koop in Nederland zijn de zongedroogde tomaten die niet in olie drijven. Toch maar gekocht in een Duitse super, omdat we er waren. De verse pasta kochten we bij de Nederlandse Jumbo. Zo hebben we alle ingrediënten voor lauwwarme pasta in huis.

Ingrediënten:
300 g verse penne, een el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 100 g ontbijtspek, 3 el roomkaas knoflook/tuinkruiden, 10 zongedroogde tomaten (niet in olie), 3 el pijnboompitten, 400 g gerookte kipfilet, 1 grote rode ui, 3 eetlepels aceto balsamico, 75 g rucola, verse basilicum, Parmezaanse kaas.

Het voorwerk: Snipper de ui en de knoflook heel fijn. Knip de zongedroogde tomaten in stukjes. Snijd de ontbijtspek in wat grotere stukjes. De gerookte kipfilet kunnen ook in kleine blokjes gesneden worden.

De penne worden volgens de voorschriften op het pak gekookt. Ondertussen worden de pijnboompitten op laag vuur geroosterd. De gesnipperde ui en de kipblokjes gaan voorlopig in een schaal en worden goed gemengd.

In de wok wordt de ghee goed verhit. Is de ghee op temperatuur dan kan de knoflook en het ontbijtspek langzaam gebakken worden. Ondertussen zal de penne gaar zijn. Klaar om afgegoten te worden. Weer terug in de pan om wat uit te dampen. Tenslotte is het de bedoeling lauwwarme penne te hebben.

Zijn de knoflook en ontbijtspek krokant, dan gaan de penne ook in de wok en goed gemengd. Op laag vuur wordt dan de roomkaas toegevoegd en goed doorgeroerd. De balsamico sprenkelen over de penne en desgewenst doorroeren. Op het laatst de zongedroogde tomaatjes verdelen over het mengsel in de pan. De in stukjes gescheurde basilicum worden over het geheel gesnipperd.

Op tafel staan de rucola en de pijnboompitten in bakjes. De lauwwarme pasta wordt op een bedje van rucola geserveerd. Naar smaak worden de pijnboompitten toegevoegd. Soms mag het makkelijk.

Zomerse smoothies

Een bekentenis. Ik ben niet zo gek op smoothies. Ik vind ze vaak wat snotterig, groen van de spinazie of andere groente. Ook al dat het eten van rauwe groenten bepaalde risico’s met zich mee kan brengen bij veelvuldig gebruik. Oxaalzuur en nitriet kunnen rare dingen veroorzaken. . Smoothies zijn aan mij niet zo besteedt.

Sinds ZL een eenpersoons smoothieblender heeft, moet ik mijn mening bijstellen. ZL heeft zich toegelegd op smoothies met fruit. Elke dag een andere combinatie, de een wat frisser dan de ander. Maar steeds heerlijk. Wij mogen proeven. Een theelepeltje, want het zijn eenpersoons porties.

In het kader van Zomerse Smoothies een paar van zijn meest frisse combinaties. De een wat dikker en lobbiger dan de ander, maar allemaal zijn ze zomers fris. Ik moet toch maar eens vragen of hij wat meer gaat maken zodat we allemaal een glas kunnen krijgen. Ik heb mijn idee over deze smoothies herzien.

Het maken gaat volgens een vast schema: ingrediënten op maat maken, in de blender, het vloeibare ingrediënt toevoegen en blenderen.

Smoothie 1
1/2 banaan, kwart ananas, 9 frambozen, sinaasappelsap

Smoothie 2
4 aardbeien, schijf ananas, 4 frambozen, 1/4 mango, sinaasappelsap tot 2/3 vol

Smoothie 3
1/2 avocado, handje blauwe bessen, 10 aardbeien, 2,5 mango, ananassap (zomers)

Smoothie 4
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 6 aardbeien, wat honing, 1/4 mango, kokosmelk.

Smoothie 5
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 1/4 mango, 5 aardbeien, wat honing, 1/2 avocado, sinaasappelsap

smoothie 6
Schijf ananas, 7 aardbeien, 1/2 avocado, scheutje ananassap en vullen tot 2/3 met sinaasappelsap.

Zomerse smoothie met aardbeien

Als de kat van huis is

In zekere zin geldt dit gezegde ook voor ons. Als de kat van huis is, zijn de kinderen naar hun vader. Naast wat huishoudelijke verplichtingen bedenken we wat we willen doen, wat we willen eten. Dat kan uit eten gaan bij ons favoriete restaurant.

Meestal werpen we ons dan op een carnivore maaltijd. Een stevig stuk vlees, medium gebakken gecombineerd met kimchi of bietjes. Vandaag zijn we niet op de ‘boerentoer’ geweest, dus ook niet naar onze vaste natuurslager. Dan naar de betere lokale slager.

Onze voorkeur gaat uit naar Jodenhaas, ook wel diamanthaas genoemd. Wij vragen dus naar Jodenhaas bij deze slager. Krijgen we meteen commentaar dat deze benaming minder gewenst is. Diamanthaas schijnt ‘veiliger’, dus meer gewenst te zijn. Maar wij willen Jodenhaas en kregen we Jodenhaas. Zeg ons niet hoe we iets moeten noemen.

De slager kon onze keus wel waarderen en sneed een mooi stuk Jodenhaas. Voldoende voor een volwaardige maaltijd voor twee personen.

Ingrediënten: 500 gram Joden- of diamanthaas, een forse eetlepel ghee, flink wat Keltisch zeezout en naar eigen believen kimchi.

We gebruiken om vlees te braden een gietijzeren koekenpan. Een forse kluit ghee verwarmen op laag vuur. Als de ghee goed heet is doet VL het vlees in de pan. Vlees braden is een taak voor VL. Meestal braad zij het vlees ‘op gevoel’. Dit keer gebruikte ze een kernthermometer.

