Grieks bijgerecht Tzatziki

Grieks bijgerecht Tzatziki
Om dit bijgerecht helemaal tot zijn recht te laten komen, maak ik het een dag van te voren.

Ingrediënten
1 komkommer, 1 bol Soloknoflook, 1 liter Proto (of Dodoni 10%), yoghurt, een scheut olijfolie, wat wijnazijn en een paar klein gesneden blaadjes munt.

De komkommer schillen en met een grove rasp raspen. Een beetje zeezout of Himalayazout er over heen strooien en in een schone theedoek of kaasdoek het vocht er uit knijpen. Dit mag best stevig, zodat bijna alle vocht er uit is. De knoflook heel fijn hakken of raspen. Sommige mensen raspen de knoflook tot moes, dan is een bol extra knoflook niet overbodig.

Meng alle ingrediënten in een ruime schaal door de yoghurt en roer alles goed door elkander. De schaal gaat afgedekt in de koelkast tot de volgende dag.

Een lekkere combinatie is tzatziki met Turks brood en Kotopoulo sto fourno en fêta fourno.

Is zure melk bedorven

Van oudsher hebben mijn ouders, het Voedingscentrum, artsen en voedingsdeskundigen mij gewaarschuwd voor rauwe melk. Brrr, gevaarlijk; koken voor gebruik. Niet langer dan drie dagen bewaren. Want slechte bacteriën. Is zure melk bedorven?

Gehoorzaam kocht ik de melk in de super. Veilig, want gepasteuriseerd. Later ben ik meer gaan lezen over de bewerkingen van winkelmelk. Hierdoor heb ik de stap gemaakt naar rauwe melk en rauwmelkse producten.

Sinds enkele jaren maak ik kefir. Door levende kefirculturen aan melk toe te voegen in een verhouding van 1:10. Kefir is net als clabber milk rijk aan probiotica.

Een andere, meer onbekende manier is Clabber of Clabbered milk. Eigenlijk is het maken van clabber milk eenvoudiger dan het maken van kefir.

Clabber milk bestaat uit melk. Door eventueel wat citroensap toe te voegen versnel je het fermentatieproces. Prettig als je het wilt, maar nodig is het niet. Ik gebruik alleen rauwe A2 koemelk.

Ingrediënten: 1 liter rauwe melk,
(Pasteurisatie vernietigt de nuttige probiotica die in rauwe melk aanwezig zijn, zoals melkzuurbacteriën)

Steriliseer een glazen fles of pot door deze in de oven te zetten. De oven op 150 graden instellen. Als de oven op temperatuur is, dan 15 minuten op 150 graden de fles steriliseren. De dop of deksel kan voor enkele minuten in zo heet mogelijk water gedaan worden. Een drupje afwasmiddel is aan te raden.

Na een kwartier is de fles steriel en kan het uit de oven. Let op, 150 graden is best heet, dus even in de oven af laten koelen is verstandig. Als de fles met ovenwanten te pakken is, kan het uit de oven en op een dubbelgeslagen theedoek gezet worden tot hij helemaal afgekoeld is. Het is zaak om NIET aan de hals van de steriele fles te komen.

De dop of deksel kan met heet water afgespoeld worden en op een stuk keukenpapier gelegd om te drogen. Ook hier geldt, kom alleen aan de buitenkant van de dop. Hygiëne is belangrijk, je werkt immers met bacteriën.

De fles en dop zijn inmiddels steriel en afgekoeld. Nu kan je de melk in de fles gieten. Houd er rekening mee dat het fermentatieproces er voor zorgt dat de fles onder druk komt te staan. Dus de fles vullen tot een cm of vier onder de dop.

