Het belangrijkste gebruik van oma’s schort was om de jurk eronder te beschermen, maar daarbovenop werd het gebruikt als handschoen om een hete pan uit de oven te halen; het was prachtig om de tranen van kinderen weg te vegen, en bij bepaalde gelegenheden, om vieze gezichtjes schoon te maken.
Wanneer er bezoekers kwamen, diende het schort als schuilplaats voor verlegen kinderen; en als het koud weer was, pakte oma haar armen er mee in.
Vanuit de moestuin werd het gebruikt als mand voor veel groenten. Nadat de erwten waren geoogst, kwamen de kool aan de beurt. Aan het einde van het seizoen werd het gebruikt om appels uit de boom te verzamelen.
Als er onverwacht bezoekers kwamen, was het verrassend om te zien hoe snel dit oude schort het stof kon laten verdwijnen. Bij het serveren van het eten ging oma naar de stoep en zwaaide met haar schort en de mannen op het veld wisten zodra ze moesten eten.
Oma gebruikte het ook om de appeltaart te leggen die net uit de oven kwam op de vensterbank zodat het afkoelde, terwijl haar kleindochter het daar nu neerzet om te ontdooien. Het zal jaren duren voordat iemand iets uitvindt dat het Oma’s schort kan vervangen dat voor zoveel dingen gebruikt werd.
Bron onbekend
Oma’s appeltaart
Ingrediënten
Voor het deeg: 300 g patentbloem, 200 g koude boter, 150 g witte basterdsuiker, 1 ei, Snufje zout
Voor de vulling:
1 kg appels, 50 g suiker, 2 tl kaneel, 50 g rozijnen (geweld in lauw water), 25 g custardpoeder, sap van een halve citroen.
Aan de slag: Oma’s appeltaart
Meng bloem, basterdsuiker en zout in een kom. Voeg de koude boter toe en wrijf met je vingertoppen tot een kruimelig deeg. Klop het ei los, voeg ¾ ervan toe aan het deeg (bewaar de rest voor bestrijken). Kneed kort tot een samenhangend deeg. Voeg eventueel 1 el koud water toe als het te droog is. Wikkel het deeg in vershoudfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in dunne schijfjes of blokjes. Meng de appels in een kom met suiker, kaneel, custardpoeder, citroensap en uitgelekte rozijnen.
Vet de springvorm in en bestuif licht met bloem. Rol 2/3 van het deeg uit op een bebloemd oppervlak tot een cirkel van ca. 30 cm. Bekleed de springvorm (bodem en randen) met het deeg.
Schep de appelvulling in de vorm en druk licht aan. Rol de rest van het deeg uit en snijd in repen van 1-1,5 cm breed. Leg deze in een ruitpatroon over de vulling. Vouw de randen van het deeg iets over de repen en druk aan.
Klop het overgebleven ei met 1 el melk of water en bestrijk de deegrepen en rand ermee. Bak de taart in het midden van de oven in 60-70 minuten goudbruin en gaar. Laat de taart afkoelen in de vorm.