VL streeft naar een medium resultaat van het vlees. Regelmatig het vlees keren en bedruipen met het vet. Bij een kerntemperatuur van 50 graden was het vlees perfect. Keurig in plakken gesneden (wat mijn taak is) op de borden geschikt, flink wat Keltisch zeezout toegevoegd, een paar eetlepels kimchi en de maaltijd is klaar. Gezonder kan het niet!
We kijken uit naar de volgende keer ‘als de kat van huis is’

Joden- of diamanthaas, medium gebakken. Als de kat van huis is.

Smoothies en nog meer smoothies

ZL is druk met smoothies en nog meer smoothies. Hij wil al langere tijd smoothies maken. De blender is te groot, de kleine blender te onhandig. Dus op zoek naar een aardig formaatje smoothieblender.

Na lang speuren, vergelijken, nog meer speuren heeft ZL de ideale smoothieblender gevonden. Een leuk klein dingetje. En draadloos. Met een glazen beker. Het ding heeft één programma om te blenderen, erg handig. Precies groot genoeg voor één persoon. En ook nog in zijn kleur. Wel zorgen dat het apparaat steeds voldoende opgeladen is. Na gebruik is het schoonmaakprogramma heel slim.

Elke dag zo rond vier uur (in de middag) kunnen we hem vinden aan het aanrecht met allerlei ingrediënten; fruit, groenten, kokosmelk, verse sinaasappelsap, kefir enz. Elke dag componeert hij een andere smoothie. En dat merken we bij het boodschappen doen. We kopen meer mango, avocado, aardbeien, blauwe bessen, bananen, frambozen, kokosmelk en verschillende soorten bladgroenten. Gelukkig hebben we in de buurt een Turkse winkel met mooi fruit en groenten voor een mooi prijsje.

ZL vindt het lastig om uit te leggen hoe hij zijn smoothies maakt, hoe zijn recepten in elkaar steken. ‘Nou, gewoon’. Om de recepten vast te leggen moeten we in de buurt zijn om de ingrediënten te noteren. Telkens als de smoothie klaar is mogen we proeven, maar niet te veel. Per slot van rekening is het een eenpersoonsportie.

Creatie 1
Ingrediënten: 1/2 avocado, 10 aardbeien, 1/3 mango en een scheutje verse sinaasappelsap

De avocado, aardbeien en mango in stukjes snijden zodat zij passen in de glazen beker. Het sinaasappelsap toevoegen tot het geheel onder staat. De beker is dan voor 2/3 gevuld. De blender kan aan en het programma afwerken. Na ongeveer 40 seconden is de smoothie klaar!

Creatie 2
Ingrediënten: 1/2 banaan, 1 kwart ananas, een handje blauwe bessen, een scheutje kokosmelk.
De banaan en de ananas is stukjes gesneden en in de glazen beker gedaan. De blauwe bessen er bij en bijvullen met kokosmelk zodat de beker voor 2/3 gevuld. Het apparaat mag zijn werk doen.

Smoothies met verse aardbeien, ananas, mango en sinaasappelsap
Smoothie met verse aardbeien, ananas, mango en sinaasappelsap

Terug naar de Middeleeuwen

Op vakantie in het Oosten van het land moesten we lokaal vlees ontdekken. Niet ver van ons verblijf vonden we een boer met Piemonte vleeskoeien. Dus wij er naar toe. Mooi vlees van grasgevoerde, ongevaccineerde medicijnvrije koeien, herten, varkens en kippen. En een goed gesprek.

Maar dan nog bio-groenten. De boer wist wel een adres. ‘Je gaat daar links af en dan rechtdoor. Dan kom je er wel’. Wij in de aangewezen richting en ergens linksaf. Een aardig bochtig smal weggetje. Dan een voetpad, maar daar mocht je ook met de auto komen. Het weggetje werd een zandpad (dus veel modder en diepe plassen), want ernstig geregend. Dwars door de velden komen we bij een boerderij. Het pad liep over het boerenerf.

Op het gevaar af dat we weggejaagd werden reden we voorzichtig door. Over een landgoed, langs twee prachtige hoofdgebouwen, weer een zandweggetje en wéér een boerderij. Na een boerderij of vijf (steeds over het boerenerf) kwamen we bij de ‘tuinderij’. Een oude boerderij uit 18-zoveel. Een ‘verboden toegang’ bordje, dus….doorrijden.

Het winkeltje gevonden. De boerin vertelde dat op die plek al van 1400 gewoond werd, dat de weg die we reden een weg uit de Middeleeuwen was. Dat de doorgaande weg (zandpad) over de boerenerven liep. De boerderij blijkt gepacht te zijn en staat op het landgoed. Net als de andere boerderijen in de buurt.

Het echtpaar dat de tuinderij in beheer heeft is lid van een samenwerking van lokale boeren en tuinders die hun producten uitwisselen en elkaar voorzien van groenten, fruit, vlees, eieren, kaas en meer. Van de boer naar de burger, zonder tussenkomst van ‘de handel’. Meukvrij, zoals de Middeleeuwse zandpaden.

Op de terugweg hebben we een handiger maar minder avontuurlijker weg gereden op aanwijzen van de boerin. We waanden ons in de middeleeuwen, prachtig stil bos, fijne sfeer. Hier gaan we meer komen.

Guacamole met verse biologische producten
Ingrediënten: 3 rijpe avocado’s.
1 grote rijpe trostomaat heel fijn gesneden
1 ui fijn gesnipperd, 1/2 bol soloknoflook zeer fijn gesnipperd, 1 rode peper ( zonder pitjes en zaadlijsten) gesnipperd, 2 eetlepels limoensap, naar smaak wat peper en zout

Prak de avocado’s zeer fijn. Meng alle ingrediënten door elkaar. Voeg eventueel wat extra limoensap toe.

Het gezonde prutje van Els

Vandaag was ik weer een keer bezig met Facebook. Ik had me voorgenomen minder met social media bezig te zijn. Omdat ik nogal nieuwsgierig ben, kijk ik toch nog regelmatig. Soms ben ik daar blij om. Anders had ik het gezonde prutje van Els gemist.