Sluit de fles door de dop er op te doen, maar niet stevig vast draaien. Zet de fles op een plaats waar het niet in de weg staat, niet in de volle zon maar wel op een temperatuur tussen de 20 en 26 graden. De melk gaat nu fermenteren. De melk zal zuur worden door de melkzuurbacteriën die lactose omzetten in zuur. Na ongeveer twee tot vijf dagen zal de clabber milk klaar zijn. Hoe langer de melk fermenteert, des te zuurder wordt het. Dit gedeelte is een kwestie van smaak en experimenteren

Geniet van je clabber milk! Het heeft een licht zure smaak en is rijk aan probiotica, wat goed is voor je spijsvertering, immuunsysteem en cholesterolniveaus

Soms mag het makkelijk

Er zijn van die momenten waarop de keuze valt op ‘vlug en makkelijk’. Dat kan zijn op vakantie of bij kookidee-armoe. Dan is het handig om wat recepten en ingrediënten op de achterhand te hebben. Soms mag het makkelijk.

Dit keer valt dit recept in de categorie ‘makkelijk’. We zijn op vakantie en hebben wat ingewikkelder en wat simpeler gerechten op het programma. Naast het geplande restaurantbezoek.

Omdat we toch in de buurt zijn, doen we boodschappen in Duitsland. En komen thuis met producten die we in Nederland (nog) niet gevonden hebben. Soep in weckglas van de firma Löbke. Onze favoriet is *. Wel te koop in Nederland zijn de zongedroogde tomaten die niet in olie drijven. Toch maar gekocht in een Duitse super, omdat we er waren. De verse pasta kochten we bij de Nederlandse Jumbo. Zo hebben we alle ingrediënten voor lauwwarme pasta in huis.

Ingrediënten:
300 g verse penne, een el ghee, 2 bolletjes soloknoflook, 100 g ontbijtspek, 3 el roomkaas knoflook/tuinkruiden, 10 zongedroogde tomaten (niet in olie), 3 el pijnboompitten, 400 g gerookte kipfilet, 1 grote rode ui, 3 eetlepels aceto balsamico, 75 g rucola, verse basilicum, Parmezaanse kaas.

Het voorwerk: Snipper de ui en de knoflook heel fijn. Knip de zongedroogde tomaten in stukjes. Snijd de ontbijtspek in wat grotere stukjes. De gerookte kipfilet kunnen ook in kleine blokjes gesneden worden.

De penne worden volgens de voorschriften op het pak gekookt. Ondertussen worden de pijnboompitten op laag vuur geroosterd. De gesnipperde ui en de kipblokjes gaan voorlopig in een schaal en worden goed gemengd.

In de wok wordt de ghee goed verhit. Is de ghee op temperatuur dan kan de knoflook en het ontbijtspek langzaam gebakken worden. Ondertussen zal de penne gaar zijn. Klaar om afgegoten te worden. Weer terug in de pan om wat uit te dampen. Tenslotte is het de bedoeling lauwwarme penne te hebben.

Zijn de knoflook en ontbijtspek krokant, dan gaan de penne ook in de wok en goed gemengd. Op laag vuur wordt dan de roomkaas toegevoegd en goed doorgeroerd. De balsamico sprenkelen over de penne en desgewenst doorroeren. Op het laatst de zongedroogde tomaatjes verdelen over het mengsel in de pan. De in stukjes gescheurde basilicum worden over het geheel gesnipperd.

Op tafel staan de rucola en de pijnboompitten in bakjes. De lauwwarme pasta wordt op een bedje van rucola geserveerd. Naar smaak worden de pijnboompitten toegevoegd. Soms mag het makkelijk.

Meer puree

Meer puree. De titel heeft niets te maken met het komende schrijfsel. Maar dan wel weer met het recept.

Op ons vakantieadres aangekomen horen we ‘s avonds een aanhoudend gekrijs. Niet hard, maar doordringend en aanhoudend. Het begint om een uur of 22.00 en eindigt zo rond 01.00 uur. Na enig zoeken blijken het uilskuikens te zijn, jonge ransuilen die niet meer in het nest zijn, maar wel gevoerd worden door pa en ma. In deze fase worden de uilskuikens ‘takkelaars’ genoemd. De blijven in de nestboom en klauteren van tak tot tak. Om duidelijk te maken waar ze zijn krijsen ze zodat ze gevoerd kunnen worden.

