Het oude Amsterdam Noord zoals ik het ken bestaat uit een aaneenschakeling van dorpen. Tuindorpen met huizen met tuintjes, slaapkamers met ramen en (niet allemaal) een badkamer. Nu nog zijn de dorpen een bezienswaardigheid. Elk dorp heeft zijn eigen sfeer en bouwstijl.
De meest in het oog springend zijn Disteldorp (1918) en Vogeldorp (1917-1918). Kleine huizen, maar met een tuintje en laagbouw. Smalle straten en pleintjes. Met op de kop van het dorp een badhuis. Deze kleine tijdelijke woninkjes hadden geen badkamer of douche. Beide dorpjes zijn inmiddels monumenten.
Tegen Vogeldorp lag de Vogelbuurt (Nieuwendammerham 1910-1923). Een statige buurt met kleine huizen in smalle straatjes, pleintjes en de statige brede Fazantenweg. Hier waren de huizen tweehoog. Een benedenwoning en een bovenwoning. De latere woningen hadden een ‘badkamer’, een tot douche omgebouwde kast. De vochtige lucht werd niet goed afgevoerd, zodat de paddestoelen op de muren groeiden.
Verderop verscheen in 1917-1926 de Van der Pekbuurt. Meer gericht op de arbeiders van de vele grote bedrijven aan het IJ. De huizen waren driehoog, de straten redelijk breed met pleintjes en perkjes.
De Bloemenbuurt en Floradorp (1920-1930) lijkt qua bouw op de Van der Pekbuurt. Aan het Floradorp lag het Florapark. Als een Noorderling Floradorp zegt, komt meteen Blauwe Zand in gedachten. Blauwe Zand ligt tegen Nieuwendam aan. Jongeren uit beide dorpen gingen regelmatig op de vuist. Dat waren massale en heftige vechtpartijen.
Tuindorp Oostzaan is op verschillende momenten gebouwd; in 1924 de eerste 1.324 woningen; tussen 1934 en 1939 nog eens 642 woningen. Tegen Tuindorp Oostzaan (jaren ‘50) werd het Terrasdorp -in de volksmond Tuttifruttidorp- gebouwd. Het lag hoger dan Tuindorp Oostzaan en had fruitnamen als straatnamen.
Tuindorp Nieuwendam werd gebouwd tussen 1924-1927. De woningen waren modern, want een doucheruimte. Opvallend zijn de acht poortgebouwen. De doorgaande Purmerweg is breed, de straatjes achter de poortgebouwen smal. Kenmerkend voor de tuindorpen. Rond het Purmerplein zijn winkels gebouwd.
Als laatste tuindorp is Tuindorp Buiksloot (Blauwe Zand) in de periode 1930-1932. Alle tuindorpen en de twee nooddorpen zijn gebouwd om de woningnood in Amsterdam op te lossen en arbeiders van de fabrieken en bedrijven in Noord te huisvesten. Disteldorp en Vogeldorp zijn inmiddels monumenten geworden. De verschillen in bouwstijl en sfeer is het mooist te beleven door een fietstochtje door Amsterdam Noord.
bron: mijn herinnering en Amsterdam op de kaart