Els is van het type wat van wat zij vindt in de koelkast, keukenkast of waar dan ook de lekkerste gerechten combineert. Zij weet smaken verrassend te combineren. Zo nu en dan plaatst Els weer een pareltje van combineren op Facebook.

Dit keer riep haar kooksel van vandaag om mijn belangstelling. Geen gecompliceerde creatie, maar wel één die tot de verbeelding sprak. Ik heb het recept nog niet zelf geprobeerd.

Ingrediënten
wat kokosolie, 1 middelgrote ui, 1 aubergine,  3 roma tomaten, pompoenpitten, herbamare, verse gember, een paar eetlepels kokosyoghurt.

Aan de slag
Snipper de ui fijn, halveer de aubergine en snijd elke helft in de lengte en vieren om daarna daarna in kleine blokjes te snijden. Snijd ook de tomaatjes in kleine blokjes.

Doe de kokosolie in de wok, laat het smelten. Als het goed warm is doe je de stukjes ui erin en bakt ze bruin. Vervolgens gaan de blokjes aubergine erin en als die wat gekleurd zijn mogen de tomatenstukjes erbij. Schep het prutje in de maak regelmatig om

Strooi er naar smaak kruiden bij, ik gebruik herbamare, knoflook en wat gember. Vervolgens strooi  je er een flinke hand pompoenpitten door. Neem de wok van het vuur en  doe alles op een diep bord. Een paar lepels kokosyoghurt over het geheel heen maakt het compleet. Aan tafel kan je de yoghurt door het prutje roeren.

Ik denk dat ik een plaatsje op deze site inruim voor meer prutjes van Els.

De basis van koken.

Of je nu kookt voor je gezin, vrienden, buren of andere gasten, een aantal uitgangspunten gelden altijd. Het seizoen bepaalt in zekere zin de ingrediënten en de ingrediënten op hun beurt de maaltijd. Natuurlijk is boerenkool in de zomer mogelijk. Of een frisse salade in de herfst. Mijn bedoeling is me te laten leiden door de groenten van het seizoen. Naar de seizoenen koken heeft het voordeel dat je kunt werken met lokale producten die dan ruim voor handen zijn. Groenten van de koude grond zijn vaak smaakvoller.

Een goede voorbereiding is het halve werk, zei mijn moeder vaak. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Wat ga ik mijn gezin of andere gasten voor zetten? Dus, een recept zoeken. Wat vindt iedereen lekker? Zijn er allergieën? Zal een nieuw recept in de smaak vallen? Zijn de gasten ‘avontuurlijk’ aangelegd of juist ‘traditioneel’?

Goed, het juiste recept gevonden. Zelf nog wat aanpassingen bedacht. Soms een ‘geheel nieuw’ recept bedacht. Het is boodschappen doen geblazen. Natuurlijk zo veel mogelijk bij de (natuur-)slager, de visboer, de groenteman of op de markt. Een goed recept valt of staat met verse biologische ingrediënten. Niet van dat makkelijke ‘in één winkel alles kopen’, wat supermarkt heet. (Ik weet nog steeds niet wat er ‘super’ is aan supermarktmeuk)

Alle boodschappen in huis, de nodige pannen, potten, messen, pollepels, spatels, enz. klaargezet. De meeste mensen vergeten het bakje voor het snijafval, dus zeker ook klaar gezet. Niets is zo vervelend en stressvol om mis te grijpen tijdens het koken. Mijn messen zijn altijd scherp. Scherpe messen komen de smaak en de veiligheid ten goede.

Tot slot staat in mijn planning of de maaltijd vandaag of misschien morgen gegeten gaat worden. Vaak worden maaltijden de volgende dag lekkerder. Hoe lang is de voorbereiding en de bereidingstijd? Ik tel daar al gauw een kwartier bij op. Hoe laat is het de bedoeling dat er gegeten gaat worden? Soms is het snijwerk al gauw drie kwartier. De dagen dat we om 23.00 uur pas aan tafel gingen, komen door de goede planning nog weinig voor.

De enige manier om whisky te drinken

Goed, ik heb besloten me te gaan verdiepen in de wereld van whisky. Dus veel lezen over het onderwerp. Tegenwoordig heet dat ‘inlezen’. Nou, dat ‘inlezen’ heb ik geweten. Wat een gedoe, dat whisky drinken. Op alle websites en andere ‘inleesbronnen’ zie ik dat het vooral een kwestie van genieten is. Dat lijkt me ook de bedoeling. 

Maar dan… komen de tips en voorschriften over hoé je moet genieten. De sites voor ‘echte mannen’, de ‘mannen met baarden’ en de sigarenrokers hebben allemaal hun eigen voorschriften. Zonder schijn je niet te kunnen genieten. Geen water toevoegen, wel water toevoegen, druppelsgewijs water toevoegen, geen of wel ijs. Allemaal voorschriften om te ‘genieten’.

Om optimaal te kunnen genieten moét je een schoon glas eerst ‘omspoelen’ met een beetje whisky om dan pas je glas gepast te vullen met 25 ml whisky van het gewenste soort. En natuurlijk het juiste glas; een tumbler, een tulpglas of een ‘Sniffer’. Een andere ‘inleesbron’ zegt je glas te vullen met een flinke scheut tot ongeveer de helft van het glas. Allemaal voorschriften om ‘echt te kunnen genieten’. Niet dus. Als ‘genieten volgens voorschrift’ een must is, dan is het geen genieten meer maar een truukje.

Whisky on the rocks, met cola, met prikwater, volle glazen of juist een heel klein beetje, met water of zonder. Iedereen moet het voor zich zelf uitmaken wat voor hen ‘genieten’ is. Of whisky een drankje is voor ‘echte mannen’ of ‘mannen met baarden’ moet ieder voor zich uitmaken. Ik weet wel dat steeds meer vrouwen een goede whisky kunnen waarderen. 