Puree van vergeten groenten
Ingrediënten: 3 kruimige aardappels, 1 grote zoete aardappel, 0,5 knolselderij, 2 pastinaken, 150 gram boter, naar smaak peper, zout en nootmuskaat toevoegen.

Alle te schillen ingrediënten worden geschild, afgespoeld en in -ongeveer- gelijke blokjes gesneden. De blokjes aardappel, zoete aardappel, knolselderij en pastinaak worden in een ruime pan met koud water gedaan. De blokjes moeten net onder water staan.

In ongeveer 15 minuten wordt het mengsel blokjes gaar gekookt. Na het afgieten zullen de blokjes nog even uitdampen in de pan. Dan aan de slag met de pureestamper en de blokjes vergeten groenten fijn stampen. Tijdens het stampen kan de boter in stukjes worden toegevoegd. Telkens een stukje als het vorige opgenomen is.

Nu de puree al wat vorm krijgt, komt de garde in actie. Ik gebruik een Deense garde. Daar blijven geen klonters puree in hangen en het werkt fijner dan een traditionele garde. De puree wordt door het kloppen mooi luchtig. Naar smaak zout, peper en nootmuskaat toevoegen en klaar is de puree.

Jonge ransuil zit op een takMeer puree
Jonge ransuil zit op een tak in de nestboom Image by byrdyak on Freepik

Zomerse smoothies

Een bekentenis. Ik ben niet zo gek op smoothies. Ik vind ze vaak wat snotterig, groen van de spinazie of andere groente. Ook al dat het eten van rauwe groenten bepaalde risico’s met zich mee kan brengen bij veelvuldig gebruik. Oxaalzuur en nitriet kunnen rare dingen veroorzaken. . Smoothies zijn aan mij niet zo besteedt.

Sinds ZL een eenpersoons smoothieblender heeft, moet ik mijn mening bijstellen. ZL heeft zich toegelegd op smoothies met fruit. Elke dag een andere combinatie, de een wat frisser dan de ander. Maar steeds heerlijk. Wij mogen proeven. Een theelepeltje, want het zijn eenpersoons porties.

In het kader van Zomerse Smoothies een paar van zijn meest frisse combinaties. De een wat dikker en lobbiger dan de ander, maar allemaal zijn ze zomers fris. Ik moet toch maar eens vragen of hij wat meer gaat maken zodat we allemaal een glas kunnen krijgen. Ik heb mijn idee over deze smoothies herzien.

Het maken gaat volgens een vast schema: ingrediënten op maat maken, in de blender, het vloeibare ingrediënt toevoegen en blenderen.

Smoothie 1
1/2 banaan, kwart ananas, 9 frambozen, sinaasappelsap

Smoothie 2
4 aardbeien, schijf ananas, 4 frambozen, 1/4 mango, sinaasappelsap tot 2/3 vol

Smoothie 3
1/2 avocado, handje blauwe bessen, 10 aardbeien, 2,5 mango, ananassap (zomers)

Smoothie 4
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 6 aardbeien, wat honing, 1/4 mango, kokosmelk.

Smoothie 5
3 eetlepels Dodoni yoghurt, 1/4 mango, 5 aardbeien, wat honing, 1/2 avocado, sinaasappelsap

smoothie 6
Schijf ananas, 7 aardbeien, 1/2 avocado, scheutje ananassap en vullen tot 2/3 met sinaasappelsap.

Zomerse smoothie met aardbeien

Uitbreiding van de machinekamer

VL was onlangs jarig. Nu wordt het elk jaar lastiger om cadeaus te bedenken. Uiteindelijk, na lang nadenken, peilen en onderzoeken was één van de wensen; een slowjuicer! Uitbreiding van de machinekamer. De slowjuicer werd enthousiast ontvangen en uitgeprobeerd.

