Broeder in de slowcooker

Haarlemmerweg, het is een mooie zomerse dag. Het loopt tegen etenstijd. Om vijf uur ‘smiddags moet de warme maaltijd op tafel staan. Mijn moeder gaat met een pan water, een bak met aardappelen en een schilmesje naar de voordeur. Daar zitten de buurvrouwen al klaar. Het is gezamenlijk aardappelen schillen in het zonnetje. En natuurlijk ook de nieuwtjes uitwisselen, soms op een lichtelijk roddelniveau maar altijd gezellig.

Op zaterdag werd er niet gekookt. Dan was het een uitgebreide broodmaaltijd. Of broeder uit de slowcooker. De slowcooker van mijn moeder was een tulbandvorm op een petroleumstel of in de gasoven.

Dit recept van broeder in de slowcooker wordt gemaakt in de moderne slowcooker.

Ingrediënten: 300 gram zelfrijzend bakmeel, 175 gram rozijnen, 100 gram krenten, 75 gram sucadestukjes, 125 ml melk, 125 gram boter, 2 eieren, het merg van drie vanillestokjes (of 2 zakjes vanillesuiker)

De ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn. Dus mogen de ingrediënten een uurtje uit de koelkast. De rozijnen en krenten worden een uurtje geweekt. Daarna de rozijnen en krenten even drogen met keukenpapier en bestuiven met bloem. Dan blijven ze keurig op hun plaats in het deeg. De rozijnen, krenten en sucadestukjes mengen tot een gevarieerd geheel.

De boter mixen tot het zacht en smeuïg is, stuk voor stuk de eieren erbij. Voeg dan ook de vanillesuiker toe. Mixen zodat alles goed romig wordt. Een beetje melk toevoegen en verder mixen.
Dan het zelfrijzend bakmeel er door heen scheppen en verder mixen. Verder mixen en melk rustig toevoegen tot het een geheel iets dikker is dan beslag maar dunner dan deeg.

De binnenpan van slowcooker invetten en bekleden met bakpapier. Zo dat de broeder, eenmaal gaar, aan het bakpapier uit de slowcooker getrokken kan worden. Met de spatel het beslag/deeg voorzichtig in de slowcooker spatelen en er een zo mooi mogelijke bol van maken. Tussen de pan en de deksel een dubbel stuk keukenpapier leggen. De deksel op de slowcooker en instellen op laag voor een uur of 2,5. Na deze tijd met een grote satéprikker controleren of de broeder gaar is. Niet gaar, dan nog een half uurtje om daarna weer te proberen.

Zodra de broeder in de slowcooker gaar is, deze een kwartiertje in de pan af laten koelen. Dan kan het aan het bakpapier uit de pan getild worden. In plakken gesneden met boter, poedersuiker of stroop serveren.

Klassieke Hete Bliksem uit de oven

Je kunt het bereiden als stamppot en als ovengerecht. Hoe je het ook maakt, het blijft klassieke hete bliksem. Ik ga vandaag voor de ovenschotel.

Ingrediënten: 750 gr rundergehakt, 1 kilo aardappels, 6 appels, een forse scheut melk, 125 gram geraspte kaas, 2 uien, 1 theelepel mosterd, een 125 gr boter.

De aardappelen worden geschild en in snijd grove stukken gesneden. Ook de appels worden geschild, van hun klokhuis ontdaan en in grove blokjes gesneden. De uien schillen en snipperen.

Zijn deze voorbereidingen achter de rug, dan kan het koken beginnen. De aardappelen in een brede pan met koud water aan de kook brengen. De aardappelen hebben ongeveer een kwartier nodig om gaar te worden.

Verhit in een hapjespan een klontje ghee en bak de uisnippers glazig. Voeg dan het gehakt toe om te rullen en gaar te bakken.

Doe de appelblokjes in een pan met een klein laagje water. De appels worden ongeveer tien minuten gekookt tot ze zacht zijn.