Voor mij geldt dat het moment ‘goed’ moet zijn. Een prettige dag met actieve en minder actieve bezigheden. Hét glas voor mij is een kleine sniffer, een glaasje bedoelt om op proeverijen te gebruiken. Het glas gevuld tot net onder de helft, zo’n 30 ml. Net genoeg om te genieten van de whisky van dat moment. Na de eerste slok ‘neat’, een paar druppels koud bronwater (uit een glazen fles, dat dan weer wel) om de whisky meer te ‘openen’. Er komen andere aroma’s en smaken vrij en de whisky wordt milder. Met zo’n glaasje doe ik dan een uurtje, nippend en genietend van de dag, het moment en de whisky. Op mijn manier……

Waar te beginnen?

Goed, het eerste glas whisky is genuttigd en het smaakt naar meer. Waar te beginnen? hoe nu verder? Naar de winkel en me laten adviseren naar een redelijke fles voor een redelijke prijs met het risico in doorsnee te belanden? Of het avontuur aan om mijn eigen smaak te ontdekken door te proeven, veel te proeven.

Om nu hele (70 cl) flessen te kopen is wat prijzig en wat moet je met de rest van de fles als deze je niet bevalt. Om je geen buil te vallen zijn er veel miniflesjes van 5 cl te koop. Leuk zijn de zogenoemde cadeauverpakkingen met mini’s; drie of meer flesjes whisky van de bekende merken, soms met een glas. Erg betaalbaar en voldoende inhoud om te proeven.

Ik toog naar de G&G om wat rond te neuzen. Ja hoor, twee verpakkingen met mini’s. Mooi voor de ‘beginnende whiskydrinker’. (ik noem dat liever een ‘instapper’.) In de eerste verpakking drie flesjes, twee blends en een single malt. En -ook belangrijk- een proefglas, een zgn ‘Sniffer’. Een 18-jarige single malt van The Glenlivet; een blend van 17 jaar van Ballatine’s en een 18-jarige blend van Chivas Rigal.

In de tweede verpakking vier bekende whiskies; Chivas Regal 12 jaar; The Glenlivet Founders Reserve; Jameson Irish Whiskey en een Amerikaanse bourbon Four Roses. Toonaangevende whiskies welke een goed beeld geven van de verschillende smaken. Met deze twee verpakkingen ging ik mijn eerste babystapjes beginnen.

Makkelijk beginnen heb ik gelezen op internet. Met de Founders Reserve beet ik het spits af. Eerst een slokje ‘neat’ (zo uit de fles in het glas zonder water of ijs). Daarna de laatste slokjes met een druppel of twee water. De eerste slokjes ‘neat’ geven een indruk hoe de drank bedoeld is. Door water toe te voegen (druppel voor druppel koud bronwater) komen andere aroma’s vrij en smaakt de whisky anders. Milder en rijker.

Net zo belangrijk als ruiken en proeven is de ambiance en het moment van het nuttigen . Ik heb ontdekt dat ik graag een glaasje neem na een dag gevuld met wat ‘ontspannende en inspannende’ activiteiten. Na een dag dus die als ‘prettig’ de boeken in gaat. Tijdens de zomervakantie had ik toch wel redelijk wat van deze dagen kunnen noteren. Inmiddels zijn de zeven flesjes leeg en ben ik veel ervaringen rijker. En nieuwsgierig naar de vele andere soorten whisky. Vooral naar die uit Japan en Nederland. Voor mij geen grote flessen en geen grove tumblers, maar een ‘sniffer’ met een paar slokken. Ieder zijn (of haar) meug.

Ik heb een slowcooker, wat nu?

Zo’n drie jaar geleden was het in om te gaan slowcooken. Een wereld ging open, langzaam een stoofschotel garen zoals je oma dat op het petroleumstel deed. Minder brandgevaarlijk en zeker minder petroleumgeur in huis. De duurdere slowcookers werden/worden vaak online gekocht, de goedkopere (maar niet van mindere kwaliteit) bij Lidl of Aldi. Veel slowcookerrecepten waren en zijn te vinden op internet.

Maar wat heb je nu aan zo’n slowcookerpan? O k, een soepje of een stoofschotel is aardig. Ook het gemak schijnt aan te slaan; ingrediënten wat grof snijden, in de pan wat water toevoegen en een uurtje of zes, zeven of acht laten stoven. He, zo lang? ‘Mijn soep is met een half uurtje klaar, ik ga toch geen acht uur wachten?’ En de slowcooker gaat voornamelijk in de kast. Geen geduld is een belangrijke reden om niet (meer) te slowcookeren. Of, ‘wat kan ik nog meer maken dan soep of een stoofschotel?’ En vaak verdwijnt de slowcooker jammerlijk in een kast om één of twee keer te voorschijn te komen voor een stoofschotel in de herfst of een grote pan soep.

Het gemak; de ingrediënten gesneden en gewassen in de pan, water of bouillon er bij en zo’n acht uren laten garen in de pan. Niet roeren, niet meer kijken in de pan. Het gaat allemaal vanzelf. Sommige mensen vinden het nodig of wenselijk vlees aan te braden, voor dat het in de slowcooker belandt. Niet echt nodig, maar geen bezwaar er tegen.

De smaken worden goed gemengd vanwege de lange tijd en de lage temperaturen waarop e.e.a. gegaard wordt. Omdat je kunt kiezen uit de standen ‘Hoog’ en ‘Laag’ beïnvloed je de tijd hoelang het duurt voordat het gerecht klaar is. Ik kies meestal voor de lage stand en zo’n acht uren voor soep. Eenmaal heb ik een experiment gedaan met kippenbouillon achtenveertig uur laten trekken.

Gewoon leuk is het ombouwen van een gerecht van ‘gewoon koken’ naar een slowcookergerecht. Vaak experimenteren en uitproberen, niets voor mensen die keurig een recept volgen met alle grammetjes en lijstjes of voor ongeduldige personen. Wil je over een half uur eten, dan is slowcookeren niets voor je.