Maar waarom toch een apparaat erbij? Je kunt toch gewoon groenten knagen. Dan krijg je de enzymen, mineralen, vitaminen en vezels toch ook binnen? Klopt, en toch wilde VL een slowjuicer. Natuurlijk heeft ‘gezond’ er ook iets mee te maken.

Een waarschuwing is op zijn plaats. Het is mogelijk dat je lichaam reageert op het sap drinken. Het is nieuw voor je lichaam. Je lichaam zal er aan moeten wennen. Daarom rustig aan beginnen en opbouwen. Let goed op wat je lichaam je laat weten en hoe het reageert.

Niet alle groenten vallen goed of hebben een ronduit negatieve werking op het lichaam. Dus dat gaat bekeken en onderzocht worden. Dan bekijken we de combinaties ook op smaak. Bevalt een combinatie ons, dat plaatsen we dat als recept op de site.

Om te beginnen hebben we deze geprobeerd:
Ingrediënten: 1 stronk biologische bleekselderij, 1 appel.

Snijd van de bleekselderij een stukje van de onderkant af. Dan de stengels in kleinere stukjes zodat deze makkelijk in de slowjuicer passen.

De appel verdelen we in partjes met de appelsnijder. Hiermee is meteen het klokhuis op een makkelijke manier verwijderd. Snijd de appel op maat. Nu kan de machine het werk doen. De stukjes bleekselderij en appel gaan in de juicer.

Het sap kan direct gedronken worden of in porties ingevroren voor later. Het sap kan ingevroren tot een jaar bewaard worden. In de koelkast blijft het sap drie dagen goed.

Herman

Zo in de jaren ‘70 kwam Herman in mijn leven. Geen idee hoe, maar hij was er. Niet luidruchtig, maar best wel dwingend aanwezig. Elke dag vroeg hij om aandacht en liefdevolle behandeling. Behandelende je hem naar tevredenheid dan liet Herman dat blijken. Hij groeide van geluk en blijdschap.

Herman, ook wel vriendschapsbrood of -cake genoemd. Het begin met het krijgen van een klontje deeg. Daar zat ook een gebruiksaanwijzing bij. Je kunt het een kettingbrief noemen. Veel mensen gaven elkaar klontjes deeg en verzorgden Herman tot hij gebakken kon worden op de tiende dag, een ware hype.

Het hoogtepunt in de Hermanhype was in de jaren ‘80. In 2020 werd Herman nieuw leven ingeblazen. Nu ook in de desemversie . Ik beperk me tot de originele, zeg de oerversie.

Ik heb de laatste 40 jaar Herman niet meer langs zien komen. Of het gebruik is een zachte dood gestorven, óf mensen kennen het niet meer en sturen elkaar liever appjes. Dus…zelf aan de slag om Herman het licht te doen laten zien.

(Kan je toch een kant en klare Herman krijgen, laat hem dan een dag rusten, bekomen van de reis en ga verder met dag 2.)

Een paar aandachtspunten; Herman mag niet in aanraking komen met metaal. Ook houdt hij niet van kou, dus niet in de koelkast bewaren. Herman moet ademen, afdekken met een schone theedoek volstaat. Benodigdheden: Grote (plastic) kom; Houten of plastic lepel, cakevorm

Ingrediënten:
100 gr witte basterdsuiker, 250 ml warm water, 1 zakje gist, 225 gram bloem.

Dag 1: Suiker oplossen in 1/2 kopje van het warme water. Strooi gist erbij, laat 10 minuten staan. Roer de rest van het warme water erbij en de bloem. Klop totdat het een glad beslag is. Goed afdekken met plastic folie. Laat rusten op kamertemperatuur tot de volgende dag.

Dag 2 en 3: Roer Herman een paar keer per dag goed door met een houten lepel.

Dag 4: Herman heeft honger: geef hem daarom 250 ml melk, 125 gram bloem en 200 gram suiker.