Zijn de aardappels gaar dan kunnen ze afgegoten worden. Weer terug in de pan om wat uit te dampen. Stamp de aardappels tot puree onder toevoeging van de stukjes boter en de mosterd. Als de boter helemaal is opgenomen, kan de warm gemaakte melk toegevoegd om de puree smeuïg en luchtig te maken . Verwarm de oven voor op 200 graden.

Nu de losse onderdelen klaar zijn, kan de overschotel in elkaar gezet worden. Meng eerst het gehakt door de puree. Schep daarna de appelstukjes door het mengsel. Vet een ovenschaal in en verspreid hierover de puree.

Ik neem nu een appel, schil en snijd in het dunne plakken om daarna te verdelen over de hete bliksem. Strooi de geraspte kaas over het geheel. De schaal gaat voor ongeveer 25 minuten in de oven. Als de bovenkant mooi bruin is, is klassieke hete bliksem uit de oven klaar!

Boeuf Bourguinon

Wie kent het niet, Boeuf Bourguinon? De klassieker uit de Franse keuken. Soms lijkt het wel of er één versie bestaat van een recept. Boeuf Bourguinon, zo en niet anders. De praktijk is weerbarstig, dus er bestaan veel boeuf-recepten naast elkaar. Aanbevolen als ‘de lekkerste’, de ‘ultieme’ of zelfs ‘oma’s recept.’

Deze versie van boeuf bourguinon is gebaseerd op het recept uit ‘De kunst van het koken’ van Julia Child. Dit recept is zoals wij het meest smakelijk vinden.

Een smakelijke stoofpot valt of staat met de keuze van het vlees. Hoe beter de kwaliteit van het vlees, hoe beter de stoofpot. Wij kiezen voor rundvlees van buitendieren. Deze runderen lopen 95% van het jaar buiten. Zij hebben voldoende ruimte om te bewegen, grazen op weiden met kruiden. Het vlees is doorregen met vetrandjes, ideaal stoofvlees. Wij kopen het vlees bij onze vaste natuurslager.

Ingrediënten: 1 kilo hacheevlees, 2 winterpenen, 10 sjalotjes, 2 bolletjes soloknoflook, 200 gr spekblokjes, 3 laurierblaadjes, 70 gr tomatenpuree, 1 tl gedroogde tijm, 2 jeneverbessen, 1 el ghee, 1 tl bouillonpoeder, 700 ml stevige rode wijn, peper en zout naar smaak.

De winterwortel in halve plakjes gesneden; de sjalotten en knoflook grofgesnipperd. De tomatenpuree afgemeten en klaar gezet, net als de laurierblaadjes. Zout, peper, tijm en de bouillonpoeder staan al te wachten.

Ik gebruik als gewoonlijk de soeppan met dikke bodem. Eerst worden de spekblokjes uitgebakken. Deze gaan uit de pan op een bord, ‘in de wachtkamer’. Daarna wordt het stoofvlees in de pan met een eetlepel ghee bruin gebakken. Door het vlees vooraf goed droog te deppen wordt het vlees mooi bruin.

Het vlees met een schuimspaan uit de pan op een diep bord ook in de wachtkamer. Nu zijn de groenten aan de beurt om gebakken te worden. Op middelhoog vuur gaan de wortel, ui, knoflook, bouillonpoeder en de tomatenpuree in de pan om voor 5 minuten gebakken te worden.

Tijd om het spek en het vlees uit de ‘wachtkamer’ te halen dwz van de borden in de slowcooker. De groenten erbij en goed mengen. Tijd om de wijn te gebruiken. Deze giet ik in de soeppan en breng de wijn licht aan de kook.

Dan kan ook de wijn en de tijm in de slowcooker. Als laatste worden de laurierblaadjes op het mengsel gelegd. De slowcooker kan aan het werk voor zo’n 8 uur op ‘Laag’.