Soep of stoofpot; leg alle te gebruiken ingrediënten in de binnenpan. De volgorde is niet zo belangrijk, hoewel veel mensen eerst ui, bleekselderij en/of knoflook onder in leggen. Voor soep kan je de pan aanvullen met water. Bouillon is niet nodig. Door de lange tijd geven groenten en vlees hun smaak en gezonde stoffen af aan het water en zie; er is bouillon aan het eind van de kooktijd. Een voorbeeld van een stoofpot.

‘Bakken’ op dergelijke lage temperaturen is niet mogelijk. Wel kan je ingrediënten heel smakelijk garen. Knoflook (ik gebruik altijd bollen solo-knoflook) even aan de bovenkant insnijden tot een roosje, besprenkelen met olijfolie en met een klein laagje olijfolie ongeveer zes uren op ‘Laag’ laten garen.
Een of meerdere uien aan de bovenkant in snijden tot een roosje. Ook de ui besprenkelen met olijfolie en op ‘Laag’ voor 12 uur laten karamelliseren.
(Zoete) Aardappel in de schil laten en enkele gaatjes prikken in de aardappel. In aluminiumfolie inpakken met wat olijfolie en naar believen kruiden. Voor een recept van cake, kijk je hier.

Voor puree snijdt je naar wens de groenten, aardappelen, pastinaak, koolraap enz. in kleine blokjes. Samen met water, melk of zure room in de slowcooker en laten ‘koken’ tot de groenten gaar zijn. Afhankelijk van de stand Hoog of Laag en van de groenten zal dit vier tot zes uur duren.

Uit al het bovenstaande blijkt dat ‘geduld’ een eigenschap is welke noodzakelijk is voor het concept ‘slowcookeren’. Heb je dat niet, koop dan geen slowcookerpan.

Oude rassen, vergeten groenten

De laatste paar jaar krijgen oude groente-rassen steeds meer aandacht. Zelfs in veel supermarkten zijn oude rassen te vinden, veelal onder de naam ‘vergeten groenten’. Er is zelfs een ‘Vergeten Groentesoep’ van een bekend merk. (hoewel er meer meuk, dan groenten in het pak, zak of blik zitten). Maar wat zijn nu die vergeten groenten ofwel de oude rassen. Volgens deze stichting zijn er 550 oude groente-rassen. Onderstaand een beperkte opsomming. Wilt u een beschrijving van een groente of hoe een groente te bereiden, kunt u zelf op onderzoek uit gaan.

Aardbeispinazie; Aardpeer; Amarant; Andoorn; Biefstuktomaat; Blauwe, gele, roze aardappels, Blonde lof, Brave Hendrik; Broccoletto; Bruin rode jaarrondsla, Eeuwige moes; Haverwortel; Heilig Boontje; Kardoen; Knolvenkel; Koolraap; Koolrabi;
gele, rode, roze, witte krootjes; Malvablad; Melde; Mierikswortel; Oeraugurkje; Paarse spekbonen; Gouden spekbonen; Palmkool; Pastinaak; Peterseliewortel; Platte peterselie; Purperen artisjok; Meiraapjes; Rammenas; Rettich; Rode spruitjes; Roodlof; Schorseneren; Snijbiet; Wilde spinazie; Winterpostelein; Zeekool.

Een ander initiatief op het gebied van oude rassen is Op Goede Grond, een kwekerij met meer dan 200 oude fruitrassen:  appelrassen (> 150); perenrassen (50), kersen- en pruimenrassen en andere eetbare gewassen, kruiden en meerjarige groenten, waarvan zij zelf zeggen: ‘…Wij kweken holistisch en bewust ongecertificeerd ecologisch…’.

Seizoensgroenten 2/2

Veel mensen maken zich druk om hun Global Footprint, dát deel van de wereld welke zij gebruiken. Zij zijn bezig met hoe hun gedrag en besteding de wereld belast. Voor mij moet er een soort van evenwicht gevonden worden tussen de belasting waarmee ik de wereld opzadel en plezier in het leven. Dat evenwicht heb ik nog steeds niet gevonden en zal ik waarschijnlijk ook niet vinden. Maar ik blijf zoeken. Seizoensgroenten 2/2

Juli
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, doperwten, komkommer, kropsla, knolselderij, paprika, prei, prinsessenbonen, peultjes, pompoen, radijs, bieten, rode kool, raapstelen, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, tuinbonen, uien, venkel,veldsla, wortelen, witlof, zoete aardappel

Augustus
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, knolselderij, komkommer, kropsla, mais, paprika, pompoen, prei, prinsessenbonen, peultjes, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, uien, veldsla, venkel, wortelen, witlof, zoete aardappel.

September
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, knolselderij, komkommer, kropsla, mais, paprika, pompoen, prei, prinsessenbonen, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, tomaten, ui, venkel, witlof, wortelen, zoete aardappel.

Oktober
Aardappel, andijvie, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, Chinese kool, courgette, cherrytomaat, kropsla, knolselderij, komkommer, paprika, pastinaak, pompoen, prei, raapstelen, radijs, biet, rode kool, snijbonen, spinazie, spitskool, spruiten, tomaten, uien, veldsla, venkel, witlof,wortelen, zoete aardappel.

November
Aardappel, andijvie,aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, courgette, cherrytomaat, knolselderij, kropsla, paddenstoelen, pastinaak, pompoen, prei, biet, rode kool, radijs, spruiten, snijbonen, spinazie, spitskool, ui, veldsla, venkel, witlof, wortelen, zoete aardappel.

December
Aardappel, andijvie, bosui, cherrytomaat, knolselderij, kropsla, pastinaak, pompoen, prei, biet, rode kool, radijs, spuiten, spitskool, ui, veldsla, witlof, zoete aardappel.

