Kom ik vandaag bij de groenteboer meirapen tegen! In november! En ook nog forse meirapen. Minder geschikt als groenten, maar prima te gebruiken in de soep. Dus, vanavond eten we romige meiraapsoep.
De naam zegt het al, meiraap. Het is een lentegroente. Dan zijn ze mooi klein, sappig en smakelijk. Hoe kleiner, hoe fijner is een passende uitspraak voor deze raapjes. Ik heb het niet gevraagd, maar heb het vermoeden dat de meirapen in november gekocht geen lokale producten zijn. Dit keer laat ik het.
Ingrediënten: 500 gr meiraap, 1 grote ui, 2 bolletjes soloknoflook, 150 gr tuinerwtjes, 2 el ghee, 10 blaadjes munt, 1 tl bouillonpoeder, 1,5 liter heet water, slagroom, zout en peper naar smaak toevoegen
Omdat de soep toch wordt gepureerd kunnen de ui, knoflook en meiraap grof gesneden worden. De ui en knoflook worden op laag vuur glazig gebakken. Dan kunnen de stukjes meiraap, bouillonpoeder, zout en peper naar smaak in de pan en meegebakken worden. Tot slot kan het hete water toegevoegd worden. Even roeren en ongeveer 20 minuten zacht door koken tot de meiraap gaar en zacht is.
Ondertussen kunnen de tuinerwtjes volgens de aanwijzingen op het pakje bereid worden. Houdt ongeveer 50 gr apart. De rest gaat bij de meiraapsoep in de pan. Eenmaal gaar wordt de soep gepureerd. Dit keer tot een gladde soep. Valt een grovere soep in de smaak, dan is dat uiteraard heel goed mogelijk. Een scheutje of scheut slagroom maakt een romige meiraapsoep.