Lekker bij de Boeuf Bourguinon zijn geglaceerde zilveruitjes.

Uiensoep nóg langzamer

In de klassieke recepten van uiensoep is het belangrijk de uienringen langzaam, heel langzaam te laten karameliseren. In de koekenpan, op laag vuur en redelijk vaak omscheppen. Dan ben je toch al gauw een half uur tot drie kwartier bezig. Dat kan anders. Maar kan uiensoep nóg langzamer?

Ingrediënten
700 gram uien, 1 bolletje soloknoflook, 50 gram boter, 50 ml droge witte wijn, 1 liter bouillon, 4 laurierblaadjes, 1 el tijm, 100 gram geraspte kaas, 1 stokbrood, wat zout en peper naar smaak.

Ik heb niet voor niets een slowcooker. Dus, de uiringen karameliseren in de slowcooker. Eénmaal vullen en instellen, de slowcooker doet gedurende vijf uur wat hij moet doen; op lage temperatuur uien karameliseren.

Wat ik anders nooit doe, doe ik nu wel; de slowcooker voorverwarmen met een stevige klont boter er in. Voor deze keer mag de slowcooker op ‘HOOG’ tijdens het voorverwarmen. Ondertussen pel ik de uien uit hun jasje. Ook de eerste rok (het eerste laagje na de schil) gaat in de kliko, want die is taai. De uien worden in halve ringen gesneden. De knoflookbol ook pellen en fijn snipperen. Als de boter goed gesmolten is kunnen de uiringen en de knoflook in de slowcooker. Ingesteld op ‘Laag’ voor vijf uur. Regelmatig even omscheppen

Ondertussen kan de bouillon goed heet verwarmd worden. Zodra de uiringen bruin zijn kunnen de overige ingrediënten toegevoegd worden; de laurierblaadjes, tijm, witte wijn en de warme bouillon. Eventueel naar eigen believen iets meer bouillon toevoegen, maar dat is een kwestie van smaak. De slowcooker mag nu een uur of twee á drie op ‘Laag’ om het af te maken.

Snijdt het stokbrood in plakjes en strooi er ruim de geraspte kaas er op. Gratineer de kaas onder grill in de oven. De soep serveren in een ruime kom, het broodje erop gelegd.

Hachee van opoe

We hebben het plan opgevat om verschillende variaties van de ons bekende hachee stoofpot te bereiden. Maar dan wel zoals andere landen dit zien. We nemen hiervoor steeds in stukjes gesneden runderlap, ook wel hacheevlees of goulashvlees genoemd.

Nu is de hachee aan de beurt. Niet zo zeer op de manier van mijn opoe, maar meer het klassieke recept. En dan noem je het al gauw ‘grootmoeders’ recept. Of van opoe.

Ingrediënten
voor het vlees:
1 kilo hacheevlees, een klont Ghee, 1 kilo uien, 1 tl bouillonpoeder, 2 pijpjes donker bier, 4 laurierblaadjes, 4 kruidnagels, 2 gedroogde jeneverbessen, 4 plakken ontbijtkoek, 2 el arrowroot, wat zout en peper naar smaak.

voor de puree:
1,3 kilo kruimige aardappelen, 125gram boter en wat melk.

Ik begin vroeg want het spul moet zo’n acht uur stoven. Maar… eerst koffie. Het vlees kan dan goed op kamertemperatuur komen. En natuurlijk alle ingrediënten, afgewogen en klaar gezet om misgrijpen te voorkomen. Aan de slag!

De grootste klus is de uien pellen en in ringen snijden. Keurig op gestapeld op een ruim bord. Het vlees is inmiddels op temperatuur. De soeppan staat klaar met een klont Ghee. Dit goed op temperatuur laten komen voordat het vlees in de pan gaat. Op matig vuur lichtbruin bakken. Het vlees kan al in de slowcooker. De uiringen gaan in de soeppan. Niet schrikken, het lijkt heel veel ui. De ui wordt op midden vuur glazig gebakken.

