Na 1900 werden Indonesische en Chinese gerechten in Nederland geïntroduceerd. Nasi goreng, bami en loempia’s werden al snel vernederlandst. Met aardappelen, sperziebonen en een schep appelmoes erbij. Recepten in Nederlandse kookboeken werden aangepast aan de Nederlandse smaak. In dit verhaal komt Pittige Indische hachee aan bod.
Maar het ging ook de andere kant op. In Indonesië en (later) Suriname kregen typisch Nederlandse gerechten een eigen tropische draai omdat koloniale ambtenaren, militairen en repatrianten hun stamppot en hachee niet wilden missen.
Zo is er de Indo-stamppot. Boerenkool of zuurkool werd gemengd met santen (kokosmelk), lomboks, trassi en soms ketjap. De rookworst maakte plaats voor een pittig gekruide zelfgemaakte worst of gewoon gebakken tempe. In Suriname gebeurde iets vergelijkbaars: daar werd hutspot of stamppot andijvie verrijkt met madame-jeanette-pepers, zoutvlees en soms cassave in plaats van aardappel.
Hachee werd in Indonesische keukenboeken uit de jaren ’20 en ’30 ‘semur daging’: hetzelfde langgestoofde rundvlees met uien, maar dan met ketoembar, djinten, salamblad en flinke scheuten ketjap manis. Het resultaat was zoeter en geuriger dan het origineel.
Ook erwtensoep onderging een smaakaanpassing. In Suriname heet het ‘erwten-soep met zoutvlees en pimentpeper’ en is een stuk pittiger en dunner dan de Nederlandse plankdikke snert. In Indonesië werd hij soms vervangen door ‘soto babi’ waarbij spliterwten, varkensvlees en kruiden een heel eigen soep opleverde.
Recept Pittige Indische hachee
Ingrediënten: 1 kilo riblappen, 1 kilo gele ui, 3 bolletjes soloknoflook, 1 tl paprikapoeder, 6 blaadjes xx, 100 ml rode wijn, 4 el sojasaus, sambal oelek, 70 gr tomatenpuree, witte wijnazijn, 1 el honing, 1 el ghee, 100 ml bouillon, zout en peper
Aan de slag: Pittige Indische hachee
bron: Aziatische keuken in Nederland