Dag 5, 6, 7 en 8: Roer Herman een paar keer goed door.

Dag 9: Herman heeft weer honger, geef hem vandaag 250 ml melk, 125 gram bloem en 150 gram suiker. Verdeel hem dan in vijf gelijke porties. Een portie kan je zelf houden om het vriendschapsbrood te bakken. Een tweede portie kan je gebruiken om een nieuwe Herman te starten. De andere drie kan je weggeven.

Dag 10: de laatste honger van Herman wordt gestild. Het deel wat je wilt gebruiken om te bakken krijgt: 15 ml olie, 3 eieren, 250 gram bloem, 90 gram suiker, 2 theelepels bakpoeder, 2 theelepels kaneel, 200 gram gewelde rozijnen, 2 in kleine stukjes frisse appel (optioneel 100 gram (gehakte) walnoten of hazelnoten)

Meng Herman door elkaar, giet hem in een ingevet cakeblik (of tulband vorm) en bak hem voor tenminste 1,5 uur af op 150 graden.

Over school

De Katholieke Lagere school voor jongens op de Buiksloterweg. Om daar te komen moesten we langs de Mussenstraatschool. Langs de Openbaren. Je was verstandig als je in een groep naar school ging. Toentertijd was het net Klein Ulster. Langs de Mussenstraatschool moeten, betekende vaak rennen of vechten. De Openbaren tegen de Katholieken. En waarom wist niemand.

Op de rustige dagen kon je je redden door te rennen. Op onrustige dagen was het verstandig om stokken mee te nemen. Van de Mussenstraat via het trappetje naar de Adelaarsweg. Aan weerskanten van het trappetje waren rozenperken. Hoe vaak ik niet door zo’n rozenperk ben gerent inplaats van over het trappetje. Overigens was dat ‘trappetje’ een best brede trap.

Het vroor zoals het toen kon vriezen. Het kanaal was dichtgevroren. We hoefden niet over de Kraaienpleinbrug en dus niet langs de Openbaren. De kortste weg was over het ijs, over het Noordhollandsch Kanaal. Per slot van rekening maar 37 meter breed. Wij met z’n tweeën gingen over het ijs. Niet zoals we bedacht hadden. Het werd rennen en springen, van schots naar schots. Tijdens de school was er een ijsbreker langs geweest. Om het kanaal vaarbaar te maken voor de scheepvaart. Wisten wij veel.

Stoofvlees met speculaas/ Vlaams stoofvlees
Ingrediënten
1 kilo hacheevlees, 50 gram boter, 3 grote uien, 3 bolletjes soloknoflook, 3 eetlepels balsamico-azijn, 3 eetlepels appelstroop, 3 kruidnagels, 4 jeneverbessen, 4 laurierblaadjes 1,5 pijpje bruin bier , 6 speculaasjes.

Laat de in blokjes gesneden hacheevlees een uurtje op temperatuur komen buiten de koelkast. Pel de uien en snij deze in ringen. Pel de knoflook bolletjes en hak deze grof. Zet de overige ingrediënten onder handbereik om misgrijpen te voorkomen. De kruidnagels en jeneverbessen doe ik in een thee-ei om onnodig zoekwerk later te voorkomen.

Verhit in een grote (soep-)pan de boter en bak de uienringen langzaam glazig. Eenmaal glazig voeg dan het vlees en de knoflooksnippers toe. Bak het vlees op een iets hoge voor rondom bruin. Dan kan alles in de slowcooker.

Voeg het bier, de balsamico en de appelstroop toe. De speculaas en de laurierblaadjes daar weer bovenop. In duw de speculaas iets onder en da; kan de slowcooker aan. Op ‘Laag’ voor 8 uur. Verwijder het thee-ei en de laurierblaadjes en hussel de rest een keer goed om.

Over school, een recept voor Vlaamse stoofpot

Terug naar het verleden, hutspot.