De uiringen gaan ook in de slowcooker. Regelmatig omscheppen zodat de ui en het vlees lekker gemengd worden. Het meeste werk is gedaan. Nu mag de slowcooker aan de slag. Het vlees-/uimengsel zit in de slowcooker. De pijpjes bier gaan in de soeppan samen met de bouillonpoeder. Even op matig vuur verwarmen. Bruist het een beetje, dan giet ik het bier/bouillon ook in de slowcooker. Een beetje omscheppen, op naar de volgende stap.

Handig is om de kruidnagels een voor een in een laurierblaadje te steken. De kruidnagels zijn dan makkelijk terug te vinden. De laurierblaadjes een beetje onderduwen in de slowcooker en de plakken ontbijtkoek op de inhoud van de pan leggen. De jeneverbessen in de pan. Na ook deze ‘klus’ geklaard is kan de slowcooker aan op mijn favoriete stand ‘Laag’ voor acht uur.

Na zeven uur is de puree aan de beurt.
De tijd om puree te maken schat ik in op minder dan een uur. De aardappelen zijn dan algeschild. Dus enige planning is aan te raden om het geheel gelijktijdig te kunnen serveren.

De aardappelen schillen en in ongeveer gelijke blokjes snijden. Ik doe de aardappelen meestal door vieren. De aardappelen even goed afspoelen en in voldoende water aan de kook brengen. Na ongeveer 15 minuten zijn de aardappelen gaar en kunnen worden afgegoten. In de tussentijd heb ik de boter in stukjes gesneden en de melk verwarmd.
De stamper doet het grovere werk, het stampen van de aardappelen. Onder het stampen door de boter klontje voor klontje toevoegen. Naar eigen inzicht wat melk toevoegen tot het een smeuïg geheel is. Nu komt de garde in actie. Hiermee de puree voorzichtig luchtig kloppen.

Als groenten hebben we gekozen voor tuinerwten en wel uit de diepvries. Lekker makkelijk in zes minuten in kokend water klaar. Even afgieten, desgewenst een klontje boter er door. Als het goed is zijn nu alle onderdelen van de maaltijd klaar om opgeschept te worden. Nu maar hopen dat de kinderen snel aan tafel komen.

Hachee van opoe

Vroegere luxe; Blote billetjes in het gras

Mijn ome Bertus was een reus van een man. Iets van twee meter en handen als kolenschoppen. Het verhaal gaat dat hij een mud aardappelen in twee handen kon dragen. Zijn vrouw was Rooie Betsie. Hoe ze echt heette is (mij) niet bekend. Door iedereen en overal was het ‘Rooie Betsie”. Ome Bertus was geboren op Kattenburg (Amsterdam) toen het nog een aso-wijk was. Of Ome Bertus en Rooie Betsie een echte oom en tante waren heb ik nooit geweten.

Ome Bertus was tuinman/hovenier. En zoals gebruikelijk gingen ome Bertus en Rooie Betsie niet op vakantie. Waarom zouden ze ook? Ze hadden namelijk een volkstuin op een groot volkstuinencomplex. Zo net langs de spoorlijn. Het was in de tijd dat treinen nog remmen hadden waarin asbest was verwerkt. De wc’s van de langsrazende treinen loosden tussen de wielen op het spoor en de uitwerpselen werden als door een nijlpaard verspreid. Niemand die daar –in die tijd- om maalde. Het was gezond om ‘van de tuin te eten’.

In de zomer logeerde ik vaak op de tuin. Ik trok tijdens die logeerpartijen veel op met hun dochter –zelfde leeftijd en zelfde voornaam-. Met hun veel oudere zoon beleefde ik mijn eerste ritjes op een heuse skelter (met benzinemotor). De Coentunnelweg was in aanbouw en er lag prachtig asfalt. We reden daar uren lang rondjes tot de politieagent (een soort Bromsnor op de fiets) ons wegstuurde.