Seizoensgroenten. 1/2

Seizoensgroenten? Nooit van gehoord. Het hele jaar door is ‘alles’ toch te koop?
Veel (jonge) mensen weten waar hun voedsel vandaag komt; uit de supermarkt. Een globale opsomming van seizoensgebonden groenten in twee delen. Seizoensgroenten, 1/2

We hebben onze mond vol van zorg voor de natuur, milieu en klimaat. Scholieren houden een staking en gaan naar het Malieveld om te demonstreren (tegen CO2). Dat CO2 nodig is voor plantengroei is hen niet echt duidelijk. Dat er veel meer bomen nodig zijn om het CO2 om te zetten in zuurstof ontgaat vele mensen, zeker politici schijnen het niet te snappen. Er worden onwaarschijnlijk veel bomen gekapt in Nederland. Zou dat te maken hebben dat veel centrales overstappen van kolen naar ‘biomassa’? Er zijn tuinders die CO2 toevoegen in hun kassen om de plantengroei te versnellen. Oeps, CO2 toevoegen, terwijl er allerlei draconische maatregelen worden verzonnen om CO2 te reduceren. Wat een malle wereld.

Iedereen kan zijn/haar steentje bijdragen aan een bewust en duurzame voedselsysteem. Een beetje kennis van zaken, een beetje moeite en vooral creativiteit helpt. Duurzame voedselsystemen kunnen georganiseerd worden door in een eigen moestuin te ploeteren. Niet iedereen heeft daar tijd voor of zin in. Of eenvoudig ontbreekt het sommigen aan kennis. Dan kan je kijken naar producten die geen wereldreis achter de kiezen heeft en zo natuurlijk mogelijk zijn geproduceerd. We komen dan uit op streekgebonden seizoensgroenten van boeren die eerlijk met hun producten en de natuur omgaan.

Groenten per seizoen (een greep)
Januari/februari
Aardappel, andijvie, bosui, knolselderij, kropsla, pastinaak, pompoen, prei, Rode biet, Rode kool, Radijs, Spruiten, Spitskool, Ui, Veldsla, Witlof, Zoete aardappel;

Maart
Aardappel, andijvie, asperges, aubergine, bosui, courgette, kropsla, knolselderij, komkommer, prei, pastinaak, paprika, pompoen, raapstelen, radijs, rode biet, rode kool, spinazie, spitskool, snijbonen, ui, veldsla, witlof, zoete aardappel;

April
Andijvie, aardappel, asperges, aubergine, bosui, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, doperwten, knolselderij, komkommer, kropsla, prei, paprika, pompoen, raapstelen, radijs, rode biet, rode kool, spinazie, snijbonen, tomaat, ui, veldsla, witlof, zoete aardappel;

Mei
Aardappel, andijvie, asperges, aubergine, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, doperwten, kropsla, knolselderij, komkommer, peultjes, prei, paprika, pompoen, raapstelen, radijs, rode biet, rode kool, spinazie, spitskool, snijbonen, tomaat, ui, veldsla, wortelen, witlof, zoete aardappel;

Juni
Aardappel, andijvie, asperges, aubergine, bloemkool, bosui, broccoli, cherrytomaat, Chinese kool, courgette, doperwten, kropsla, knolselderij, komkommer, peultjes, prei, paprika, pompoen, radijs, rode biet, spinazie, spitskool, snijbonen, tomaat, tuinbonen, ui, venkel, veldsla, wortelen, witlof, zoete aardappel.

Slow Food?

Het was in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In Rome werd het eerste fastfood van de stad geopend. Dat schoot veel Italianen in het verkeerde keelgat. Italianen hebben een sterke hang naar traditionele (streek-) producten en lokale gerechten. Fastfood kon echt niet en een protest kwam van de grond. Nu zijn Italianen, net als de Fransen, erg goed in effectief protesteren. De tegenhanger van fastfood was geboren; slow food.

De drie peilers van slow food -lekker, puur en eerlijk- komen tot uiting in het productieproces. Hierbij wordt rekening gehouden met duurzaamheid, respect voor dieren en met het milieu. Dan kom je al heel gauw op Slow Food; streekproducten, traditionele bereidingswijze, uit de eigen eetcultuur, gezond door voedingsstoffen. Een bewuste en verantwoorde manier van maaltijden bereiden en eten.

In de supermarkt is saaiheid troef. Vooral op de groentenafdeling bestaat er geen keus en is er geen variatie; van alles vaak maar één soort. Eén soort aardbei, één soort komkommer, een paar soorten appels en peren. Er valt bijna niet meer te kiezen. Slow food gaat voor variatie, meerdere soorten voedsel in een gerecht. Een moestuin is dan een uitkomst. Maar daar moet je tijd voor en zin in hebben.

Eerlijk en puur; dit betekent dat je niet kun werken met genetisch gemodificeerde producten of producten die verre reizen hebben gemaakt. Weten waar je producten vandaan komen, hoe zij tot stand zijn gekomen en hoe zij verwerkt zijn tot datgeen wat je koopt. Weten dat gewassen geen kunstmest hebben gehad, niet besproeid zijn en op hun eigen tempo opgekomen zijn. Weten dat dieren een goed leven hebben gehad , goed en verantwoord voer en op een ‘menselijke’ manier zijn geslacht. En dat allemaal zoveel mogelijk in je eigen omgeving. Mooi zou het zijn als je binnen een half uur fietsen al je boodschappen zou kunnen doen. Al zal ik met de auto gaan. Ik weet het, niet zo goed voor het milieu. Ook minder voor het milieu, maar erg handig zijn de adressen waar je online biologische producten vertrouwd kunt kopen.

Verantwoord en bewust met voeding, keuze van producten, de bereiding en het eten zorgen voor onthaasten. Mensen weten weer wat ze kopen, waar ze het kopen en dat het goed van kwaliteit is. ‘Ja, allemaal leuk en wel, maar ik eb er geen tijd voor’. Druk, druk, druk wordt vaak als reden gebruikt. Mensen zijn niet druk, maar maken zich druk. Als het ‘druk’ hebt, ben je belangrijk. Alle ‘drukke’ mensen hebben allemaal wel eens een dag vrij. Een mooie gelegenheid om je te verdiepen in lokale verkooppunten, markt, de landbouwer, boer, poelier waar mooie biologische streekproducten verkopen. Denk ook eens aan dieren die uit de natuur komen als hert, gans, zwaan, wild zwijn. Ook ‘overbodige’ dieren als geitenbok zijn prima in heerlijke gerechten te gebruiken. Op internet staan veel geschikte recepten en dagelijks komen er meer bij.