Een hele tijd had ik de gewoonte om elke vijf jaar een toertje te maken langs de adressen waar mijn ouderlijk gezin heeft gewoond. We hebben op verschillende adressen gewoond in Amsterdam Noord. Veelal in de Vogelbuurt. Vooral niet te verwarren met Vogeldorp. Voor ons ‘Vogelbuurters’ was de suggestie dat we in Vogeldorp zouden wonen een belediging.

Het was al weer zo’n tien jaar geleden dat ik het ritje gemaakt had. Dus op een mooie, wat frisse zonnige dag en tijd voor ‘het toertje’. Dit keer alleen en op de motor. Voor degenen die Amsterdam Noord kennen: via De Bult, de Van Der Pekstraat richting Meeuwenlaan, Vliegenbos langs de woonadressen. Verder naar Blauwe Zand, Nieuwendam, Nieuwendammerdijk, Adelaarsweg via de Kraaienpleinbrug weer naar De Bult weer op huis aan.

Waren de straten toen al smal (een paard en wagen van de aardappelboer, de schillenboer en de melkboer konden er net door heen), nu zijn ze zo pietepeuterig smal. Op vrijdag kwam Rinus de aardappelboer langs. De huisvrouwen (toen een eervolle benaming) hadden hun ramen voor het weekend gelapt. Het paard van Rinus deed de achterbenen uit elkaar, een beetje door de knieën en de staart omhoog. Het paard liet het lustig kletteren. De huisvrouwen boos, de ramen moesten weer gelapt.

Mijn schoonmoeder, naar verluidt geen ster in koken en inmiddels drieëntachtig, houdt van lekker eten. Vooral maaltijden die haar doen denken aan het verleden, de smaken van toen. Eén van haar favorieten is hutspot. Dit recept is passend bij de hang naar het verleden.

Ingrediënten
500 gram klapstuk, 1 kilo kruimige aardappelen; 1 kilo winterpeen; 1 kilo uien, boter en melk, zout, eventueel peper en kruidnagel.

Het klapstuk in een uur of drie vier op heel laag vuur gaar koken in ruim water met wat zout en peper. De winterpenen schrappen en in stukjes snijden. De aardappelen schillen en in stukken snijden. De winterpeen- en aardappelstukjes het liefst ongeveer even groot gesneden. De uien geschild in ringen gesneden en gehalveerd.

De uiringen op laag vuur met een forse klont boter smoren voor een (minstens) minuut of 40. De laatste vijf minuten op middel vuur bruin bakken. Nu kunnen de winterpeen, aardappelen in een pan met ruim water en in zo’n 15 minuten gaar koken.

Zodra de peen/aardappelmengsel gaar is kan deze afgegoten worden. Weer terug in de pan met ruim boter en een scheut (rauwe) melk. Het geheel met de aardappelstamper tot een smeuïg geheel stampen. De hutspot mag een best wel wat grof blijven. De ui toevoegen en goed vermengen. Het klapstuk is in grove stukken gesneden en op de hutspot gelegd. Zo kan de hutspot mét klapstuk geserveerd worden.

Mijn schoonmoeder is vegetarisch, dus laten we het klapstuk achterwege. De hutspot in bakjes, vervoerd naar schoonmoe en daar in de vriezer. Weer voor een paar weken een prettige maaltijd voor haar.

Nu het warmer weer wordt, gaan we op zoek naar zomerse gerechten met ‘de smaken van toen’.

Heb je het recept gemaakt of heb je een vraag? Laat het in de reacties weten!

‘s-Gravenhage of Den Haag?