Zoals gezegd aten we van de tuin. Het kan zijn dat het bruine bonensoep was als voorgerecht, bruine bonen met spek en aardappels en toe gele vla. Na elke gang werden de borden goed schoon gelikt, want de volgende gang moest op hetzelfde bord. Ik keek de eerste keer mijn ogen uit, maar het wende snel.
Rooie Betsie kookte voornamelijk wat van de tuin kwam. Dat had voordelen; goedkoop, vers, gezond (alhoewel je daar vandaag de dag je vraagtekens kunt zetten) en veel. Want Bertus plantte, pootte en zaaide dat het een lust was. Eén rijtje sla? Welnee, doe er maar een stuk of zes: ‘Beter mee verlegen dan om verlegen’. Er was altijd wel aftrek voor alles wat Bertus teveel had.

Vandaag gaat Betsie op de luxe toer. Natuurlijk met zoveel mogelijk ingrediënten uit eigen tuin; Blote-billetjes-in-het-gras, zo is de nuffige naam van het gerecht. Als je aan Betsie vroeg hoeveel aardappelen, bonen of andere ingrediënten je nodig had, antwoordde ze steevast ‘genoeg’.

Ingrediënten
Voldoende aardappelen (zo’n 2 kilo), Genoeg witte bonen (ongeveer 750 gram), Een paar handen snijbonen (zo’n 600 gram), een flink stuk spek, twee rookworsten, een ¼ tot een ½ liter melk, een schepje suiker, wat peper en zout.

De aardappelen werden door Betsie persoonlijk geschild. Op een houten stoel voor het huisje met een bak aardappelen op haar schoot, een grote pan vol water op de grond. Met een aardappelschilmesje schilde ze aardappel voor aardappel. Eenmaal geschild en in vieren gesneden belandde de aardappel met een boog, een plons en een hoop gespetter in de pan.

De snijbonen snijden werd gedaan door de dochter des huizes en hun logee, ik dus. De snijbonenmolen werd op het aanrecht geklemd, de emmer met bonen ernaast. Eerst de bonen afhalen (de puntjes eraf en de draad meetrekken), dan boon voor boon in een van de twee gaten van de molen wurmen. De een draait, de ander wurmt. Halverwege werden de rollen omgedraaid.

Nog een taak voor de kinderen; de witte bonen zitten natuurlijk nog in hun jasje, de peul. Dus een bak met peulen op tafel. Met enige handigheid knakte je de peulen open en roetsjte je de bonen er uit. Daarbij moest je goed opletten dat de peulen in de ene en de bonen in de andere bak kwamen. Dat worden de blote billetjes.

De aardappelen worden gaar gekookt in ongeveer 10 tot 15 minuten. De snijbonen en de witte bonen worden in een andere pan gedaan en ook in ongeveer 15 minuten gaar gekookt. Natuurlijk werd er gekookt met een stevige hand zout in het water. In weer een ander pannetje worden de rookworsten warm gemaakt. Het spek moest nog in blokjes gesneden worden om daarna uit te bakken.

Van de gare aardappelen maakte Betsie een groffe aardappelpuree: de aardappelen worden afgegoten en even laten staan. Onderwijl wordt de melk lauwwarm gemaakt en de boter klaargezet. Met een stamper worden de aardappelen kruimig gestampt, melk en boter er bij zodat, het een smeuïg geheel wordt, niet te glad.

Ook de snijbonen en de witte bonen worden afgegoten om dan met het spek door de puree te worden geroerd. Niet stampen, maar rustig aan door elkaar gehusseld. De pan op tafel, de borden bijgehouden en Betsie schepte op. De in plakjes gesneden rookworsten werden verdeeld; één rookworst voor Bertus en één voor de rest van het gezin (4 personen).

error: Content is protected !!
Geverifieerd door ExactMetrics