Weet wat je eet (en smakelijk)

De supermarkt, makkelijk en goedkoop

Het viel me al langer op. Groenten in de supermarkt gekocht waren binnen twee dagen verlept en niet bruikbaar meer. Brood uit de supermarkt bleef of minstens een week ‘vers’ of was juist binnen twee dagen oud. Mijn geliefde uiensoort lag drie weken in de supermarkt met de slogan ‘Vers van het land in de winkel’. Gedurende die drie weken zag je de uien achteruit; gaan, rotten, schimmelen en uitlopen. Geen medewerker die het opmerkte of ingreep; rotte uien in de winkel waar juist vers en biologisch hoog in het vaandel.

Redenen om eens te bekijken of de supermarkt de beste plek is voor je boodschappen. Maken supermarkten de beloften van makkelijk, vers, comfortabel, compleet en kwalitatief waar? Op mijn zoektocht laat ik mij helpen door de Keuringsdienst van Waarde, een kritisch tv-programma welke onderzoek doet naar de waarheid achter alledaagse producten als brood, honing, soep, melk, kortom de producten uit de supermarkt.

Sinds we olijfolie lopen bij een betrouwbare leverancier, valt het ons op dat olijfolie uit de supermarkt -ongeacht de prijs en beloofde kwaliteit- altijd spettert in de pan. Water in olijfolie? Waarom dan geen gespetter in de pan bij de olie van De Smaken van Griekenland? Simpel, géén water toegevoegd.

Brood, allerdaagser krijg je het niet. Lekker volkoren of liever donker boerenbruin, danwel wit of Tarvo. Je hebt het voor het kiezen in de supermarkt. Maar krijg je ook wat je denkt te kopen?

O k, dan melk, dat witte spul wat zo gezond moet zijn Joris Driepinter liep er warm voor. Hiermee kan toch niets mis zijn? Wat kan er nu mis gaan met melk. Dan dat andere gezonde witte spul, Yoghurt. Van uit diverse landen en nationaliteiten komen de yoghurtspecialiteiten bij ons in de supermarkt. En voor een betaalbare prijs.

Nu je toch in de supermarkt bent. Bekijk in het vriesvak de ingrediënten eens van de spi­na­zie à la crè­me. Daar zit in gedroogde groente (wortel, ui, prei, sjalot). Altijd lekker als je allergisch bent voor wortel. Natuurlijk zit er meer meuk in deze spinazie (84% spinazie, water, 4% room, raapolie, rijstzetmeel, zout, lactose, melkeiwit, magere melkpoeder, natuurlijke aroma’s, verdikkingsmiddel (guarpitmeel, xanthaangom), dextrose)

Ik kan veel pagina’s vol schrijven wat over de producten van de supermarkt, elke supermarkt, van paprikapoeder via bouillon naar roep maar wat. De supermarkt is makkelijk, alles onder één dak maar het is en blijft meuk. Je weet niet wat je eet.

De tegenhanger van de supermarkt (je weet niet wat je eet en waar het vandaan komt) is de beweging van slow food; seizoensgroenten van lokale leveranciers met als uitgangspunt; ‘…Iedereen heeft recht op goed voedsel; duurzaam geproduceerd tegen een eerlijke prijs…’. De producten komen uit je buurt, je weet wie de leverancier is en hoe de producten tot stand komen en -vooral- wat je koopt. Eerlijke producten zonder toevoegingen of verontreinigingen.

Inmiddels hebben we ervaring met de streekproducten, de boeren en tuinders uit de buurt. Toegegeven, niet om de hoek zoals de supermarkt maar wel met de fiets te doen (als je goede fietstassen hebt) Lui als ik ben doe ik boodschappen met de auto en het kost me wat meer tijd. De boodschappen zijn gemiddeld iets goedkoper dan in de winkel. Wat levert het op? Veel meer smaak, geen meuk maar echte producten met de smaak van de de vijftiger jaren.

Snijlessen van een……

….soort van wannabee-ninja. Enige tijd geleden kocht ik Japanse keukenmessen. Vlijmscherp en redelijk fors van formaat. In ieder geval scherper en groter dan ik gewend ben. Om wat zelfvertrouwen te krijgen heb ik besloten om mijn snijtechnieken aan te scherpen. Op naar een snijtechniekworkshop, snijlessen.

De chef, gekleed in hip zwart stond klaar om ons, leken op het gebied van koken, te onderrichten in de geheimen van de keuken. Althans dit gevoel gaf hij zijn leerlingen. Na een kort introductie-toespraakje konden we een plek, een snijplank en drie messen uitzoeken. Natuurlijk kregen we ook een modisch schort voor, ook zwart. Iedereen op zijn/haar plaats en de workshop begon. Als een overjarige ninja jongleerde hij met messen en een aanzetstaal, alsof hij wilde zeggen ‘kijk, dit kan ík en jullie niet’.

Het eerste snijwerk diende zich aan, het snijden van een forse ui. De meester deed het voor; een klauwtje van je hand maken, je middelvinger voor de rest van de vingers. Het mes rust tegen je middelvinger en je laat de punt van het mes op de plank rusten. Met een ‘walsende’ beweging het mes door de ui laten snijden. Oud nieuws maar goed om nog eens te herhalen. De meester deed het voor. Met een snelheid passend bij Max Verstappen joeg hij zijn mes door de ui. Voor we beseften wat er gebeurd was, viel de ui in stukjes uiteen. Trots keek de meester zijn klasje rond en genoot van de verbaasde gezichten. Zijn blik verried zijn gedachten ‘dit gaat jullie nooit lukken’.