In de periode dat ik een jaar of acht was ging mijn moeder met ons, mijn twee broers en ik, regelmatig naar ’s-Gravenhage. Daar woonde haar vader, onze opa. Opa was ’in goede doen’, hij bewoonde een pand van drie verdiepingen tegen de diplomatenwijk in Den Haag aan. Sinds het overlijden van zijn vrouw was hij alleen. Op een of andere manier -waar ik geen weet van heb- waren twee ongehuwde zussen, de dames Bol, bij hem ingetrokken. Beth en Marie Bol hadden kost en inwoning en als tegenprestatie had opa gezelschap, er werd gekookt en het huishouden gedaan. Hoewel de dames Bol persoonlijk redelijk fors van lijf en leden waren, kwam voor het zwaardere huishoudelijk werk de huishoudster.

Opa was in ruste en daar genoot hij van. Zijn wandelingetjes met zijn hondje Vlekje, zijn glaasje cognac met sigaar na het diner. Hij genoot van de dag zonder zich te bekommeren wat hij zou moeten. De boodschappen werden dagelijks aan huis gebracht, het zwaardere huishoudelijk werk werd gedaan door de huishoudster, de wasvrouw kwam de was halen en brengen. Opa had geen zorgen.

Als we zondags op bezoek waren werd er gewandeld in de Bosjes van Pek. Het hele gezelschap liep in een vaste samenstelling: opa met Vlekje en mijn moeder voorop, dan wij met z’n drieën en daarna de dames Bol. Als opa tijdens de wandeling een luide wind liet, riepen de dames in koor ’Herman….!’. Opa keek verontwaardigd naar Vlekje en zei luid en duidelijk ’Vlekje toch…’ en keek glimlachend naar ons.

Uiteraard bleven we tijdens onze bezoekjes ook voor het diner. En dat was altijd uitgebreid. Aangezien opa hobbie-slager was geweest was een stevig stuk vlees altijd een onderdeel van het diner. Na het diner werd mijn moeder steevast naar de keuken geroepen. Daar drukte Beth Bol mijn moeder twee gulden vijftig in de hand ’voor de reis’. Dat de treinreis inmiddels het tienvoudige kostte ging geheel aan Beth voorbij.

Het is een misverstand te denken dat de statige naam ‘s-Gravenhage de oudste vorm is en dat Den Haag daarvan de moderne afkorting is. Die Haghe (‘het omheinde’) ontstond toen Floris IV (1210-1234) in deze beboste streek een jachthuis liet bouwen. Pas veel later – begin zeventiende eeuw – dook de deftigere naam ‘s-Gravenhage op, die beter paste bij de status van de residentie én bij de pogingen om Den Haag als stad erkend te krijgen. Den Haag heeft die stadsrechten nooit gekregen.

Ingrediënten
500 gram kippenlevers; 1 grote ui, 3 eetlepels honing; een klont boter, wat tijm, 4 meiraapjes. (Heeft runderlever uw voorkeur, dan kunt u de kippenlevers vervangen door runderlever van ’natuurrunderen’)

Stap voor stap
De ui wordt geschild en in dunne halve ringen gesneden. De kippenlevers worden in een vergiet gedaan waarbij het vocht wordt opgevangen in een kom. (de kippenlevers worden niet drooggedept). Ondertussen worden de meiraapjes geschild en in vieren gesneden. In een pan met koud water kunnen zij even in de wacht gezet worden.

In een flinke braadpan wordt de klont boter gesmolten. Zodra de boter gaat bruinen kunnen de halve uiringen in de pan en glazig gebakken worden. Dan gaan de kippenlevers in de pan.

Tegelijk kan de pan met de meiraapjes opgezet worden en in een minuut of 15 gaar gekookt. De kippenlevers worden (met veelvuldig om en om scheppen) in ongeveer 10 minuten gaar gebakken. Dan afblussen met het opgevangen vocht van de kippenlevers en 3 eetlepels honing toevoegen.

Is er te weinig vocht van de levers, dan afblussen met een scheut droge rode wijn. Het geheel een paar minuten omscheppen op middelhoog vuur. De meiraapjes kunnen worden afgegoten en nog kort nastomen in de pan. Nu rest het opdienen en kan er gegeten worden.

error: Content is protected !!
Verified by ExactMetrics