Nu wij. Klauwtje, mes goed vast houden, recht achter het mes en het product staan (‘denk aan je vingers!!’) en snijden. ‘SNIJDEN, niet hakken’, deze kreet zouden we de hele middag horen van deze ninja. ‘RECHT achter je product staan’, het wilde bij mij er niet in. Als ik recht achter m’n mes ging staan verkrampte ik. Een voor mij meer comfortabelere houding werd door de meester (Chef!) niet geaccepteerd. ‘Op deze manier houd je het geen twee uur uit in de keuken’. Dat komt mooi uit, ik snijd eigenlijk nooit langer dan een half uur. En ik ga toch nooit werken in een professionele keuken. Dus voor mij goed genoeg.

Enfin, de tijd kroop, de ninja werd steeds teleurgestelder in zijn pupillen. We zullen nooit zo snel snijden als hem. Nu weet ik weer waarom ik graag dingen aanleer zonder een leraar er bij. Geen ergernis bij de meester en ik houd mijn centen in mijn zak. Dankzij docent Youtube zijn mijn snijtechnieken goed genoeg om lol te hebben in mijn snijwerk.

Over cookies

Je bent op één van de saaiste pagina’s van deze site beland. Deze pagina is er ‘omdat het moet’ van juridische mensen. Hieronder vind je ons ‘Cookie Beleid’. In het kort komt het erop neer dat we cookies gebruiken om onze site goed te laten werken. Maar we doen er verder niets mee.

Onze website maakt gebruik van “cookies” (tekstbestandjes die op je computer worden geplaatst) om de website te helpen analyseren hoe gebruikers de site gebruiken. Met deze cookies worden algemene bezoekgegevens bijgehouden, waaronder het IP-adres van je computer, het tijdstip van bezoek en gegevens die de browser meestuurt. Deze gegevens worden gebruikt om van bezoek- en klikgedrag op de website te analyseren. Wij gebruiken deze informatie om de werking van de website te verbeteren. Deze gegevens worden zo veel mogelijk geanonimiseerd en worden niet aan derden verstrekt.

Je kunt de instelling van cookies aanpassen door de de instellingen van je browser te veranderen (zie je browser ). Wees ervan bewust dat het uitschakelen van cookies de functionaliteit van de websites die je bezoekt zal beïnvloeden. Uitschakelen van cookies zal meestal resulteren in het uitschakelen van bepaalde functionaliteiten en functies van deze en andere websites.

Japanse keukenmessen

Jarenlang heb ik keukenmessen gebruikt. Een schilmesje, een groter mes voor groenten, vlees, vis en een broodmes. Allemaal sneden ze en aan sommige sneed ik me zelf. De schilmesjes vier voor een euro bij de Action, het broodmes en het grotere mes van het betere soort van ongeveer 15 euro per stuk. En ze deden waarvoor ze gekocht zijn; snijden. En ik wist niet beter, dus was er tevreden mee.

Tijdens een verloren moment zoekend naar niets op internet kwam ik op een site waar Japanse keukenmessen te koop stonden en staan. Messen en messensets van zo’n 30 euro tot 1.500 euro. Japanse keuken messen worden aanbevolen als vlijm- en vlijmscherp, met de hand gesmeed, duurzaam en mooi. Mijn interesse was gewekt.

Filmpjes op YouTube over deze messen, hoe te snijden, het onderhouden en vooral scherp houden van Japanse keukenmessen hebben mij overtuigd. Ik ga voor Japanse keukenmessen. De volgende stap; welke dan? De meest onmogelijke combinaties van eigenschappen komen langs; robuust, maar elegant; betaalbaar maar hoge kwaliteit en meer van die tegenstrijdigheden. En wat denk je, die onmogelijke combinaties blijken mogelijk te zijn.

Hoeveel messen heb ik nu echt nodig? Welk mes is handig voor wat en wanneer is een mes een hebbedingetje? Ook hier gaf YouTube antwoorden. Messensets van wel 6 of 7 ‘noodzakelijke’ messen werden teruggebracht tot 3. Dus naar de winkel. Hoewel kopen via internet misschien wel snel en prettig kan zijn, koopt ik het liefst in de winkel. De spullen van alle kanten bekijken, de geur van de winkel, treuzelen en als ik besloten heb om te kopen de verkoper aan het werk zetten door te zeggen dat het een kadootje is. Wordt het ook nog mooi ingepakt.

Nu kwam ik in deze winkel niet tot kopen, maar wel tot de conclusie dat ik het uitgezochte mes niet wilde. Ik had van hetzelfde merk een veel mooiere gezien en vastgehouden. Dus toch maar twee messen besteld (voor tienen besteld, morgen in huis). Een universeel mes en een Santoku.

Het Santokumes is de Japanse versie van het Europese koksmes en wordt gebruikt voor het snijden van vlees, vis en groenten. Het mes is lichter en dunner dan het Europese koksmes en de snijkant loopt veel rechter. Santoku betekent ‘drie deugden’ wat staat voor vlees, vis, groenten. Zo gaat het gebruik in de praktijk.

Het Universeelmes (Petty) is geschikt voor het uit de hand schillen van ui en knoflook, het snijden van groenten, vlees, vis en het hakken van kruiden. Het is een klein wendbaar mes.

Het groentenmes (Nakiri) is uitermate geschikt voor het snijden en hakken van groenten en kruiden. De punt van het mes is iets afgerond zodat je ook vanuit een hoek perfecte reepjes groente snijdt. Ondanks dat de vorm dit wellicht doet vermoeden, hebben we hier niet te maken met een hakmes of hakbijl. De Nakiri in de praktijk.

Niets Japans aan maar erg noodzakelijk is het aanzetstaal. Nodig voor het dagelijks onderhoud van je scherpe messen. Dit filmpje geeft uitleg over het gebruik van het aanzetstaal.

In totaal dus 3 messen voor het totale snijwerk in de keuken, althans voor mij. Sommige mensen zweren bij meerdere messen. Voor mij zijn deze 3 messen afdoende. Goed, de messen zijn gekocht, uitgepakt, de pleisters gepakt –en ja ze zijn vlijmscherp-, klaar voor gebruik. Nu waren mijn snijtechnieken niet slecht te noemen, maar voor deze messen toch wel onvoldoende. Toch maar een paar filmpjes bekijken of een echte snijworkshop volgen.